Overslaan en naar de inhoud gaan

Maatwerk Participatiewet voor de ondersteuning van jongeren in een kwetsbare positie

Laatste update: 27 oktober 2025

13. De weg vinden in de Jeugdwet, Wmo, Participatiewet en schuldhulpverlening

De jongere moet voor verschillende hulpvragen (inkomen, wonen, begeleiding, schulden) bij verschillende loketten van de gemeente aankloppen. Een integrale aanpak, waarbij één regisseur de jongere ondersteunt op alle levensgebieden, ontbreekt vaak. Aarzel nooit met het zetten van de eerste stappen, ook als nog niet alle (formele) stappen zijn doorlopen.

Tot hun 18e verjaardag vallen jongeren met problemen onder de Jeugdwet. Gemeenten hebben een jeugdhulpplicht die zorg en ondersteuning moet garanderen. Bepaalde vormen van jeugdhulp kunnen doorlopen na de 18e verjaardag (tot maximaal 23 jaar). Het gaat dan om de hulp die andere wetten (zoals de Zvw of Wmo) niet overnemen. 

In de praktijk blijkt de overgang echter vaak een 'harde knip'. Veel hulptrajecten, zoals verblijf in een jeugdzorginstelling of begeleiding, stoppen abrupt op de 18e verjaardag. De jongere wordt geacht 'volwassen' te zijn en zelfstandig de weg te vinden naar nieuwe instanties.

Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Jongeren worden vaak onvoldoende voorbereid op een zelfstandig leven. Vaardigheden op het gebied van financiën, administratie en het runnen van een huishouden zijn niet altijd adequaat ontwikkeld. Bepaalde vormen van jeugdhulp, zoals begeleiding of begeleid wonen (denk bijvoorbeeld aan kamertraining) vallen na het 18e jaar onder de Wmo. 

De Wmo zou na het wegvallen van de Jeugdwet een vangnet moeten bieden voor begeleiding en opvang. De vraag naar opvangplekken is echter groot en de wachtlijsten zijn lang. Een jongere die op straat belandt, kan niet direct rekenen op een plek. 

De Wmo is vooral gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie. De aangeboden begeleiding is echter niet altijd passend bij de meervoudige en complexe problematiek van dakloze jongeren, die vaak ook te kampen hebben met psychische problemen, verslaving of een licht verstandelijke beperking.

Schulden en inkomen

Schulden zijn een veelvoorkomend en verlammend probleem voor jongeren. Het ontbreken van een stabiel inkomen en de financiële onzelfstandigheid maken hen kwetsbaar voor het aangaan van schulden. 

De drempels voor schuldhulpverlening zijn hoog. Veel schuldhulpverleningstrajecten vereisen een stabiele leefsituatie en een stabiel inkomen als voorwaarde om te kunnen starten. Dit is een vicieuze cirkel voor een jongere in een kwetsbare positie.Het aanvragen van schuldhulpverlening vraagt daarnaast veel eigen initiatief en doorzettingsvermogen, iets wat voor een jongere in een overlevingsmodus moeilijk op te brengen is.

Participatiewet

Voor een inkomen is de dakloze jongere vanaf 18 jaar aangewezen op de Participatiewet. Voor het aanvragen van een bijstandsuitkering is een (brief)adres en een geldig identiteitsbewijs vereist. Het regelen van een briefadres is voor een dakloze jongere zonder stabiel netwerk een belangrijk knelpunt. Gemeentelijke procedures hiervoor kunnen ingewikkeld en tijdrovend zijn. Voor het aanvragen van een identiteitskaart moet je in principe ingeschreven staan bij een gemeente. Daarnaast kost een identiteitskaart geld. De knelpunten rondom het briefadres en de identiteitskaart kunnen direct leiden tot een periode zonder inkomen en dakloosheid .

