Inleiding

In dit vijfde deel van de publicatiereeks 'Pilots inburgering van start tot finish' vind je de interviews met de projectleiders van de pilots binnen het thema 'Ontzorgen'.

De volledige reeks bestaat uit zes delen en bevat alle interviews, overzichtelijk geordend per thema:

Over de interviews

Binnen het Pilotprogramma Veranderopgave Inburgering hebben 97 gemeenten ervaringen opgedaan op onderdelen uit de Wet inburgering 2021. Welke elementen in deze aanpak werkten wel, en welke niet? Wat waren de plannen van de pilotgemeenten en hoe hebben zij de pilot ervaren? Wat nemen zij mee naar 2022 als de Wet inburgering in werking treedt? Voor het antwoord op deze én andere vragen interviewden wij de projectleiders van 39 verschillende pilotaanpakken, zowel bij aanvang van de pilotperiode in 2019 (start) als in een terugblik (finish). 

Lees ook

Deelnemers aan de pilot Ontzorgen in Oosterhout (foto: Edwin Walvisch)

Deelnemers aan de pilot Ontzorgen in Oosterhout (foto: Edwin Walvisch)

1 Introductie

Zorgen over financiën of het gebrek aan kennis over het Nederlandse financiële stelsel kan afleiden van het inburgeringsdoel of leiden tot ernstige financiële problemen. Daarom zijn gemeenten in het nieuwe stelsel verplicht om bijstandsgerechtigde asielstatushouders financieel te ontzorgen.

ontzorgen

De verplichting geldt voor de eerste zes maanden na huisvesting. Vanuit de uitkering worden de huur, energiekosten en zorgverzekering betaald. De gemeente werkt gelijkertijd geleidelijk aan de financiële zelfredzaamheid van de inburgingsplichtige. Dat kan als nodig doorgaan na de periode van zes maanden.

In de pilots hebben gemeenten verschillende uitvoeringsvarianten ingezet. De aanpakken verschilden in de mate van ontzorgen; van alleen de verplichte elementen tot volledig budgetbeheer. Daarnaast werden verschillende methoden voor het bevorderen van financiële zelfredzaamheid ingezet en geëvalueerd.

De eindrapportage ‘Hoe te zorgen voor ‘echt ontzorgen’?' is september 2021 verschenen. Download het rapport (pdf, 1,5 MB)

Lees ook

Introductie Capelle aan den IJssel

Door Gemeenten Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel en Zuidplas. De drie gemeenten werken samen in het uitvoeringsorgaan GR IJsselgemeenten.

Voor 52 statushouders, ook partners en gezinsherenigers

Wat De pilot Ontzorgen wordt geïntegreerd met de maatschappelijke begeleiding in de drie gemeenten en sorteert voor op het onderdeel financieel ontzorgen in het PIP vanaf 2021. Het ontzorgen bestaat uit het doorbetalen van de vaste lasten (huur, energie, water, zorgverzekering). Er vindt maatwerk plaats waar het gaat om de overige vaste lasten. De afbouw gebeurt stapsgewijs. Indien nodig zal de bijzondere bijstand voor de eerste huur als gift worden verstrekt. De begeleiding bestaat uit individuele begeleiding naar financiële zelfredzaamheid en groepsgewijze financiële educatie.

Met De individuele begeleiding wordt geboden door maatschappelijk begeleiders, financiële coaches en casusregisseurs van Welzijn Capelle en Vluchtelingenwerk Krimpen en Zuidplas.

Belangrijk

  • Groepslessen en individuele begeleiding
  • Financiële zelfredzaamheid bij intake al getest
  • Geleidelijke afbouw ontzorging mogelijk

Video

width="854" height="480" frameborder="0" allowfullscreen="allowfullscreen" title="Video embed"

Start: ‘Geen regelzaken overnemen, eerst samen, dan alleen en dan pas loslaten’

‘Nieuwkomers moeten zelf leren hun geldzaken te regelen, we moeten dat niet overnemen’, stelt Maureen Val, beleidsmedewerker van de gemeente Zuidplas. Met hulp van casusregisseurs, vrijwilligers en de training Geldwijzer worden de deelnemers aan de pilot van de drie Zuid-Hollandse gemeenten financieel ‘klaargestoomd’.

Het financieel ontzorgen is straks onderdeel van de brede intake en PIP. Deze brede intake wordt in Capelle aan den IJssel al toegepast in de tweejarige pilot Inburgering Nieuwe Stijl die wordt uitgevoerd door Welzijn Capelle. ‘Deze pilot Ontzorgen sluit hier perfect op aan. Het helpt dat we al zo nauw samenwerken in deze regio’, vertelt projectleider Nicolette Lima van Welzijn Capelle.

Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel en Zuidplas hebben al ervaring met het ontzorgen binnen de Gemeenschappelijke Regeling IJsselgemeenten, vaste lasten (huur, energie en verzekering) worden al voor alle nieuwkomers betaald vanuit de uitkering. De klantmanagers van de GR IJsselgemeenten beoordelen nu of dit voor andere vaste kosten ook nodig is.

Tolken

In de pilot wordt bij alle deelnemers een intake financiële zelfredzaamheid afgenomen door Welzijn Capelle. De welzijnsorganisatie werkt in de pilot nauw samen met VluchtelingenWerk in Krimpen en Zuidplas. In een stappenplan worden vervolgens afspraken vastgelegd over het te volgen traject om de financiële zelfredzaamheid te versterken.  

Het programma bestaat daarna uit twee delen. Groepslessen, alle deelnemers volgen de cursus Geldwijzer, met aandacht voor verschil in leerbaarheid en kennis van de taal. Daarnaast krijgen de deelnemers individuele budgetcoaching, uitgevoerd door maatschappelijk begeleiders van VluchtelingenWerk of Welzijn Capelle. Beleidsmedewerker Maureen Val: ‘In het begin maken we gebruik van tolken, zowel bij de budgetcoaching als bij de groepslessen. Het is belangrijk dat deelnemers goed begrijpen wat ontzorgen betekent, waarom we dit doen en wat we verwachten.’

Dat geldt eveneens voor de vrijwilligers die de nieuwkomers begeleiden. ‘Zij moeten zaken niet overnemen. Dat gebeurt nog wel eens in de praktijk. ‘Ah, kom maar, ik vul dat formulier wel even in.’ Maar het gaat erom dat nieuwkomers het zelf leren. Eerst samen, daarna zelf en dan pas loslaten.’

Het groeit nieuwkomers soms echt boven het hoofd.

Na zes maanden wordt opnieuw een toets financiële zelfredzaamheid afgenomen en gekeken of de deelnemers in staat zijn om de geldzaken zelf te regelen. Zo niet, dan kan het ontzorgen op basis van artikel 57 in de Participatiewet nog met een half jaar verlengd worden. Val: ‘We zien dat sommige nieuwkomers veel moeite hebben met geld. Het groeit hen echt boven het hoofd en schulden lopen snel op. Met deze pilot kunnen we hen de juiste ondersteuning bieden en schulden voorkomen.’

Finish: ‘In de pilot hebben we geleerd om de puntjes op de i te zetten’

In de gemeenten Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel en Zuidplas wordt financieel ontzorgen gecombineerd met begeleiding richting financiële zelfredzaamheid. Maar hoe weet je wanneer iemand financieel zelfredzaam is, en kan je de begeleiding al na een half jaar stopzetten? In de pilot ontwikkelden deze gemeenten instrumenten om dit te meten.

Voor de drie Zuid-Hollandse gemeenten was de pilot een mooie manier om alvast kennis te maken met de nieuwe inburgeringswet. ‘We krijgen veel nieuwe taken bij de implementatie van de Wet inburgering 2021, en als je alles in één keer moet doen is dat erg lastig. Daarom wilden we graag meedoen aan een van de pilots om alvast grip te krijgen op een van de onderdelen uit de wet die gemeenten moeten gaan uitvoeren’, vertelt Maureen Val, beleidsadviseur bij de gemeente Zuidplas. Na het bekijken van alle pilotthema’s is er toen gekozen voor de pilot ontzorgen. ‘Dit vonden we belangrijk omdat mensen al vanaf het begin met financiën te maken krijgen.’

Nulmeting

De pilot is ingericht met drie onderdelen. Eerst financieel ontzorgen, waarbij de huur, rekeningen voor gas, water, licht en de zorgverzekering vanuit de uitkering van de statushouder worden betaald. Val: ‘Daarmee probeer je te voorkomen dat iemand die nog niet weet hoe het systeem in Nederland werkt in de schulden komt.’

