Inleiding

Deze handreiking is een update van een eerder uitgebrachte handreiking over het onderdeel waardenoverdracht van het Participatieverklaringstraject (PVT) in de verplichte inburgering. (1)

Aanleiding hiervoor is de nieuwe inburgeringswet (de Wet inburgering 2021) die sinds 1 januari 2022 geldt en de gevolgen hiervan voor het PVT. Een van de belangrijkste verschillen met de oude Wet inburgering is de uitbreiding van het minimaal aantal uren voor het traject naar twaalf uur. Ook moet het traject een activiteit bevatten waarbij een kernwaarde (vrijheid, gelijkwaardigheid, solidariteit of participatie) naar de praktijk wordt vertaald. En in de nieuwe wet moet het PVT binnen drie jaar afgerond zijn in plaats van een jaar.

De vorige PVT-handreiking was gebaseerd op de pilot van het PVT in 2017 en 2018. Meerdere gemeenten en uitvoerders zijn toen geïnterviewd voor een eerste verkenning naar effectieve vormen van waardenoverdracht. Deze herziene handreiking is gebaseerd op zowel de inzichten uit de eerder uitgebrachte PVT-handreiking, als nieuwe inzichten op basis van gesprekken met zeven gemeenten over hun ervaringen. De interviews vormen geen totale weergave van het PVT-aanbod, maar vormen wel een beeld van de huidige praktijk.

De volgende gemeenten zijn door ons geïnterviewd: Alphen aan den Rijn, Amsterdam, Hengelo, Leiden, Lelystad, Rotterdam en Tholen. De geïnterviewde gemeenten toonden voldoende diversiteit qua aanbod en aanpak om de handreiking van een update te kunnen voorzien. Naast verschil in aanbod en aanpak, zijn er onderling ook verschillen in de manieren van het vertalen van kernwaarden.

De handreiking is geschreven voor gemeenten en uitvoerende organisaties die op zoek zijn naar praktische en inspirerende voorbeelden voor de uitvoering van het PVT en willen weten hoe zij het informeren van inburgeraars over waarden en rechten zo effectief mogelijk kunnen organiseren. Daarnaast geeft de handreiking inzicht in de vertaling van de verschillende kernwaarden binnen het nieuwe wettelijk kader naar de praktijk. In de handreiking zijn hierover diverse voorbeelden van werkwijzen en praktische tips opgenomen.

Leeswijzer

In hoofdstuk 1 wordt de nieuwe inburgeringswet kort toegelicht, met daarbij aandacht voor de verplichte onderdelen van het PVT en de wijzigingen die gelden sinds 1 januari 2022. In hoofdstuk 2 beschrijven we hoe gemeenten de uitvoering van het PVT hebben vormgegeven. Hierbij benoemen we ook enkele praktijkvoorbeelden en belangrijke do’s en don’ts. In hoofdstuk 3 bespreken we een aantal praktische tips en algemene aandachtspunten wat betreft de uitvoering van het PVT. Dit hoofdstuk is ook zelfstandig te lezen.

De Participatieverklaring Wi2021 is toegevoegd als bijlage.

Voetnoten

  1. Regioplan Beleidsonderzoek, Handreiking Verdieping in waardenoverdracht, 2018/Regioplan Beleidsonderzoek, Monitor en evaluatie waardenoverdracht nieuwkomers, 2017.

Introductie

Dit hoofdstuk is gebaseerd op Wet inburgering 2021 (inclusief de daarbij behorende Memorie van Toelichting d.d. 3 juni 2020) en het Besluit inburgering 2021.

1.1 Wet inburgering 2021

De Wet inburgering 2021 is in werking getreden op 1 januari 2022. Deze wet is erop gericht dat inburgeringsplichtige nieuwkomers zo snel mogelijk meedoen in de Nederlandse samenleving, het liefst met betaald werk. De inburgeringstermijn hiervoor is drie jaar.

Gemeenten hebben de regie over de uitvoering van de inburgering. Met elke inburgeringsplichtige neemt de gemeente een brede intake af, op basis waarvan gezamenlijk een persoonlijk plan inburgering en participatie (PIP) wordt opgesteld. Hieruit volgt de keuze voor een leerroute gebaseerd op de mogelijkheden van de inburgeraar (maatwerk). Er zijn drie routes:

  • B1-route: route om inburgeraars zo snel mogelijk het inburgeringsexamen op B1-niveau te laten behalen.
  • Onderwijsroute: gericht op het behalen van een Nederlands onderwijsdiploma. Onderdeel van deze route is het volgen van een taalschakeltraject gericht op het bereiken van minimaal B1-niveau en andere (studie)vaardigheden die nodig zijn voor instroom in een Nederlandse opleiding.
  • Zelfredzaamheidsroute: voor inburgeraars die een lage leerbaarheid hebben, moeite met het leren van de Nederlandse taal en in beperkte mate zelfredzaam zijn. De route is gericht op het leren van de taal, participatie en activering en zo veel mogelijk zelfstandigheid in de Nederlandse samenleving.

Naast het volgen van een leerroute zijn er nog twee andere verplichte onderdelen, namelijk de Module Arbeidsmarkt & Participatie (MAP) en het Participatieverklaringstraject (PVT). Deze worden aan alle inburgeringsplichtige nieuwkomers aangeboden. Deze handreiking richt zich op de uitvoering van het PVT.

1.2 Het Participatieverklaringstraject (PVT)

Het PVT is sinds oktober 2017 verplicht voor inburgeringsplichtige nieuwkomers. Het traject richt zich op een nadere kennismaking met de Nederlandse kernwaarden en is onderdeel van een doorlopende leerlijn. In deze leerlijn komen inburgeraars op opeenvolgende momenten met de kernwaarden in aanraking. Door deze herhaling zal de kennis over de waarden eerder beklijven en krijgen ze meer betekenis. (1) Voldoende kennis over de kernwaarden en over de basisprincipes van de Nederlandse samenleving zijn een belangrijke voorwaarde om goed mee te kunnen doen in de Nederlandse samenleving.

Inburgeringsplichtigen komen dus onder andere via het PVT in aanraking met de kernwaarden. De in de participatieverklaring opgenomen kernwaarden zijn: vrijheid, gelijkwaardigheid, solidariteit en participatie.

Kernwaarden (2) zijn waarden en begrippen die van belang zijn voor het goed functioneren van de samenleving. Kennis van de kernwaarden is een belangrijke randvoorwaarde voor participatie en deelname aan de Nederlandse samenleving. In de verklaring worden de volgende vier kernwaarden nader toegelicht:

  • Vrijheid: iedereen in Nederland is vrij om te denken, doen en zeggen wat men zelf wil. Deze vrijheid heeft ook betrekking op zaken als geloof, mening, levensstijl, vereniging en zelfbeschikking.
     
