Overslaan en naar de inhoud gaan

Handreiking Studietoeslag

Laatste update:

1 De totstandkoming van de nieuwe studietoeslag

Introductie

Bij de invoering van de Participatiewet (Pw) op 1 januari 2015 werd de individuele studietoeslag geregeld in artikel 36b Pw. Het doel van de regeling was altijd financiële steun bieden aan studenten die door een medische beperking niet kunnen bijverdienen naast hun studie. Uit het rapport evaluatie individuele studietoeslag (1) van de Inspectie SZW van december 2018 bleek echter dat de regeling niet goed werd benut. Daar zijn verschillende redenen voor:

  • Gemeenten kunnen de doelgroep moeilijk bereiken.
  • De gemiddelde hoogte van de studietoeslag is lager dan die van de eerdere studieregeling Wajong2010.
  • Sommige aanvullende voorwaarden vormden een belemmering. Vooral de voorwaarde ‘niet in staat zijn het wettelijk minimumloon (WML) te kunnen verdienen’ zorgde dat veel mensen de studietoeslag niet kregen.

De voorwaarde dat iemand niet het wettelijk minimumloon kan verdienen had niet de uitwerking die de wetgever voor ogen had. Er werd dan namelijk gekeken naar het toekomstig verdienvermogen.

Gemeentenieuws van SZW 2019-5 schreef voor dat deze voorwaarde als volgt geïnterpreteerd moet worden: door een medische beperking naast de studie structureel niet kunnen bijverdienen. De minister gaf aan dat gemeenten vanaf dat moment individuele studietoeslag met die interpretatie moesten beoordelen. Die voorwaarde is uiteindelijk ook zo opgenomen in artikel 36b Pw, dat op 1 januari 2020 in werking trad. (2)

Voetnoten

  1. Detail 2018D60493 | Tweede Kamer der Staten-Generaal.
  2. Stb. 2019, 483 voor de bekendmaking en Stb. 2019, 484 voor de inwerkingtreding.

Inhoud