Overslaan en naar de inhoud gaan

Handreiking Studietoeslag

Laatste update:

11 Vraag en antwoord

11.4 Structurele medische beperking en objectief medisch advies

Vraag 45: Wat wordt bedoeld met ‘structureel’?

Het structurele heeft betrekking op de beperking. De beperking moet structureel van aard en ernstig genoeg zijn om een rechtstreeks verband te kunnen leggen met het niet in staat zijn van het verwerven van inkomsten naast de studie. Of sprake is van een structurele medische beperking zal in de meeste gevallen beoordeeld worden door een onafhankelijk medisch advies waarin de structurele medische beperking objectief medisch vastgesteld wordt, zie hoofdstuk 4.1.

Vraag 46: wat wordt bedoeld met een ‘afzienbare termijn’?

Dit is een niet al te lange termijn. Het betekent dat op (redelijk) korte termijn geen verbetering is te verwachten. Er kan geen datum worden genoemd voor de verbetering. Het is (nog) niet te overzien wanneer dat wel het geval is. Voorlopig is er geen verbetering te verwachten. De gemeente kan daarover beleid opstellen (zie ook het modelbeleid). Het is aan te bevelen om uit te gaan van 6 maanden. Dat is gebaseerd op artikel 10 lid 2 en lid 3 van de Regeling Ontslagbesluit. 

Vraag 47: Is long COVID een structurele medische beperking?

Dat is afhankelijk van de aard, ernst en duur van de klachten in het individuele geval. Het is aan een onafhankelijke medische deskundige om vast te stellen of het een structurele medische beperking is.

Als iemand door de klachten langdurig niet kan werken naast de studie, zou er sprake zou kunnen zijn van een structurele medische beperking. Maar dat is ook afhankelijk van het zicht op herstel en van het gemeentelijk beleid over wanneer een medische beperking structureel is. In beleidsregels kunnen regels zijn opgenomen over hoe lang iemand in ieder geval niet in staat moet kunnen zijn naast de studie te werken.

Vraag 48: Wanneer kun je afzien van een medisch onderzoek of advies?

Daarop is geen standaardantwoord. De gemeente moet een eigen en individuele beoordeling maken van het specifieke geval. Soms is al op grond van eerdere toekenning van bijstand duidelijk dat er een structurele en medische beperking is. Een doktersverklaring kan voldoende zijn als die naar het oordeel van de gemeente ook onafhankelijk tot stand is gekomen. De zorgvuldigheid moet daarbij in acht worden genomen (artikel 3:2 Awb). Het mag voor een belanghebbende niet nadelig uitpakken dat het college besluit om geen medisch advies in te winnen, zie hoofdstuk 4.3.

Met andere woorden iemand die voldoet aan de voorwaarden van artikel 36b lid 3 Pw mag niet enkel door het afzien van een medisch advies geen studietoeslag toegekend krijgen. Het is wel mogelijk ook af te zien van een medisch advies als op voorhand al blijkt dat de belanghebbende geen recht heeft, bijvoorbeeld vanwege het recht op Wajong. Zie ook artikel 7 lid 3 van het modelbeleid.

Vraag 49: Hoe moet iemand aantonen niet in staat te zijn om inkomen uit arbeid te verwerven door een structurele en medische beperking?

Het uitgangspunt is dat het college een medisch advies vraagt om daar antwoord op te krijgen. Alleen als voor het college op voorhand duidelijk is dat er recht bestaat op studietoeslag mag van een medisch advies worden afgezien. De belanghebbende mag zelf medische gegevens overleggen, maar is daar niet toe verplicht.

Vraag 50: Is een verklaring van een psycholoog, psychiater of andere behandelaar van de belanghebbende voldoende voor een medisch advies? Of moet het medisch advies worden opgevraagd bij een onafhankelijke keuringsarts?

Het medisch advies moet worden uitgevoerd door een onafhankelijke arts. Het is aan het college om te bepalen of de arts onafhankelijk is. Het is niet noodzakelijk dat er een keuringsarts naar kijkt. Het gaat erom dat het een medisch objectief advies betreft waarbij de wettelijke criteria en kaders in acht worden genomen, zie hoofdstuk 4.2.

Vraag 51: Mag je een arts die in dienst is van de gemeente inzetten voor de beoordeling?

Het is van belang dat het medisch advies door een onafhankelijk persoon wordt uitgevoerd. Daarbij moeten de bepalingen van afdeling 3.5 Awb in acht worden genomen. Daarin staat dat iemand die een bestuursorgaan adviseert niet werkzaam mag zijn onder verantwoordelijkheid van dat bestuursorgaan. Dan geldt die arts niet als onafhankelijk, zie hoofdstuk 4.2.

Vraag 52: Stel dat de oude individuele studietoeslag is toegekend op basis van een verklaring van maatschappelijk werk en niet op een medisch advies. Kan het overgangsrecht dan wel worden toegepast, gezien de strengere criteria van de nieuwe studietoeslag?

Ja, het overgangsrecht kan dan worden toegepast. Het maakt daarbij niet uit dat de oude toegekende studietoeslag mogelijk niet voldoet aan de nieuwe regels per 1 april 2022. Pas na afloop van het overgangsrecht zal een nieuwe aanvraag wel aan de nieuwe regels worden getoetst.

Zie ook het praktijkvoorbeeld met Bas in hoofdstuk 3.2.

Inhoud