Jongeren en inburgering: onderwijs voorop
Laatste update: 02 oktober 20253. Onderwijs
3.2 Internationale schakelklas (isk)
Jongeren die pas kort in Nederland zijn en de Nederlandse taal nog niet spreken, kunnen in de internationale schakelklassen (isk’s) onderwijs volgen om de taal te leren. Op de isk worden ze in gemiddeld 2 jaar voorbereid om door te stromen naar regulier onderwijs. Er is geen maximumtijd voor een leerling op de isk. In deze video wordt uitgelegd wat de leerling op de isk leert en welke positie de isk inneemt in het Nederlands onderwijssysteem. Voor de eerste 2 jaar die een kind in de vo-leeftijd in Nederland is, is er een nieuwkomersbekostiging boven op de reguliere bekostiging van het onderwijs. Na deze 2 jaar vervalt de nieuwkomersbekostiging. Maar de reguliere bekostiging loopt door. Leerlingen mogen dan ook langer op een isk blijven dan de duur van de nieuwkomersbekostiging als dat nodig is.
De meeste isk’s gebruiken de leerroutes van LOWAN, al zijn deze niet wettelijk verplicht. Er zijn 3 verschillende leerroutes met 8 uitstroomprofielen8. De meeste isk’s bieden onderwijs aan leerlingen tussen de 12 en 18 jaar. Maar er is geen leeftijdsgrens. Dat betekent dat jongeren na hun 18e alsnog het onderwijs op de isk kunnen afronden, of zelfs na hun 18e mogen starten op een isk als dat de best passende route is. In verband met te weinig plekken op isk’s, lukt dat laatste in de praktijk niet. Isk’s kunnen hun leerlingen ook (gedeeltelijk) uitbesteden aan een vavo- of mbo-instelling.
Op de website van LOWAN staan de meeste isk‘s met contactgegevens. Na het verlaten van een isk is de isk verplicht om een leerling over te dragen naar een nieuwe school (andere isk, regulier voortgezet onderwijs, vso, pro, vavo of mbo). Zonder inschrijving op een andere school mag de isk de leerling niet uitschrijven. Schoolwisselingen vinden overigens niet alleen plaats bij doorstroom naar een andere schoolvorm (bijvoorbeeld van isk naar regulier vo of mbo), maar ook door bijvoorbeeld verhuizingen. De schoolwisseling is dan vaak van de ene isk naar een andere isk.
Isk uitbesteden aan mbo of vavo
Het is mogelijk om isk-onderwijs (deels) uit te besteden aan een vavo-instelling of mbo-school. Ook als de leerling volledig wordt uitbesteed, blijft de isk eindverantwoordelijk. De leerling blijft namelijk ingeschreven staan op de isk.
Een (gedeeltelijke) uitbesteding moet altijd in het belang van de leerling zijn. Voor jongeren van wie wordt verwacht dat ze na de isk een mbo-opleiding willen en kunnen doen, kan uitbesteding aan een mbo-school een goede oplossing zijn.
Voordelen hiervan kunnen zijn:
- De overstap naar de uiteindelijke beoogde mbo-opleiding is kleiner.
- Naast de taallessen op de isk kan de leerling alvast inhoudelijk aan de slag op het mbo.
- Meer maatwerkmogelijkheden voor individuele leerlingen dan als zij uitsluitend op isk les krijgen.
- Uitbesteding leidt enigszins tot doorstroom op de isk’s.
Ook is het toegestaan om leerlingen uit te besteden aan een vavo-instelling. Dit gebeurt niet veel, maar soms is het een oplossing voor leerlingen die vanwege hun leeftijd niet matchen met klasgenoten op de isk. Op het vavo is de gemiddelde leeftijd hoger dan op isk’s. In sommige gevallen zijn isk-leerlingen na hun 18e verjaardag verhuisd naar een andere locatie maar nog niet klaar met het isk-traject. De jongere heeft nog recht op (isk-)onderwijs en kan daar baat bij hebben, maar is door de leeftijd lastig te plaatsen. Een isk kan dan overwegen de leerling in te schrijven en (gedeeltelijk) uit te besteden aan een vavo-opleiding. De jongere volgt dan onderwijs waar de gemiddelde leeftijd hoger is.
Doorstroom na isk
Jongeren die uitstromen van isk naar de Entreeopleiding, pro of vso met uitstroomprofielen dagbesteding of arbeid worden inburgeringsplichtig. Het is in het belang van de jongere dat zij ruimte krijgen om deze niet-vrijstellende opleiding af te ronden. Zij kunnen verlenging krijgen van de inburgeringstermijn als de gemeente toestemming geeft in de DUO portal voor het volgen van deze opleiding. Na afronding van de opleiding kunnen zij gaan inburgeren en in sommige gevallen door naar een vervolgopleiding die wel vrijstellend is.
Op 10 juli 2025 is het Besluit inburgering 2021 aangepast. Als de jongere na de isk of een andere niet-vrijstellende opleiding niet doorstroomt naar een vrijstellende opleiding start de inburgering. Met de wijziging mogen jongeren lesuren Nederlandse taal en maatschappij die ze al hebben gevolgd 2 jaar voorafgaand aan het PIP dan dan meetellen voor de verplichte 800 taaluren in de Z-route. Tenminste, als de gemeente vindt dat het taalonderwijs in de Z-route op dit moment weinig toegevoegde waarde heeft voor de jongere. Meer hierover lees je in de Toelichting Meetellen van onderwijsuren in Z-route.
Voetnoot
8 In 2025 werken LOWAN-vo en het ITTA aan een herziene versie van de leerroutes en uitstroomprofielen.
Inhoud
-
4. Gemeenten over hun aanpak voor jongeren
- 4.1 Jonge statushouders in Ede combineren inburgeren met betaalde baan
- 4.2 Samen verantwoordelijkheid nemen voor jonge inburgeraars in Tilburg
- 4.3 Zuid-Kennemerland en IJmond experimenteren met inburgeringsklas voor jongeren
- 4.4 Groningen geeft voorlichting over inburgering op de isk
- 4.5 Opstapgroep in Maastricht Heuvelland bereidt 16- en 17-jarigen voor op het mbo
- 4.6 Jonge inburgeraars in Meierijstad volgen Z-route op het ROC
- 4.7 Goed onderwijs begint bij taal: zo helpt Leiden jongeren vooruit
- 4.8 Achterhoek start met leerwerktrajecten voor jongeren in Z-route
Jongeren en inburgering: onderwijs voorop
Laatste update: 02 oktober 20251. Introductie
De begeleiding van jonge nieuwkomers vraagt speciale aandacht. Een Nederlands onderwijsdiploma geeft hen de beste start op de arbeidsmarkt. Onderwijs voorop! Deze publicatie geeft verschillende mogelijkheden voor de best passende route, via regulier onderwijs of leerroutes in de inburgering. Ook vertellen acht gemeenten over hun manier om jongeren het beste toekomstperspectief te geven.
Q&A Jongeren
Zie voor de meestgestelde vragen rond jongeren en inburgering de publicatie Wet inburgering in vraag en antwoord.
1.1 Routes naar een startkwalificatie
Jongeren kunnen via meerdere routes – zowel vanuit het onderwijs als via inburgering – uiteindelijk een Nederlands onderwijsdiploma behalen. Sommige diploma’s geven vrijstelling van de inburgeringsplicht, maar niet allemaal. Jongeren kunnen niet-vrijstellende opleidingen vóór of - in overleg met de onderwijsinstelling - tegelijk met een van de leerroutes volgen. Het is belangrijk dat gemeenten en onderwijsinstellingen samen bespreken of de start van een opleiding op dat moment haalbaar is voor de jongere. Ook inburgering helpt om een toekomst in Nederland op te bouwen. Onderstaande afbeelding laat zien hoe de leerroutes inburgering zich verhouden tot onderwijs en het behalen van een startkwalificatie. Je kunt deze afbeelding ook bekijken als pdf.

De route naar een startkwalificatie via inburgering of onderwijs
Elke jongere die inburgeringsplichtig wordt, krijgt een brede intake bij de gemeente. Daarna stelt de gemeente een persoonlijk Plan Inburgering en Participatie (PIP) op. Hierin staat hoe de jongere aan zijn inburgeringsplicht gaat voldoen. Soms hoeft een jongere niet direct te starten met inburgeren. In overleg met de gemeente kan een jongere eerst een niet-vrijstellende opleiding afmaken. Als hier meer tijd voor nodig is, is het mogelijk om verlenging van de inburgeringstermijn aan te vragen. Jongeren die op een vrijstellende opleiding (voortgezet onderwijs1, mbo 2 t/m 4, hbo en wo) staan ingeschreven, hebben een tijdelijke vrijstelling van de inburgeringsplicht. Deze vrijstelling wordt definitief als ze de opleiding afronden met een diploma.