  • Gelijkwaardigheid: iedereen is evenveel waard en voor iedereen gelden dezelfde regels. In de praktijk kunnen er helaas situaties voorkomen waarin er sprake is van discriminatie. In zulke situaties kan er een melding gedaan worden bij de politie, het College voor de Rechten van de Mens of bij een antidiscriminatiebureau.
     
  • Solidariteit: wij houden niet alleen rekening met anderen, maar kunnen er ook op vertrouwen dat anderen rekening met ons houden. Dit doen wij niet alleen door belasting af te dragen, maar ook door te participeren.
     
  • Participatie: iedereen draagt dezelfde verantwoordelijkheid om, waar mogelijk, bij te dragen aan een prettige en veilige samenleving. Dit kan onder andere door middel van vrijwilligerswerk.

Het PVT bestaat uit twee wettelijk verplichte onderdelen. Ten eerste is dit traject een inleiding in de kernwaarden. De inburgeraar maakt kennis met de fundamentele Nederlandse kernwaarden, rechten en begrippen zoals hierboven beschreven. Inburgeraars krijgen informatie over de democratie en de rechtstaat met aandacht voor sociale rechten (zoals recht op medische zorg en onderwijs). Ook worden de inburgeraars gewezen op een aantal plichten en de wijze waarop men in Nederland met elkaar omgaat.

Gemeenten kunnen deze inleiding in Nederlandse kernwaarden laten aansluiten bij de lokale behoeften, overige trajecten of activiteiten én de specifieke behoeften van de inburgeringsplichtige. Gemeenten zijn dus redelijk vrij om dit onderdeel zelf in te richten. Wel moet de inleiding minimaal één activiteit of excursie bevatten waarin een kernwaarde naar de praktijk wordt vertaald. Zo linkt de gemeente Rotterdam solidariteit aan een voorlichting door organisaties die vrijwilligerswerk organiseren. In deze voorlichting komt niet alleen aan bod wat vrijwilligerswerk inhoudt, maar ook hoe nieuwkomers bij kunnen dragen en zich aan kunnen melden.

Ten tweede bestaat het PVT uit de ondertekening van de Participatieverklaring. Met de ondertekening van de Participatieverklaring tonen inburgeringsplichtigen hun betrokkenheid bij de Nederlandse samenleving en hun bereidheid om daar actief aan bij te dragen. De inburgeraars geven hiermee aan kennis te nemen van de Nederlandse kernwaarden, deze te respecteren, de universele mensenrechten te eerbiedigen en hiermee niet in strijd zullen handelen. Dat betekent niet dat er geen ruimte is voor een andere mening.

De Participatieverklaring is in twaalf talen beschikbaar (zie Participatieverklaring in 12 talen). De Participatieverklaring moet in het Nederlands worden ondertekend. Gemeenten kunnen de te ondertekenen verklaringen bestellen bij DUO via de Portal inburgering. Zie voor nadere informatie: PVT waardepapieren bestellen via PIB - Inburgering: ketenpartners - DUO Zakelijk.

Net als bij de inleiding in kernwaarden hebben gemeenten ook bij de ondertekening van de Participatieverklaring de vrijheid om deze zelf vorm te geven.

Voetnoten

  1. Regioplan beleidsonderzoek, Monitor en evaluatie waardenoverdracht nieuwkomers, 2017.
  2. Dit kader is gebaseerd op de brochure Kernwaarden van de Nederlandse samenleving (20 februari 2014) van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Participatieverklaring Wi2021.

1.3 De wijzigingen in het PVT

Met de Wet inburgering 2021 (Wi2021) zijn een aantal wijzigingen ingevoerd in het PVT, namelijk:

  • Het minimaal aantal uren dat besteed moet worden aan het PVT is uitgebreid naar twaalf uren. In het vorige inburgeringsstelsel (Wi2013) was dit één dagdeel. Deze intensivering betekent meer mogelijkheden voor herhaling en het creëren van een veilige sfeer en een vertrouwensband. Volgens onderzoek zijn dit belangrijke voorwaarden voor een succesvolle uitvoering.(1)
     
  • Het PVT moet een activiteit of excursie bevatten waarin aandacht is voor een kernwaarde die naar de praktijk wordt vertaald. Uit onderzoek (2) blijkt dat bezoeken aan lokale waardendragers (zoals een vrijwilligerscentrale) bijdragen aan reflectie op en een beter begrip van de kernwaarden. Ook blijkt dat nieuwkomers voor hun verdere participatie het meest hebben aan praktische informatie. Bovendien sluit een bezoek aan een (maatschappelijke) organisatie goed aan bij de leefwereld en behoefte van inburgeringsplichtigen.
     
  • Inburgeraars moeten in de Wet inburgering 2021 het traject binnen drie jaar doorlopen, in plaats van binnen één jaar. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan de wens van gemeenten om meer tijd te krijgen voor het organiseren en inbedden van het PVT. Uit onderzoek (3) blijkt dat het aanbieden van het traject later in het inburgeringsproces positief uit kan pakken voor reflectie op en begrip van de kernwaarden. Aan het begin van het inburgeringstraject is er sprake van een lager taalniveau en is de verwachting dat de overdracht van de waarden minder effectief is.
     
  • De tekst van de Participatieverklaring is gewijzigd ten opzichte van de versie uit de vorige Wet inburgering (Wi2013). Aanleiding hiervoor is het aangenomen amendement van de leden Becker en Segers tijdens de wetsbehandeling van de Wet inburgering 2021. (4) In de slotformule van de verklaring Wi2013 is in de verklaring Wi2021 toegevoegd: “…en dat ik de universele mensenrechten eerbiedig en niet daarmee in strijd zal handelen”.

    Met het amendement en de uitbreiding van de slotformule wordt beoogd het belang van mensenrechten en mensenrechtelijke vrijheden te benadrukken. Mensenrechten zoals het recht op ‘vrijheid’ zijn fundamentele, onaantastbare rechtsnormen die burgers persoonlijke vrijheid en een menswaardig bestaan geven en die zijn vastgelegd in verdragen. In Nederland zijn deze rechten vastgelegd in de Grondwet. Het is belangrijk dat inburgeringsplichtigen hiermee in het participatieverklaringstraject in aanraking komen. Zie de bijlage voor de Participatieverklaring.

Gebruik participatieverklaring Wi2021 voor de inburgeraars onder de Wi2013

De participatieverklaring Wi2021 kan met het oog op vereenvoudiging van de uitvoering ook worden ingezet in het PVT van inburgeraars onder de Wi2013. Het is goed mogelijk dat in de praktijk inburgeraars van de verschillende wetten (Wi2013 en Wi2021) bij elkaar in het traject zitten. Het werken met twee verschillende verklaringen is dan onpraktisch en verwarrend en kan leiden tot fouten in de uitvoering. Gemeenten wordt nog wel de mogelijkheid geboden om via DUO de verklaringen voor de Wi2013 te bestellen. Deze kunnen niet worden gebruikt voor inburgeraars die onder de Wi2021 vallen.

