Overslaan en naar de inhoud gaan

Modelverordening inburgering

Laatste update: 15 juni 2022

Toelichting per artikel

18 Samenhang met handhaving op grond van de Participatiewet

De gemeente legt een bestuurlijke boete op als een inburgeringsplichtige zijn of haar verplichtingen tijdens het inburgeringstraject verwijtbaar niet nakomt. Voor inburgeringsplichtigen die een bijstandsuitkering ontvangen beschikt de gemeente over de mogelijkheid om de uitkering te verlagen als verplichtingen op grond van de Participatiewet niet worden nagekomen. Het kan voorkomen dat dezelfde gedraging aanleiding kan zijn voor zowel het opleggen van een bestuurlijke boete op grond van de wet, als voor het verlagen van de bijstand. Artikel 27 van de wet sluit uit dat een bestuurlijke boete wordt opgelegd als voor diezelfde gedraging de bijstand al is verlaagd (samenloop).

Keuze

In dit artikel wordt geregeld welke uitgangspunten leidend zijn bij de keuze om i) te handhaven door een boete op te leggen op grond van de wet of ii) te handhaven op grond van de Participatiewet door de uitkering te verlagen. De keuze die in een individuele situatie wordt gemaakt is maatwerk en mede afhankelijk van de manier waarop de inburgeringsactiviteiten zijn georganiseerd i) in de gemeente en ii) ten aanzien van de individuele inburgeringsplichtige.

Het zal geregeld voorkomen dat activiteiten gedurende het inburgeringstraject een duaal karakter hebben – deels gericht op het leren van de taal, deels gericht op participatieactiviteiten. Bij het niet nakomen van afspraken en verplichtingen in een duaal traject moet gekozen worden voor handhaving op grond van de wet met een boete of voor het verlagen van de uitkering door het opleggen van een maatregel op grond van de Participatiewet.

Welk handhavingsregime?

In de verordening is ervoor gekozen dat de aard van de verplichtingen of afspraken die niet worden nagekomen leidend is voor het toe te passen handhavingsregime:

  1. Het verwijtbaar niet nakomen van afspraken in het PIP die vooral betrekking hebben op participeren en het verkleinen van de afstand van de inburgeringsplichtige tot de arbeidsmarkt leidt bij voorkeur tot een verlaging van de uitkering op grond van die wet en niet tot een boete.
  2. Het niet nakomen van afspraken in het PIP die vooral betrekking hebben op het vergroten van taalbeheersing en de overige afspraken en verplichtingen in het PIP leidt bij voorkeur tot het opleggen van een boete.

In een duaal traject bepaalt zo de aard van de gedraging welk handhavingsregime wordt toegepast. Wanneer een inburgeringsplichtige met een bijstandsuitkering een traject volgt waarin enerzijds een aantal uren taallessen en sportactiviteiten moeten worden gevolgd en anderzijds gedurende enige dagen stage wordt gelopen leidt het niet verschijnen op de stage tot het verlagen van de uitkering in plaats van tot het opleggen van een boete. Ook bij het niet verschijnen op een training werknemersvaardigheden past een verlaging van de uitkering. Bij het niet verschijnen op voortgangsgesprekken over het PIP of het niet verschijnen bij taallessen past een boete.

Let op: wanneer een gedraging leidt tot een overtreding van de Participatiewet en artikel 18 of 18 b van deze wet laat de gemeente geen ruimte om af te zien van verlaging van de bijstandsuitkering, dan legt de gemeente een maatregel op en geen boete op grond van de wet. In deze situaties gaat de Participatiewet dus voor op de Wet inburgering 2021. Dit volgt uit de formulering van artikel 27 Wet inburgering 2021.

Dit betekent dat wanneer participatie-activiteiten die plaatsvinden in een inburgeringstraject middels een beschikking op grond van de Participatiewet geconcretiseerd en verplicht worden (als uitvloeisel van de arbeids- en reïntegratieverplichtingen) een boete op grond van de Wet inburgering 2021 in de regel niet meer mogelijk is. In die situaties verplicht namelijk de Participatiewet en de daarop gebaseerde afstemmingsverordening meestal tot het opleggen van maatregelen.

Het is belangrijk dat het gekozen handhavingsregime een passende prikkel geeft om de inburgeringsplichtige te motiveren het inburgeringstraject succesvol te voltooien. Met de toevoeging ‘bij voorkeur’ wordt aangegeven dat met het oog op de individuele situatie van de inburgeringsplichtige ook een andere afweging kan worden gemaakt  (behoudens de situatie dat de participatie-activiteiten als uitvloeisel van de arbeids- en reïntegratieverplichtingen vanuit de Participatiewet zijn opgelegd).

Boete of maatregel

Bij de keuze voor handhaving in de vorm van een boete of in de vorm van een maatregel moet ook afgewogen worden welk handhavingsregime in het individuele geval het best bijdraagt aan het succesvol voltooien van het inburgeringstraject. Handhaven heeft immers tot doel inburgeringsplichtigen te motiveren mee te werken en zo snel mogelijk in te burgeren op het voor hen hoogst haalbare niveau. Boetes en maatregelen zijn een laatste redmiddel om onwillige inburgeringsplichtigen te stimuleren om de verplichtingen en afspraken in hun PIP na te komen. Te veel nadruk op of een te zware sanctionering kan leiden tot demotivatie, financiële problemen en stress. Dit moet zoveel mogelijk voorkomen worden.

Inburgeringsplichtigen moeten uit de beschikking kunnen opmaken of een boete op grond van de wet wordt opgelegd of dat de uitkering wordt verlaagd op grond van de Participatiewet.

Meer informatie

Meer informatie over de samenhang van handhaving op grond van de Wi2021 en de Participatiewet is te vinden in het informatiedocument Samenloop Wet inburgering 2021 en Participatiewet (VNG • januari 2022)