Overslaan en naar de inhoud gaan

Modelverordening inburgering

Laatste update: 15 juni 2022

Toelichting per artikel

10 Module Arbeidsmarkt en Participatie

De MAP is onderdeel van de inburgeringsplicht. De gemeente heeft als taak om alle inburgeringsplichtigen in haar gemeente die de B1-route en de Z-route volgen een passend aanbod te doen voor de MAP. Inburgeringsplichtigen die de onderwijsroute volgen zijn vrijgesteld van deelname aan de MAP. Dit onderdeel wordt in de onderwijsroute namelijk vervangen door het onderdeel studieloopbaanbegeleiding.

Het doel van de MAP is om inburgeringsplichtigen te laten kennismaken met en hen voor te bereiden op deelname aan de Nederlandse arbeidsmarkt. De MAP bestaat uit verschillende activiteiten gericht op het ontwikkelen van de benodigde vaardigheden en kennis om duurzaam te kunnen meedoen op de Nederlandse arbeidsmarkt.

Het programma van de MAP bevat minimaal één activiteit gericht op de praktische inzet van inburgeringsplichtigen op de Nederlandse arbeidsmarkt. Die activiteit vindt plaats op een taalrijke plek waar inburgeringsplichtigen werkervaring kunnen opdoen die aansluit bij hun beroepskansen en -wensen. Dit geeft hun het meeste inzicht in de eigen capaciteiten en leer- en ontwikkelpunten met het oog op het gewenste beroep.

Verder biedt het hun de mogelijkheid om een relevant netwerk op te bouwen. Is een dergelijke praktische activiteit niet mogelijk, dan wordt er van gemeenten verwacht dat zij naar passende alternatieven zoeken, zoals vrijwilligerswerk of werkbezoeken aan relevante werkgevers. Dit onderdeel behelst minimaal veertig uur.

Invulling MAP

Bij de totstandkoming van de wet is gekozen voor een minimale urennorm van veertig uur om te waarborgen dat inburgeringsplichtigen daadwerkelijk een beeld krijgen van wat werken in Nederland inhoudt. Tegelijkertijd moet dit onderdeel voor gemeenten uitvoerbaar zijn. Ze zijn immers ook verantwoordelijk voor het vinden van een (werk)plek die passend is bij de beroepscompetenties en beroepskansen van een inburgeringsplichtige.

De gemeente is vrij om te bepalen op welke manier zij verder invulling geeft aan de MAP. Wel wordt verwacht dat zij maatwerk levert en het programma afstemt op de capaciteiten, persoonlijke situatie en ontwikkelmogelijkheden van de inburgeringsplichtige. Hierbij heeft de gemeente de ruimte om het programma te laten aansluiten op de lokale arbeidsmarkt. Gemeenten zijn in ieder geval verplicht om activiteiten op te nemen gericht op de volgende acht thema’s:

Thema Algemeen doel
1. Beroepsoriëntatie Inburgeringsplichtigen zijn in staat om voor zichzelf een concrete beroepswens te formuleren op basis van hun kennis van de Nederlandse arbeidsmarkt.
2. Werknemerscompetenties Inburgeringsplichtigen hebben kennis van de werknemerscompetenties die op de Nederlandse arbeidsmarkt gewaardeerd worden en zijn in staat om bij sollicitaties en op de werkvloer hun positieve eigenschappen te benoemen.
3. Realistisch beroepsbeeld Inburgeringsplichtigen hebben een realistisch beeld van de inhoud van hun gewenste beroep en hebben hun persoonlijke mogelijkheden meegewogen in hun keuze.
4. Beroepskansen Inburgeringsplichtigen zijn in staat om informatie te vinden over de vraag op de arbeidsmarkt naar hun gewenste beroep en om deze informatie mee te wegen in hun keuze.
5. Beroepscompetenties verwerven Inburgeringsplichtigen zijn in staat om beroepscompetenties te verwerven en onderhouden – zowel qua kennis als qua taal en communicatie – om (blijvend) te voldoen aan de eisen die de arbeidsmarkt of opleiding aan hun gewenste beroep stelt.
6. Netwerk opbouwen Inburgeringsplichtigen zijn in staat om een netwerk op te bouwen en uit te breiden, waardoor zij hun kansen vergroten om via dit netwerk zelfstandig werk te vinden.
7. Werk vinden Inburgeringsplichtigen kunnen zoeken naar (betaald) werk op een manier die past bij hun gewenste beroep. Zij weten hoe zij moeten solliciteren op de Nederlandse arbeidsmarkt en hoe zij zich moeten presenteren. In het proces van zoeken naar werk zijn zij in staat om actief te participeren op een werkplek, contacten te leggen en een begin te maken met het betreden van de arbeidsmarkt.
8. Werkcultuur Inburgeringsplichtigen kunnen zich op een passende wijze gedragen op de Nederlandse werkvloer.

Deze thema’s zijn vastgelegd in artikel 3.1.1 van de Regeling. In de verordening is in lid 1 de doelstelling van de MAP en het beoogde resultaat van de acht thema’s benoemd.

Eindgesprek

De MAP wordt afgesloten met een eindgesprek, waarin de gemeente beoordeelt of de inburgeringsplichtige voldoet aan de urennorm en voldoende kennis en vaardigheden heeft opgedaan over de vastgestelde thema’s. De gemeente houdt hierbij rekening met de capaciteiten en de vermogens van de inburgeringsplichtige. Zo mag van een inburgeringsplichtige in de B1-route meer verwacht worden dan van een inburgeringsplichtige in de Z-route.