Voetnoten

  1. Regioplan Beleidsonderzoek, Monitor en evaluatie waardenoverdracht nieuwkomers, 2017.
  2. Regioplan Beleidsonderzoek, Monitor en evaluatie waardenoverdracht nieuwkomers, 2017.
  3. Regioplan Beleidsonderzoek, Monitor en evaluatie waardenoverdracht nieuwkomers, 2017.
  4. Kamerstukken II, 2019/20, 35 483, nr. 52.

Introductie

In dit hoofdstuk bespreken we hoe de geïnterviewde gemeenten uitvoering geven aan het PVT en aan de waardenoverdracht.

Een verplicht element is de praktische activiteit of excursie. Dit kan een bezoek zijn aan een instelling of maatschappelijke organisatie met een link naar de lokale context. Ook excursies naar instellingen met nationaal-historische betekenis komen hiervoor in aanmerking. Daarnaast kunnen gemeenten dialoogsessies organiseren.

Al deze werkvormen komen in dit hoofdstuk aan bod door middel van praktijkvoorbeelden en belangrijke do’s en don’ts. Ook schetsen we enkele andere voorbeelden van werkvormen om kernwaarden naar de praktijk te vertalen.

We starten dit hoofdstuk met een aantal organisatorische uitgangspunten die de gemeenten die wij hebben gesproken, hanteren.

2.1 Uitvoering algemeen

Zoals eerder gezegd zijn gemeenten grotendeels vrij om het Participatieverklaringstraject naar eigen inzicht vorm te geven. In deze paragraaf gaan we in op de organisatorische keuzes daarin en de invloed van de wetswijzigingen op de inrichting van het traject.

Organisatorische keuzes

De gemeenten vullen het praktische gedeelte van het PVT in door excursies aan te bieden met bijbehorende workshops. Voorbeelden van excursies zijn bezoeken aan Neeltje Jans, het wijkteam, het stadhuis of het Binnenhof. Regelmatig wordt ook gebruikgemaakt van het materiaal van ProDemos. Een vast onderdeel is een rondleiding door de gemeente waarin de inburgeraar kennismaakt met beschikbare voorzieningen als de bibliotheek of een verzorgingstehuis. Tijdens de workshops worden er in de meeste gevallen geschoolde tolken ingezet. Anderen zetten oud-deelnemers in die het PVT al hebben afgerond of maken ‘taalgroepjes’ waarin deelnemers voor elkaar vertalen. Een van de gemeenten biedt enkel workshops in het Nederlands aan.

Het werkt heel goed als de ene deelnemer de andere kan helpen. Dan zien ze: ‘ik kan ook wat voor een ander betekenen’.
Medewerker gemeente

De groepsindeling verschilt per aanpak. Sommige gemeenten kiezen ervoor de groepen op basis van taal samen te stellen, waarbij er een (professionele of vrijwillige) tolk of een oud-deelnemer wordt ingezet. Andere gemeenten kiezen ervoor om verschillende nationaliteiten bij elkaar te zetten en ze voor elkaar te laten vertalen. Beide aanpakken hebben, afhankelijk van de groepsgrootte, voor- en nadelen. Gemeenten kunnen een afweging maken wat voor hen en voor hun doelgroep het beste werkt.

Meer dan de helft van de geïnterviewde gemeenten werkt samen met externe partijen. Zowel de gemeenten als de externe partijen zijn tevreden over deze samenwerking. Een enkele gemeente kiest ervoor om de workshops zelf uit te voeren. Redenen hiervoor zijn onder andere de grootte van de gemeente, het budget en het aantal inburgeringsplichtigen. Maar ook het willen onderhouden van doorlopend contact met inburgeraars speelt een rol.

Vrijwel alle externe partijen en gemeenten maken gebruik van oud-deelnemers van het PVT. Inburgeraars kunnen zich herkennen in de oud-deelnemers en de oud-deelnemers kunnen een motiverende rol spelen en een voorbeeldfunctie vervullen. Naast oud-deelnemers wordt de hulp van vrijwilligers en (externe) trainers ingezet. Eigenschappen van zowel de vrijwilligers als de (externe) trainers die een gunstige uitwerking hebben op de begeleiding van het PVT zijn onder andere een cultuursensitieve instelling, stevig in de schoenen staan en durven afwijken van het programma.

De frequentie van de workshops en de excursies verschilt per gemeente. Gemiddeld duurt het PVT drie weken, waarbij het aantal uren uiteenloopt van twaalf tot 36 uur.

Wijzigingen in het traject op basis van de Wet inburgering 2021

Eén gemeente heeft het aanbod aangepast op basis van de wijzigingen in het PVT. In deze gemeente zijn drie nieuwe excursies toegevoegd aan het aanbod waaruit inburgeraars kunnen kiezen: het bezoeken van een bibliotheek of taalcafé, een bezoek aan een verzorgingstehuis en een bezoek aan een politieke instelling. Ook heeft deze gemeente ervoor gekozen het ondertekenen van het PVT over te dragen aan een externe partner. Het ondertekenen vindt nu plaats op de laatste workshopdag, waardoor inburgeraars geen extra vrije dag hoeven op te nemen.

Andere gemeenten hebben nog geen wijzigingen in hun aanbod aangebracht, maar zeggen blij te zijn met de extra ‘ademruimte’. Door de verlenging van de termijn kunnen inburgeraars eerst ‘landen’ voor zij aan het PVT beginnen. Andere gemeenten kiezen er juist voor om het traject zo vroeg mogelijk te starten. Een van de redenen hiervoor is de wens om de inburgeraar zo snel mogelijk te laten participeren in de samenleving.

Inburgeraars krijgen twee weken de tijd om te landen. Dan begint het traject. Als ze pas de informatie krijgen over bijvoorbeeld onderwijs terwijl de kinderen al op school zitten, is dat niet meer nuttig. Het is wel lastig om het PVT op het goede moment aan te bieden zodat het voor iedereen sluitend is.
Medewerker gemeente

De meeste gemeenten geven echter aan op dezelfde voet verder te gaan, zowel in het aanbod als in de afsluiting van het traject met het ondertekenen van het PVT. De wetswijzigingen zijn relatief kortgeleden doorgevoerd waardoor niet alle gemeenten al tijd hebben gehad hun voorzieningen aan te passen. Ook geeft een aantal gemeenten aan dat zij te maken hebben met een lage instroom van statushouders die onder de nieuwe wet vallen.