Dit wordt gecombineerd met individuele begeleiding en groepslessen om statushouders financieel zelfredzaam te maken. Aan het begin van het traject krijgt iedereen een intake waarbij wordt getoetst hoe zelfredzaam iemand is. ‘We hebben een financiële toets ontwikkeld die de deelnemers doen bij de start van de begeleiding en na een half jaar. Zo wordt beoordeeld of we het ontzorgen na 6 maanden kunnen stoppen of nog even moeten voortzetten’, vertelt Nicolette Lima, projectleider bij Welzijn Capelle.

De kunst van het herhalen

De pilot is erg positief bevallen bij zowel de gemeenten als de deelnemers. Lima: ‘We kwamen erachter dat de bestaande maatschappelijke begeleiding al heel goed in elkaar zat. Om de deskundigheid van de begeleiders nog meer te bevorderen, hebben we trainingen aan de begeleiders gegeven. Dit hadden we zonder de pilot niet zo snel gedaan.’

De groepstrainingen voor de statushouders bevielen goed en de individuele en groepstrainingen werden op elkaar afgestemd. ‘We hebben een grote hoeveelheid aan financiële regelgeving, dat is voor de meeste deelnemers echt even schrikken. Maar nu kende de maatschappelijk begeleider de inhoud van de groepslessen ook goed en kon dit herhalen bij de individuele begeleiding om zo nog sneller richting financiële zelfredzaamheid te gaan’, aldus Lima. De deelnemers waren zelfs zo enthousiast dat ze zelf vroegen om een terugkomdag waar ze nog eventuele vragen konden stellen.

Geleerde lessen

  • Het is belangrijk dat de statushouders deelnemen aan de trainingen als ze hier ‘geland’ zijn. Dat is meestal pas na een paar maanden als de huisvesting is geregeld.
  • De begeleiding en de groepstrainingen op elkaar afstemmen, zodat de inhoud wordt herhaald en tegenstrijdigheid wordt voorkomen.
  • Het is van belang dat zowel mannen als vrouwen zelfredzaam worden. Vrouwelijke statushouders zijn vaker afhankelijk van anderen en daarom is het goed om ook hen te ondersteunen bij het financieel zelfredzaam worden.

Uitdagingen

Corona heeft de pilot wat moeilijker gemaakt. Val: ‘Van de beoogde 52 deelnemers zijn we gelukkig toch aan 50 deelnemers gekomen. Ook hebben alle deelnemers tussen de lockdowns door deel kunnen nemen aan de groepstraining Geldwijzer. Dat zijn dingen waar we als gemeenten trots op zijn.’ Helaas werd ook de individuele begeleiding bemoeilijkt door de corona-situatie. Veel vrijwillige begeleiders behoorden tot de risicogroep en konden niet persoonlijk langsgaan bij de deelnemers.

Gedurende de pilot werd nog duidelijker dat er een groot gat zit tussen het moment van ontzorgen en het moment dat de toeslagen toegekend worden. Lima: ‘We wisten al dat het er was, maar nu werden we al helemaal met onze neus op de feiten gedrukt. In de meeste gevallen blijft er in deze periode niet genoeg leefgeld  over. In de pilot hebben we dit opgelost met de maatschappelijk begeleiders die zelf regelingen konden treffen met aanbieders van de zorgverzekering, energieleveranciers en waterbedrijven. In het vervolg is het een taak van de gemeente om hiermee aan de slag te gaan en om te kijken hoe we dat gat kunnen overbruggen.’  

Heel fijn dat we op dit gebied zo'n goede samenwerking hebben neergezet met de drie gemeenten, Welzijn Capelle en VluchtelingenWerk.

Inzichten

Met de pilot zijn er veel inzichten opgedaan. Val: ‘Het is belangrijk om een goede samenwerking te creëren tussen de partijen, en goed en op regelmatige basis te blijven communiceren.’ Maar besef ook dat je mensen echt zelfredzaam probeert te maken en het werk niet van ze overneemt, want dat is vaak een valkuil. ‘De begeleiders willen het beste voor iedereen en helpen graag. Dus die denken vaak ‘ik doe het wel even voor je’. Alleen, zo leren deelnemers het nooit zelf. Het kost meer tijd om samen te gaan zitten en kijken hoe ze het zelf kunnen doen, maar uiteindelijk heeft de deelnemer daar wel meer aan richting de zelfredzaamheid.’

Lima: ‘Al met al zijn we erg positief over de pilot en trots dat we instrumenten hebben ontwikkeld om te beoordelen en te onderbouwen of iemand echt zelfredzaam is of niet. Met de komst van de nieuwe Wet inburgering zijn we nu ervaren op het gebied van ontzorgen en kunnen we dat in de toekomst goed implementeren.’

Introductie Den Haag

Door Gemeente Den Haag

Voor 40-60 inburgeringsplichtige bijstandsgerechtigden die zich vanaf januari 2020 in de gemeente vestigen.

Wat In Den Haag worden alle statushouders al financieel ontzorgd in administratieve zin. Met de pilot wordt de werkwijze uitgebreid en wordt de effectiviteit gemeten. Belangrijke aanvulling op het ontzorgen is het creëren van financiële zelfredzaamheid door middel van training en begeleiding. Hierbij maakt de gemeente Den Haag onderscheid in het aanbod tussen lage en hoge zelfredzaamheid.

Met Stichting Lezen en Schrijven, VluchtelingenWerk, tolken. Daarnaast wordt samengewerkt met Schuldenlab070 en met de Stichting Vaste Lastenpakket

Belangrijk

  • Onderscheid in mate van ontzorgen
  • Inzet tolken
  • Op zoek naar goede ondersteuning en begeleiding richting financiële zelfredzaamheid

Start: Veel kennis en inzichten in schuldenproblematiek dankzij Haags Schuldenlab070

De gemeente Den Haag ontzorgt nieuwkomers al langer. In de pilot wordt de ondersteuning verder uitgebreid. ‘Met oog voor de verschillen in financiële zelfredzaamheid. De een heeft meer begeleiding nodig dan de ander’, zegt programmasecretaris Sanne van den Heuvel.

Nieuwkomers in Den Haag beginnen met een ‘regeldag’. De gemeente helpt op deze dag, in samenwerking met VluchtelingenWerk, met het regelen van verscheidene contracten, waaronder huur en zorgverzekering. Vervolgens worden deelnemers uitgenodigd voor een brede intake en wordt de PPS-V-toets afgenomen, waarin de negen leefgebieden van de zelfredzaamheidsmatrix aan de orde komen. Ook de financiële zelfredzaamheid wordt hierin meegenomen.

Differentiatie

Den Haag kiest voor differentiatie bij het ontzorgen. Van den Heuvel: ‘Niet alle nieuwkomers hebben moeite met geldzaken. Het verschil onderling is erg groot.’ Bij een hoge financiële zelfredzaamheid worden, zoals de verwachte minimale vereisten worden in de nieuwe wet, de eerste zes maanden huur, energie en zorgverzekering doorbetaald.

Bij lagere zelfredzaamheid wordt dit pakket uitgebreid met de maandelijkse lasten van het telefoonabonnement, tv, internet en de WA- en inboedelverzekering. Met leveranciers spreekt de gemeente verder af dat zij, in ruil voor de hoge betaalgarantie bij deze doelgroep met hoog risico op achterstanden, kortingen geven op de maandelijkse lasten. Hierbij wordt samengewerkt met de Stichting Vaste Lastenpakket. Daarnaast krijgt deze groep deelnemers anderhalf uur per maand begeleiding van een financieel coach.

Trainingen

Beide groepen volgen - verspreid over een half jaar – acht trainingen waarin ze leren hoe ze hun administratie moeten bijhouden en inzicht krijgen in vaste lasten en inkomsten. De inhoud van de training is ontwikkeld door de afdeling financiële hulpverlening van de Gemeente Den Haag en VluchtelingenWerk.

Ondertussengroep

De deelnemers aan de pilot Ontzorgen vormen ook een deel van de groep van een door de gemeente geïnitieerde pilot voor ‘de ondertussengroep’. Dat betekent dat ze meedoen in een traject waarbij taal en participatie worden gecombineerd. De deelnemende taalscholen besteden in de lessen eveneens aandacht aan ‘financiële woordenschat’.

We weten dat stress integratie en inburgering in de weg staat

Geldzorgen

De gemeente Den Haag, waar bijna een op de vijf huishoudens te maken heeft met hoge schulden, heeft veel ervaring met schuldhulpverlening. In het Schuldenlab070 werken allerlei partijen met de gemeente samen om innovatieve oplossingen rondom schulden en armoede te ontwikkelen. Van den Heuvel: ‘We maken in onze pilot gebruik van alle inzichten uit het Schuldenlab070. We kennen de gevolgen van financiële stress. We weten dat stress de integratie van nieuwkomers in de weg staat. Het valt niet mee om een nieuwe taal te leren, wanneer geldzorgen je ’s nachts wakker houden.’