Onder de 18 jaar zijn de meeste jongeren2 leer- of kwalificatieplichtig. Is een opleiding in het voortgezet onderwijs (vo), mbo, hbo of wo niet passend of haalbaar voor een 18-jarige inburgeringsplichtige jongere? Dan gaat die jongere een inburgeringstraject volgen. Tijdens de brede intake bespreekt de gemeente het inburgeringsaanbod met de jongere. Diegene komt dan in een van de 3 leerroutes: B1-route, Onderwijsroute of Zelfredzaamheidsroute (Z-route).
Vrijstellende opleiding of niet?
Vrijstellende opleidingen* |
Niet-vrijstellende opleidingen |
---|---|
voortgezet onderwijs (vmbo, havo en vwo) |
praktijkonderwijs |
voortgezet speciaal onderwijs met uitstroomprofiel vervolgonderwijs |
voortgezet speciaal onderwijs met uitstroomprofiel dagbesteding of arbeid |
mbo 2 t/m 4 |
mbo 1 (Entree-opleiding) |
hbo |
Engelstalige opleidingen in het mbo, hbo en wo |
wo |
*Het betreft hier alleen Nederlandstalige opleidingen.
Niet voor alle jongeren is instroom in een vrijstellende opleiding direct haalbaar. De Onderwijsroute binnen de inburgering bereidt jongeren die nog niet beschikken over de juiste vooropleiding voor op een mbo 2 t/m 4, hbo of wo opleiding. Soms kan de B1-route een alternatief zijn. Tevens zijn er situaties waarbij het voor jongeren een goede keuze is om eerst een niet-vrijstellende opleiding af te ronden voordat ze aan de inburgering beginnen of overstappen naar een vrijstellende opleiding.
Voor gemeenten is het een uitdaging om alle routes ook passend te maken voor jongeren. Niet alleen in de Onderwijsroute, maar ook in de B1-route en Z-route is het belangrijk om een voltijdsprogramma voor jongeren aan te bieden dat past bij hun leervermogen en interesses. Bijvoorbeeld met activiteiten met leeftijdsgenoten, lesmateriaal dat aansluit bij de leefwereld, loopbaanbegeleiding en 1-op-1 begeleiding.
De begeleiding van jongeren vraagt speciale aandacht. Jongeren hebben andere behoeften dan oudere inburgeraars. Vanwege de verschillende behoeften van jongeren, maar ook door de levensfase waar zij zich in bevinden. Dat maakt het extra uitdagend voor de uitvoering.
De samenwerking tussen gemeenten, onderwijs en maatschappelijke organisaties is hierbij heel belangrijk. Ook om jongeren in overgangssituaties te begeleiden. Bijvoorbeeld bij wachtlijsten voor of doorstroom vanuit de internationale schakelklas3 (isk), de overgang van een Entree-opleiding naar een mbo-2 of het wachten op een instroommoment naar het reguliere onderwijs. Iedere partij voert zijn wettelijke taak zo goed mogelijk uit. Soms is dat lastig. Door dilemma’s te delen met andere organisaties ontstaan vaak creatieve oplossingen. Samenwerkingspartners denken meestal graag mee, ook al is het niet hun directe verantwoordelijkheid. Iedere organisatie wil tenslotte het beste voor de jongere.
Een Nederlands onderwijsdiploma is een goede start voor een toekomst op de arbeidsmarkt. Juist voor jongeren biedt de Wet inburgering 2021 (Wi2021) ruimte om een passende route te zoeken die zorgt voor goede kansen op de arbeidsmarkt. Ook als de jongere niet direct een (vrijstellende) opleiding kan volgen. Onderzoek daarom samen met jongeren en uitvoeringspartners welke opleidingsmogelijkheden er zijn en welke stappen daarvoor nodig zijn. Stippel waar mogelijk een route uit en benut eventueel de mogelijkheden van de inburgering om een Nederlands onderwijsdiploma te halen. Want met een startkwalificatie wordt de kans op een plek op de arbeidsmarkt een stuk groter. Onderwijs voorop!
Na afronding van de inburgering kan iemand ook aan een opleiding beginnen. Dat is het doel van de Onderwijsroute, maar ook na het afronden van een andere leerroute kan iemand ervoor kiezen een opleiding te volgen. De Onderwijsroute is bedoeld voor inburgeraars van wie wordt verwacht dat ze in relatief korte tijd Nederlands op niveau B1 (of hoger) leren en gemotiveerd zijn om een opleiding te volgen in Nederland. Wie meer tijd nodig heeft, kan soms ook via een andere leerroute doorstromen naar een opleiding. Het is dan wel belangrijk om het inburgeringstraject voor deze jongere zo in te richten dat de overgang naar een opleiding zo klein mogelijk is. Kortom: er zijn verschillende routes mogelijk. Gemeenten en onderwijs kunnen samen met elkaar en met de jongere kijken welke route het beste past. Dat is per jongere verschillend.
Voetnoten
1 Vmbo, havo, vwo en binnen het voortgezet speciaal onderwijs het uitstroomprofiel vervolgonderwijs.
2 De kwalificatieplicht geldt niet voor jongeren die uitstromen uit het praktijkonderwijs of voortgezet speciaal onderwijs met uitstroomprofiel arbeidsmarkt of dagbesteding. Als deze jongeren voor hun 18e uitstromen, kunnen ze eerder inburgeren. Meer informatie
3 De internationale schakelklas is speciaal voor nieuwkomers in de vo-leeftijd die de Nederlandse taal nog onvoldoende beheersen om deel te nemen aan het reguliere (Nederlandstalige) onderwijsaanbod.
1.2 Wetten, tegemoetkomingen en onderwijsvormen
Deze publicatie is opgebouwd aan de hand van onderstaande visual. Hierin staat per leeftijd welke wetgeving geldt voor jongeren die inburgeringsplichtig zijn of worden, van welke tegemoetkomingen ze gebruik kunnen maken en welke onderwijsvormen zij kunnen volgen. Een klik op een blauwe knop leidt naar voorbeelden waar onderwijs en gemeenten samen oplossingen hebben bedacht om inburgeringsplichtige jongeren te begeleiden richting inburgering en onderwijs. Je kunt deze afbeelding ook bekijken als pdf.
Disclaimer: de voorbeelden zijn als inspiratie bedoeld en bieden geen volledig overzicht. Kijk altijd naar de persoonlijke situatie van elke jongere en bied zo veel mogelijk maatwerk.
1.3 Type jongeren
Iedere jongere is uniek. Jongeren verschillen in achtergrond, opgedane onderwijservaring in herkomstland of elders, eventuele vluchtgeschiedenis, familiesamenstelling, ambities en toekomstplannen. Ook staan jongeren nog aan de start van hun loopbaan. Ze vormen hierdoor een aparte en brede doelgroep, die extra aandacht vraagt in de begeleiding. Daarbij komt dat organisaties verschillende definities van jongeren gebruiken om keuzes te maken voor hun aanpakken.
Het is belangrijk dat gemeenten intern (afdelingen inburgering, onderwijs en Doorstroompunt) en met de scholen in de regio samen de startpositie en de toekomstwensen van de jongeren bespreken. Zo kunnen ze samen bepalen welke stappen nodig zijn om een opleiding te starten of af te maken.
Omdat er verschillende wetten gelden voor jongeren die inburgeringsplichtig zijn, maken we onderscheid tussen jongeren onder en boven de 18 jaar. Voor jongeren onder de 18 jaar geldt dat de leer- en kwalificatieplicht altijd voor de inburgeringsplicht gaat. Kortom, de inburgering start pas als een jongere niet meer leer- of kwalificatieplichtig is. Eerder starten met de inburgering is niet toegestaan. De leer- of kwalificatieplicht kan niet worden ingetrokken om eerder te starten met inburgeren.
Jongeren die tussen hun 12e en 18de naar Nederland komen, starten bijna altijd in een internationale schakelklas (isk). Daarna stromen ze meestal door naar het regulier voortgezet onderwijs (vmbo, havo of vwo), praktijkonderwijs (pro), voortgezet speciaal onderwijs (vso) of mbo.
Jongeren boven de 18 zijn inburgeringsplichtig, omdat zij niet meer vallen onder de Leerplichtwet 1969. Vanaf 18 jaar gelden in principe dezelfde regels voor jongeren als voor andere inburgeringsplichtigen, maar zijn bepaalde mogelijkheden meer of minder vanzelfsprekend per leeftijd. Zo zal een jongere onder de 18 jaar vaker instromen op een isk dan iemand van 18 jaar of ouder.
2. Relevante wetgeving voor inburgeringsplichtige jongeren
Wat is de verhouding tussen de leerplicht, kwalificatieplicht en inburgeringsplicht? Welke budgetten mag je inzetten? In dit hoofdstuk lees je er meer over.
2.1 Leerplichtwet en Inburgeringsplicht
Leerplicht- en kwalificatieplicht
Kinderen van 5 tot 16 jaar zijn in Nederland leerplichtig. Dit geldt voor alle kinderen, dus ook voor nieuwkomerskinderen en ongeacht de verblijfsstatus. De leerplicht begint op de eerste dag van de nieuwe maand nadat het kind 5 is geworden. De leerplicht duurt tot en met het einde van het schooljaar waarin het kind 16 wordt. Als een kind minimaal 12 volledige schooljaren naar school is geweest, is de leerplicht ook afgelopen. Daarna gaat de kwalificatieplicht in als er nog geen startkwalificatie is behaald.