Er zijn ook positieve ervaringen opgedaan met de inbedding van het PVT in bredere maatschappelijke trajecten. Bijvoorbeeld door verbinding te zoeken met sociaal-maatschappelijk contact, zoals ontmoeting, of met de arbeidsmarkt, zoals bij de Module Arbeidsmarkt en Participatie. In de Training MAP zijn oefeningen opgenomen om kernwaarden beter te laten beklijven. Als het PVT wordt gekoppeld aan de MAP is het van belang de verschillende onderdelen goed op elkaar aan te laten sluiten.

In de volgende paragrafen gaan we in op de verschillende werkvormen die gemeenten gebruiken in het PVT, namelijk:

  • Bezoeken aan lokale instellingen in verschillende domeinen waar kernwaarden tot uiting komen (zoals werk, wonen, onderwijs, enzovoort), oftewel lokale waardendragers.
  • Excursies naar instellingen van nationaal-historisch belang die een duidelijke link hebben met de relevante kernwaarden.
  • Dialoogsessies.

2.2 Uitvoering van bezoeken aan lokale waardendragers

Bezoeken aan ‘lokale waardendragers’ zijn uitstapjes in de lokale omgeving van de nieuwkomers waarbij zij de kernwaarden in de praktijk tegenkomen. Thema’s of domeinen waaraan de bezoeken worden gelinkt zijn bijvoorbeeld werk en inkomen, wonen, onderwijs en gezondheid. Deze bezoeken bieden nieuwkomers de mogelijkheid om te zien hoe de kernwaarde in de praktijk vorm krijgt. Onderstaande quote van een Syrische deelnemer illustreert hoe een bezoek aan een school gekoppeld is aan de kernwaarde gelijkwaardigheid:

In de school waar we naartoe zijn gegaan, waren 46 verschillende nationaliteiten. Het is fijn dat je met 46 nationaliteiten hetzelfde onderwijs krijgt. Dezelfde lerares, hetzelfde onderwijs, er is geen discriminatie. Het is belangrijk dat de regels voor iedereen gelden, ongeacht achtergrond.

Voorbeelden van bezoeken

In het afgelopen jaar zijn goede ervaringen opgedaan met allerlei bezoeken en activiteiten. Een voorbeeld hiervan is een bezoek aan de politie of wijkagent. Hoewel nieuwkomers dit bezoek van te- voren spannend vinden (voornamelijk vanwege negatieve ervaringen met de politie in het land van herkomst), reageren zij positief. De drempel om bij een wijkagent aan te kloppen, is nu minder groot. Bovendien leren agenten ook op hun beurt deze doelgroep en hun behoeften beter kennen.

Andere mogelijke locaties zijn: buurtcentra, verzorgingstehuizen, een zwembad, de bibliotheek, de huisarts, het sportcentrum en het gemeentehuis. Enkele leuke voorbeelden ontleend aan de pilot en aan Participatieverklaringstrajecten in gemeenten zijn:

Gemeente(n) Thema Waarde/begrip
Tholen Geschiedenis en architectuur:
Historische stadswandeling door Tholen. Er werd niet alleen stilgestaan bij de geschiedenis; er was ook aandacht voor architectuur. Het thema architectuur kwam later ook terug bij een bezoek aan het Openluchtmuseum.
Vrijheid/Participatie
Reusel-De Mierden Cultuur in de lokale samenleving:
Bezoeken aan de bibliotheek en de schaatsbaan.
Vrijheid
Hillegom, Lisse en Teylingen Cultuur in de lokale samenleving:
Een groep Eritreeërs verzorgde een high tea voor bewoners in een verzorgingstehuis.
Participatie/Solidariteit
Epe Werk en inkomen:
Speeddaterondes werden georganiseerd voor statushouders en werkgevers, waardoor sommige statushouders stages hebben gevonden.
Participatie/Solidariteit

Ook zijn er voorbeelden van bezoeken die meer in het teken van expressie van de deelnemers zelf staan (zie kader).

De gemeente Houten organiseerde een schilderworkshop gekoppeld aan het thema conflict en vrijheid. De schilderijen die de deelnemers hadden gemaakt, werden na afloop geëxposeerd. Dit heeft zowel effect gehad op de deelnemers als op de mensen met wie zij werkten. Het maakte de deelnemers letterlijk zichtbaar en gaf hun de mogelijkheid om iets concreets te doen met de bagage waarmee ze rondlopen.

Het is belangrijk dat de bezoeken goed aansluiten op de behoeften van de doelgroep zodat nieuwkomers voor zichzelf de link leggen tussen de ‘abstracte’ kernwaarde en hun eigen leven. Dan beklijven de waarden waarschijnlijk beter. Een voorbeeld: tijdens een bezoek aan een vrijwilligerscentrale of een bibliotheek (in het kader van vrijheid, solidariteit en participatie) ervaren nieuwkomers hoe het er op deze locaties aan toegaat, welke hulp zij hier kunnen vinden en hoe zij hier eventueel zelf aan kunnen bijdragen.

Meerdere kernwaarden per bezoek bespreken

Een bezoek kan gekoppeld worden aan meerdere kernwaarden (zie onderstaand voorbeeld), maar bespreek deze kernwaarden dan wel expliciet met de nieuwkomers. Wanneer dit niet gebeurt zijn de bezoeken wellicht heel nuttig op het gebied van zelfredzaamheid, maar voegen zij minder toe aan de kennis van de Nederlandse kernwaarden. De kernwaarden kunnen het beste voorafgaand aan de activiteit en tijdens klassikale lessen besproken worden. Tijdens het bezoek zelf is daar namelijk vaak weinig gelegenheid of energie voor.

Een cursusaanbieder maakte de kernwaarden bespreekbaar aan de hand van vijf thema’s die dicht bij de nieuwkomers staan, te weten: wonen, werk, onderwijs & opvoeding, gezondheidszorg en participatie. Voor ieder thema werden de kernwaarden in onderlinge samenhang ter sprake gebracht. Zo werden via het thema ‘werk’ de kernwaarden gelijkwaardigheid, solidariteit en participatie gekoppeld aan een bezoek aan de Sociale Dienst (Stroomopwaarts) van Maassluis.

Organisatorisch aandachtspunt: goede samenwerkingspartners

Een belangrijke voorwaarde bij het bezoeken van lokale instellingen is het hebben van goede samenwerkingspartners. De locatie moet zich voldoende bewust zijn van het belang van het traject en kennis hebben van de doelgroep. Ook moet voor de organisatie duidelijk zijn wat er van het bezoek wordt verwacht. Het helpt om langs te gaan bij de locatie voorafgaand aan het bezoek. Het opstellen van een toelichting met daarin doel en inhoud van het programma kan de gastvrouw/heer helpen bij de voorbereiding.

