Overslaan en naar de inhoud gaan

Samen tot je recht komen

Laatste update:

4 Aanbevelingen en conclusie

4.2 Aanbevelingen voor het ministerie van Justitie en Veiligheid

Onze vragen gingen niet alleen over wat gemeenten kunnen doen, maar ook over wat zij nodig hebben om hun verantwoordelijkheid te pakken. Met andere woorden: welke randvoorwaarden moeten geborgd zijn?

Onze aanbevelingen voor het ministerie van Justitie en Veiligheid zijn:    

1. Duidelijke toegang (tot het recht)

Gemeenten zijn continu bezig om de toegang tot het sociaal domein zo laagdrempelig mogelijk te maken. In de pilots zien we dat achter die toegang de samenwerking met het juridisch domein op veel plekken steeds meer vorm krijgt. Deze verbetering van toegang tot het sociaal en het juridisch domein kan door het ministerie van Justitie en Veiligheid op verschillende manieren verstevigd worden:

  • Pas vanuit het perspectief van de rechtzoekenden de werkwijzen en regelingen aan die bepalend zijn voor de toegang tot het recht. Bijvoorbeeld:
     
    • Zorg zoveel mogelijk voor ‘one-stop’-dienstverlening, direct aansluitend op een eerste contact, bij voorkeur inclusief de inkomenstoets en de matching en toevoeging van advocaten/mediators.
       
    • Bepaal de scope en reikwijdte van de dienstverlening van het Juridisch Loket. Toets of en hoe er voor juridische dienstverlening op maat voor alle inwoners kan worden gezorgd, nu niet gekozen is voor een verplichte toegang via het Juridisch Loket. Op welke wijze en door wie kan een rechtzoekende − via diagnose en triage − naar de best passende ondersteuning worden toegeleid? 
       
    • Pas de tarieven van advocaten en mediators aan, maak deze flexibeler en stem ze af op de behoefte aan inzet voor de inwoner. Bevorder daarmee ook de samenwerking met het netwerk van onafhankelijke ondersteuners. Maak het daarmee bijvoorbeeld mogelijk voor advocaten om deel te nemen aan een signaleringsoverleg en een consultatierol, bijvoorbeeld zoals in de pilot ‘Samenwerken in de eerste lijn’.
       
    • Maak de toegang tot het recht voor álle inwoners financieel mogelijk. Laat onafhankelijk onderzoeken of dit voldoende is gewaarborgd voor rechtzoekenden waarvan het inkomen hoger uitkomt dan de huidige inkomensgrens in de Wet op rechtsbijstand voor de toegang tot het Juridisch Loket, mediators, (sociaal) advocaten en de rechter. En kijk ook of de hoogte van de eigen bijdrage door alle Wrb-gerechtigden kan worden opgebracht.
       
  • Toets wijzigingen in het stelsel altijd aan de vraag of daarmee voor álle inwoners de grondwettelijke toegang tot het recht in de vorm van onafhankelijke rechtshulp, rechtsbijstand en (integrale) geschillenbeslechting voldoende is verzekerd. Wat ‘voldoende’ is, is mede afhankelijk van politiek-bestuurlijke besluitvorming over de inzet van middelen en overige randvoorwaarden.

2. Samenwerking (domeinoverstijgend)

Gemeenten kunnen op lokaal niveau veel doen aan samenwerking met (juridische) partners. Vanuit het ministerie van Justitie en Veiligheid kan deze samenwerking worden ondersteund:

  • Stel een domeinoverstijgend sociaaljuridisch dienstverleningsconcept vast. Vanuit gemeenten maakt dit deel uit van het programma Robuuste rechtsbescherming van Divosa. Om goede samenwerking tussen het sociaal en juridisch domein en bínnen het juridisch domein te bevorderen, is een helder beeld van de gewenste dienstverlening ook vanuit het ministerie van Justitie en Veiligheidnodig. Dit biedt de uitvoeringspraktijk kaders om te voldoen aan de doelen en uitgangspunten van de stelselvernieuwing.

    Om commitment van alle partners te krijgen, is het belangrijk om dit concept samen op te stellen en vanuit de inwoner te formuleren. Gebruik het dienstverleningsconcept als basis voor inwonergerichte communicatie, een goede rolverdeling en mandatering van professionals en voor het formuleren van duidelijke kwaliteitscriteria voor de dienstverlening en benodigde competenties van medewerkers.

    Gebruik het dienstverleningsconcept ook als basis om in het netwerk afspraken te maken over werkprocessen, gegevensuitwisseling, informatiearchitectuur en overige randvoorwaarden.
     

  • Monitor structureel bij inwoners en rechtzoekenden of de verbeteringen in het dienstverleningsproces en de samenwerking het gewenste effect sorteren. Gebruik daarvoor de ontwikkeling van een gebruikersevaluatie (Raad voor de Rechtsbijstand) en het inventarisatieonderzoek dat plaatsvindt naar de sociaaljuridische ondersteuning in alle 342 gemeenten (Divosa).
     
  • Maak het mogelijk om met multidisciplinaire juridische dienstverlening in de eerste lijn beter aan te sluiten bij de behoefte van inwoners. Het verschilt per casus welke juridische dienstverlening (eventueel in combinatie met andere dienstverlening) het meest passend is om een inwoner snel en adequaat te kunnen helpen. Grijp een eerste contact daarom aan om – met mandaat – direct de juiste route van de ondersteuning te bepalen.

    Maak daarvoor onder andere mogelijk dat er  vanuit de eerste lijn ook direct een geschikte verwijzing naar advocaat of mediator onder toevoeging kan plaatsvinden. Bevorder dat advocaten en mediators flexibel inzetbaar zijn bij informele geschillenbeslechting in de eerste lijn. 

3. Responsief werken

Responsief werken draait niet alleen om dienstverlening aan inwoners, het gaat ook om responsief werken tussen overheden.

  • Wees duidelijk in de communicatie. Helder, laagdrempelig en begrijpelijk communiceren met inwoners is belangrijk. Net zo belangrijk is helder en duidelijk met mede-overheden en samenwerkingspartners te communiceren over wat de visie, kaders en randvoorwaarden zijn waarbinnen (samen-)gewerkt wordt.
     
  • Investeer in responsief werken. Professionals trainen en nieuwe werkwijze eigen maken kost tijd en geld. Ook is er tijd nodig om met elkaar te blijven reflecteren op wat dit oplevert, waar het mis gaat en wat we daarvan leren.

4. Aanbevolen vervolgacties

  • In het programma Stelselvernieuwing rechtsbijstand heeft het ministerie ervoor gekozen om de rechtsbijstand bij straf-, asiel- en ggz-gerelateerde casuïstiek afzonderlijk te bezien. Op deze rechtsgebieden vindt echter wel ruim vijftig procent van alle toevoegingen van advocaten plaats. Overweeg daarom ook op deze gebieden een vervolgaanpak te starten van meer samenwerking tussen sociaal en juridisch domein. Trek daarbij onder andere lering uit de ervaringen die zijn opgedaan rond het life event (v)echtscheidingen, de pilot wijkrechtbank Eindhoven en het onderwerp ondermijning.
     
  • Stimuleer als stelselverantwoordelijk ministerie van Justitie en Veiligheid dat we als responsieve overheden blijven leren van de conflicten met inwoners in de overheidsdienstverlening. Bijvoorbeeld door op landelijk niveau ontmoeting te faciliteren, niet alleen tussen gemeenten en juridisch domein, maar ook met de grote uitvoeringsorganisaties.