Jongeren tussen de 16 en 18 jaar moeten onderwijs volgen totdat zij een startkwalificatie hebben behaald. De kwalificatieplicht stopt op de dag dat de jongere 18 wordt of eerder als een startkwalificatie is behaald. Een startkwalificatie is een diploma havo, vwo of mbo niveau 2 t/m 4. Als een startkwalificatie is behaald dan is de jongere niet meer inburgeringsplichtig.
Een startkwalificatie zorgt voor meer kansen op de arbeidsmarkt. Vanaf 18 jaar zijn jongeren niet meer leer- of kwalificatieplichtig. Maar ook dan is het belangrijk dat ze naar school (blijven) gaan en minimaal een startkwalificatie behalen. Het Doorstroompunt begeleidt jongeren hierbij. Jongeren die voor hun 18e van het praktijkonderwijs of voortgezet speciaal onderwijs met uitstroomprofiel arbeid of dagbesteding uitstromen, hebben ook geen kwalificatieplicht meer.
Verhouding met inburgeringsplicht
In artikel 5, 5a en 15 van de Leerplichtwet 1969 staan redenen waarom de leerplichtambtenaar de leer- en/of kwalificatieplicht kan intrekken. Inburgering staat niet genoemd als een van de uitzonderingsredenen. De kwalificatieplicht kan dus niet worden ingetrokken om de inburgeringsplicht vervroegd te starten.
Vanaf 16 jaar kunnen jongeren inburgeringsplichtig worden als ze niet meer kwalificatieplichtig zijn. Dat is het geval bij jongeren die tussen de 16 en 18 jaar van praktijkonderwijs of voortgezet speciaal onderwijs met uitstroomprofiel dagbesteding of arbeid komen. Zij vormen een kleine groep jongeren die mogelijk wel voor de 18e verjaardag kan starten met inburgering. Omdat DUO niet actief controleert op inburgeringsplicht vóór het 18e levensjaar, moeten deze jongeren zichzelf melden met het formulier Verzoek (eerder) starten inburgeringsplicht Wi2021. Doen ze dit niet, dan worden ze inburgeringsplichtig zodra ze 18 worden. Jongeren die 8 jaar of langer in Nederland verblijven tijdens de leer- of kwalificatieplichtige leeftijd worden direct vrijgesteld van de inburgeringsplicht. Voor bijna alle inburgeringsplichtige jongeren gaat de inburgeringsplicht met 18 jaar in.
Financiën
Gemeenten ontvangen voor de inburgering middelen via het gemeentefonds (uitvoeringskosten) en 2 SPUK’s4 (inburgeringsvoorzieningen en onderwijsroute5) (zie Q&A financien). Gemeenten ontvangen het budget van de reguliere SPUK inburgering voor asielstatushouders verspreid over 3 jaar. Dat betekent dat gemeenten een deel van het budget ontvangen in het eerste jaar, een deel in het tweede jaar en een klein restant in het derde jaar. De middelen komen beschikbaar zodra de jongere inburgeringsplichtig is.
De reguliere SPUK wordt ingezet om de leerroute, maatschappelijke begeleiding, het Partcipatieverklaringstraject, de Module Arbeidsmarkt en Participatie en tolken te betalen. Onderwijsinstellingen mogen de inburgeringsmiddelen combineren met bekostigd onderwijs als ze de geldstromen goed verantwoorden (zie Beleidsregel investeren met publieke middelen in private activiteiten 2025).
Voorbeelden waarbij de inburgeringsmiddelen worden gecombineerd met bekostigd onderwijs zijn een B1-Entree (Scalda College) of Z-route Entree (Koning Willem I College). Deze gecombineerde trajecten duren vaak langer dan een jaar, omdat een Entreeopleiding zonder inburgering een voltijdopleiding van 1 jaar is.
Voetnoten
4 In het Hoofdlijnenakkoord tussen PVV, VVD, NSC en BBB (16-05-2024) maakte het kabinet bekend dat het de SPUKs wil overhevelen naar het Gemeentefonds. In navolging hiervan is voor iedere SPUK afzonderlijk bekeken of deze wel of niet kan verdwijnen. Voor de SPUK Wi2021 (inburgeringsvoorzieningen) is besloten dat die voorlopig blijft bestaan tot 2027. Met de tussenevaluatie, die eind 2025 wordt verwacht, zal worden gekeken of een andere uitkeringsvorm binnen het Gemeentefonds een alternatief vormt.
5 Vanaf 2026 wordt de SPUK onderwijsroute geïntegreerd in de reguliere SPUK Wi2021, en komt daarmee te vervallen.
2.2 Wet inburgering 2021
Wie zijn inburgeringsplichtig?
De Wet inburgering 2021 (Wi2021) geldt voor mensen die vanaf 1 januari 2022 inburgeringsplichtig zijn geworden. Wie dat precies zijn, hangt onder andere af van het type verblijf en de nationaliteit6. De inburgeringsplicht geldt vanaf 16 jaar, tenzij de nieuwkomer kwalificatieplichtig is of al 8 leerplichtige jaren in Nederland heeft gewoond. In de praktijk betekent dit dat de meeste jongeren inburgeringsplichtig worden vanaf 18 jaar. Jongeren die een vrijstellende opleiding volgen hebben een tijdelijke vrijstelling van de inburgeringsplicht. Deze vrijstelling wordt definitief als ze de opleiding afronden met een diploma. Als zij worden uitgeschreven van de opleiding zonder diploma, wordt de tijdelijke vrijstelling ingetrokken en worden ze inburgeringsplichtig.
Een Nederlands onderwijsdiploma geeft de beste kansen op de arbeidsmarkt. Daarom stimuleren we vanuit de landelijke keten dat alle jongeren tot ongeveer 30 jaar hun opleiding af kunnen maken voordat zij aan het inburgeringstraject beginnen. Jongeren die tijdens de inburgeringstermijn een niet-vrijstellende opleiding volgen, hebben recht op verlenging van de inburgeringstermijn. Ook moedigen we aan om jongeren als ze dat willen te begeleiden naar een nieuwe opleiding na de inburgering. De Onderwijsroute of de combinatie van een leerroute met een Entreeopleiding kan een voorbereiding op vervolgonderwijs zijn. Het is aan de gemeente en onderwijsinstelling om samen te onderzoeken wat het beste past voor de jongere.
Hoe weet je welke jongere inburgeringsplichtig is of wordt?
De jongere komt pas in beeld bij de gemeente via de DUO-portal zodra de inburgeringsplicht wordt opgelegd. Voor jongeren die minderjarig waren toen ze naar Nederland kwamen, is dat ongeveer 2 weken na de 18e verjaardag. Wie op dat moment een vrijstellende opleiding volgt, wordt niet inburgeringsplichtig en komt niet in de DUO-portal. Het duurt maximaal 2 maanden voor een jongere, die zonder diploma wordt uitgeschreven van een vrijstellende opleiding, zichtbaar wordt in de DUO-portal.
Sommige diploma’s geven vrijstelling van de inburgeringsplicht, maar niet allemaal (zie de tabel in 1.1). Bespreek op tijd met jongeren in een niet-vrijstellende opleiding wat hun mogelijkheden zijn. Zo voorkom je dat ze stoppen met hun opleiding of zich niet inschrijven voor een vervolgopleiding om aan hun inburgeringsplicht te kunnen voldoen. Onderwijs voorop!
Toestemming nodig voor gegevensuitwisseling
De gemeente ziet niet in de systemen welke jongeren binnenkort inburgeringsplichtig worden. Gemeenten en onderwijsinstellingen mogen zonder toestemming van de jongere de gegevens van de jongere niet met elkaar delen. Om toch met jongeren in contact te komen, kunnen gemeenten voorlichting geven op scholen over inburgering. Of de school kan de toestemming met de jongere bespreken. Meer lezen over gegevensuitwisseling tussen scholen en onderwijsinstellingen
De scholen waar de jongeren onderwijs volgen voor ze inburgeringsplichtig worden, kennen de jongere vaak het beste. Zij kunnen adviseren welke stap in het onderwijs passend en mogelijk is. Als dat een niet-vrijstellende opleiding is, kunnen de jongere en de onderwijsinstelling het beste contact te zoeken met de gemeente. Zodra de jongere 18 wordt en daarmee inburgeringsplichtig kan de gemeente direct toestemming geven in de DUO-portal om de niet-vrijstellende opleiding te (ver)volgen. Als regievoerder van de Wi2021 kan de gemeente afwijken van het advies van de school als zij denkt dat juist een inburgeringsroute beter aansluit.