Do Don't
  • Maak goede afspraken met samenwerkingspartners.
  • Neem voldoende voorbereidingstijd.
  • Sluit aan bij de dagelijkse praktijk van de doelgroep.
  • Betrek hierbij mensen uit de doelgroep die al ervaren inwoners van Nederland zijn.
  • Creëer voldoende mogelijkheid voor een goede voor- of nabespreking waarin de koppeling tussen het bezoek en de kernwaarde(n) expliciet aan bod komt.
  • Maak gebruik van tolken die kunnen vertalen.
  • Uit de eerdere pilots (pilots voor effectieve vormen) komt naar voren dat een ondertekening die feestelijke en ceremoniële elementen bevat positief gewaardeerd wordt. Ook de aanwezigheid van een hogere ambtenaar/bestuurder van de gemeente stellen de deelnemers op prijs.
  • Leg de verantwoordelijkheid voor de koppeling tussen het bezoek en de kernwaarde(n) niet bij de samenwerkingspartner neer.
  • Maak niet te grote groepen.

2.3 Uitvoering van excursies naar instellingen van nationaal-historische betekenis

Met deze werkvorm maken nieuwkomers kennis met de kernwaarden door het bezoeken van relevante maatschappelijke organisaties, instellingen en plaatsen die een duidelijke link hebben met een kernwaarde. Door deze excursies leren nieuwkomers tegelijkertijd over de geschiedenis van Nederland en krijgen ze meer gevoel bij ons land. Een nieuwkomer vertelt over het bezoek aan het openluchtmuseum (in het kader van solidariteit) in Arnhem:

Ik denk niet dat we ergens anders beter naartoe hadden kunnen gaan. We hebben daar gezien hoe Nederland zich de afgelopen 100 jaar heeft ontwikkeld, en dat je moet samenwerken om samen te leven.

Voorbeelden van excursies

Excursies worden steeds aan een specifieke kernwaarde gekoppeld. Een voorbeeld is een bezoek aan de Tweede Kamer in Den Haag waar de kernwaarde ‘participatie’ aan is gelinkt. In het onderstaande schema noemen we een aantal excursies waar in de pilotfase uit 2017 goede ervaringen mee zijn opgedaan.

Kernwaarde Excursie
Vrijheid
  • Onderduikers-hol in Valthe
  • Kamp Westerbork
  • Deelname dodenherdenking
Gelijkwaardigheid
  • Kamp Westerbork
  • Etty Hillesum Centrum, Deventer
  • Bureau Ieder1Gelijk of Vizier (Artikel 1 organisaties)
  • Fort van de Democratie
  • Universiteit Groningen
Solidariteit
  • Openluchtmuseum, Arnhem
  • Neeltje Jans en film over de stormvloedkering
Participatie
  • Een bezoek aan de Tweede Kamer in Den Haag en een rondleiding door ProDemos

Overwegingen bij musea die in het teken van oorlog en vrijheid staan

Veel organisaties die meededen aan de pilot waardenoverdracht bezochten in het kader van de kernwaarde ‘vrijheid’ een instelling die in relatie staat met de Tweede Wereldoorlog. Er zijn goede ervaringen opgedaan met excursies naar Kamp Westerbork. Deze bezoeken gaven nieuwkomers een gevoel van verbondenheid en herkenning. Omdat veel statushouders uit een oorlogsgebied komen, brengen dergelijke bezoeken ook een aantal risico’s met zich mee zoals triggering van trauma’s en herbelevingen. Het is dus belangrijk deze bezoeken goed te begeleiden. In de vorige handreiking gaven de pilotuitvoerders de volgende adviezen:

  • Stel deelname niet verplicht en ga flexibel om met afmeldingen.
  • Bereid nieuwkomers die wel deelnemen goed voor op de excursie en vertel duidelijk wat zij kunnen verwachten.

In de gemeente Nijmegen werd een bezoek gebracht aan het Nationaal Bevrijdingsmuseum 1944-45 in Groesbeek. Enerzijds beviel de excursie goed: de deelnemers kregen veel informatie over de geschiedenis van Nederland en werden zich volgens de uitvoerder meer bewust van het feit dat ze in een land leven waar ze trots op kunnen zijn. Anderzijds was een bezoek aan dit museum lastig omdat de meesten uit een oorlogsgebied komen. Nijmegen heeft daarom een aangepast programma opgesteld. Deelnemers wisten vooraf precies wat ze gingen zien en konden, als ze wilden, stukken overslaan. Bijvoorbeeld: een aantal koos ervoor om niet te kijken in de vluchtkelder waar een simulatie van een luchtalarm zou afgaan.

Bied nieuwkomers tijdens de excursie de mogelijkheid om bepaalde onderdelen van het programma over te slaan. Deze ‘opt-out’-mogelijkheid beviel de gemeente Nijmegen goed (zie voorbeeld).

Voor- en nabespreking

Omdat nieuwkomers niet vanzelf de link leggen tussen de excursie en een kernwaarde is het nodig de excursies voor en na te bespreken. Als de excursies zijn ingebed in een bestaand traject (zoals het Participatieverklaringstraject) kunnen hier aparte lesmomenten voor gereserveerd worden. De excursie en bijbehorende kernwaarde kan de trainer dan voorafgaand klassikaal bespreken en naderhand kan hier weer klassikaal op worden gereflecteerd. Een voorbeeld hiervan is het programma van de cursusaanbieder TopTaal (zie voorbeeld).

Les Onderwerpen, gespreksthema’s en opdrachten
1 Klassikale les
  • Inleiding.
  • Voorbereiding excursie Vrijheid. Gespreksthema’s: vrijheid van geloof, meningsuiting, levensstijl en vereniging.
2 Excursie Vrijheid - Museum voor Beeld en Geluid
  • Opdrachten: een tv-fragment kiezen, daar je mening over vormen en daarover discussiëren.
3 Klassikale les
  • Nabespreking excursie Vrijheid.
  • Voorbereiding excursie Gelijkwaardigheid. Gespreksthema’s: gelijkwaardigheid in geslacht, geloof, geaardheid of achtergrond.
4 - 9 Etcetera

Keuze voor en samenwerking met instellingen

Bij de keuze voor de locatie is het raadzaam om eerst te informeren of de gekozen instellingen toegerust zijn op het ontvangen van deze doelgroep en of hun rondleidingen en materiaal goed bij deze groep aansluiten. Daarnaast moet het gebruik van tolken tijdens rondleidingen zijn toegestaan, omdat de informatie anders te moeilijk te volgen is voor nieuwkomers.

Do Don't
  • Kies locaties die toegerust zijn op rondleidingen voor deze doelgroep en welwillend zijn hieraan mee te werken.
  • Overleg van tevoren met de excursiepartij wat de bedoeling is.
  • Geef de excursies bij voorkeur in de eigen taal van de deelnemers of met tolk of eigen taalondersteuner.
  • Zorg voor voldoende begeleiding bij de excursies.
  • Reserveer tijd en een locatie voor de voor- en nabespreking.
  • Maak het lesmateriaal en opdrachten niet te ingewikkeld en bij voorkeur niet digitaal.
  • Ga niet naar locaties waar het gebruik van tolken niet is toegestaan.

