Overslaan en naar de inhoud gaan

Jongeren en inburgering: onderwijs voorop

Laatste update: 02 oktober 2025

2. Relevante wetgeving voor inburgeringsplichtige jongeren

2.1 Leerplichtwet en Inburgeringsplicht

Leerplicht- en kwalificatieplicht

Kinderen van 5 tot 16 jaar zijn in Nederland leerplichtig. Dit geldt voor alle kinderen, dus ook voor nieuwkomerskinderen en ongeacht de verblijfsstatus. De leerplicht begint op de eerste dag van de nieuwe maand nadat het kind 5 is geworden. De leerplicht duurt tot en met het einde van het schooljaar waarin het kind 16 wordt. Als een kind minimaal 12 volledige schooljaren naar school is geweest, is de leerplicht ook afgelopen. Daarna gaat de kwalificatieplicht in als er nog geen startkwalificatie is behaald. 

Jongeren tussen de 16 en 18 jaar moeten onderwijs volgen totdat zij een startkwalificatie hebben behaald. De kwalificatieplicht stopt op de dag dat de jongere 18 wordt of eerder als een startkwalificatie is behaald. Een startkwalificatie is een diploma havo, vwo of mbo niveau 2 t/m 4. Als een startkwalificatie is behaald dan is de jongere niet meer inburgeringsplichtig. 

Een startkwalificatie zorgt voor meer kansen op de arbeidsmarkt. Vanaf 18 jaar zijn jongeren niet meer leer- of kwalificatieplichtig. Maar ook dan is het belangrijk dat ze naar school (blijven) gaan en minimaal een startkwalificatie behalen. Het Doorstroompunt begeleidt jongeren hierbij.  Jongeren die voor hun 18e van het praktijkonderwijs of voortgezet speciaal onderwijs met uitstroomprofiel arbeid of dagbesteding uitstromen, hebben ook geen kwalificatieplicht meer.

Verhouding met inburgeringsplicht

In artikel 5, 5a en 15 van de Leerplichtwet 1969 staan redenen waarom de leerplichtambtenaar de leer- en/of kwalificatieplicht kan intrekken. Inburgering staat niet genoemd als een van de uitzonderingsredenen. De kwalificatieplicht kan dus niet worden ingetrokken om de inburgeringsplicht vervroegd te starten. 

Vanaf 16 jaar kunnen jongeren inburgeringsplichtig worden als ze niet meer kwalificatieplichtig zijn. Dat is het geval bij jongeren die tussen de 16 en 18 jaar van praktijkonderwijs of voortgezet speciaal onderwijs met uitstroomprofiel dagbesteding of arbeid komen. Zij vormen een kleine groep jongeren die mogelijk wel voor de 18e verjaardag kan starten met inburgering. Omdat DUO niet actief controleert op inburgeringsplicht vóór het 18e levensjaar, moeten deze jongeren zichzelf melden met het formulier Verzoek (eerder) starten inburgeringsplicht Wi2021. Doen ze dit niet, dan worden ze inburgeringsplichtig zodra ze 18 worden. Jongeren die 8 jaar of langer in Nederland verblijven tijdens de leer- of kwalificatieplichtige leeftijd worden direct vrijgesteld van de inburgeringsplicht. Voor bijna alle inburgeringsplichtige jongeren gaat de inburgeringsplicht met 18 jaar in. 

Financiën

Gemeenten ontvangen voor de inburgering middelen via het gemeentefonds (uitvoeringskosten) en 2 SPUK’s4 (inburgeringsvoorzieningen en onderwijsroute5) (zie Q&A financien). Gemeenten ontvangen het budget van de reguliere SPUK inburgering voor asielstatushouders verspreid over 3 jaar. Dat betekent dat gemeenten een deel van het budget ontvangen in het eerste jaar, een deel in het tweede jaar en een klein restant in het derde jaar. De middelen komen beschikbaar zodra de jongere inburgeringsplichtig is. 

De reguliere SPUK wordt ingezet om de leerroute, maatschappelijke begeleiding, het Partcipatieverklaringstraject, de Module Arbeidsmarkt en Participatie en tolken te betalen. Onderwijsinstellingen mogen de inburgeringsmiddelen combineren met bekostigd onderwijs als ze de geldstromen goed verantwoorden (zie Beleidsregel investeren met publieke middelen in private activiteiten 2025).

Voorbeelden waarbij de inburgeringsmiddelen worden gecombineerd met bekostigd onderwijs zijn een B1-Entree (Scalda College) of Z-route Entree (Koning Willem I College). Deze gecombineerde trajecten duren vaak langer dan een jaar, omdat een Entreeopleiding zonder inburgering een voltijdopleiding van 1 jaar is.

Voetnoten

4 In het Hoofdlijnenakkoord tussen PVV, VVD, NSC en BBB (16-05-2024) maakte het kabinet bekend dat het de SPUKs wil overhevelen naar het Gemeentefonds. In navolging hiervan is voor iedere SPUK afzonderlijk bekeken of deze wel of niet kan verdwijnen. Voor de SPUK Wi2021 (inburgeringsvoorzieningen) is besloten dat die voorlopig blijft bestaan tot 2027. Met de tussenevaluatie, die eind 2025 wordt verwacht, zal worden gekeken of een andere uitkeringsvorm binnen het Gemeentefonds een alternatief vormt.
5 Vanaf 2026 wordt de SPUK onderwijsroute geïntegreerd in de reguliere SPUK Wi2021, en komt daarmee te vervallen.