Schrijft een jongere zich na de start van de inburgeringsplicht alsnog in voor een vrijstellende opleiding waarvan het diploma tot een blijvende vrijstelling leidt? Dan wordt hij of zij automatisch tijdelijk vrijgesteld van de inburgeringsplicht. Daarmee wordt de inburgeringstermijn gepauzeerd. Deze jongere blijft na verlenging van de vrijstelling nog 4 weken zichtbaar in de DUO-portal. Daarna is diegene niet meer zichtbaar voor gemeenten in de portal. Als de tijdelijke vrijstelling niet automatisch is verwerkt, kan de tijdelijke vrijstelling alsnog worden aangevraagd bij DUO.
Jongeren die een niet-vrijstellende opleiding volgen, kunnen aan het eind van de inburgeringstermijn een verlenging voor de inburgering aanvragen als dat nodig is. De duur van de verlenging is gelijk aan de duur van inschrijving op de niet-vrijstellende opleiding tijdens de inburgeringsplicht, met een maximum van 2 jaar. De meest ideale situatie is als jongeren een opleiding afmaken waardoor zij worden vrijgesteld van de inburgering of voorbereid worden om een opleiding te starten na de inburgering.
Onderwijsroute
De Onderwijsroute is bedoeld voor inburgeraars van wie wordt verwacht dat ze in relatief korte tijd Nederlands op niveau B1 (of hoger) leren en gemotiveerd zijn om een mbo-, hbo- of wo-opleiding te volgen in Nederland.
Zie handreiking Leerroutes – Onderwijsroute en Vraag en antwoord Onderwijsroute
Samenwerking tussen gemeenten en scholen
Gemeenten kunnen scholen voorlichten over inburgeringstrajecten voor jongeren waarvoor een vervolgstap in het reguliere onderwijs niet (direct) passend is. Dat speelt bijvoorbeeld bij jongeren die van het praktijkonderwijs komen of jongeren die willen werken maar voor wie geen passende mbo-opleiding in de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) beschikbaar is. Het blijft van belang om jongeren te stimuleren een startkwalificatie te halen. Met een diploma havo, vwo, mbo 2 t/m 4, hbo of wo is de kans op een (duurzame) baan groter.
Als scholen en gemeenten goed samenwerken, weten ze op tijd welke jongeren binnenkort inburgeringsplichtig worden. Het is niet toegestaan zonder wettelijke grondslag gegevens over jongeren uit te wisselen. Wel kunnen gemeenten voorlichtingen organiseren op scholen voor jongeren, hun docenten en begeleiders zodat zij weten wat de jongeren te wachten staat als ze binnenkort inburgeringsplichtig worden. De gemeente kan op verzoek van een jongere al met de brede intake starten voordat de jongere zichtbaar wordt in de DUO-portal. Het afnemen van de leerbaarheidstoets en het vaststellen van het PIP kan pas zodra de jongere in de portal bekend is. Zodra de inburgeringsplicht ingaat, kan de jongere zo snel mogelijk met de inburgeringsactiviteiten beginnen.
Tijdens de brede intake bespreekt de gemeente het inburgeringsaanbod met de jongere. Daarbij kijkt de gemeente hoe iemand een zo goed mogelijke startpositie op de arbeidsmarkt kan krijgen. Ook dan is het relevant om informatie vanuit het onderwijs over de schoolcarrière, ambitie en toekomstplannen mee te nemen in het advies voor een leerroute. Hiervoor is toestemming van de jongere nodig.
Om een goede beslissing over een passende leerroute te nemen, moet de gemeente ook altijd de unieke situatie, kwaliteiten en de interesses van de jongere bekijken. De taaltrajecten in de inburgering die gemeenten hebben ingekocht, zijn nu nog niet altijd passend voor jongeren. In die gevallen is het verstandig om een volledig dagprogramma samen te stellen dat aansluit bij de leefwereld van jongeren. Meer aandachtspunten bij de inkoop van passend aanbod voor jongeren in de inburgering lees je in hoofdstuk 4.5 van de handreiking Grip op inkoop en contractmanagement van leerroutes in de inburgering.
Het is belangrijk om met jongeren die willen werken het gesprek over onderwijs te blijven voeren. Een mbo-opleiding in de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) is een interessante optie, als die beschikbaar is in de regio. Ondanks dat voor de Entree-opleiding geen minimum taalniveau geldt, is enige kennis van de Nederlandse taal belangrijk om uitval te voorkomen. De jongere krijgt een arbeidscontract voor circa 4 dagen en gaat daarnaast 1 dag in de week naar school. De jongere is actief op de arbeidsmarkt en werkt toe naar een diploma dat nog betere ontwikkelkansen biedt voor de toekomst.
Voor jongeren met een lager taalniveau of 30-plussers die geen recht meer hebben op studiefinanciering ligt een mbo-opleiding bbl voor anderstaligen meer voor de hand. Sommige mbo-instellingen bieden voor deze doelgroep een Entreeopleiding voor anderstaligen aan. Deze trajecten duren gemiddeld 1,5 jaar, omdat de studenten extra taallessen krijgen. Er zijn niet veel opleidingen in de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) voor anderstaligen op mbo 2, 3 en 4, maar wie deze heeft afgerond krijgt een vrijstelling van de inburgeringsplicht.
Voetnoot
6 Zie Rijksoverheid pagina ‘Moet ik als nieuwkomer inburgeren?’ voor meer informatie over welke nieuwkomers moeten inburgeren.
3. Onderwijs
Niet alle jongeren hoeven in te burgeren via een inburgeringstraject van de gemeente. Sommige jongeren zijn, afhankelijk van of en welke opleiding ze volgen, tijdelijk vrijgesteld van de inburgeringsplicht. In dit hoofdstuk lees je er meer over.
3.1 Vrijstellende en niet-vrijstellende opleidingen
Niet alle jongeren hoeven in te burgeren via een inburgeringstraject van de gemeente. Jongeren die een opleiding volgen op vmbo, havo, vwo, voortgezet speciaal onderwijs met uitstroomprofiel vervolgonderwijs, mbo niveau 2 t/m 4, hbo en wo hebben een tijdelijke vrijstelling van de inburgeringsplicht. Deze vrijstelling wordt blijvend als ze de opleiding afronden met een diploma (zie de tabel in 1.1). Voor al deze opleidingen ligt de diploma-eis op taalniveau7 B1 of hoger (dat is vergelijkbaar met 2F of hoger).
Jongeren die praktijkonderwijs (pro), de Entreeopleiding in het mbo en voortgezet speciaal onderwijs (vso) uitstroomprofiel arbeid of uitstroomprofiel dagbesteding volgen, worden na het afronden van hun opleiding inburgeringsplichtig. Of ze moeten daarna een diploma halen van een vrijstellende opleiding. Deze opleidingen leiden namelijk niet tot de beheersing van de Nederlandse taal op ten minste niveau B1. Het is wel belangrijk dat deze jongeren hun opleiding afmaken. In de DUO-portal (zie p. 57 handleiding) geeft de gemeente in deze gevallen toestemming om de opleiding af te maken. Hiervoor moet de brede intake zijn afgerond en de afspraken hierover in het PIP zijn vastgelegd.
Voetnoot
7 Zie uitleg op de Taalbrigade voor uitleg over het Europees referentiekader (A-, B- en C-taalniveau) in relatie tot het referentiekader op het Nederlands onderwijs (de F-niveaus).
Meetellen van onderwijsuren in de Z-route
Op 10 juli 2025 is het Besluit inburgering 2021 aangepast. Jongeren mogen de onderwijsuren Nederlandse taal en maatschappij die ze al hebben gevolgd op het pro, vso (met uitstroomprofielen dagbesteding of arbeid), de Entreeopleiding en isk meetellen voor de verplichte 800 taaluren in de Z-route. Tenminste, als de gemeente vindt dat het taalonderwijs in de Z-route op dit moment weinig toegevoegde waarde heeft voor de jongere. Meer hierover lees je in de Toelichting Meetellen van onderwijsuren in Z-route.
Zolang jongeren op een isk zitten, zijn ze tijdelijk vrijgesteld van de inburgeringsplicht. De isk valt onder het vo (vrijstellende opleiding). Jongeren worden inburgeringsplichtig als ze na de isk geen onderwijs gaan volgen of doorstromen naar niet-vrijstellende opleidingen. Als zij na de isk tussen de 16 en 18 zijn en geen startkwalificatie hebben behaald, dan zijn zij nog steeds kwalificatieplichtig en dus verplicht om onderwijs te volgen. Ook als zij een niet-vrijstellende opleiding volgen, zoals het praktijkonderwijs, gaat de kwalificatieplicht boven de inburgeringsplicht tot de 18e verjaardag ofwel het afronden van de opleiding.
Infographic vrijstelling
In de visual 'Jongeren en inburgering - routes naar een startkwalificatie die gemeenten kiezen' zie je welke onderwijsvormen leiden tot een (tijdelijke) vrijstelling van de inburgeringsplicht.