2.4 Uitvoering dialoogsessie

Ook dialoogsessies kunnen worden ingezet om de kennis over kernwaarden te vergroten en beter te begrijpen wat de betekenis is van deze waarden in Nederland. Door middel van reflectie en discussie kan kennis en erkenning van Nederlandse kernwaarden worden bewerkstelligd. Een belangrijk element in deze aanpak is dat de achtergrond en cultuur van de deelnemers als kapstok en referentiekader dienen om in gesprek te gaan. Door de Nederlandse cultuur te spiegelen aan de cultuur in het land van herkomst, krijgen abstracte waarden meer betekenis voor deelnemers.

Om een bepaalde cultuur te leren kennen, kun je er altijd over lezen. Een cursus is handig en nuttig, want dan weet je via een interactieve cursus hoe het ergens echt is. Eritrese deelnemer

Varianten van dialoogsessies

Er zijn verschillende manieren waarop een trainer zich kan positioneren voor een groep nieuwkomers en de dialoog kan aangaan. Een trainer kan zich bijvoorbeeld profileren als mensenrechtenambassadeur: welke waarden zijn vanuit het oogpunt van mensenrechten wel of niet goed? De trainer neemt dus zelf een standpunt in. Een vluchtelingenorganisatie heeft voor de pilot uit 2017 een driedaagse gespreksmodule ontwikkeld waarin de dialoog door mensenrechtenambassadeurs wordt geleid.

Module ‘leven in vrijheid’

De organisatie gaat de dialoog aan vanuit hun visie op mensenrechten en gebruikt daarbij een methodiek voor cultuurverandering (‘change-makers’-methodiek). Trainers positioneren zich bij aanvang van de lessen als mensenrechtenambassadeurs. In de dialoogbijeenkomsten met nieuwkomers gaan zij de confrontatie aan en zijn ze partijdig in de discussie. Trainers leggen aan nieuwkomers uit dat sommige dingen in de cultuur van herkomst niet stroken met de rechten van de mens. De verdragen die ervoor zorgen dat zij als vluchteling in vrijheid in Nederland kunnen leven, zijn dezelfde verdragen die ervoor zorgen dat mensen met een andere religieuze of seksuele voorkeur dat ook kunnen.

Anderzijds kan een trainer ook een discussie leiden zonder zelf een standpunt in te nemen. Een voorbeeld hiervan is de gemeente Leiden. Hun boodschap aan deelnemers is dat er veel culturele verschillen zijn, bijvoorbeeld in gebruiken en waarden, en dat het belangrijk is daar niet gelijk een waardeoordeel aan te hangen. Tegelijkertijd wordt uitgelegd hoe het in Nederland geregeld is, en hoe we hier met elkaar omgaan.

Module ‘het gesprek’

De module ‘het gesprek’ in Leiden richt zich op de Nederlandse versus niet-Nederlandse manieren van denken. Zo wordt bijvoorbeeld besproken wat het leven in een individualistische cultuur betekent voor zelfredzaamheid, zelfbeschikking en het hebben van een eigen mening. Ook thema’s zoals seksuele diversiteit, schaamte, eergevoel en tijdsbeleving komen aan bod. Daarbij wordt aandacht besteed aan de nationaal-historische ontwikkeling van Nederlandse kernwaarden. Leiden hoopt vooral dat deelnemers gaan snappen waarom de kernwaarden in Nederland zijn zoals ze zijn. De boodschap aan deelnemers is dat er veel culturele verschillen zijn, maar dat de ene cultuur niet ‘beter’ is dan de andere.

De pilot geeft geen aanleiding om te denken dat de ene gespreksmethode beter is dan de andere als het gaat om kennisoverdracht en begripsvorming onder deelnemers. Er zijn verschillende manieren om waarden te bespreken en hierover met elkaar in dialoog te gaan. Wel is het belangrijk om programmaonder­delen goed op elkaar af te stemmen. Als opeenvolgend verschillende methodes worden gehanteerd kan dat verwarrend werken voor de deelnemers.

Thema’s

In de dialoogsessies kan aandacht besteed worden aan waarden die voor nieuwkomers ‘anders’ of lastig zijn. Thema’s zijn bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting, religie en seksuele voorkeur, en gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen. Door steeds gebruik te maken van voorbeelden uit het dagelijkse leven van de nieuwkomers zullen zij de waarden in hun eigen leven leren herkennen en (hopelijk ook) toepassen.

Als je alleen uitleg geeft over staatsinrichting en het onderwijssysteem, kom je niet bij de kernwaarden terecht. Het behandelen van een onderwerp als geluidsoverlast gaat over persoonlijke ruimte en rekening met elkaar houden. Het is een fysieke ervaring waar je het met elkaar over kan hebben.
Medewerker gemeente
Do Don't
  • Denk goed na over de spreektaal van de cursus. Afhankelijk van de groepsgrootte kan er gekozen worden om homogene groepen te maken en de cursus in de taal van de cursisten aan te bieden. Of maak gebruik van tolken of eigen taalondersteuners.
  • Gebruik de herkomstcultuur van nieuwkomers als referentiekader.
  • Herhaling van de kernwaarden. Maak bijvoorbeeld gebruik van actuele thema’s of bespreek welke kernwaarden deelnemers herkenden tijdens excursies.
  • Maak de dialoogsessies interactief met diverse werkvormen. De ideale groepsgrootte hiervoor is 10 tot 20 deelnemers.
  • Creëer toegevoegde waarde voor de deelnemers door het behandelen van thema’s waar zij in het dagelijkse leven meer te maken krijgen, zoals het onderwijssysteem of de zorg. Hoe zit het in elkaar, waar kan je terecht?
  • Ga er niet vanuit dat deelnemers nog niks weten over de Nederlandse kernwaarden. Algemene kennis is vaak al in huis. Het doel is juist dat nieuwkomers de kernwaarden en de betekenis daarvan in de dagelijkse praktijk gaan begrijpen.
  • Voeg niet meerdere modules en methodieken samen zonder erbij stil te staan of de boodschappen goed op elkaar aansluiten: zorg juist dat modules op elkaar zijn afgestemd.

2.5 Andere werkvormen

Om kernwaarden te vertalen naar de praktijk en ervoor te zorgen dat deze goed beklijven zijn veel verschillende werkvormen mogelijk. Inzet van deze werkvormen verbindt de kernwaarden aan de dagelijkse praktijk van inburgeraars wat tot een dialoog leidt en waardoor de waarden eerder blijven hangen.