Finish: Inburgeraars financieel ontzorgen: veel meer dan alleen rekeningen betalen

Hoe ga je met geld om? En hoe regel je alle administratieve zaken? Gemeente Den Haag heeft meegedaan aan een pilot om hun nieuwe, inburgerende inwoners financieel te ontzorgen. Een relatief simpele taak, dacht projectmanager Roos van der Steijle. Maar dat viel tegen. Het ontzorgen verliep niet altijd even soepel, en de trainingen over geld waren voor de ene inburgeraar meer geschikt dan voor de ander. ‘Wij geven een training genaamd ‘Geld, hoe werkt dat in Nederland?’, maar daar zit wel een veronderstelling bij dat men bekend is met het concept geld.’

Om de inburgeraars te ontzorgen, betaalde de gemeente hun vaste lasten vanuit de bijstandsuitkering. Denk aan huur, energie, water en de zorgverzekering. ‘Het bleek een complex proces te zijn met onderlinge afhankelijkheden en strakke doorlooptijden. Denk hierbij aan het zo snel mogelijk toekennen van de bijstandsuitkering. Normaal gesproken kun je er als gemeente weken over doen om een bijstandskering toe te kennen, maar voor statushouders moet dat binnen één week.’

Wat hielp was het nauwe contact tussen verschillende afdelingen binnen de gemeente, en ook met VluchtelingenWerk. ‘Wij spraken elkaar meerdere keren per week, dus wisten we elkaar snel te vinden als dingen niet goed liepen. We hebben dan creatief naar oplossingen gezocht.’

Tijdelijke minstand

Een voorbeeld van zo’n creatieve oplossing was het inzetten van een tijdelijke minstand. De toeslagen werden namelijk niet direct toegekend. Wanneer dan wel aan de vaste lasten wordt voldaan, ontstaan problemen op andere betaalgebieden. Zo zouden verschillende deelnemers onvoldoende leefgeld overhouden. ‘Omdat dit niet past in de visie van het ontzorgen, hebben we mensen tijdelijk in de ‘min’ gezet. Zo konden zij aan de overige betalingen voldoen. Deze minstand merkten zij zelf niet, want wij betaalden wel alle vaste lasten door en ze kregen een afgesproken bedrag leefgeld. Zodra de toeslagen met terugwerkende kracht werden toegekend, werd de tijdelijke minstand stopgezet en opgeheven.’

Ontzorgen afbouwen

Het afbouwen van deze ontzorging moet zorgvuldig gebeuren. ‘Het idee is dat we mensen zes maanden financieel ontzorgen. Het duurt soms wel drie maanden voordat de inkomsten stabiel zijn: dat ze de toeslagen hebben ontvangen en dat we alle informatie hebben om de betalingen te kunnen regelen. Dan zit je dus al op de helft.’

De timing om het ontzorgen af te bouwen is heel lastig.

‘Plus, als je er echt voor wil zorgen dat mensen op de dag nauwkeurig na zes maanden financieel zelfredzaam worden, betekent het dat ze zelf de toeslagen en de bijstandsuitkering moeten ontvangen. Wij kunnen als gemeente maar één keer per maand doorgeven op welke rekening de toeslagen worden ontvangen, en dan duurt het nog een maand voordat die wijziging is doorgevoerd. We moeten dus wel tijdig afbouwen van het ontzorgen, maar die timing is nauw.’

Introductie Edam-Volendam

Door Gemeenten Edam-Volendam, Waterland en Landsmeer.

Voor Inburgeringsplichtige statushouders die vanaf 1 november 2019 zijn gehuisvest in een van de 3 gemeenten. Al eerder gehuisveste statushouders die dreigen problematische schulden op te bouwen en onvoldoende financieel zelfredzaam zijn, kunnen deelnemen. In totaal 27.

Wat Vaste lasten huur, gas, water, stroom en de zorgverzekering worden van de uitkering betaald. Het ontzorgen vindt plaats binnen een integrale aanpak van inburgering. De gemeenten willen in de pilot het sociale netwerk van de statushouder vergroten zodat hulp bij financiën ingeschakeld kan worden als dat nodig is. Het ontzorgen is zo ingevuld dat mogelijke problemen bij de start al voorkomen worden, door de overbruggingsvergoeding ook onder de machtiging van het inhouden van de vaste lasten te laten vallen. Zo kunnen de vaste lasten een maand vooruit betaald worden.

Met De gemeenten werken samen met VluchtelingenWerk, de bibliotheken en buurt- en wijkcentra.

Belangrijk

  • Aandacht voor versterking sociaal netwerk van de deelnemers
  • Door inzet overbruggingsvergoeding kunnen vaste lasten een maand vooruitbetaald worden
  • Inzet speciale app om meer inzicht in financiën te krijgen

Start: ‘Voorkomen dat kinderen opgroeien met schulden en armoede’

‘We tellen veel nieuwkomers met kinderen’, vertelt Petra Bijsterbosch, beleidsadviseur van de gemeente Waterland. In 2018 werden in de drie gemeenten 31 huishoudens met in totaal 65 kinderen gehuisvest. Veel families kampen met financiële problemen. ‘Geldzorgen belemmeren de integratie en staan meedoen in de weg.’

‘We maakten ons al langer zorgen over schuldenproblematiek bij nieuwkomers’, vertelt Bijsterbosch. ‘Het Nederlandse financiële systeem met toeslagen en heffingskortingen is voor veel mensen erg ingewikkeld. Helemaal voor nieuwkomers die de taal niet goed beheersen.’

De pilot biedt de drie Noord-Hollandse gemeenten de kans om nieuwkomers te ontzorgen. Dat betekent dat de vaste lasten – huur, gas, water, stroom en zorgverzekering – het eerste half jaar uit de bijstand worden betaald. De gemeenten hebben ervoor gekozen om in de pilot de ‘overbruggingsvergoeding’ in te zetten, zodat de vaste lasten een maand vooruit worden betaald. Hiermee wordt een maand ‘speling’ gecreëerd voor periodes met financiële tegenvallers. Bij de beëindiging van het ontzorgen worden de vaste lasten via een automatische incasso ingeregeld, waarbij rekening wordt gehouden met de betalingsmomenten van de bijstand.

Inzicht in financiën

Trijntje Veerman-Schouten, beleidsmedewerker van de gemeente Edam-Volendam valt bij: ‘Maar hier blijft het niet bij. We willen dat mensen veel meer inzicht in hun financiën krijgen. In uitgaven en inkomsten. We willen niet alleen ontzorgen, maar ook ervoor zorgen dat mensen hun geldzaken zelf kunnen regelen en zo voorkomen dat families en kinderen in onze gemeenten opgroeien met schulden en stress.’ De gemeenten zien ook dat jongeren tot 21 jaar die geen vervolgopleiding volgen, soms negatief uitkomen na het inhouden van de vaste lasten. ‘We hebben dit inmiddels met de aanvullende bijstand opgelost.’

Op zoek naar een app met toegankelijk voorlichtingsmateriaal.

Financiële vaardigheden

Bij de intake zijn – met hulp van een checklist – de financiële vaardigheden van alle deelnemers in kaart gebracht. Ook wordt de methodiek EuroWijzer van VluchtelingenWerk ingezet. De groepsactiviteiten vinden plaats bij bibliotheken of wijkcentra in de verschillende dorpen. Bijsterbosch: ‘Omdat de afstanden tussen de dorpen relatief groot zijn, zijn we op zoek naar een app met toegankelijk voorlichtingsmateriaal die deelnemers kunnen gebruiken.’

Sociaal netwerk

Een ander belangrijk onderdeel van het programma is het vergroten en versterken van het sociaal netwerk van de deelnemers. ‘In onze dorpen zijn veel verenigingen actief, we hopen deelnemers te stimuleren om actief deel te nemen. Het is belangrijk dat zij en de kinderen onderdeel uitmaken van de lokale gemeenschap.’

Betere start

Eenvoudig blijkt het ontzorgen niet, weten de gemeenten inmiddels. Veerman-Schouten: ‘We lopen tegen wat praktische zaken aan. Zo blijkt de administratieve druk voor de gemeente rondom het ontzorgen groter dan verwacht. Je bent er namelijk niet met een nieuwe machtiging. De energiebedrijven vragen om een andere procedure dan bijvoorbeeld de zorgverzekering. Maar dit hoort bij de opstart.’