3.2 Internationale schakelklas (isk)
Jongeren die pas kort in Nederland zijn en de Nederlandse taal nog niet spreken, kunnen in de internationale schakelklassen (isk’s) onderwijs volgen om de taal te leren. Op de isk worden ze in gemiddeld 2 jaar voorbereid om door te stromen naar regulier onderwijs. Er is geen maximumtijd voor een leerling op de isk. In deze video wordt uitgelegd wat de leerling op de isk leert en welke positie de isk inneemt in het Nederlands onderwijssysteem. Voor de eerste 2 jaar die een kind in de vo-leeftijd in Nederland is, is er een nieuwkomersbekostiging boven op de reguliere bekostiging van het onderwijs. Na deze 2 jaar vervalt de nieuwkomersbekostiging. Maar de reguliere bekostiging loopt door. Leerlingen mogen dan ook langer op een isk blijven dan de duur van de nieuwkomersbekostiging als dat nodig is.
De meeste isk’s gebruiken de leerroutes van LOWAN, al zijn deze niet wettelijk verplicht. Er zijn 3 verschillende leerroutes met 8 uitstroomprofielen8. De meeste isk’s bieden onderwijs aan leerlingen tussen de 12 en 18 jaar. Maar er is geen leeftijdsgrens. Dat betekent dat jongeren na hun 18e alsnog het onderwijs op de isk kunnen afronden, of zelfs na hun 18e mogen starten op een isk als dat de best passende route is. In verband met te weinig plekken op isk’s, lukt dat laatste in de praktijk niet. Isk’s kunnen hun leerlingen ook (gedeeltelijk) uitbesteden aan een vavo- of mbo-instelling.
Op de website van LOWAN staan de meeste isk‘s met contactgegevens. Na het verlaten van een isk is de isk verplicht om een leerling over te dragen naar een nieuwe school (andere isk, regulier voortgezet onderwijs, vso, pro, vavo of mbo). Zonder inschrijving op een andere school mag de isk de leerling niet uitschrijven. Schoolwisselingen vinden overigens niet alleen plaats bij doorstroom naar een andere schoolvorm (bijvoorbeeld van isk naar regulier vo of mbo), maar ook door bijvoorbeeld verhuizingen. De schoolwisseling is dan vaak van de ene isk naar een andere isk.
Isk uitbesteden aan mbo of vavo
Het is mogelijk om isk-onderwijs (deels) uit te besteden aan een vavo-instelling of mbo-school. Ook als de leerling volledig wordt uitbesteed, blijft de isk eindverantwoordelijk. De leerling blijft namelijk ingeschreven staan op de isk.
Een (gedeeltelijke) uitbesteding moet altijd in het belang van de leerling zijn. Voor jongeren van wie wordt verwacht dat ze na de isk een mbo-opleiding willen en kunnen doen, kan uitbesteding aan een mbo-school een goede oplossing zijn.
Voordelen hiervan kunnen zijn:
- De overstap naar de uiteindelijke beoogde mbo-opleiding is kleiner.
- Naast de taallessen op de isk kan de leerling alvast inhoudelijk aan de slag op het mbo.
- Meer maatwerkmogelijkheden voor individuele leerlingen dan als zij uitsluitend op isk les krijgen.
- Uitbesteding leidt enigszins tot doorstroom op de isk’s.
Ook is het toegestaan om leerlingen uit te besteden aan een vavo-instelling. Dit gebeurt niet veel, maar soms is het een oplossing voor leerlingen die vanwege hun leeftijd niet matchen met klasgenoten op de isk. Op het vavo is de gemiddelde leeftijd hoger dan op isk’s. In sommige gevallen zijn isk-leerlingen na hun 18e verjaardag verhuisd naar een andere locatie maar nog niet klaar met het isk-traject. De jongere heeft nog recht op (isk-)onderwijs en kan daar baat bij hebben, maar is door de leeftijd lastig te plaatsen. Een isk kan dan overwegen de leerling in te schrijven en (gedeeltelijk) uit te besteden aan een vavo-opleiding. De jongere volgt dan onderwijs waar de gemiddelde leeftijd hoger is.
Doorstroom na isk
Jongeren die uitstromen van isk naar de Entreeopleiding, pro of vso met uitstroomprofielen dagbesteding of arbeid worden inburgeringsplichtig. Het is in het belang van de jongere dat zij ruimte krijgen om deze niet-vrijstellende opleiding af te ronden. Zij kunnen verlenging krijgen van de inburgeringstermijn als de gemeente toestemming geeft in de DUO portal voor het volgen van deze opleiding. Na afronding van de opleiding kunnen zij gaan inburgeren en in sommige gevallen door naar een vervolgopleiding die wel vrijstellend is.
Op 10 juli 2025 is het Besluit inburgering 2021 aangepast. Als de jongere na de isk of een andere niet-vrijstellende opleiding niet doorstroomt naar een vrijstellende opleiding start de inburgering. Met de wijziging mogen jongeren lesuren Nederlandse taal en maatschappij die ze al hebben gevolgd 2 jaar voorafgaand aan het PIP dan dan meetellen voor de verplichte 800 taaluren in de Z-route. Tenminste, als de gemeente vindt dat het taalonderwijs in de Z-route op dit moment weinig toegevoegde waarde heeft voor de jongere. Meer hierover lees je in de Toelichting Meetellen van onderwijsuren in Z-route.
Voetnoot
8 In 2025 werken LOWAN-vo en het ITTA aan een herziene versie van de leerroutes en uitstroomprofielen.
3.3 Entree/mbo1
Het mbo werkt met opleidingen op 4 niveaus. Een Entreeopleiding is een drempelloze mbo-opleiding op niveau 1 voor mensen zonder diploma vanaf 16 jaar. Het is een praktische opleiding die studenten opleidt tot assistent in verschillende sectoren zoals de logistiek en horeca. De opleiding duurt 1 jaar.
Voor een Entreeopleiding zijn geen wettelijke eisen aan het taalniveau. Maar om de lessen goed te kunnen volgen, heb je wel enige kennis van de Nederlandse taal nodig. Sommige mbo-instellingen bieden een Entreeopleiding specifiek voor anderstaligen aan. Deze trajecten duren op individuele basis gemiddeld 1,5 jaar omdat de studenten extra taallessen krijgen. Met een diploma van een Entreeopleiding kunnen studenten naar mbo 2. Ook dan hebben ze soms extra taallessen nodig om de lesstof beter te begrijpen. Gemeente en onderwijs kunnen het beste samen bekijken of de stap in het mbo realistisch is of dat er extra taallessen nodig zijn om uitval te voorkomen. Ook het Doorstroompunt heeft hier een rol in.
Twee leerwegen: bol en bbl
Het mbo kent bekostigde opleidingen in 2 leerwegen: de Beroepsopleidende Leerweg (bol) en de Beroepsbegeleidende Leerweg (bbl). In een opleiding in de bol gaan studenten meestal 5 dagen in de week naar school, afgewisseld met perioden van stages. Studenten in de bbl gaan meestal 1 of 2 dagen in de week naar school en hebben een arbeidsovereenkomst met een werkgever voor de rest van de week. Sommige mbo-opleidingen kunnen alleen in de bbl of bol worden gevolgd. Een opleiding in de bbl kan geschikt zijn voor inburgeringsplichtige jongeren die willen werken. Dit is een kans om ook een startkwalificatie te behalen om de kansen op de arbeidsmarkt te verbeteren. Ook voor 30-plussers is dit een optie, omdat zij geen recht hebben op studiefinanciering.
Ondanks dat een Entreeopleiding niet tot een startkwalificatie leidt, is deze opleiding toch een belangrijke stap voor jongeren richting de arbeidsmarkt of een andere vervolgopleiding op niveau 2. Jongeren kunnen een verlenging van de inburgeringstermijn aanvragen als ze een Entreeopleiding volgden terwijl ze al inburgeringsplichtig waren.
Op 10 juli 2025 is het Besluit inburgering 2021 aangepast. Jongeren mogen de onderwijsuren Nederlandse taal en maatschappij die ze al hebben gevolgd op het pro, vso (met uitstroomprofielen dagbesteding of arbeid), de Entreeopleiding en isk meetellen voor de verplichte 800 taaluren in de Z-route. Tenminste, als de gemeente vindt dat het taalonderwijs in de Z-route op dit moment weinig toegevoegde waarde heeft voor de jongere. Meer hierover lees je in de Toelichting Meetellen van onderwijsuren in Z-route.
3.4 Vavo
In het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo) kunnen volwassenen een diploma of deelcertificaten voor bepaalde schoolvakken halen op vmbo-tl-, havo- of vwo-niveau. Dit onderwijs is bedoeld voor personen die 18 jaar of ouder zijn en nog geen diploma van het voortgezet onderwijs hebben behaald. Of voor personen die examens willen halen om toegelaten te worden tot een specifieke opleiding. Onder bepaalde voorwaarden mogen leerlingen van 16 of 17 jaar soms ook via het vavo de middelbare school afronden.