Voorbeelden zijn:

  • Stellingen behandelen met behulp van stoplichtkaarten. Deelnemers geven door hun stoplicht aan wat ze goed, fout of grappig vinden en beargumenteren vervolgens waarom ze dat vinden. Veel belasting betalen wordt bijvoorbeeld vaak als rood beoordeeld. Hier kan een dialoog starten over wat er gebeurt met belastinggelden.
     
  • Kernwaarden bespreken aan de hand van simpele grafische figuren. Bijvoorbeeld een plaatje van managers en uitvoerenden naast elkaar om gelijkwaardigheid weer te geven.
     
  • Het bespreken van ‘soft skills’. Ingaan op ongeschreven normen en waarden aan de hand van treffende voorbeelden. Bijvoorbeeld geluidsoverlast: wanneer is iets geluidsoverlast en hoe ga je hiermee om als je dit ervaart? Deze onderwerpen vinden ook aansluiting op kernwaarden, zoals solidariteit.
     
  • Energizers tussen de workshops door. Beweging tussen thema’s door helpt deelnemers om daarna de aandacht er weer bij te kunnen houden.
     
  • Deelnemers tijdens de workshop ‘loslaten’. Door ze de vrijheid te geven om even weg te lopen of door elkaar en door de trainer heen te praten, leren ze dat sommige zaken alleen werken als iedereen hieraan bijdraagt. Hiermee wordt de kernwaarde participatie aangestipt en besproken.
     
  • Psychofysische oefeningen. Bijvoorbeeld: de groep in tweeën verdelen en beide groepen tegenover elkaar plaatsen. Van elke groep loopt één deelnemer naar de overkant. De deelnemers moeten elkaar passeren zonder elkaar te hinderen. Een fysieke ervaring waarbij de trainer bijvoorbeeld in kan gaan op het recht van de sterkste: als je een deelnemer passeert die heel groot en sterk is, ga je dan eerder opzij? Vrijheid is een abstract begrip, maar op deze manier wordt ‘rekening houden met elkaar’ meer concreet uitgebeeld.

3 Algemene aandachtspunten

In dit hoofdstuk bespreken we enkele algemene aandachtspunten wat betreft de uitvoering van het PVT. Waar moeten gemeenten rekening mee houden bij het aanbieden van het PVT? Dit hoofdstuk is ook zelfstandig te lezen.

Bied de cursus niet te vroeg aan

Als het doel van de cursus is dat nieuwkomers niet alleen kennisnemen van (de Nederlandse) waarden, maar ook daarop gaan reflecteren en deze waarden beter gaan begrijpen, dan wordt afgeraden om de cursus vlak na definitieve huisvesting in de gemeente aan te bieden.

De eerste maanden na huisvesting komt er veel op inburgeraars af: ze moeten hun huis inrichten, gezinsmigranten moeten op zoek naar een inburgeringscursus, en ze moeten hun eigen buurt nog leren kennen. Pas als ze hun eerste draai hebben gevonden ontstaat er een moment waarop stilgestaan kan worden bij het leven in Nederland en hoe het met ze gaat. Dan kan ook dieper worden ingegaan op de Nederlandse waarden en normen.

Er zijn echter ook gemeenten die ervoor pleiten om zo vroeg mogelijk te starten met het PVT. Een van de redenen hiervoor is de wens om de inburgeraar zo snel mogelijk te laten participeren in de samenleving.

Geef de cursus in de eigen taal of met een tolk of eigen taalondersteuner

Dat waardenoverdracht bij voorkeur in de eigen taal of met behulp van een tolk of taalondersteuner kan plaatsvinden, is wellicht niet verrassend. In een vreemde taal gaat er veel diepgang verloren omdat het niet mogelijk is om begrippen te verhelderen en met elkaar in discussie te treden. Mocht de enige mogelijkheid zijn de cursus geheel in het Nederlands aan te bieden, dan wordt benadrukt dat nieuwkomers wat meer kennis van het Nederlands moeten hebben en dat er voldoende begeleiding is om deelnemers te ondersteunen.

Kenmerken van de trainers

Het is essentieel dat de trainer bekend is met zowel de Nederlandse cultuur als (interesse heeft in) de herkomstcultuur van de nieuwkomers. Dit is belangrijk om expliciet een vergelijking te kunnen maken tussen de cultuur van herkomst en de Nederlandse cultuur. Van daaruit kunnen deelnemers komen tot meer kennis en begrip voor de Nederlandse kernwaarden. Ook moet de trainer over voldoende interculturele sensitiviteit beschikken om de dialoog goed te kunnen begeleiden.

Zorg voor een veilige sfeer

Voortbordurend op het vorige punt is het belangrijk een veilige sfeer te creëren tijdens de bijeenkomsten. De trainer dient deelnemers uit hun schulp te halen zodat iedereen een bijdrage kan leveren, de sfeer goed blijft en vertrouwen wordt opgebouwd. Alles zodat de deelnemers het beste uit zichzelf kunnen halen en met elkaar in gesprek gaan.

Het gaat erom dat groep zich prettig genoeg voelt om vrijuit te praten. Sommige inburgeraars zijn streng religieus, de kunst is om dat prettig bespreekbaar te maken. Mensen op het gemak stellen is dus essentieel. De menselijke maatstaf is het belangrijkste, dan kan je het programma wel mooi uitgeschreven hebben, maar de menselijkheid zou centraal moeten staan.
Medewerker gemeente

Samen eten zorgt voor een veilige sfeer:

Als je bij mensen aan tafel zit kan je je niet anders voordoen dan je bent. Als daar ruimte voor is dan zou ik het zeker aanbevelen om op die manier een vertrouwensband te creëren. Je komt meer op één lijn te staan en dat geeft vertrouwen. Zo zorgen we voor het aangaan van een verbinding.
Medewerker gemeente 

Ook het inzetten van inburgeraars die het PVT al hebben doorlopen, kan bijdragen aan een veilige en laagdrempelige sfeer. Geef de oud-deelnemers de ruimte om hun eigen (PVT-)ervaringen te delen. Oud-deelnemers kunnen ook ingezet worden om aspirant-deelnemers te motiveren naar bijeenkomsten te komen. Daarnaast kan het als prettig worden ervaren dat inburgeraars zichzelf in de oud-deelnemers herkennen. 

Herhaal regelmatig de kernwaarden

Het herhalen van de kernwaarden is essentieel voor het beklijven van de informatie.