De klantmanagers in de gemeenten volgen een training over cultuursensitief werken. ‘Dat is belangrijk, geldzaken en schulden liggen in veel culturen gevoelig. Daarom is het goed dat klantmanagers de juiste toon vinden. We geloven dat deze manier van begeleiden en ontzorgen nieuwkomers een betere start in Nederland geeft.’

Finish: ‘Financiële ontzorging voor inburgeraars moet geen verplichting zijn’

In de gemeenten Edam-Volendam, Waterland en Landsmeer worden statushouders die deelnemen aan de pilot financieel ontzorgd. Voor sommigen was dit een welkome steun, maar voor anderen zorgde het vooral voor veel stress. Beleidsmedewerker Petra Bijsterbosch van gemeente Waterland maakt zich zorgen over de nieuwe Wet inburgering, waarbij vanaf 1 januari 2022 alle inburgeringsplichtigen ontzorgd moeten worden. ‘Als je het verplichtende karakter eraf haalt, zou het beter kunnen werken.’

In de pilot werden de vaste lasten van de deelnemers uit de bijstand betaald. En dat bracht verschillende hindernissen met zich mee. ‘De uitkering is vaak te laag om alle vaste lasten van te betalen', legt Bijsterbosch uit. ‘Nou ja, het kan soms wel maar dan houden mensen niets meer over om van te leven.’

De grootste uitdaging in de pilot was echter de timing van de betalingen. Zo worden de verschillende toeslagen op verschillende data uitbetaald. ‘De periode tussen de aanvraag van toeslagen en de toekenning daarvan, het zogenoemde ‘toeslagengat’, konden we tijdelijk wel overbruggen met een krediet totdat mensen hun toeslagen kregen. Dat is een lening die mensen daarna weer gelijk terug moeten betalen. Uiteindelijk hebben we soms besloten om de vaste lasten te betalen en in overleg de ziektekostenpremie niet direct over te maken. Dan konden mensen aan het einde van de maand nog een deel van hun uitkering krijgen om van te leven.’

Bij machtigingen ging het mis

Bijsterbosch geeft ook aan dat de machtigingen om administratieve redenen niet altijd soepel liepen, vooral bij energie- en waterleveranciers. ‘De woningbouwcorporaties zijn bekend bij ons, dat is een beperkte groep waar we soepel contact mee hebben. We maken gebruik van een collectieve verzekering bij een zorgverzekeraar waar we een contactpersoon hebben. Bij energie- en waterleveranciers hadden we continu te maken met verschillende (grote) bedrijven waardoor het wel eens mis kon gaan. Wij waren gemachtigd en betaalden de maandelijkse kosten, maar deze bedrijven bleven nota’s en dreigende brieven op het woonadres van die mensen sturen omdat zij volgens de administratie niet hadden betaald. Dit zorgde bij deze mensen voor veel stress. In sommige gevallen hebben we de ontzorging stopgezet omdat mensen er meer problemen van kregen dan dat ze er gemak van hadden.’

Bijsterbosch benadrukt dat er ook mensen zijn bij wie de ontzorging wél liep zoals de bedoeling was. ‘Sommige mensen waren er blij mee, anderen wilden niet ontzorgd worden omdat zij het zelf wel konden regelen.’

In sommige gevallen hebben we ontzorging stopgezet omdat mensen er meer problemen van kregen dan dat ze gemak ervan hadden.

Door de ontzorging waren er ook gemiste kansen voor deelnemers bijvoorbeeld bij het afsluiten van contracten. ‘Soms konden mensen gunstigere contracten krijgen. Bijvoorbeeld dat je bij het afsluiten van een ziektekostenverzekering een televisie cadeau krijgt’, legt Bijsterbosch uit. ‘Maar dan moet je de premie van de ziektekosten wel zelf betalen. Op het moment dat wij die premie betaalden, moesten de deelnemers die televisie weer inleveren. Feitelijk maak je dit soort deals dus onmogelijk voor mensen.’

Trainingen

Deelnemers volgden ook een aantal trainingen, zoals de ‘Eurowijzer’ en ‘Omgaan met geld’. Hier leerden ze onder andere om een huishoudboekje bij te houden. ‘Daar zijn ze allemaal in geslaagd’, vertelt Bijsterbosch. Daarnaast kregen ze besparingstips, informatie over rechten en plichten in verband met de bijstand en leerden over het verschil tussen vaste lasten en variabele uitgaven.

Daarnaast kregen de deelnemers intensieve één-op-één-begeleiding. Als mensen vragen hadden voordat ze de training kregen, konden ze daarvoor bij deze individuele begeleider terecht. Sommige deelnemers gaven bij de groepstrainingen aan dat de individuele begeleiding voor hen al voldoende was. ‘Maar over het algemeen horen we van mensen dat ze toch wel veel van de training opgestoken hebben.’

Landelijke randvoorwaarden en maatwerk

Ondanks de moeizame gang van zaken bij machtigingen en het ongewenste overbruggingskrediet, is Bijsterbosch een voorstander van ontzorging. ‘Ontzorging is prima. Als het werkt, werkt het goed. Je moet alleen wel randvoorwaarden stellen om het mogelijk te maken. Landelijk waren er geen afspraken gemaakt met de leveranciers. Vooral energieleveranciers wilden allemaal op een andere manier machtigen. Het was echt een zoektocht hoe je dat voor iedereen regelde. Ook werd er soms financieel overbrugd, maar daardoor worden schulden alleen maar groter. Dat is natuurlijk niet de bedoeling.’

We moeten landelijke afspraken maken met de leveranciers.

Bijsterbosch voegt daaraan toe dat ontzorging niet voor iedereen de juiste keuze is. ‘Sommige mensen zijn financieel zelfredzaam. Dan moet je jezelf afvragen hoeveel zin ontzorgen heeft als ze hun financiële zaken ook zelf kunnen regelen. Soms levert het ontzorgen vooral stress op. Je kunt er natuurlijk ook voor kiezen om mensen ontzorging te bieden op verschillende niveaus. Het zou nog beter kunnen werken als je het verplichtende karakter eraf haalt.'

Introductie Geertruidenberg

Door Gemeenten Geertruidenberg, Drimmelen, Altena en Oosterhout

Voor 30 tot 50 deelnemers, in eerste instantie alle nieuwe vergunninghouders van gemeenten Drimmelen en Geertruidenberg. De gemeenten Oosterhout en Altena sluiten later aan. Bij echtparen en gezinnen richt de pilot zich op beide partners.

Wat Deelnemers krijgen de mogelijkheid om de pilot Ontzorgen te combineren met een duaal traject, een maatwerkprogramma, waarbij taal/opleiden en werken volledig met elkaar zijn geïntegreerd. De workshops over (financiële) zelfredzaamheid en budgetbeheer zijn opgenomen in dit traject. Betrokken organisaties delen lesmateriaal en -methoden met elkaar, om lessen optimaal op elkaar af te stemmen en delen van lesstof te herhalen of onderwerpen alvast te introduceren. Naast het doorbetalen van de vaste lasten worden in deze pilot zo nodig ook kinderopvang en reiskosten geregeld. Deelnemers worden zelf betrokken bij de invulling van het programma.

Met Het gemeenschappelijk werkbedrijf MidZuid, het Werkgeversservicepunt, VluchtelingenWerk en taal- en inburgeringsscholen.

Belangrijk

  • In een klankbordgroep geven deelnemers feedback op ontzorgen
  • Ontzorgen is opgenomen in duaal traject
  • Klantmanager gaat op huisbezoek
Deelnemers aan de pilot Ontzorgen in Oosterhout. (foto: Edwin Walvisch)

Deelnemers aan de pilot Ontzorgen in Oosterhout. (foto: Edwin Walvisch)

Start: ‘Aandacht werkt, dan zie je echt resultaat’

‘Ervaren de deelnemers dit programma als hulp? Ontlasten we ze hiermee? Doen we het goed? Deze vragen leggen we onze klankbordgroep met statushouders voor’, vertelt Esmeralda Stokebrook, beleidsmedewerker van de gemeente Geertruidenberg. De betrokkenheid van de doelgroep kenmerkt de Brabantse pilot, waarin persoonlijke aandacht een belangrijke rol speelt.

‘Het ontzorgen, duaal traject en participatieverklaringstraject willen we tot één geïntegreerd pakket voor de statushouder maken’, licht Stokebrook toe. Het ontzorgen betekent dat de vaste lasten – zoals huur, energie en verzekeringen – vanuit de uitkering op basis van een machtiging van de deelnemers worden betaald. De klantmanager regelt zo nodig ook aanvraag en vergoeding van reiskosten en kinderopvang.