Dit zijn 2 voorbeelden van instellingen die een vavo voor anderstaligen bieden:
Alfacollege:
ROC Midden Nederland
3.5 Gegevensuitwisseling scholen en gemeenten
De gemeente vraagt voor de brede intake informatie uit bij de inburgeraar om de startpositie en ontwikkelmogelijkheden te bepalen. Welk onderwijs de inburgeraar al heeft gevolgd, is een belangrijk onderdeel hiervan. Het is niet toegestaan om gegevens over jongeren uit te wisselen. Deze informatie is daardoor niet automatisch bekend bij de gemeente. In de gesprekken kan de gemeente inschatten of informatie van de onderwijsinstelling(en) gewenst is om tot een passend plan te kunnen komen. Hiervoor kan de gemeente dan toestemming vragen aan de jongere.
Als de jongere toestemming geeft, bepalen de gemeente en school samen hoe zij de gegevens uitwisselen. Om te voldoen aan de avg, is het verstandig om dit te overleggen met de privacy-officer van de organisaties. Het is van belang om goed aan de jongere uit te leggen waarom de informatie nodig is. Daarbij kan een sleutelfiguur, tolk of ander hulpmiddel in worden gezet. Als de jongere minderjarig is, moeten de ouders of verzorgers toestemming geven. Op de website van de Autoriteit Persoonsgegevens staat aan welke eisen de toestemming moet voldoen en hoe de toestemming kan worden aangetoond.
Onderwijsinstellingen en gemeenten wordt geadviseerd om elkaar op de hoogte te houden van welke jongeren binnenkort inburgeringsplichtig worden. Gemeenten kunnen dan voorlichting geven op scholen en in gesprek gaan met jongeren. Dat helpt om jongeren te motiveren om eventueel hun onderwijsplannen aan te passen. Als een volgende stap in het onderwijs niet passend is, heeft de gemeente alvast relevante informatie en advies vanuit de school om een zo passend mogelijk inburgeringstraject aan te kunnen bieden.
Doorstroompunt
Het Doorstroompunt per regio (voorheen: Regionaal Meld- en Coördinatiepunt Voortijdig Schoolverlaters (RMC)) begeleidt jongeren tussen de 18 en 23 jaar die nog geen startkwalificatie hebben behaald. Vanaf 1 januari 2026 wordt de leeftijd verhoogd naar 27 jaar. Deze maatregel is onderdeel van de wet Van school naar duurzaam werk.
Jongeren die het onderwijs verlaten zonder startkwalificatie worden via DUO bij het Doorstroompunt gemeld. Het Doorstroompunt ziet niet automatisch of de jongere inburgeringsplichtig is. Meestal zijn deze jongeren nog niet zichtbaar in de DUO-portal bij de afdeling inburgering van de gemeente. Afstemming tussen Doorstroompunt en gemeenten is ook hier gewenst om onderwijs onder jongeren te stimuleren. Zie contactgegevens Doorstroompunt-regio’s.
Meer informatie over de rol van het Doorstroompunt vind je in de Kennisbank en Veelgestelde vragen van Ingrado.
3.6 Tegemoetkomingen
Tegemoetkoming scholieren
Jongeren van 18 jaar en ouder die op het voortgezet onderwijs zitten, kunnen de tegemoetkoming scholieren aanvragen. Zij volgen dan voltijdonderwijs op vmbo, havo, vwo, pro, vso of vavo. Leerlingen op een isk komen hier ook voor in aanmerking, omdat de isk voltijds voortgezet onderwijs is.
Voor de tegemoetkoming moet de jongere de Nederlandse nationaliteit hebben of een verblijfsvergunning type II (regulier onbepaalde tijd), III (asiel bepaalde tijd), IV (asiel onbepaalde tijd) of V (langdurig ingezetene). Met een verblijfsvergunning type I (regulier bepaalde tijd) is het afhankelijk van de specifieke situatie.
Inburgeringsplichtigen, zowel statushouders als gezins- en overige migranten, hebben afhankelijk van hun verblijfsvergunning ook recht op de tegemoetkoming scholieren. Ze kunnen de tegemoetkoming het hele schooljaar aanvragen, maar deze gaat pas in vanaf het eerste kwartaal na de 18e verjaardag. Het bedrag wordt maandelijks uitgekeerd en is een gift.
Mbo studentenfonds
Jongeren onder de 18 op een mbo-opleiding in de beroepsopleidende leerweg (bol), die nog geen recht hebben op studiefinanciering, kunnen een beroep doen op het mbo studentenfonds als ze studievertraging oplopen. Redenen hiervoor kunnen zijn: ziekte, zwangerschap, beperking of bijzondere familieomstandigheden. De mbo-school bepaalt zelf de voorwaarden voor een vergoeding bij bijzondere omstandigheden. Jongeren in de bol kunnen ook steun krijgen uit dit fonds als ze onvoldoende geld hebben om lesmiddelen aan te schaffen.
Vermindering of kwijtschelding lesgeld
Jongeren zonder Nederlandse nationaliteit hebben geen recht op studiefinanciering of de tegemoetkoming scholieren. De meeste inburgeringsplichtige jongeren hebben daar wel recht op, alleen jongeren met verblijfsvergunning type I niet altijd. Onder voorwaarden kunnen deze jongeren een verzoek indienen om minder lesgeld te betalen als dit voor de jongere of instantie te hoog is. Ze moeten dan wel voldoen aan alle andere voorwaarden voor studiefinanciering en de tegemoetkoming scholieren.
Studiefinanciering
Jongeren die staan ingeschreven op het mbo (bol) vanaf 18 jaar, hbo of wo (geen minimumleeftijd) kunnen studiefinanciering aanvragen. Inburgeringsplichtige statushouders en gezins- en overige migranten maken ook aanspraak op deze regeling met een verblijfsvergunning type II (regulier onbepaalde tijd), III (asiel bepaalde tijd), IV (asiel onbepaalde tijd) of V (langdurig ingezetene). Met een verblijfsvergunning type I (regulier bepaalde tijd) hangt het af van de specifieke situatie. Alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’ers) met verblijfsvergunning type I hebben bijvoorbeeld wel recht op studiefinanciering.
Studiefinanciering bestaat uit verschillende onderdelen: een basisbeurs, aanvullende beurs, studentenreisproduct, rentedragende lening en collegegeldkrediet (alleen voor hbo en wo). Om recht te hebben op studiefinanciering moet de opleiding starten voordat de student 30 jaar oud is. De studiefinanciering loopt dan door als de student 30 wordt. Let op: de voorwaarden en bedragen zijn verschillend voor mbo 1 en 2 en mbo 3, 4, hbo en wo.
Studenten waarvan de ouders niet (veel) kunnen meebetalen aan de opleiding kunnen een aanvullende beurs aanvragen. De hoogte van de aanvullende beurs is afhankelijk van het inkomen van de ouders, het aantal kinderen dat ze verzorgen en een eventuele studieschuld die ze terugbetalen.
Studenten die recht hebben op studiefinanciering kunnen geen aanspraak maken op een bijstandsuitkering. Afhankelijk van de beleidsregels van de gemeente kan bijzondere bijstand verleend worden aan de jongere. Dit zijn dan noodzakelijke kosten (naar oordeel van de gemeente) die niet uit de inkomsten van de jongere kunnen worden betaald.
Levenlanglerenkrediet
Studenten onder de 57 jaar die een opleiding volgen, maar geen recht meer hebben op studiefinanciering, kunnen onder bepaalde voorwaarden geld lenen via het levenlanglerenkrediet. Het bedrag wordt jaarlijks bepaald aan de hand van de hoogte van het les- of collegegeld. Dit is nooit hoger dan het les- of collegegeld. Meestal loopt de lening zolang de opleiding duurt. Over de lening wordt rente berekend. Het kalenderjaar nadat de lening stopt, start de terugbetaling.
Infographic tegemoetkomingen
In de visual 'Jongeren en inburgering - wetten, tegemoetkomingen en onderwijsvormen' zie je welke tegemoetkomingen gelden vanaf welke leeftijd.
4. Gemeenten over hun aanpak voor jongeren
4.1 Jonge statushouders in Ede combineren inburgeren met betaalde baan
Een paar jaar geleden was de uitval op het onderwijs onder jonge statushouders in Ede hoog. Jongeren die de internationale schakelklas (isk) verlieten, liepen vaak vast. Sommigen begonnen met de Entreeopleiding op het Dulon College, maar konden het tempo niet bijbenen. Anderen vonden werk aantrekkelijker dan school of inburgeren. Dankzij goede samenwerking tussen de gemeente, Werkkracht, het onderwijs en werkgevers is de situatie verbeterd. Een voorbeeld daarvan is het programma On Track, dat jongeren de kans biedt om werk, taal en inburgering te combineren.
