Overslaan en naar de inhoud gaan

Financiën inrichting werkontwikkelbedrijven in vraag en antwoord

Laatste update: 21 juli 2025

3 Rijksbijdrage sociale infrastructuur

1 Hoe is de rijksbijdrage sociale infrastructuur opgebouwd?

De rijksbijdrage sociale infrastructuur is bedoeld voor werkplekken van mensen uit de banenafspraak die (tijdelijk) nog niet in staat zijn om bij een reguliere werkgever aan de slag te gaan. De bijdrage is structureel en onderdeel van de Integratie-uitkering Participatie, maar wordt apart inzichtelijk gemaakt. Ze richt zich niet op beschut werk, maar op mensen met een ontwikkelperspectief richting regulier werk. Het normbedrag is € 3.634 per plek. In 2025 wordt gestart met 5.000 plekken (€ 19,8 miljoen), oplopend naar structureel 10.000 plekken en € 34,7 miljoen vanaf 2035. 

2 Met welke kosten is rekening gehouden?

Deze rijksbijdrage is bedoeld voor bedrijfs- en overheadkosten en niet voor loonkosten of begeleiding. Dit is vergelijkbaar met de extra middelen voor beschut werk die in 2024 beschikbaar zijn gesteld. Voor loonkosten en begeleiding zijn andere budgetten beschikbaar.

3 Hoe komt dit geld bij werkontwikkelbedrijven terecht?

Het budget wordt uitgekeerd aan gemeenten via het gemeentefonds. Gemeenten maken vervolgens afspraken met hun werkontwikkelbedrijf over de inzet ervan.

4 Op welke wijze moet deze bijdrage verantwoord worden?

De middelen maken deel uit van het gemeentefonds. Gemeenten verantwoorden de inzet ervan aan hun eigen gemeenteraad.

5 Hoe verhouden de middelen in de meicirculaire 2025 zich tot die in 2024?

In 2024 kregen gemeenten incidenteel € 65 miljoen extra (via de rijksbijdrage Wsw) voor de sociale infrastructuur, vanwege acute financiële knelpunten. De eenmalige extra middelen liepen vooruit op verdere planvorming. Uit die planvorming zijn onder andere de rijksbijdrage sociale infrastructuur en het impulsbudget voortgekomen. 

6 Hoe worden de middelen verdeeld onder gemeenten?

De middelen worden verdeeld onder alle gemeenten op basis van de maatstaf ‘aantal personen doelgroepenregister; gemeentelijke doelgroep’. 

7 Wat als je het niet eens bent met de aantallen in de doelgroep en hiervoor bezwaar wil maken?

De verdeling is gebaseerd op het doelgroepenregister, beheerd door het UWV. Als een gemeente vindt dat de aantallen niet kloppen, moet ze dit aankaarten bij het UWV.

8 Hoe landt de rijksbijdrage sociale infrastructuur bij de werkontwikkelbedrijven?

Dit is per gemeente afhankelijk. Hoe dit gebeurt, wordt afgestemd in gesprekken tussen de gemeenten en de werkontwikkelbedrijven. De uitkomst is mede afhankelijk van de wijze waarop de ondersteuning voor deze doelgroep is georganiseerd. Daarom is hier geen generiek antwoord op te geven.

Contactpersoon