Inrichtingskrediet verhogen

De vier gemeenten hebben daarnaast besloten het inrichtingskrediet te verhogen zodat de vaste lasten van de eerste en tweede maand hieruit kunnen worden betaald. Stokebrook: ‘We laten mensen na zes maanden ook niet zomaar los, we informeren eerst ‘de leveranciers’ zoals de woningbouw en energiebedrijf. We willen afspraken maken dat wanneer er iets misgaat in de betaling, ze eerst met ons contact opnemen.’

Hij wil zo snel mogelijk aan het werk

De gemeenten hebben het afgelopen anderhalf jaar sterk ingezet op een persoonlijke benadering van nieuwkomers. In de gemeenten Drimmelen en Geertruidenberg wordt gewerkt met gespecialiseerde klantmanagers voor vergunninghouders. Hij of zij neemt een brede intake af, waarbij nauw wordt samengewerkt met partners als VluchtelingenWerk, welzijnswerk, woningbouwverenigingen en andere ketenpartners.

Sinds december 2019 wordt na de intake een duaal traject gekozen. Vier dagen per week volgen deelnemers taal- en inburgeringslessen en gaan ze aan het werk. In deze lessen zijn thema’s als zelfredzaamheid en budgetbeheer opgenomen. ‘Het streven is dat betrokken partijen – van taalschool, VluchtelingenWerk tot aan werkbedrijf – lesmateriaal met elkaar gaan delen om zo de lessen goed op elkaar af te stemmen.’

Contact

De klantmanager investeert in het contact met de deelnemers en bezoekt elke week de leslocatie, waar taallessen worden gegeven. Eelke Meijer is klantmanager bij de gemeente Geertruidenberg: ‘We moeten niet vergeten wat vluchtelingen allemaal achter de rug hebben. Ik begeleid nu onder andere een gezin uit Soedan. Deze familie heeft erg veel meegemaakt in het land van herkomst. Ze zijn Nederland zo dankbaar dat zij in hier mogen wonen. Zij willen zo snel mogelijk zelfstandig worden en wat terugdoen.’

Meijer werkt al jaren met de doelgroep en gelooft dat nieuwkomers in Nederland soms meer rust en ruimte nodig hebben om ‘te landen’. ‘Aandacht werkt gewoon, dan zie je echt resultaat. Ik ben erg benaderbaar, ook via WhatsApp bijvoorbeeld. Ik probeer met mensen mee te denken. In de nieuwe wet is daar ruimte voor.’

Finish: ‘Dankzij de pilot is ontzorgen geen vaag begrip meer, maar juist heel concreet geworden’

In de gemeenten Geertruidenberg, Drimmelen, Altena en Oosterhout (hierna: Dongemondgemeenten) werd de pilot ontzorgen gecombineerd met een pilot duale trajecten. ’We willen mensen helpen om snel uit de uitkering te komen en werk te vinden. Belangrijk daarvoor is een goede start zonder schulden in de beginperiode of zorgen rond financiële administratie. Als we daar in het begin in investeren, dan vergroten we de kans op een snelle en duurzame instroom naar werk.’

Naast de sterke relatie tussen ontzorgen en duale trajecten, zagen de Dongemondgemeenten ook veel voordelen op het gebied van samenwerking, vertelt Richard Derks, projectleider bij de gemeente Geertruidenberg. ‘We dachten dat op het gebied van regionale samenwerkingen, zeker als het gaat over ontzorgen, nog veel te winnen viel met elkaar.’

Rommelige instroom door corona

De pilot ontzorgen bestond uit drie onderdelen:

  1. het ontzorgen van de vaste lasten voor de huur, rekeningen voor gas, water, licht en zorgverzekering in samenwerking met de kredietbank,
  2. groepstrainingen richting financiële zelfredzaamheid,
  3. individuele begeleiding. 

Derks: ‘Het liefste wil je dat daar een bepaalde volgorde in zit. Het ontzorgen van de vaste lasten direct als mensen binnenkomen, vervolgens volgen ze groepstraining en krijgen ze individuele begeleiding. Uiteindelijk neemt de individuele begeleiding het over en wordt het vaste lasten beheer afgebouwd.’

Alleen door corona hadden de gemeenten een rommelige instroom. ‘We hadden weinig nieuwe statushouders begin dit jaar. We deden de trainingen met mensen die al langer in Nederland waren, terwijl deze eigenlijk bestemd zijn voor mensen die net in Nederland zijn.’ Zo hebben de gemeenten iets minder ervaring kunnen opdoen met de beoogde doelgroep. Toch heeft de pilot vele inzichten gegeven.

Als we in het begin investeren in een goede start zonder zorgen over schulden of administratie, maken we daarmee het pad naar werk een stuk makkelijker.

Financieel ontzorgen minimaliseren 

Na de pilot nemen de Dongemondgemeenten als les mee om het financieel ontzorgen alleen voor de wettelijk verplichte onderdelen (huur, water/energie en zorgverzekering) en standaard voor zes maanden te doen. 

Derks: ‘Er was een discussie over wat je allemaal moet en eventueel kan ontzorgen. Hoe breed maak je het? Alleen de verplichte onderdelen of ook de kinderopvang en het internet? Je kunt alles wel overnemen, maar dat vergt ook veel administratie en het moet uiteindelijk een keertje terug. En op basis waarvan geef je het dan weer terug aan de statushouder? Voordat alles dan weer op de naam van de statushouder staat zijn er weer een paar weken voorbij.’

Daarom willen de Dongemondgemeenten het heel simpel houden en juist inzetten op een goede maatschappelijke begeleiding.  

Inzetten op begeleiding 

Derks noemt goede begeleiding essentieel. ‘Dat mensen straks financieel zelfredzaam zijn valt of staat met de begeleiding. Je kunt wel allemaal dingen bij mensen weghalen, maar uiteindelijk moeten de mensen het later zelf doen.’

In het vervolg willen ze investeren in de kwaliteit van individuele begeleiding in het eerste half jaar en deze integreren in de maatschappelijke begeleiding. Ook was er met de begeleiding veel maatwerk nodig. ‘Eigenlijk is het beperkt wat je collectief kunt doen, omdat de mensen bijvoorbeeld verschillen in opleidingsniveau en taal. Collectief kun je wel veel van elkaar leren en een netwerk van contact ontwikkelen.’  

Daarnaast is het belangrijk om naast de begeleiding ook te kunnen toetsen of en wanneer iemand financieel zelfredzaam is. Derks: ‘Bij de training was er een intake waar de inburgeraar zelf aangaf hoe financieel zelfredzaam hij was op verschillende onderdelen. Alleen werd dit gewoon gedaan aan de hand van een vragenlijst die afgevinkt werd, terwijl je dit juist in de praktijk wilt zien en beoordelen. Dat kan alleen in goede samenwerking met individuele begeleiding.’

Ontzorgen gecombineerd met een duaal traject 

Naast het ontzorgen hebben de Dongemondgemeenten nog een pilot duale trajecten gedraaid. Derks: ‘We leggen veel nadruk op de begeleiding richting werk. Als we in het begin investeren in een goede start zonder zorgen over schulden of administratie, maken we daarmee het pad naar werk een stuk makkelijker.’

De doelstelling van de beide pilots was dan ook leren op welke wijze ontzorgen moet worden ingericht, zodat het maximaal bijdraagt aan het wegnemen van stress bij regelzaken zodat deelnemers zich beter kunnen focussen op de inburgering. Dat vergroot de kans op  een snellere en duurzame uitstroom naar werk.  

Het was de bedoeling om deze pilots synchroon te laten lopen met dezelfde groep deelnemers. ‘Dan kan je zien of het ontzorgen van mensen ook effect heeft op de uitstroom naar werk', aldus Derks. Alleen de pilot ontzorgen werd verschoven, terwijl de duale trajecten al liepen. Daardoor hebben verschillende groepen meegedaan aan de twee pilots en kon het effect moeilijk worden gemeten. ’We hebben losse stukjes van de beide trajecten, maar nu willen we het hele proces uitproberen.’ 

Geleerde lessen

  • Investeer in de kwaliteit van individuele begeleiding en integreer dit in de maatschappelijke begeleiding.
  • Voer het financieel ontzorgen alleen uit voor de wettelijk verplichte onderdelen (huur, water/energie en zorgverzekering) en standaard voor zes maanden.
  • Belangrijk om randvoorwaarden zoals laptops, internet, kinderopvang en vrij(stelling) van / afstemming met inburgeringsactiviteiten tijdig te regelen.
  • Stel vast wanneer inburgeraars financieel zelfredzaam zijn en welke (toetsbare) stadia daarin te herkennen zijn.

