Overslaan en naar de inhoud gaan

Wet inburgering in vraag en antwoord

Laatste update: 07 oktober 2025

4 Uitvoering

Boetes in de inburgering na uitspraak Raad van State

Op 9 juli 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan over boetes binnen de inburgering. Deze Q&A, opgesteld door het ministerie van SZW, de VNG en Divosa, beantwoordt de belangrijkste vragen van gemeenten.

1. Waarom deed de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een uitspraak over boetes binnen de inburgering?

Deze uitspraak is het eindresultaat van een lange rechtszaak. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State had eerder vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie om te toetsen of de Nederlandse boetes voor inburgeraars voldeden aan de Europese regels. De definitieve uitspraak van de Raad van State is gebaseerd op het antwoord van het Europese Hof. 

Meer informatie over de achtergrond vind je op de website van de Raad van State

(9 oktober 2025)

2. Wat betekent de uitspraak voor het boetebeleid van DUO onder de Wi2021?

Sinds 4 februari 2025 legt DUO geen boetes meer op aan asielstatushouders. Die dag gaf het Hof van Justitie van de Europese Unie antwoord op vragen van de Raad van State. Het ministerie van SZW heeft vastgesteld dat deze boetes in strijd zijn met het Europese recht. De Raad van State bevestigde dat oordeel in de uitspraak. DUO had de invordering van boetes al gepauzeerd sinds 15 maart 2023, de datum waarop de vragen aan het Hof werden gesteld.

(9 oktober 2025)

3. Kunnen gemeenten nog wel boetes opleggen?

Ja, als gemeente kun je nog steeds boetes opleggen. De bevoegdheid die gemeenten hebben op grond van artikelen 22 en 23 van de Wet inburgering 2021 (Wi2021) is door de uitspraak niet ongeldig verklaard. Je moet echter wel zorgvuldig handelen en de uitspraak als kader gebruiken.

(9 oktober 2025)

4. Wanneer mag een gemeente een boete opleggen?

Een gemeente kan een boete opleggen:

  • bij niet verschijnen of onvoldoende meewerken aan de brede intake (artikel 22 Wi2021), of
  • bij onvoldoende meewerken aan de aangeboden ondersteuning en begeleiding of niet voldoen aan afspraken die op grond van het PIP mogen worden verwacht (artikel 23 Wi2021).


Enkele kanttekeningen hierbij:

  • Wees zeer terughoudend bij 'niet verschijnen brede intake' De boete voor het niet verschijnen bij de brede intake (artikel 22 Wi2021) is vergelijkbaar met de boete van DUO die als onrechtmatig is bestempeld. De reden is dat deze boete als 'systematisch' wordt gezien. Het advies is daarom om hier alleen in uitzonderlijke gevallen een boete op te leggen. Je moet dan zeer goed en individueel motiveren waarom er in die specifieke situatie sprake is van een bewezen en aanhoudend gebrek aan bereidheid tot integratie.
  • Er is beoordelingsruimte bij andere overtredingen Voor andere overtredingen uit artikelen 22 en 23 Wi2021, zoals het onvoldoende meewerken aan de intake, het niet meewerken aan de aangeboden begeleiding, of het herhaald en aantoonbaar niet voldoen aan de afspraken in het Plan Inburgering en Participatie (PIP), heb je als gemeente meer beoordelingsruimte. Omdat je hier per situatie een individuele afweging maakt, wordt een eventuele boete niet als systematisch gezien. Een boete kan dan in uitzonderlijke gevallen gerechtvaardigd zijn, zoals bij een bewezen en aanhoudend gebrek aan bereidheid tot integratie. De gemeente moet de hoogte van de boete evenredig vaststellen, met inachtneming van het kader dat is gegeven door het Europese Hof van Justitie.

(9 oktober 2025)

5. Waarom mag een gemeente wel doorgaan met opleggen van boetes en DUO niet?

Het belangrijkste verschil is de beoordelingsruimte die je als gemeente hebt. De boetes van DUO waren systematisch: een overtreding leidde automatisch tot een boete, zonder te kijken naar de individuele situatie. Dat is in strijd met het Europese recht.
Als gemeente leg je, met uitzondering van het 'niet verschijnen', geen stelselmatige boete op. Je maakt een individuele beoordeling en legt alleen een boete op als dat in die specifieke situatie passend en evenredig is.

Zie ook het bestuurlijk standpunt over inzet bij boetes inburgering (VNG • september 2025)

(9 oktober 2025)

6. Hoe motiveer ik als gemeente een boete op de juiste manier?

Een zorgvuldige voorbereiding en een goede motivatie zijn cruciaal. Let op de volgende punten:

  • Doe zorgvuldig onderzoek: Verdiep je in de individuele situatie van de inwoner.
  • Motiveer het gebrek aan bereidheid: Toon in je besluit aan dat er sprake is van een bewezen en aanhoudend gebrek aan bereidheid om te integreren. Bij de motivering is het belangrijk om in te gaan op de aard en ernst van de overtreding (zoals vereist in artikel 5:46, tweede lid, Awb).
  • Zorg voor een evenredige boete: De hoogte van de boete moet in verhouding staan tot de overtreding. Houd hierbij rekening met de persoonlijke omstandigheden en de financiële draagkracht van de inwoner. Er is ruimte om bijzondere omstandigheden mee te wegen, bijvoorbeeld wanneer de boete in dat specifieke geval onevenredig zwaar uitpakt (artikel 5:46, derde lid, Awb). 

Zie ook de handreiking Naleving bij inburgering (VNG • maart 2022)

(9 oktober 2025)

7. Wat is het standpunt van de staatssecretaris?

De staatssecretaris van SZW benadrukte in augustus 2025 bij de beantwoording van kamervragen dat inburgeren niet vrijblijvend is en dat een ‘stok achter de deur' nodig kan zijn.

(9 oktober 2025)

8. Heeft de uitspraak gevolgen voor maatregelen vanuit de Participatiewet?

Nee, deze uitspraak heeft geen gevolgen voor maatregelen die je oplegt vanuit de Participatiewet. De uitspraak gaat specifiek over de Europese regels voor inburgering (artikel 34 van de Kwalificatierichtlijn). De Participatiewet valt hier niet onder.

(9 oktober 2025)

 

Contactpersoon