Financiën inrichting werkontwikkelbedrijven in vraag en antwoord
Laatste update: 21 juli 20255 Forfaitaire loonkostensubsidie beschut werk
1 Wat is de forfaitaire loonkostensubsidie beschut werk?
De forfaitaire loonkostensubsidie (LKS) voor beschut werk is aangekondigd in de voorjaarsnota 2025 en wordt naar verwachting structureel ingevoerd per 1 januari 2028. Zo mogelijk eerder, maar omdat hiervoor een wetswijziging nodig is, is dat streven wellicht niet haalbaar. De reden is dat het huidige systeem van loonwaardemeting niet goed werkt voor beschut werk: het leidt vaak tot een te lage vaststelling van de hoogte van de loonkostensubsidie. Daarnaast veroorzaakt een loonwaardemeting veelal stress bij medewerkers en zijn administratieve lasten hoog.
De forfaitaire LKS wordt naar verwachting vastgesteld op 68% van het wettelijk minimumloon (WML). Tot de wetswijziging in 2028 ontvangen gemeenten tijdelijk extra middelen via de rijksbijdrage beschut werk. Hiertoe worden als ophoging gelden van circa € 2.971 per plek aan toegevoegd. Dit geldt voor de jaren 2025, 2026 en 2027. Vanaf 2028 wordt de financiering ondergebracht in de BUIG (bijstandsbudget) en geldt realisatiebekostiging.
2 Per wanneer gaat de forfaitaire LKS voor beschut werk in?
De invoering van de forfaitaire LKS voor beschut werk staat gepland voor 1 januari 2028. Dit is afhankelijk van een wetswijziging, waarvoor parlementaire goedkeuring nodig is. Eerdere invoering is vanwege de benodigde wetgeving en financiële aanpassingen niet haalbaar.
3 Wanneer ontvangen gemeenten extra middelen tot de wetswijziging?
Gemeenten ontvangen de extra middelen vanaf de septembercirculaire 2025, met terugwerkende kracht over het hele jaar. De bijdrage wordt verwerkt als een ophoging van de rijksbijdrage beschut werk en bedraagt ongeveer € 2.971 per plek. Het totaalbudget in 2025 is € 34,3 miljoen.
4 Hoe kunnen gemeenten tot de wetswijziging omgaan met de loonwaardebepaling?
Tot de invoering van de forfaitaire LKS in 2028 blijft een loonwaardemeting voor beschutte medewerkers wettelijk verplicht. Zonder loonwaardemeting kan geen loonkostensubsidie verkregen worden. Het is aan gemeenten om te bepalen hoe vaak zij een loonwaardemeting herhalen. Het advies van de VNG is om hier pragmatisch mee om te gaan. Gemeenten kunnen de geldigheid van het advies verlengen zolang er geen ontwikkeling is. De meting mag nog steeds gebruikt worden voor individuele voortgang, maar is voor de subsidie straks niet meer bepalend.
De VNG adviseert gemeenten om in de financiële afspraken met werkontwikkelbedrijven nu al het percentage van 68% te hanteren om rust en voorspelbaarheid te bieden. Dit voorkomt ook een aparte uitbetalingsstroom van de extra € 3.000. Waar dat binnen bestaande financieringsafspraken lastig is, kan het Adviesteam Sociale Infrastructuur meedenken. In de verantwoording van het budget voor bijstand en loonkostensubsidies (via SiSa) dient men wel te rekenen met de uitkomsten van de loonwaardemetingen om dubbele financiering te voorkomen.
Voor beschut medewerkers in dienst van reguliere werkgevers geldt dit advies niet automatisch: daar is het risico op overcompensatie groter. Gemeenten kunnen de huidige aanpak voortzetten of ervoor kiezen om ook daar al een forfaitair percentage toe te passen. Wie hierover een doordachte aanpak heeft, kan die delen met het Adviesteam.
5 Waarom is de meting nog nodig?
De meting blijft verplicht zolang de wet niet is aangepast. Dit komt doordat de meting juridisch nog de basis is voor toekenning van loonkostensubsidie. Eén meting is altijd vereist, onder andere voor landelijke monitoring en verantwoording.
6 Is de bijdrage gelabeld?
Het budget is niet gelabeld. Ze is zichtbaar binnen de rijksbijdrage beschut werk, maar valt onder het gemeentefonds en is dus formeel vrij besteedbaar, zoals ook de andere onderdelen van de integratie-uitkering.
7 Wat wordt het percentage loonwaarde waarmee gerekend wordt? Hoe is dat bepaald?
Het forfaitaire percentage wordt vastgesteld op 68% van het WML. Dit is gebaseerd op landelijke gegevens (Cedris sectorinformatie), waaruit blijkt dat de gemiddelde loonkostensubsidie van beschut medewerkers nu rond de 57% ligt. Bij het vaststellen van de ophoging met 11% is onder andere gebruikgemaakt van inzichten over de netto toegevoegde waarde. Dit komt uit het onderzoek van Significant ‘De kosten en uitgaven van beschut werkplekken in Nederland’.
8 Welke risico’s lopen gemeenten als zij geen loonwaardemeting meer doen vóór de wetswijziging?
Zolang de wet niet is aangepast, blijft een loonwaardemeting juridisch vereist voor het inzetten van loonkostensubsidie. Als gemeenten zonder meting subsidie verstrekken, lopen ze risico’s bij de controle op de BUIG-uitgaven. De accountant kan in dat geval correcties opleggen, wat gevolgen kan hebben voor een eventuele vangnetuitkering. Gemeenten wordt daarom dringend geadviseerd om een meting per persoon te blijven uitvoeren tot de nieuwe wet van kracht is.
9 Geldt deze regeling ook voor mensen uit de banenafspraak of met een BW-indicatie bij een reguliere werkgever?
De forfaitaire loonkostensubsidie van 68% geldt uitsluitend voor mensen met een indicatie voor beschut werk. Ze is niet van toepassing op mensen uit de banenafspraak. Er is financieel wel rekening gehouden met medewerkers met een indicatie beschut werk, die in dienst zijn bij een reguliere werkgever. Het is nog niet zeker of voor deze groep juridisch ook een forfaitaire LKS geregeld kan worden.
10 Gaat de begeleidingsvergoeding vanaf 2028 ook over naar de BUIG?
Nee, alleen de forfaitaire loonkostensubsidie wordt vanaf 2028 ondergebracht in de BUIG.
11 Hoe is de begeleidingsvergoeding in 2025 opgebouwd, en wat betekent de ophoging van €3.000 voor het totaalbedrag per plek?
De rijksbijdrage beschut werk per plek is in de meicirculaire 2025 ten.opzichte van de meicirculaire 2024 gestegen van € 11.300 naar € 12.485 per plek. Deze stijging komt voort uit twee onderdelen: loon- en prijsbijstelling (2025) en een compensatie voor het vervallen van het lage-inkomensvoordeel (LIV) (septembercirculaire 2024). Beide componenten zijn ongeveer even groot.
Vanaf de septembercirculaire 2025 komt daarbovenop een extra bedrag van circa € 3.000 per plek, als tijdelijke overbrugging richting de forfaitaire LKS. Daarmee komt het totaalbedrag per plek in 2025 op circa € 15.500. Deze € 3.000 wordt zichtbaar binnen de rijksbijdrage beschut werk, maar is niet geoormerkt.