Geen vaag begrip meer 

Hoewel de pilots misschien niet liepen zoals van tevoren bedacht, zijn de gemeenten blij met de geleerde lessen. Derks: ‘We hebben nu het gevoel dat we grip op het ontzorgen hebben. Het is geen vaag begrip meer, maar heel concreet geworden. Daar zijn we trots op.’ 

Ook hebben de gemeenten meer zicht op de realiteit. ‘De betrokken partijen hadden zelf ook nog niet alles op orde. Iedereen heeft nu wat huiswerk en weet wat er de komende maanden tot aan de implementatie nog geregeld moet worden. We weten nu bijvoorbeeld hoe belangrijk het is om de randvoorwaarden tijdig te bespreken, dat de gemeente de regierol echt moet pakken en dat maatwerk een vereiste is.’

Ook de samenwerking met de vier gemeenten verliep goed. Derks: ‘Je leert veel van elkaar. Wat voor de ene gemeente erg vanzelfsprekend is, is voor de ander weer een zinvolle les. Leuk om het zo met meerdere gemeenten te doen en te leren van elkaar.’

Introductie Hendrik-Ido-Ambacht

Door Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht

Voor 12 statushouders die zich gedurende de eerste maanden van 2020 in een van de Drechtstedelijke gemeenten huisvesten. Beide partners uit een gezin maar ook meerderjarige thuiswonende kinderen kunnen deelnemen aan de pilot.

Wat Vanaf de regeldag op de sociale dienst, wanneer de statushouders hun huurcontract ondertekenen en alle uitkeringszaken worden geregeld, wordt budgetbeheer toegepast. Dat houdt in dat alle vaste lasten (huur, water, energie, zorgverzekering en andere vaste lasten) worden ingehouden. Het resterende uitkeringsbedrag worden in eerste instantie als weekgeld uitbetaald.

Alle nieuwkomers volgen het 'reguliere' welkomprogramma Drechtsteden. Het programma wordt voor de pilotdeelnemers uitgebreid met de training Omgaan met Geld waar een tolk bij aanwezig is. Na deze groepslessen krijgt elke deelnemer, wanneer nodig tot een jaar lang, begeleiding van een budgetcoach van VluchtelingenWerk. Na een half jaar nemen ze deel aan het terugkomdeel van de training ‘Omgaan met Geld’.

De budgetbeheerder bepaalt in overleg met de budgetcoach en de statushouder gedurende de pilot hoe statushouders steeds meer kunnen beschikken over hun totale budget. Dit is maatwerk.

Met VluchtelingenWerk (budgetcoaches) en Sociale Dienst Drechtsteden (Budgetbeheer) en het sociaal wijkteam Hendrik-Ido-Ambacht.

Belangrijk

  • 6 maanden budgetbeheer met doorbetalen van vaste lasten
  • Tot een jaar lang begeleiding van budgetcoach
  • Deelnemers krijgen eerste periode na huisvesting weekgeld, net als op het azc
  • Getrainde budgetcoach heeft oog voor andere problemen en verwijst eventueel door

Start: ‘Uitleg over geldzaken in eigen taal is cruciaal’

Met weekgeld, intensieve begeleiding van een budgetcoach van VluchtelingenWerk en groepstrainingen moeten schulden en bijbehorende stress voorkomen worden. Kirsten van Vuuren, beleidsmedewerker van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht, hoopt dat de pilot de eerste stap is richting een budgetloket waar inwoners met financiële vragen terecht kunnen.

De dedicated klantmanagers statushouders van de Sociale Dienst Drechtsteden zien nieuwkomers vaak met financiën worstelen, vertelt Van Vuuren. ‘In de maatschappelijke begeleiding komt dit onderwerp vaak terug. We zijn blij dat we met deze pilot de broodnodige ondersteuning kunnen bieden.’

Welkomprogramma

Alle nieuwkomers in Drechtsteden beginnen – binnen zes weken na huisvesting in de gemeente – met een speciaal welkomsprogramma van vier weken. Dit programma – waarin ze taalles volgen en uitleg krijgen over de Nederlandse samenleving – wordt nu uitgebreid met intensievere financiële educatie. Deelnemers volgen drie dagdelen modules uit de op maat gemaakte cursus 'Omgaan met Geld’, een cursus ontwikkeld door Vluchtelingenwerk en het Nibud.

Regeldag

Op de zogeheten ‘regeldag’ wordt op de sociale dienst ook meteen budgetbeheer ingesteld. Dat houdt in dat alle vaste lasten worden ingehouden van de uitkering. De resterende uitkeringsbedragen worden vervolgens als weekgeld uitbetaald aan de deelnemers. ‘Een geleidelijke overgang vanuit het azc. Wanneer de budgetbeheerder en de budgetcoach de zelfredzaamheid hoger inschat, kan het restbedrag als maandgeld worden gestort. De uitleg over het ontzorgen en over het vervolgprogramma wordt in eigen taal gegeven. ‘In het Arabisch of Tigrinya. Dat is cruciaal. We willen dat mensen echt begrijpen wat we doen en waarom.’

Een vrijwilliger helpt de deelnemer met praktische zaken.

Individuele begeleiding

Na het welkomprogramma begint de individuele begeleiding door de budgetcoach, waarmee de deelnemer al voor het welkomprogramma kennis heeft gemaakt. ‘Een getrainde vrijwilliger van VluchtelingenWerk. Hij of zij begeleidt de deelnemer bij praktische financiële zaken. Deze budgetcoaches vormen een schakel tussen de budgetbeheerder van de sociale dienst en de statushouder. Zonder deze schakel moeten we het niet doen, luidde het advies van de sociale dienst.’

Van Vuuren: ‘We verwachten dat de deelnemers na zes maanden al heel veel kennis hebben opgedaan. Om alle informatie nog eens op te frissen volgt dan het tweede en laatste deel van de groepstraining ‘Omgaan met Geld.’ De budgetbeheerder bekijkt dan samen met de budgetcoach of het ontzorgen kan worden afgerond en bouwt in de volgende maanden de begeleiding af.’

Ontzorgen voortzetten

Wanneer de budgetbeheerder de deelnemer nog onvoldoende in staat acht zelfstandig zijn financiën te beheren, zal het ontzorgen op basis van artikel 57 in de Participatiewet worden voortgezet. De coaches, die veel ervaring hebben met de doelgroep, kijken verder dan de financiële situatie, benadrukt Van Vuuren. ‘Wanneer zij zich zorgen maken over andere problemen binnen de familie, dan nemen ze contact op met de klantmanager of wijkteam.’

Finish: ‘Door elkaar goed te leren kennen, kun je concrete stappen maken’

De gemeente Hendrik-Ido-Ambacht en vijf aangrenzende gemeenten van de ‘Drechtsteden’ werkten samen aan een pilot ontzorgen. De combinatie van een groepstraining en budgetcoaches van Vluchtelingenwerk met administratief ontzorgen door Budgetbeheer bij de gemeente vormde een solide plan om de financiële zelfredzaamheid van deelnemers te bevorderen en financiële problemen te voorkomen. De betrokken partijen leerden veel van de pilot, ondanks dat niet alle onderdelen konden doorgaan.

Hendrik-Ido-Ambacht, VluchtelingenWerk en de gemeenten Alblasserdam, Dordrecht, Hardinxveld-Giessendam, Papendrecht, en Zwijndrecht startten een samenwerking rond het ontzorgen van nieuwkomers in de gemeente. VluchtelingenWerk zou de groepstraining ‘Omgaan met geld’ combineren met individuele begeleiding door budgetcoaches, vrijwilligers vanuit hun organisatie. Budgetbeheer van de gemeente zou de deelnemers administratief ontzorgen. Bij de start van de pilot gooide corona roet in het eten. De pilot moest daardoor anders doorgaan dan gepland, maar was desondanks niet minder leerzaam.

Coaching en begeleiding

In het begin van de pilot werd ook het budgetbeheer opgestart, maar dat bleek lastig uitvoerbaar. Vanwege capaciteitstekort en problemen met het verzamelen van documenten startte budgetbeheer maar langzaam op. De deelnemers leverden samen met hun budgetcoach de juiste stukken aan, maar er was geen goed overzicht van welke informatie op welk moment naar wie moest worden gestuurd. Een geleerde les en directe oplossing: in de toekomst zal de regisseur van de regionale sociale dienst dit coördineren.

Vervolgens werd nog geprobeerd een lichtere variant budgetbeheer op te zetten. Nadat de budgetbeheerder in dienst van de gemeente stopte, is besloten om de rest van de tijd vooral in te zetten op begeleiding naar financiële zelfredzaamheid van de deelnemers. De deelnemers volgden een groepstraining en werden daarnaast intensief begeleid via Whatsapp-bellen door de budgetcoaches van VluchtelingenWerk.

