Overslaan en naar de inhoud gaan

Modelverordening inburgering

Laatste update:

Toelichting per artikel

7 Leerroutes

Om aan de inburgeringsplicht te voldoen moeten inburgeringsplichtigen één van de leerroutes succesvol afronden. Hierbij is het de bedoeling dat zij binnen de inburgeringstermijn het voor hen hoogst haalbare taalniveau bereiken, het liefst niveau B1 of hoger. Omdat dit taalniveau niet voor iedereen haalbaar is, kunnen inburgeringsplichtigen in het nieuwe inburgeringsstelsel via drie verschillende leerroutes voldoen aan de inburgeringsplicht.

Een tweede doel van de leerroute is dat de inburgeringsplichtige zo snel mogelijk meedoet in de Nederlandse samenleving en op de arbeidsmarkt. Iedere leerroute bevat ruimte voor maatwerk.

De leerroutes bestaan bij voorkeur uit een taal- en een participatiecomponent, alleen voor de Z-route geldt hier een verplichting. De participatiecomponent is gericht op deelname aan het dagelijkse leven in Nederland en biedt inburgeringsplichtigen de kans om in de praktijk te oefenen met de taal en een sociaal netwerk op te bouwen. Gemeenten geven bij het opstellen van het PIP invulling aan deze participatiecomponent. De verwachting hierbij is dat zij maatwerk leveren en rekening houden met de capaciteiten, persoonlijke situatie en leerbaarheid van inburgeringsplichtigen.

Gemeenten kunnen zelf bepalen hoe zij invulling geven aan de participatiecomponent van de leerroutes. Mogelijkheden zijn bijvoorbeeld: een vorm van vrijwilligerswerk, een werkervaringsplek of een vorm van non-formeel onderwijs, zoals een taalcoach of -maatje.

Welke leerroute passend is, bepaalt de gemeente aan de hand van de uitkomst van de leerbaarheidstoets en alle overige informatie uit de brede intake over de persoonlijke situatie en achtergronden van de inburgeringsplichtige. De gemeente houdt bij het vaststellen van de leerroute rekening met de wensen van de inburgeringsplichtige voor zijn of haar inburgeringstraject.

Deze bepaling in de verordening geeft een overzicht van de verschillende leerroutes die de wet kent, de doelstelling van deze routes en de manier waarop de gemeente in samenspraak met de inburgeringsplichtige de leerroute vaststelt. Het opnemen van deze bepaling in de verordening draagt bij aan de leesbaarheid en samenhang, maar is niet verplicht omdat deze informatie ook is terug te vinden in de wet, nadere regelgeving en de toelichtingen daarop.

B1-route

De B1-route is gericht op:

  1. het zo snel mogelijk beheersen van de Nederlandse taal op taalniveau B1 of hoger;
  2. het vergroten van het perspectief op de arbeidsmarkt.

Deze leerroute is bedoeld voor alle inburgeringsplichtigen die dit taalniveau binnen de inburgeringstermijn kunnen bereiken. Als taalniveau B1 toch niet haalbaar is, is het mogelijk om na aanzienlijke inspanningen (onderdelen van) het inburgeringsexamen op taalniveau A2 te doen (artikel 17 lid 3 van de wet en artikel 3.12 van het Besluit). De verwachting is dat het grootste deel van de inburgeringsplichtigen in aanmerking komt voor de B1-route. De doelgroep is breed, waardoor de leeftijd, leerbaarheid en het opleidingsniveau van deelnemers uiteen kan lopen. Vanwege de diversiteit van de doelgroep is er in de nieuwe Wet inburgering geen minimum of maximum aantal lesuren (per week) opgenomen. 

Onderwijsroute

De onderwijsroute is een schakelvoorziening gericht op:

  1. het zo snel mogelijk beheersen van de Nederlandse taal op taalniveau B1 of hoger;
  2. instroom in het regulier beroepsonderwijs (mbo of hbo) of wetenschappelijk onderwijs (wo).

Deze leerroute is bedoeld voor inburgeringsplichtigen met een hoge leerbaarheid die bovendien gemotiveerd zijn om een opleiding te volgen. De onderwijsroute heeft geen formele leeftijdsgrens, maar het ligt voor de hand dat gemeenten met name jonge inburgeringsplichtigen in de onderwijsroute plaatsen. Deze groep heeft immers nog een heel werkzaam leven in Nederland voor zich. Bovendien komen jongeren tot 30 jaar in aanmerking voor studiefinanciering.

Zelfredzaamheidsroute (Z-route)

De Z-route is gericht op het beheersen van de Nederlandse taal op het voor de inburgeringsplichtige hoogst mogelijke niveau (en bij voorkeur op niveau A1).

Het doel van deze leerroute is dat inburgeringsplichtigen uiteindelijk zelfstandig kunnen deelnemen aan de Nederlandse samenleving. De Z-route is bedoeld voor inburgeringsplichtigen met een lage leerbaarheid van wie wordt verwacht dat zij veel moeite hebben met het leren van de Nederlandse taal, waardoor de B1- en de onderwijsroute waarschijnlijk niet haalbaar zijn. Naar verwachting gaat het hier met name om inburgeringsplichtigen die in het land van herkomst weinig of geen scholing hebben gehad.

Een participatiecomponent is verplicht in de Z-route. De inburgeringscursus sluit aan bij de lagere leerbaarheid van de inburgeringsplichtige en heeft als doel de inburgeringsplichtige zelfredzaam te maken in de maatschappij, onder andere via praktijkleren. De participatiecomponent is gericht op deelname aan het dagelijks leven in Nederland. Er gaat bijvoorbeeld extra aandacht uit naar mobiliteit, omgaan met geld, digitale vaardigheden, het onderwijs en de praktische toepassing van taal.

Alfabetiseringsonderwijs maakt deel uit van de leerroute als de inburgeringsplichtige analfabeet is of anders gealfabetiseerd. Afspraken hierover worden opgenomen in het PIP. Veelal betreft het hier inburgeringsplichtigen die de Z-route gaan volgen, maar: niet iedereen die alfabetiseringsonderwijs nodig heeft volgt automatisch de Z-route. Voor anders-gealfabetiseerden en analfabeten met voldoende leerbaarheid kan een advies voor een andere leerroute ook passend zijn.