Overslaan en naar de inhoud gaan

Wet inburgering in vraag en antwoord

Laatste update: 01 april 2025

1 Algemeen

Overgang naar nieuwe wet

1. Hoe gaan we om met de nieuwkomers die nog onder het inburgeringsstelsel tot 2022 vallen? Met nieuwkomers die zich eind 2021 melden?

Tijdens de voorbereiding van het wetsvoorstel zijn verschillende vormen van overgangsrecht onderzocht waardoor inburgeringsplichtigen ook zouden kunnen profiteren van het nieuwe stelsel, al dan niet via een verplichte overstap. Dit stuitte echter op bezwaren van rechtsongelijkheid en willekeur (waar wordt de grens gelegd), ingewikkelde financiële trajecten en verschillende eisen waarmee inburgeringsplichtigen worden geconfronteerd (bijvoorbeeld de verhoging van het niveau van A2 naar B1).

Bovendien heeft de regering voor 2019 en 2020 €20 miljoen beschikbaar gesteld aan gemeenten voor de ondersteuning en begeleiding van de groep inburgeringsplichtigen, die onder het inburgeringsstelsel tot 2022 valt. Met de extra middelen worden gemeenten in staat gesteld om inburgeringsplichtige asielstatushouders die niet kunnen profiteren van het nieuwe stelsel te ondersteunen en te activeren richting passend inburgeringsonderwijs. Deze (financiële) impuls was ook bedoeld voor gemeenten om alvast te groeien naar hun regierol op de uitvoering van inburgering in het nieuwe stelsel. Zie Bijlage Bestuurlijke afspraken SZW en VNG: extra impuls inburgering ‘en ondertussen’ (februari 2019). Dit tezamen heeft ertoe geleid dat er gekozen is voor een heldere scheidslijn tussen het oude en het nieuwe stelsel. De Wet inburgering 2021 is van toepassing op degenen die op of na 1 januari 2022 inburgeringsplichtig zijn geworden. De inburgeringsplicht start op de datum waarop het verblijfsrecht door de IND bekend is gemaakt.

(update 29 maart 2022)

2. Hoe zit het met jongeren die vóór de inwerkingtreding van de Wi2021 een verblijfsvergunning hebben gekregen en die op of na 1 januari 2022 inburgeringsplichtig worden?

Nieuwkomers, die op jonge leeftijd naar Nederland komen, verblijven soms al jaren in Nederland voordat ze inburgeringsplichtig worden. Ook voor jongeren geldt dat de Wi2021 van toepassing is op degenen die op of na de datum van inwerkingtreding inburgeringsplichtig worden. Dat betekent dat:

  • Een jongere die 18 jaar wordt vóór 1 januari 2022 en op dat moment geen vrijstellende opleiding volgt, inburgeringsplichtig wordt onder het stelsel dat gold vóór 2022.
  • Een jongere die 18 jaar wordt ná 1 januari 2022 en op dat moment geen vrijstellende opleiding volgt, inburgeringsplichtig wordt onder het stelsel dat geldt vanaf 2022, ongeacht of de verblijfsvergunning voor of na 1 januari 2022 is verkregen.

Zie voor meer informatie de Handreiking schoolgaande jongeren en inburgering vanaf 2022 

(update 29 maart 2022)

Contactpersoon