Groepstraining en zelfredzaamheid

De groepstraining ‘Omgaan met geld’ bestond uit zes wekelijkse online trainingen van 2,5 uur. Zo’n 49 deelnemers met een Syrische, Turkse en Jemenitische achtergrond deden mee. Met behulp van filmpjes, PowerPoints en interactieve opdrachten gingen twee groepen (een Arabisch, een Turks) aan de slag met onderwerpen als budgetteren, verzekeringen, sparen, schulden, internetfraude en DigiD.

Er waren filmpjes in het Arabisch en er waren tolken Turks bij de lessen. Deelnemers reageerden enthousiast op deze lessen. Wel gaven sommigen aan dat het niveauverschil merkbaar was en het beter zou zijn om de trainingsgroepen naar opleidingsniveau in te delen. Zo blijven deelnemers beter gemotiveerd.

Financieel zelfredzaam in de praktijk

Meer dan de helft van deelnemers bleek na de training en begeleiding voldoende financieel zelfredzaam te zijn. Wel gaven trainers en begeleiders aan dat het na slechts zes weken lastig te beoordelen is of deelnemers ook in de praktijk zelfredzaam zijn.

Een ander punt van aandacht voor de toekomst is de timing van de groepstraining. Die moet niet te vroeg komen. Er moet voorkomen worden dat de nieuwkomer overspoeld wordt met nieuwe informatie als hij of zij net in de gemeente is komen wonen. Aan de andere kant hebben budgetcoaches en budgetbeheerders wel snel informatie nodig om het ontzorgen goed te kunnen regelen. Anders gaat het mis.

Financiële ontzorging

De betrokken partijen leerden ook dat heldere communicatie, taakverdelingen en een sterk plan van aanpak bij het ontzorgen cruciaal zijn voor succes. Naar elkaar toe, maar ook naar deelnemers. Je moet het immers samen doen. Ook is een zorgvuldige uitwisseling van informatie van belang, omdat je rekening hebt te houden met privacyregels van de AVG (Algemene verordening gegevensbescherming).

Bij het financieel ontzorgen helpt het om documenten van nutsbedrijven bijtijds te krijgen, zodat er snel overzicht is en ontzorgen mogelijk wordt. Daarnaast kan de budgetbeheerder niet rood staan. Als de toeslagen nog niet zijn toegekend aan de statushouders en het ontzorgen al wordt gestart, kan een tekort aan leefgeld ontstaan. Met roodstand, giften of leningen als een soort overbruggingskrediet kunnen die gaten mogelijk worden opgevuld totdat de toeslagen worden ontvangen. Dat is meestal na zo’n twee á drie maanden.

De basis is gelegd

Door deze pilot samen voor te bereiden en uit te voeren, is een sterke basis voor de toekomstige samenwerking gelegd. Door elkaar goed te leren kennen, knelpunten weg te werken en ontwikkelingen door te maken kun je sneller concrete stappen maken, vindt Job Nilsen. Hij is beleidsmedewerker bij de afdeling Expertise en Advies van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht en gaat zich vanaf 2022 bezighouden met het beleid op het gebied van ontzorgen. ‘Het is tot nu toe best een uitdaging, maar ik vind wel dat de regelgeving beter wordt vanaf volgend jaar. Ik geloof erin dat nieuwkomers zo minder in de schulden zullen komen. Daar doen we het voor.’

Introductie Zoetermeer

Door Gemeenten Zoetermeer en Lansingerland

Voor 35 statushouders, die zich net in de gemeenten hebben gevestigd. Als er genoeg plek is kunnen ook statushouders uit het bestaande uitkeringsbestand deelnemen. Ook jonge vluchtelingen die net 18 zijn geworden, nemen deel.

Wat Het ontzorgen houdt in dat de eerste 6 maanden minimaal de volgende vaste lasten vanuit de uitkering betaald worden: de huur, de energie en de zorgverzekering. Gemeenten gaan met verschillende aanbieders in zee. Zij bieden begeleiding in het financieel zelfredzaam maken van deelnemers. Dit gebeurt op uiteenlopende manieren. De gemeenten willen met deze pilot uitvinden wat nu de werkzame elementen zijn op weg naar financiële zelfredzaamheid. Waar nodig worden tolken ingezet.

Met Piëzo, Vluchtelingenwerk, Humanitas en Schuldhulpmaatje, MBO Rijnland in Zoetermeer en PLANgroep in Lansingerland

Belangrijk

  • Gemeenten willen experimenteren met verschillende methodieken
  • Gemeenten zoeken nog naar digitale instrumenten
  • Integrale aanpak, ook trainingen arbeidsparticipatie via de Werkacademie

Start: Zelfstandig met geld: Zoetermeer zoekt uit wat werkt

‘Er zijn veel mooie producten rondom financiële zelfredzaamheid en veel verschillende aanbieders. Van VluchtelingenWerk, Humanitas tot de Piëzo-methodiek. We gaan voor deze pilot met iedereen in zee’, zegt projectleider Ellen Kremer. ‘We willen uitvinden wat werkt.’

‘We vliegen deze pilot wat anders aan’, stelt Kremer. Zoetermeer en Lansingerland hebben de afgelopen jaren stevig ingezet op een integrale aanpak voor nieuwkomers. Deze wordt uitgevoerd door een dedicated team van gespecialiseerde klantmanagers die beginnen met een brede intake. ‘We proberen al zoveel mogelijk in te spelen op de nieuwe inburgeringswet.’ De klantmanagers weten hoe complex het nieuwe leven in Nederland voor statushouders vaak is.

Verschillende instrumenten

‘Financiële zelfredzaamheid is zo belangrijk. Er zijn hiervoor allerlei geweldige instrumenten ontwikkeld, door verschillende aanbieders. Het klinkt allemaal even mooi. Daarom hebben we besloten al deze verschillende aanpakken in onze pilot mee te nemen.’

Ontzorgen en begeleiden

Uitgangspunt van de pilot is ontzorgen én begeleiden. Dat houdt in dat de eerste zes maanden de vaste lasten als huur, energie en zorgverzekering uit de uitkering worden betaald. Nadat het ontzorgen is geregeld, komen de verschillende aanbieders voor de begeleiding in beeld. Ze gaan met een groep nieuwkomers aan het werk op weg naar financiële redzaamheid.

Aanbieders vergelijken

Lansingerland werkt in de pilot met PLANgroep, vertelt beleidsadviseur Jeroen Boerman. ‘Zij hebben de vijftien deelnemers in Lansingerland verdeeld over twee groepen. Die groepen volgen de budgetcursus ‘Een goede start’.’ De consulenten van de gemeente nodigen vervolgens alle deelnemers uit voor een individueel gesprek. ‘Ze nemen de informatie van de training nog eens door en bespreken ook de persoonlijke situatie van de deelnemers.’

In Zoetermeer wordt met vier andere aanbieders gewerkt. ‘Dat vraagt organisatorisch nogal wat’, beaamt Kremer. ‘Hoe vergelijken we deze aanbieders? Hoe meten we na afloop het resultaat? Dat zijn we nu aan het uitzoeken.’ De verschillen tussen de aanbieders zijn groot. We hebben het over een maatjesaanpak van Humanitas of een hele methodische aanpak van een andere aanbieder. Of de groepsactiviteiten van EuroWijzer van VluchtelingenWerk. De ene aanbieder zet tolken in, de ander niet. Ik ben erg benieuwd naar de uitwerking in de praktijk.’

Alle deelnemers aan de pilot volgen ook een training bij de Werkacademie, niet gericht op geldzaken, maar op werk.

Jonge vluchtelingen krijgen soms studiefinanciering, hoe doen we dat met ontzorgen?

Diverse doelgroep

De doelgroep is erg divers. ‘We hebben in Zoetermeer bijvoorbeeld een grote groep alleenstaande minderjarige vluchtelingen. Velen worden nu achttien en lopen vast met hun financiën. Voor deze doelgroep is het van belang om op eigen benen te staan, maar dan moeten ze wel hun geldzaken kunnen regelen. We kijken in deze pilot hoe we hen kunnen helpen.’

Kremer is benieuwd naar digitale instrumenten die andere gemeenten inzetten om financiële zelfredzaamheid te bevorderen. ‘Ik hoorde al van het Schuldenlab in Den Haag. Het is belangrijk om alle oplossingen en ervaringen met ontzorgen te delen.’