De gemeente kan dit risico wegnemen door te zorgen voor een laagdrempelig, centraal punt bij de gemeente (bijvoorbeeld bij het sociaal wijkteam, lokaal team of een jongerenloket) waar een jongere zich direct kan inschrijven voor een briefadres. Als een jongere zich meldt zonder vaste woonplek, moet het aanbieden van een briefadres de allereerste standaard stap zijn die de gemeente zet, nog voordat er over andere zaken wordt gesproken. Vervolgens kan een ID-kaart worden aangevraagd. De gemeente kan ervoor kiezen om de kosten voor een ID-kaart voor deze specifieke doelgroep kwijt te schelden, of hier bijzondere bijstand voor te verlenen. 

Harde knip

De harde knip tussen Jeugdwet (tot 18e verjaardag) en de Participatiewet en de Wmo moet vermeden worden. Dit kan door een warme overdracht of doorlopende begeleiding tot minimaal 21 jaar standaard te maken. Zie voor meer informatie de Handreiking briefadressen en het voorkomen van dakloosheid.

Vrijwilligersorganisaties 

Voor hulpverlening op het gebied van schuldhulpverlening kan naast de ondersteuning ook verwezen worden naar vrijwilligersorganisaties zoals Humanitas, Schuldhulpmaatje en het Leger des Heils. Ook is in veel gemeenten het Jongeren Perspectief Fonds actief.

De kern van de oplossing ligt in een integrale, persoonsgerichte aanpak die de harde overgang van 18- naar 18+ verzacht en jongeren continuïteit en stabiliteit biedt. Een voorbeeld hiervan is uitgewerkt in voorbeeldcasus Leo.

Voorbeeld: Leo, 18 jaar en op straat

De situatie (net voor zijn 18e verjaardag): 

Leo is 17 jaar. Na maanden van oplopende conflicten thuis is de situatie onhoudbaar geworden. Hij verblijft tijdelijk bij vrienden op de bank, maar dit kan niet lang meer duren. Hij is gestopt met zijn mbo-opleiding en heeft geen inkomen. Via school had hij contact met een jeugdwerker, die hem een beetje op weg hielp. 

Leo heeft een openstaande telefoonrekening van € 450 die door incassokosten is opgelopen naar € 800. In de chaos is hij ook zijn portemonnee met zijn ID-kaart kwijtgeraakt.

De verjaardag: Leo wordt 18

Op de dag dat Leo 18 wordt, verandert alles. Leo loopt vast in het systeem en besluit hulp te zoeken bij de gemeente. Hij wil zijn leven op de rit krijgen, maar loopt direct tegen een muur van regels aan.

  1. Jeugdwet → Het zwarte gat

    Knelpunt: De jeugdwerker die hij kende, belt hem om hem te feliciteren, maar moet hem ook vertellen dat zijn dossier formeel wordt gesloten. "Je bent nu volwassen, Leo. Je moet je melden bij het loket voor volwassenen." De warme overdracht ontbreekt. Leo voelt zich aan zijn lot overgelaten en moet zijn hele verhaal opnieuw doen bij onbekende gezichten.

  2. Participatiewet → De administratieve vesting

    Knelpunt: Leo meldt zich bij het Jongerenloket van de gemeente voor een bijstandsuitkering. 

    Horde 1: Geen ID-kaart. De baliemedewerker zegt: "Zonder geldig legitimatiebewijs kan ik je aanvraag niet in behandeling nemen."

    Horde 2: Geen briefadres. Op de vraag waar hij woont, antwoordt Leo: "Nergens." Om een uitkering aan te vragen, moet hij ingeschreven staan in de Basisregistratie Personen (BRP). De vriend waar hij slaapt, durft hem geen briefadres te geven uit angst voor problemen met zijn eigen uitkering of huurtoeslag.

    Gevolg: Leo kan zijn aanvraag niet eens starten. Hij zit vast en heeft nul inkomen.

  3. Wmo → De wachtlijst

    Knelpunt: De medewerker van het Jongerenloket verwijst Leo door naar het Wmo-loket voor maatschappelijke opvang en begeleiding. Daar krijgt hij te horen dat de wachtlijst voor een plek in de jongerenopvang of voor begeleid wonen maandenlang is. Voor de nachtopvang voor volwassenen is hij bang. Hij heeft nu begeleiding nodig om zijn leven op orde te krijgen, maar die is niet direct beschikbaar.