Miriam Guiking Dumoulin is procesregisseur inburgering bij de gemeente Ede. Ze is regelmatig te vinden op het Dulon College, waar ze jongeren informeert over inburgering. ‘Het is belangrijk dat ze weten wat de gevolgen zijn als ze stoppen met hun mbo-opleiding. Doordat ik regelmatig langskom, kennen ze mijn gezicht en weten ze me te vinden bij problemen.’ Ook docenten doen een beroep op Miriam als ze merken dat een student dreigt uit te vallen. ‘Zo voorkomen we soms dat iemand stopt, gewoon door op het juiste moment in gesprek te gaan.’

4.2 Samen verantwoordelijkheid nemen voor jonge inburgeraars in Tilburg
Voor sommige jonge nieuwkomers tussen de 16 en 23 jaar is een mbo-2-diploma niet haalbaar. Maar wat dan? Standaard inburgeringstrajecten zijn voor deze jongeren niet altijd passend. In Tilburg kijken ze wat er wél kan. Een werkgroep onderzoekt hoe inburgeringstrajecten beter kunnen aansluiten op de wensen van jongeren. Daarbij kijken ze verder dan hun eigen verantwoordelijkheden en gaan ze uit van wat deze jongeren écht nodig hebben.
In het eerste jaar na de invoering van de Wet inburgering 2021, bleek dat de trajecten die Tilburg had ingekocht niet altijd passend waren voor jongeren. Vanessa Timmer, beleidsmedewerker inburgering, licht toe: ‘De ingekochte inburgeringstrajecten staan los van onderwijs en zijn niet weekvullend. Terwijl jongeren juist behoefte hebben aan de taal leren in combinatie met loopbaanoriëntatie, praktijkervaring en contact met leeftijdsgenoten. Ook wil je de mogelijkheid om vervolgens door te stromen naar regulier onderwijs zo lang mogelijk openhouden.’

4.3 Zuid-Kennemerland en IJmond experimenteren met inburgeringsklas voor jongeren
Jonge statushouders die stoppen met hun opleiding dreigen tussen wal en schip te raken. De regio Zuid-Kennemerland en IJmond wil dit voorkomen. Het Doorstroompunt van de regio heeft vroeg contact met de coördinatoren van de uitstroomklassen van de internationale schakelklassen (isk’s). Zo krijgen jongeren die worden uitgeschreven direct hulp bij inburgering. Omdat inburgeringstrajecten niet altijd aansluiten bij de situatie en belevingswereld van jongeren, startte in november 2024 een speciale inburgeringsklas voor jongeren.
‘We hebben vanuit het Doorstroompunt afspraken met de isk’s in de regio’, vertelt doorstroomcoach en scholingsadviseur John Houtkamp. ‘Zodra jongeren 17 jaar zijn en dus bijna uitstromen van de isk, sluiten we aan bij de leerlingbespreking en adviseren we de school. We bespreken hoe het ervoor staat en of deze jongere misschien gaat stoppen met school. Zo weten we op tijd of iemand straks onder de inburgeringsplicht valt.’

4.4 Groningen geeft voorlichting over inburgering op de isk
De gemeente Groningen geeft jongeren op de internationale schakelklas (isk) al informatie over het inburgeringstraject. Thomas Pierik is regievoerder inburgering bij de gemeente. Hij vertelt: ‘We geven drie soorten voorlichting. Hierdoor weten jongeren vast een beetje wat het inburgeringstraject inhoudt. Dan overvalt het ze niet helemaal.’
Alle leerlingen op de isk krijgen een algemene voorlichting over wat inburgering is. Sommige leerlingen weten er nog weinig van, en daarom houdt de gemeente het simpel. Thomas licht toe: ‘We vertellen ze waarom de inburgeringsplicht bestaat en wat die plicht voor hen betekent. Na deze presentatie weten leerlingen een beetje wat inburgering inhoudt.’
Naar het mbo: twee vliegen in één klap
De gemeente komt ook een keer langs voor jongeren die naar het mbo willen. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen mbo 1 en mbo 2. ‘We willen ze vooral laten inzien dat ze op deze manier twee vliegen in één klap slaan. Ze leren een vak, en als ze een mbo-2-diploma halen, hoeven ze niet in te burgeren.’ De gemeente werkt hierbij ook veel samen met het Doorstroompunt.
Z-route biedt ook kansen
Tot slot geeft de gemeente voorlichting aan jongeren die straks waarschijnlijk de Z-route van de inburgering volgen. ‘Deze jongeren leren echt heel moeilijk’, zegt Thomas. ‘Helaas wordt deze groep steeds groter. We zien steeds meer jongeren die hun hele leven zijn opgegroeid in chaos, en daardoor nauwelijks onderwijs hebben gehad.’ De nadruk tijdens deze voorlichting ligt op praktijkgerichte mogelijkheden, zoals werk in de bouw. ‘We laten zien dat er ook binnen de Z-route kansen zijn om te groeien. En ook wat de voordelen zijn. Je hebt bijvoorbeeld meer rust, zodat je in je eigen tempo stappen kunt maken.’
Beter voorbereid op de intake
De aanpak werpt zijn vruchten af. Jongeren die de voorlichting hebben gevolgd, komen beter voorbereid naar hun intake. 'Ze begrijpen al wat inburgering inhoudt en kunnen gerichter vragen stellen’, zegt Thomas. ‘Soms weten ze bijvoorbeeld al dat ze graag de B1-route willen volgen. We kunnen dan meteen kijken of dat mogelijk is. Dit bespaart tijd en voorkomt dat ze vastlopen.’
Drie soorten voorlichting
- algemene informatie over inburgering
- informatie over het mbo
- informatie specifiek over de Z-route van inburgering
4.5 Opstapgroep in Maastricht Heuvelland bereidt 16- en 17-jarigen voor op het mbo
Samenwerken leidt tot slimme oplossingen. Zo’n oplossing is de Opstapgroep voor 16- en 17-jarigen op het VISTA College in de regio Maastricht Heuvelland. Judith Wolfs, onderwijskundig leider: ‘De jongeren in deze groep wilden graag naar het ROC, maar hun taalniveau was nog te laag. Samen met de gemeente, het Novo College – de school voor Eerste Opvang aan Anderstaligen (EOA) – en werkontwikkelbedrijf MTB hebben we gekeken wat er wél kon. Zo ontstond de Opstapgroep.’
De Opstapgroep bereidt jongeren in één jaar voor op een mbo-opleiding of de arbeidsmarktroute, die jongeren vanuit de entreeopleiding voorbereidt op de arbeidsmarkt. Het programma bestaat uit drie keer per week taalles, loopbaanbegeleiding en praktijkervaring. De Opstapgroep zit bij het werkontwikkelbedrijf in huis, zodat de jongeren één vaste plek hebben voor de hele week. Judith: ‘Via de MTB Academy maken ze kennis met sectoren zoals logistiek en horeca. Ze doen hier praktijkervaring op en halen waar mogelijk een praktijkverklaring.’
Grote sprongen
In september 2024 is de eerste groep van 16 jongeren gestart. Na een halfjaar zijn de eerste resultaten positief. Judith: ‘De jongeren maken grote sprongen met lezen en schrijven. Ze hebben net hun eerste taaltoets gehad. Het was heel leuk om te zien hoe fanatiek ze zijn.’ Ook voor docenten is het traject leerzaam. Het VISTA College geeft normaal alleen les aan volwassenen, dus docenten waren niet gewend aan pubers. Dat vraagt andere pedagogische vaardigheden. Sommige jongeren hadden aan het begin nog wel moeite met structuur. Of ze kwamen niet opdagen omdat ze geen vervoer hadden. ‘Toen heeft de EOA binnen een week een fiets voor ze geregeld’, vertelt Judith. ‘Nu zijn we heel tevreden over de aanwezigheid bij de taallessen.’
Structurele oplossing nodig
De Opstapgroep werkt goed, maar het is geen blijvende oplossing. ‘We betalen dit nu via een omweg: de EOA bekostigt een derde leerjaar en wij voeren het uit’, legt Judith uit. Ze vindt dat er een structurele oplossing voor deze jongeren moet komen, omdat de groep met minder schoolse vaardigheden en een laag taalniveau steeds groter wordt. ‘Het is fijn dat de bestuurders van het middelbaar onderwijs en het ROC hier nu over in gesprek zijn. Alleen samen kunnen we een blijvende oplossing vinden voor deze jongeren.’
Wat is de MTB Academy?
De MTB Academy is een methodisch opleidingsprogramma dat bestaat uit 10 modules. Het programma richt zich op de volgende thema’s:
- Leren en werken bij MTB (werknemersvaardigheden)
- Werken aan veiligheid
- Vakspecifieke training gebaseerd op de diverse werksoorten binnen MTB
Deelnemers volgen theorie- en praktijklessen en doen dat in het leerwerkbedrijf van MTB Maastricht. Ze kunnen het opleidingstraject afsluiten met een praktijkverklaring of doorgaan met een mbo-opleiding.
Wat is een praktijkverklaring?
De praktijkverklaring is een getuigschrift vanuit het mbo, waarin staat welke werkprocessen iemand in een erkend leerbedrijf heeft geleerd.