Finish: ‘We hebben allebei een ander spectrum van de pilot kunnen ervaren’

Hoewel de gemeenten Zoetermeer en Lansingerland op papier dezelfde pilot zouden uitvoeren, hebben de twee gemeenten in de praktijk een verschillende invulling aan de pilot ontzorgen gegeven. ‘Eigenlijk wel fijn dat we op een andere manier hebben gewerkt, want dat zorgt ervoor dat we juist een ander spectrum van de pilot hebben ervaren.’

De gemeenten zagen de pilot als een mooie kans om grip te krijgen op het ontzorgen. ‘Het leek ons de meest intensieve maar ook de fijnste pilot om als gemeente mee aan de slag te gaan. Het gaat niet alleen om de begeleiding maar ook het aanpassen van systemen en processen’,  vertelt Ellen Kremer, beleidsadviseur bij de gemeente Zoetermeer. 

De pilot bestond uit financieel ontzorgen, individuele begeleiding en groepstrainingen. Vanwege de coronacrisis liep de pilot echter anders dan verwacht. Kremer: ‘Op papier hebben wij dezelfde pilot gedraaid, maar in de praktijk ging het anders. Door corona hebben we alles moeten aanpassen en voor Lansingerland heeft dat andere consequenties gehad dan voor Zoetermeer.’ ’In de tussentijd bleven de gemeenten wel contact houden en gegevens met elkaar uitwisselen’, vertelt Romano Chocolaad, consulent Participatie bij de gemeente Lansingerland.  

Creatieve oplossingen zoeken 

In Lansingerland betekende de coronacrisis dat de groepstrainingen over financiële zelfredzaamheid niet konden doorgaan. Met de beperkende coronamaatregelen was het voor de partij die de trainingen zou geven niet mogelijk deze te verzorgen. Voor de individuele begeleiding was er wat creativiteit nodig. Chocolaad: ‘De individuele gesprekken hebben we uiteindelijk laten doorgaan via whatsapp. Hier moesten we even aan wennen, omdat whatsapp niet een instrument is dat we voorheen veelvuldig gebruikten. Daarnaast moesten we ook nog een manier vinden om een tolk aan de gesprekken toe te voegen.’

Het financieel ontzorgen kon wel plaatsvinden in Lansingerland. De deelnemers werden voor (minstens) zes maanden financieel ontzorgd. Chocolaad: ‘We merkten vrij snel dat als je meerdere vaste lasten wilde doorbetalen, het inkomen van de deelnemer op dat moment niet toereikend genoeg was. Omdat de toeslagen nog niet geregeld waren, was er onvoldoende geld beschikbaar voor de doorbetaling van de vaste lasten. Hier zijn keuzes gemaakt zodat er nog wel genoeg leefgeld overbleef. Uiteindelijk is er doorbetaald wat mogelijk was op basis van het budget van de deelnemers.’ 

Kremer: ‘Dit probleem speelt al veel langer, en tot nu toe was het altijd het probleem van de statushouder. Nu ligt het probleem bij de gemeente. Dat is veel beter dan dat het bij de doelgroep ligt die echt nog niet weet hoe het allemaal werkt.’ 

Trainingen naar zelfredzaamheid in Zoetermeer 

Zoetermeer heeft de pilot een half jaar later, tijdens de landelijke herstart van het pilotprogramma, hervat. In die tussentijd was er echter onvoldoende instroom van nieuwe deelnemers, want ook dit kwam door corona stil te liggen. Kremer: ‘Toen we in september weer begonnen hadden we allemaal mensen die al zes maanden voor hun eigen financiën zorgden en automatische incasso's hadden. Het was onlogisch en ook klantonvriendelijk om dat stop te zetten. Wij hebben daarom de doorbetalingen laten lopen en zijn alleen met de trainingen aan de slag gegaan.’

Geleerde lessen

  • Maatwerk binnen de groepstraining kan echt een meerwaarde zijn. Mogelijk zou maatwerk gerealiseerd kunnen worden door de groepen op te splitsen in verschillende subcategorieën, mits hier voldoende instroom voor is.
  • Breng de klantroute in kaart en bekijk deze kritisch met alle betrokken partijen.
  • Onderling vertrouwen is een belangrijk element binnen de pilot. Tolken kunnen bijvoorbeeld helpen om het onderlinge vertrouwen te vergroten.

Maatwerk 

Voor het financieel ontzorgen nodigde Zoetermeer meerdere partijen uit om mee te doen aan de pilot. Kremer: ‘Ik vond dit een uitgelezen kans om maatwerk te kunnen bieden. Het was even puzzelen want iedere partij bood een ander traject, maar op deze manier konden we wel echt maatwerk aanbieden met de trainingen. Bij de ene partij was het bijvoorbeeld geen probleem als deelnemers hun kinderen meebrachten naar de training. Een andere partij gaf de training juist weer bij de mensen thuis. En weer een andere partij richtte zich specifiek op jongeren. Dat was echt super. De trainingen zijn heel positief ervaren door de mensen die hebben deelgenomen.'

Maar maatwerk leveren is niet altijd even makkelijk, zo vraagt de ene partij er bijvoorbeeld geld voor, terwijl de andere partij weer met vrijwilligers werkt. De regels en verplichtingen omtrent inkoop en aanbestedingen maken dit dan weer ingewikkeld. Kremer: ’Er zijn heel veel factoren bij elkaar waardoor je toch vrij beperkt bent in de keuze van het product dat we willen bieden. Dan is het belangrijk om te kijken hoe we het in de praktijk gaan doen en welke ruimte de wet ons biedt.’ 

Zoek echt de samenwerking met elkaar op. We zijn verschillende gemeenten met allemaal andere ervaringen. Kijk dus hoe je van elkaar kunt leren.

Inzichten en tips 

Dankzij de pilot hebben beide gemeenten veel geleerd en inzichten opgedaan. Kremer: ‘Bijvoorbeeld dat het beter werkt om alle groepen op niveau in te delen in plaats van op taal, zodat de training op hetzelfde tempo gegeven kan worden.’ Daarnaast geven de gemeenten mee om de klantroute in kaart te brengen en die kritisch te doorlopen met alle disciplines. 

Chocolaad: ‘Zoek ook echt de samenwerking met elkaar op. We zijn verschillende gemeenten met allemaal andere ervaringen. Kijk dus ook in hoeverre je van elkaar kunt leren.’ Kremer: ‘Wacht ook niet tot het laatste moment, het is echt een flinke uitdaging.’ ‘Door de covid-19 maatregelen was het een lastige periode om de pilot te draaien’, aldus Chocolaad. ‘Druk, hectisch en allemaal vanuit huis. Op heel veel manieren is het daarom een pilot geweest. Wel was het een hele mooie praktijkproef voor het onderdeel ontzorgen.’

8. Evaluatie

Voor het pilotthema 'Ontzorgen' is een procesevaluatie uitgevoerd. Deze is gericht op de beschrijving van de werkwijze, de eerste resultaten, de evaluatie van de werking en het leren van de pilots.

 Uit het onderzoek blijkt dat het financieel ontzorgen van inburgeraars in de nieuwe Wet inburgering vraagt om maatwerk. Ontzorgen blijkt vooral complex in de eerste maanden dat de statushouder in de gemeente wordt gehuisvest en de toeslagen nog niet worden uitgekeerd. De bijstandsuitkering is zonder toeslagen vaak te laag om alle wettelijke vaste lasten te kunnen betalen en voldoende leefgeld over te houden. Een goede afstemming tussen de betrokken organisaties is nodig om de vaste lasten te kunnen blijven betalen.

Daarnaast loont het om groepstrainingen en individuele begeleiding in te zetten om statushouders kennis te laten maken met het financieel systeem in Nederland en de ontzorging geleidelijk af te bouwen.

Eindrapportage

Cover eindrapport ontzorgen

Meer informatie

Bekijk voor meer informatie over de procesevaluatie, tussenrapportage en video's de publicatie Pilotprogramma Veranderopgave Inburgering.

De procesevaluatie voor de pilot 'Ontzorgen' is uitgevoerd door het Verwey-Jonker Instituut.

Colofon

Samen met het ministerie van SZW ondersteunen Divosa, VNG en DUO gemeenten bij de voorbereidingen en implementatie van het nieuwe inburgeringsstelsel. Hebben jij en je collega’s nog vragen, bekijk dan Wet inburgering in vraag en antwoord.

Divosa

Aidadreef 8 | 3561 GE Utrecht
Postbus 9563 | 3506 GN Utrecht
030 233 23 37
info@divosa.nl
divosa.nl

Auteurs

HVR-Group
Jessica Maas

Coördinatie en eindredactie

Ministerie SZW en Divosa

Webredactie

Remco van Brink en Jasja van Moorsel (Divosa)

Versie

December 2021