  4. Schuldhulpverlening → De kip-en-ei-situatie

    Knelpunt: Wanhopig door de brieven van het incassobureau, meldt Leo zich ook voor schuldhulp. De schuldhulpverlener is vriendelijk, maar legt uit dat er voor een officieel schuldhulpverleningstraject een stabiele basis nodig is: een vast adres en een stabiel inkomen. Precies de twee dingen die Leo niet heeft. Hij krijgt het advies terug te komen als zijn uitkering en woonsituatie geregeld zijn.

Tussenstand: Na een week rondlopen is Leo moedelozer dan ooit. Hij heeft geen ID, geen adres, geen inkomen, geen woning, geen begeleiding en zijn schuld loopt op. De verschillende wetten en loketten werken langs elkaar heen en houden elkaar in een wurggreep. 

De oplossingen: Een integrale aanpak met één regisseur

In een ideale (en wettelijk mogelijke) situatie wordt Leo direct geholpen door een gemeente die integraal werkt. De oplossing zit niet in het veranderen van de wetten, maar in de uitvoering ervan.

Stap 1: Eén vaste contactpersoon (De regisseur)
  • Oplossing: Bij het Jongerenloket krijgt Leo direct een vaste contactpersoon toegewezen: een jongerencoach of casemanager. Deze persoon wordt zijn gids door het systeem en coördineert alle benodigde hulp. Leo hoeft zijn verhaal maar één keer te doen.
Stap 2: De basis op orde (Participatiewet & Wmo gecombineerd)
  • Oplossing (ID-kaart): De coach helpt Leo. Hij vraagt direct bijzondere bijstand aan voor de kosten van een nieuwe ID-kaart. Hij maakt de afspraak bij de burgerzaken en gaat eventueel met Leo mee.
  • Oplossing (Briefadres): De coach weet dat een briefadres cruciaal is. Hij bespreekt met de gemeente de mogelijkheid van een gemeentelijk briefadres. Omdat Leo een jongere in een kwetsbare positie is, wordt deze procedure met voorrang behandeld. Binnen enkele dagen is het geregeld.
  • Oplossing (Inkomen): Zodra ID en briefadres geregeld zijn, dient de coach samen met Leo de bijstandsaanvraag in. Cruciaal: hij pleit bij de gemeente om de wettelijke zoektermijn van vier weken niet toe te passen vanwege Leo’s crisissituatie. Tegelijkertijd vraagt hij direct een voorschot op de uitkering aan, zodat Leo binnen 1-2 weken zijn eerste geld heeft en niet verder in de problemen komt.
  • Oplossing (Wonen): Gelijktijdig meldt de coach Leo aan voor een traject als 'Kamers met Kansen' of een andere vorm van begeleid wonen vanuit de Wmo. In afwachting van een definitieve plek, regelt hij met voorrang een tijdelijke, veilige slaapplaats in de jongerenopvang, niet in de reguliere nachtopvang.
Stap 3: Stabiliseren en vooruitkijken (Schuldhulpverlening & Wmo)
  • Oplossing (Schulden): De coach brengt Leo in contact met een schuldhulpverlener die gespecialiseerd is in jongeren. Deze start een 'stabilisatietraject': hij neemt contact op met het incassobureau, legt de situatie uit en treft een betalingsregeling zodra Leo’s eerste inkomen binnen is. Hij leert Leo budgetteren met zijn uitkering.
  • Oplossing (Begeleiding): De Wmo-begeleiding start direct, nog voordat Leo een vaste woonplek heeft. De begeleider helpt Leo met praktische zaken, het opbouwen van een dagritme en het aanpakken van zijn mentale stress. Samen maken ze een plan om op termijn weer een opleiding op te pakken.

Conclusie van de oplossing: 

Door een integrale aanpak met één regisseur wordt de vicieuze cirkel doorbroken. De verschillende wetten worden niet als losse horden gezien, maar als instrumenten die tegelijkertijd kunnen worden ingezet om een totaaloplossing te bieden. Binnen enkele weken heeft Leo de fundamenten om zijn leven weer op te bouwen: een ID, een (brief)adres, een inkomen, een veilige (tijdelijke) woonplek, en de juiste begeleiding voor zijn schulden en toekomstperspectief.

Inhoud