4.6 Jonge inburgeraars in Meierijstad volgen Z-route op het ROC
Zoals veel gemeenten vult Meierijstad de Z-route samen met sociaal ontwikkelbedrijven in. Maar voor veel jongeren blijkt deze aanpak niet geschikt. ‘Zij kunnen beter in een schoolse omgeving blijven, om het hoogst haalbare uit het onderwijs te halen’, vertelt Munira Ibrahim, beleidsmedewerker sociaal domein bij de gemeente Meierijstad. ‘Daarom zijn we gestart met de pre-Z-route op het ROC Koning Willem I College.’
Veel jongeren in de Z-route komen vanuit de internationale schakelklas (isk). Veel van hen willen graag door binnen het mbo, maar dat niveau halen ze nog net niet. ‘Als jongeren in de onderwijssetting blijven, kunnen onderwijs en gemeente beter inschatten of de stap richting het mbo mogelijk is en hen daarin begeleiden.’
Volledig programma met stages en participatie
Het traject op het ROC is een voltijds programma, vergelijkbaar met een normale schoolweek. ‘In de gewone Z-route volgen deelnemers een paar dagdelen onderwijs. Maar jongeren hebben behoefte aan meer structuur’, licht Munira toe. Naast taallessen is er in de pre-Z-route extra aandacht voor praktische vaardigheden, zoals sporten en koken, en beroepenoriëntatie. De jongeren gaan bijvoorbeeld op bedrijfsbezoek bij het gemeentehuis. Na twintig weken is de pre-Z-route klaar, maar de jongeren volgen ook de rest van de Z-route op het ROC.
Positieve resultaten
De eerste groep van veertien jongeren begon in september 2024. ‘We zien positieve resultaten’, vertelt Munira. ‘Ook de jongeren zelf zijn enthousiast, onder andere omdat ze samen met leeftijdsgenoten op school mogen blijven. Ze krijgen zo niet het gevoel dat ze niet goed genoeg zijn voor school. En als ze toch naar het mbo kunnen, hoeven ze niet nog een keer te switchen.
Verbeterkansen
De gemeente moet het traject nog officieel evalueren. Munira ziet al een aantal kansen voor verbetering: ‘We willen jongeren nog meer stimuleren om een bijbaan te zoeken, omdat ze zo een netwerk opbouwen en de taal sneller leren. En we willen meer aandacht besteden aan psychosociale aspecten, zoals eenzaamheid. Bijvoorbeeld met groepsgesprekken.’ Maar één ding is alvast zeker: de aparte Z-route voor jongeren in een schoolse setting blijkt een succes. Dus er komt zeker een vervolg.
4.7 Goed onderwijs begint bij taal: zo helpt Leiden jongeren vooruit
In Leiden hebben ze een duidelijke visie: elke jongere met voldoende leervermogen moet een diploma op minimaal mbo-2-niveau kunnen halen. Dat geldt ook voor jonge statushouders. Als consulent onderwijs begeleidt Thirza Zellerer jongeren bij hun studiekeuze. Dat doet ze in een multidisciplinair team met consulenten inburgering, trainers, NT2-docenten en een jongerenwerker.
‘Zonder taal kom je er niet’, zegt Thirza. ‘We zetten daarom sterk in op taallessen en willen eerst dat het taalniveau op orde is. Eerst taal, dan onderwijs. Het liefst gaat een jongere pas naar de Entreeopleiding als het taalniveau minimaal B1 is. Liever een halfjaar langer inburgeren dan door taalproblemen uitvallen op het mbo.
Mbo-onderwijsroute
Jonge inburgeraars die graag naar het mbo willen, krijgen extra lessen op het gebied van taal, rekenen en studievaardigheden. Dit noemen ze in Leiden de mbo-onderwijsroute. ‘We bespreken met deze jongeren welke opleiding ze willen doen en helpen ze met de aanmelding. Ook gaan we met het ROC in gesprek. Zo zorgen we voor een soepele overgang van inburgering naar het mbo.’
Samenwerking met SHout! Leiden
De gemeente Leiden werkt ook samen met SHout! Leiden, een organisatie die jongeren ondersteunt bij financiële vraagstukken. ‘Iedere jongere die start met een mbo-opleiding, melden we aan bij SHout!’, vertelt Thirza. ‘Zij zorgen voor een refurbished laptop en een intakegesprek over financiën.’ Daarnaast vergoedt de gemeente boeken en lesgeld voor het eerste jaar, omdat veel jongeren nog niet de kans hebben gehad om te werken en te sparen voor hun opleiding.
Korte lijntjes en intensieve begeleiding
Sommige jongeren komen al vijf jaar bij het team van Thirza over de vloer. ‘Ze voelen zich vaak eenzaam en vervelen zich. Het is fijn dat ze dan naar ons toe kunnen. Al stimuleert onze jongerenwerker ze wel om niet alleen naar ons te komen, maar ook gebruik te maken van het bestaande aanbod in Leiden.’ Naast het contact met de jongeren is ook het contact in het team goed. ‘We zitten regelmatig bij elkaar op de kamer. Ik heb daardoor korte lijntjes met de consulenten inburgering. Door de goede multidisciplinaire samenwerking kunnen we maatwerk blijven leveren. Zo zorgen we dat niemand buiten de boot valt.’
Op je plek in de zorg
Om het personeelstekort in de zorg te verminderen, startte de gemeente het project Op je plek in de zorg. Statushouders worden via het mbo en zorginstellingen voorbereid op een baan op niveau 1 of 2. Tijdens de mbo-onderwijsroute verzorgt een NT2-docent extra taallessen ‘Vaktaal dienstverlening en zorg’. Ook lopen de deelnemers meteen stage, zodat ze kunnen kennismaken met de werkvloer.
4.8 Achterhoek start met leerwerktrajecten voor jongeren in Z-route
Veel jonge statushouders komen niet goed mee in het onderwijs en belanden daardoor in de Z-route. Deze route is bedoeld om de Nederlandse taal te leren en zelfredzaam te worden. Maar een onderwijsdiploma biedt uiteindelijk de beste kansen op de arbeidsmarkt. Daarom wil de regio Achterhoek de Z-route anders inrichten. ‘Elke jongere heeft recht op onderwijs’, zegt Majella Schreurs, beleidsmedewerker migratie en integratie bij de gemeente Bronckhorst. ‘Daarom moeten we onze aanpak aanpassen.’
‘Deze jongeren leren anders dan andere jongeren’, legt Majella uit. ‘Maar dat betekent niet dat ze niet mee willen doen.’ Door het participatiedeel van de inburgering slim te gebruiken, wil de regio jongeren laten leren in de praktijk. ‘In de Achterhoek hebben we veel handjes nodig in onder andere praktijkgerichte beroepen, zoals de bouw. Met een leerwerktraject kunnen jongeren ervaring opdoen en Nederlands leren. En de werkgever heeft er een goede arbeidskracht bij.’ Daarnaast voert de regio gesprekken met het onderwijs en aanbieders van inburgering om jongeren toch te laten doorstromen naar regulier onderwijs, zoals een Entreeopleiding.
Participeren en taalonderwijs slim combineren
Jongeren in de Z-route moeten 800 uur participeren. Dat zouden ze bij zo’n leerwerkbedrijf kunnen doen. Daarnaast moeten ze 800 uur taalonderwijs volgen. De regio onderzoekt hoe taalonderwijs en praktijk vallen te combineren. ‘We moeten kijken hoe de roosters van het bedrijf en de taalschool in elkaar passen’, vertelt Majella. ‘Wat betekent het bijvoorbeeld als een jongere minimaal twee dagen volledig moet meedraaien in het bedrijf? Kan de taalschool het rooster hierop aanpassen?’
Niet kletsen, maar klein beginnen
Vorig jaar organiseerde de regio een bijeenkomst om te kijken hoe statushouders sneller aan het werk kunnen. Eén ondernemer heeft zich toen direct gemeld. Zijn bedrijf kampt net als andere bedrijven in de regio met personeelstekort en hij ziet mogelijkheden om jongeren op te leiden. De gemeente Bronckhorst wil het eerste halfjaar van 2025 samen met bedrijven en één of twee jongeren testen hoe dit traject in de praktijk werkt. ‘We moeten niet blijven kletsen, maar gewoon klein beginnen’, benadrukt Majella. ‘En als het werkt, kunnen we de aanpak kopiëren naar andere bedrijven. Zo maken we mensen enthousiast voor deze jongeren en zorgen we dat ze de kansen krijgen die ze verdienen.’
Colofon
Divosa
Aïdadreef 8 | 3561 GE Utrecht
Postbus 9563 | 3506 GN Utrecht
030 - 233 23 37
info@divosa.nl
divosa.nl
Auteurs
Gaby Hauck (Divosa)
Annemieke van Ramshorst
Met medewerking van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Redactie
Gaby Hauck (Divosa)
Iris Ruijs (Divosa)
Visuals
Sjoerd van Kulsdom
Fotografie
Lize Kraan
Eind- en webredactie
Annemieke van Ramshorst
Frank Heukels (Divosa)