Overslaan en naar de inhoud gaan

Ethiek in publieke dienstverlening op maat: een introductie

Laatste update: 10 oktober 2025

4. Moreel gespreksleiderschap: aandachtspunten

4.1 Normatieve en feitelijke uitspraken

In ethische reflectie is het erg belangrijk om je bewust te zijn van het onderscheid tussen feitelijke en normatieve uitspraken. Feitelijke (of empirische) uitspraken gaan over hoe dingen zijn. Normatieve (onder andere ethische) uitspraken gaan over hoe de dingen zouden moeten zijn. 

  • Een feitelijke uitspraak is bijvoorbeeld: ‘Negen procent van de Nederlandse bevolking heeft problematische schulden.’
  • Een normatieve uitspraak is: ‘Schuldsanering zou altijd met een aflossingsverplichting samen moeten gaan.’ 

Normativiteit en ethiek zijn onvermijdelijk in publieke dienstverlening, maar blijven soms impliciet of lastig te herkennen. Moreel gespreksleiderschap is erop gericht om ethische aannames en overwegingen expliciet te maken en gezamenlijk te onderzoeken.

Feitelijke informatie is vaak noodzakelijk, maar nooit voldoende om een morele vraag te beantwoorden. Daarvoor zijn argumenten nodig die zijn gebaseerd op normen, waarden, en principes.

Een voorbeeld 

Wanneer een collega zegt: ‘Deze inwoner is pas elf jaar oud’, dan wordt er relevante, feitelijke informatie gegeven, maar nog geen moreel argument. Een moreel argument vereist dat je collega bijvoorbeeld de volgende onderbouwing geeft: ‘We hebben als gemeente een morele plicht om op te komen voor het welzijn van kwetsbare inwoners. Een elfjarige inwoner met verslaafde ouders is bijzonder kwetsbaar. Daarom moeten we hem helpen.’

Naast het onderscheid tussen feitelijkheid en normativiteit, helpt het ook om verschillende dimensies van normativiteit uit elkaar te houden. Zo heeft normativiteit niet alleen morele, maar ook juridische en strategische dimensies. 

Uitspraken over ‘hoe de dingen zouden moeten zijn, hoeven dus niet uitsluitend moreel van aard te zijn. Neem als voorbeeld de uitspraak: 

‘Schuldsanering zou altijd met een aflossingsverplichting samen moeten gaan.’ 

Deze uitspraak kan zowel moreel als strategisch worden geïnterpreteerd. Zo kan een politicus de norm in deze uitspraak verdedigen als hij denkt dat die goed zal vallen bij het electoraat (strategisch), maar ook omdat hij het onrechtvaardig vindt als de gemeenschap opdraait voor individuele schulden (moreel).

Let bij je ethische analyse ook op de volgende aspecten van normativiteit:

Onderscheid Voorbeeld
Juridische & morele normen AVG & privacy
Tijdens een moreel beraad kan een collega erop wijzen dat een bepaalde handeling juridisch in strijd is met de AVG. Misschien zijn andere handelingen juridisch wel toelaatbaar volgens de AVG, maar zijn deze nog steeds problematisch vanuit ethisch oogpunt: als we privacy niet alleen als een juridische norm, maar ook als een morele waarde meewegen. Wanneer je bij morele vraagstukken onderzoekt of iets ‘mag’ of ‘moet’, is het belangrijk dit verschil tussen morele en juridische rechten en plichten in oog te houden.
Intrinsieke & instrumentele waarden Autonomie & welvaart
Wanneer jij en je collega’s verwijzen naar gedeelde normen, waarden en principes, is het raadzaam om je af te vragen of die een instrumenteel en/of een intrinsiek karakter hebben. Zo kan je beargumenteren dat sociaal-economische welvaart, bijvoorbeeld in de vorm van voldoende inkomen, geen intrinsieke waarde heeft. Het dient alleen als hulpmiddel voor een autonoom leven. Autonomie wordt vaak als intrinsiek waardevol geïnterpreteerd, hoewel ze ook instrumentele voordelen kan opleveren (bijvoorbeeld: minder hulpbehoevende burgers). 
Procedurele & substantieve principes Universeel kiesrecht & progressieve belasting 
Sommige principes onderstrepen het belang van een proces of procedure, die tot verschillende inhoudelijke (substantieve) uitkomsten kan leiden. Denk aan democratische verkiezingen die gebaseerd zijn op universeel kiesrecht. Het democratische proces kan zowel tot een (sociaal-economisch) links of rechts regeerakkoord, als een inhoudelijke uitkomst leiden. Andere principes, zoals ‘progressieve belasting’ of ‘de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten’, zijn juist inhoudelijk van aard.