Overslaan en naar de inhoud gaan

Factsheet Bijzondere bijstand

Laatste update: 28 mei 2024

3. Uitgaven aan bijzondere bijstand

3.1 Uitgaven bijzondere bijstand in relatie tot de financiën binnen het sociaal domein

Onderstaande figuur geeft de uitgaven aan bijzondere bijstand weer tussen 2013 en 2023.

In het gemeentelijk sociaal domein bestaat ongeveer een derde van de uitgaven uit inkomensregelingen (1). Onder inkomensregelingen valt een breed scala aan inkomens- en bijstandsvoorzieningen: uitkeringen in het kader van de Participatiewet (Bijstand, Bbz 2004, IOAW, IOAZ) en het gemeentelijk armoedebeleid. Onderdeel van het laatstgenoemde is weer de bijzondere bijstand. 

Het bedrag uitgekeerde bijzondere bijstand is gemiddeld over de periode 2017 - 2021 7% van de uitgaven (lasten) aan inkomensregelingen (2). In 2022 ligt dit hoger, op 20% van alle inkomensregelingen. Dit komt door een daling in het aantal bijstandsgerechtigden in combinatie met de komst van de energietoeslag, wat een vorm van categoriale bijzondere bijstand is. 

Uitgaven bijzondere bijstand in relatie tot het gemeentelijk minimabeleid

Op basis van gegevens van de deelnemende gemeenten aan de Divosa Benchmark Armoede & Schulden, blijkt dat in 2021 twee derde van de uitgaven aan het minimabeleid naar de bijzondere bijstand gaat. Maatschappelijke participatieregelingen, zoals een gemeentelijke kortingspas of een Kindpakket, is 13% van de uitgaven. 

Dit was in voorgaande jaren vergelijkbaar. Zo zien we dat in 2018 63% van de gemiddelde uitgaven naar bijzondere bijstand gaan, 17% naar maatschappelijke participatie en 20% naar kwijtschelding en overige regelingen. 

In 2022 zijn de uitgaven aan bijzondere bijstand een groter deel van het totale budget (87%), vanwege de bekostiging van de energietoeslag uit de bijzondere bijstand.

Voetnoten

  1. Bron: CBS; de gemiddelde uitgaven van inkomensregelingen tussen 2017-2022 is 34% van alle uitgaven aan het gemeentelijk sociaal domein
  2. Bron: CBS