Herhaling is echt de sleutel, want er komt zoveel op die mensen af. Dus we zijn constant aan het herhalen. Vrijheid is nog de makkelijkste, maar als we het over solidariteit hebben, dan is dat lastig. In al die bijeenkomsten komen die dingen steeds terug en het helpt om heel veel concrete voorbeelden te noemen, bijvoorbeeld vrijwilligerswerk en je buurvrouw helpen met boodschappen doen.
Medewerker gemeente

Sluit aan bij de dagelijkse praktijk van inburgeraars

De bespreking van de kernwaarden hoort aan te sluiten bij de dagelijkse praktijk van inburgeraars. Dat kan door gebruik te maken van actuele thema’s die afgeleid zijn van de kernwaarden. Voorbeelden hiervan zijn zwemdiploma’s, de soorten onderwijs voor kinderen, tuinhekjes, een verjaardag van de buurvrouw, bezoek aan een ziekenhuis (waar mannen en vrouwen bij elkaar op een zaal liggen) of een afspraak bij de huisarts. Het onderwerp geluidsoverlast kan bijvoorbeeld gekoppeld worden aan persoonlijke ruimte en elkaar de ruimte geven. Op deze manier wordt het concept ‘vrijheid’ concreet gemaakt.

Maak onderwerpen als racisme en (onbewuste) discriminatie ook bespreekbaar, bijvoorbeeld door het delen van een ervaringsverhaal van een trainer of oud-deelnemer. Bespreek welke rechten deelnemers hebben en waar ze vervolgens een melding kunnen doen mochten zijzelf in een soortgelijke situatie terechtkomen. Wanneer de kernwaarden gekoppeld worden aan zaken uit het dagelijkse leven, krijgen de waarden betekenis en gaan ze van een abstract niveau naar iets concreets. Hierdoor blijven de kernwaarden beter ‘hangen’. 

Je moet jezelf afvragen: als ik nu naar een ander land zou verhuizen, wat zou ik dan willen weten? Dan gaat het toch om zaken direct om je heen.
Medewerker gemeente

Hierbij is het beeldend vertellen ook belangrijk.

Een voorbeeld met betrekking tot solidariteit: ‘Nederland ligt onder zeeniveau. Als we geen belasting zouden betalen, hebben we geen geld voor dijken en zouden we allemaal verdrinken.’

Pas het programma aan op de behoeftes van deelnemers

Volgens gemeenten is het belangrijk om goed naar de groep inburgeraars te kijken en met ze te praten, zodat het programma eventueel aangepast kan worden op hun wensen en behoeftes.

Eigenlijk moet je niet kijken naar hoeveel uur ergens voor staat, maar naar: wat hebben deze mensen eigenlijk nodig en dan heb je vaak niet voldoende aan de verplichte uren. Zet in wat er nodig is en niet wat er wettelijk verplicht is.
Medewerker gemeente

Hieronder valt ook de mogelijkheid om het programma tussentijds te kunnen wijzigen op basis van de behoeftes van de deelnemers. Het kan zinvol zijn om hierover met de deelnemers in gesprek te gaan. Vraag actief aan deelnemers met welke informatie zij geholpen zijn. Dit zijn niet altijd thema’s die al voorkomen in het programma, maar die mogelijk wel behandeld kunnen worden. Een voorbeeld hiervan:

Bij het werkbedrijf hadden zij bijvoorbeeld een PowerPoint en ik zei ‘oh, alsjeblieft niet’. Help ze in groepjes om een CV te maken. Praat met ze, ga naast ze zitten. Daar heb je zelf ook veel meer aan, in plaats van ‘dit moeten we doen volgens het boekje’.
Medewerker gemeente

Houd rekening met kenmerken van nieuwkomers

De groep nieuwkomers is een diverse groep. Het is belangrijk om de werkvormen goed aan te laten sluiten op verschillende groepen. Een relevant onderscheid is dat naar opleidingsniveau en herkomstland.

Hoog- versus laagopgeleiden

Hoogopgeleide nieuwkomers zijn, in vergelijking met hun laagopgeleide medecursisten, in staat sneller de stof te begrijpen en makkelijker de koppeling tussen een bezoek en een kernwaarde te maken. Lager opgeleiden hebben hier meer moeite mee. Voor hen is een intensiever traject, nog meer dan voor hoogopgeleiden, een voorwaarde voor kennisoverdracht en voor een dieper begrip van de kernwaarden.

Herkomstland

De afstand tot de Nederlandse cultuur is van invloed op de manier waarop kennisoverdracht over Nederlandse waarden het beste gedaan kan worden. Eritreeërs en Syriërs, momenteel de grootste groepen nieuwe asielmigranten in Nederland, verschillen wat betreft hun culturele afstand tot Nederland aanzienlijk van elkaar.

Eritreeërs hebben naar eigen zeggen meer ‘moeite’ om aan de Nederlandse waarden te wennen dan Syriërs, met name als het gaat om vrijheid van religie en seksuele voorkeur. De Eritrese cultuur kenmerkt zich als zeer collectivistisch, met duidelijke machtsverhoudingen waarin directe confrontaties met anderen wordt vermeden en waarin sterke genderrollen zijn. Eritreeërs zijn opgegroeid in een militair regime, hebben zelden geleerd een eigen mening te vormen, en kennen geen democratie, verkiezingen of vrijheid van meningsuiting en godsdienst. (1) Daarom hebben Eritreeërs over het algemeen meer ondersteuning nodig om te begrijpen hoe Nederland werkt. Het lesprogramma moet voor deze groep zodoende meer bij de basis beginnen, en vaak zal er ook meer tijd nodig zijn voor waardenoverdracht.

Ten slotte

Elke gemeente heeft de vrijheid om het PVT in te richten naar eigen behoefte. Toch kan er veel inspiratie opgehaald worden uit de wijze waarop andere gemeenten het PVT vormgeven en kernwaarden naar de praktijk vertalen. De laatste aanbeveling is dan ook om meer gebruik te maken van de kennis en de ervaring van andere gemeenten. Dit kan bijvoorbeeld aan de hand van themabijeenkomsten, werkbezoeken of via het forum VNG.

Voetnoten

  1. Deze informatie hebben we gekregen van uitvoeringsorganisaties, en komt overeen met de handreiking voor ondersteuning van Eritrese nieuwkomers bij hun integratie (Kennisplatform Integratie & Samenleving, 2017).

Bijlage Participatieverklaring Wi2021

Inburgeringsplichtigen onder de Wi2021 ondertekenen deze verklaring in het Nederlands. De verklaring kan ook worden ingezet in het kader van participatieverklaringstrajecten voor inburgeraars van de Wi2013. De verklaringen kunnen worden besteld bij DUO. Zie nadere informatie in paragraaf 1.2 van deze handreiking over het bestelproces en beschikbaar ondersteunend materiaal (zoals de beschikbare vertalingen van de verklaring).

Colofon

Divosa

Aidadreef 8 | 3561 GE Utrecht
Postbus 9563 | 3506 GN Utrecht
030 233 23 37
info@divosa.nl
www.divosa.nl

Auteurs

Regioplan

Eindredactie

Laura Cuijpers

Webredactie

Remco van Brink (Divosa)

Versie

Juli 2022