Inleiding

Binnen het Pilotprogramma Veranderopgave Inburgering hebben 97 gemeenten ervaringen opgedaan op onderdelen uit de Wet inburgering 2021. Welke elementen in deze aanpak werkten wel, en welke niet? Wat waren de plannen van de pilotgemeenten en hoe hebben zij de pilot ervaren? Wat nemen zij mee naar 2022 als de Wet inburgering in werking treedt? Voor het antwoord op deze én andere vragen interviewden wij de projectleiders van 39 verschillende pilotaanpakken, zowel bij aanvang van de pilotperiode in 2019 (start) als in een terugblik (finish).

In dit eerste deel van de publicatiereeks 'Pilots inburgering van start tot finish' vind je de interviews met de projectleiders van de pilots binnen het thema 'Vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten'. 

De volledige reeks bestaat uit zes delen en bevat alle interviews, overzichtelijk geordend per thema:

Lees ook

Deelneemsters pilot Hoofddorp

Deelnemers aan de pilot 'Vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten' in Hoofddorp (hoofdaanvrager gemeente Haarlemmermeer, foto: Edwin Walvisch)

1 Introductie

Onderzoek heeft uitgewezen dat de arbeidsmarktpositie van vrouwelijke nieuwkomers achterblijft ten opzichte van mannen. In het nieuwe inburgeringsstelsel willen we de positie van vrouwelijke asiel- en gezinsmigranten verstevigen.

Illustratie vrouwelijke nareizigers

Om dat te doen, is individueel maatwerk nodig. Daarbij gaan we uit van een compleet beeld van de achtergrond van de vrouw en houden we rekening met haar opleiding, afstand tot de arbeidsmarkt, migratieachtergrond en leeftijd.

De zes pilots van dit thema richten zich op het activeren van vrouwen door onder andere taallessen, maar ook via excursies en empowerment-modules. Daarnaast is er aandacht voor hulp bij het vinden van een passende werk- of stageplek. Zo ontdekken de gemeenten wat randvoorwaarden zijn voor deze vrouwen om mee te doen, maar ook wat belemmeringen en onbenutte mogelijkheden zijn. In juni 2021 is de eindrapportage verschenen.

Lees ook

  • Digitaal magazine over de op 1 oktober 2020 gehouden Leercirkel.
    Met hierin ervaringen en aandachtspunten van de pilotgemeenten plus het verslag van een intervisiesessie.

Introductie Berkelland

Door Gemeenten Berkelland en Bronckhorst

Voor 35 vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten

Wat Een training van 24 sessies van maximaal 3 uur. Programma begint met informatie over de Nederlandse samenleving, na 2 maanden verschuift de aandacht richting arbeidsparticipatie. De wekelijkse bijeenkomsten worden verzorgd door trainers/NT2 docenten. Tolken en sleutelpersonen ondersteunen de training. Naast de bijeenkomsten krijgt elke deelnemer vanaf de derde maand ook een eigen jobcoach die, met oog voor praktische belemmeringen, de deelnemers helpt bij het vinden van een snuffelstage, werkervaringsplaats of baan.

Met Interbeek Support (maatschappelijke begeleiding en trainingen) levert een coördinator, NT2 docenten/ trainers en jobcoaches. Ook een Regisseur Nieuwkomers, klantmanagers Sociale Dienst Oost-Achterhoek (Berkelland) en consulenten sociale teams (Bronckhorst) zijn nauw betrokken bij het programma.  Daarnaast worden sleutelpersonen en cultuurverbinders ingezet.

Start: Powervrouwen in de Achterhoek

‘Betrek het thuisfront bij de training’, luidt het advies van Marieke Heusinkveld van de gemeente Berkelland. De eerste avond, waarop de dertig deelnemende vrouwen – in de eigen taal – uitleg kregen over de training, was een succes. ‘We hadden ook hun partners uitgenodigd en zij waren ook enthousiast. Een aantal mannen vroeg zelfs wanneer zij aan de beurt waren.’

Begin november zijn de vrouwen – afkomstig uit Syrië, Eritrea, Colombia, Kirgizië en Gambia – in twee verschillende groepen met de ‘Powervrouwentraining’ gestart. Tijdens de eerste bijeenkomsten staat de Nederlandse samenleving centraal. Heusinkveld, contactpersoon vluchtelingen bij de gemeente Berkelland: ‘Hoe zit het Nederlandse zorgstelsel in elkaar, waar kun je terecht voor informatie?’ Verder komen thema’s als opvoeding, onderwijs en financiën aan bod. Ook uitstapjes naar bijvoorbeeld een huisarts of wijkgebouw maken onderdeel uit van het programma.

Ervaringsdeskundigen

Bij de training zijn ook ervaringsdeskundigen, mensen die zelf de inburgering hebben afgerond, aanwezig. Zij hebben een training voor sleutelpersoon bij Pharos of cultuurverbinder bij Figulus/Vluchtelingenwerk gevolgd en hebben ervaring met het uitleggen van allerlei aspecten van de Nederlandse samenleving aan nieuwkomers. Heusinkveld licht toe: ‘Deze voormalig inburgeraars zijn echte bruggenbouwers. Dat is erg belangrijk. Door met elkaar Nederlands te spreken, groeit het zelfvertrouwen van de vrouwen. Het empoweren van deelneemsters is een ander belangrijk doel van deze groepsbijeenkomsten.’

We willen deze vrouwen in de actiestand krijgen

Jobcoach

Na twee maanden verschuift de focus naar arbeidsparticipatie. Heusinkveld: ‘Dan komt de jobcoach in beeld om de wensen en ambities met de vrouwen te bespreken. Deze coach speelt een belangrijke rol in de pilot. Hij of zij gaat met alle vrouwen individueel in gesprek om antwoord te vinden op vragen als: ‘Wat voor (vrijwilligers)werk past bij mij? Hoe regel ik kinderopvang?’ Samen gaan ze op zoek naar een geschikte stageplek, werkervaringsplaats of vacature.’ De jobcoach helpt bij het wegnemen van eventuele praktische obstakels. ‘We willen deze vrouwen in de actiestand krijgen.’

Heusinkveld is blij met de extra aandacht voor nareizigers en gezinsmigranten. ‘Een deel van deze vrouwen hadden we wel in beeld en deze pilot geeft ons nu de kans om concreet wat voor hen te betekenen. Zeker wanneer het gezin uit de uitkering komt omdat de man aan het werk gaat, bestaat het gevaar dat deze vrouwen uit beeld verdwijnen. Uit ervaring met eerdere vluchtelingengroepen weten we dat vrouwen in hun taalontwikkeling en integratie dan achter kunnen blijven. Soms leiden ze een erg teruggetrokken leven. Ik hoop dat we met deze pilot de positie van de vrouwen kunnen verbeteren.’

Finish: ‘De individuele begeleiding was van enorme toegevoegde waarde’

‘Ik hoop dat we met deze pilot de positie van de vrouwen kunnen verbeteren.’ Met deze zin besloot Marieke Heusinkveld haar interview aan de start van het programma Powervrouwen van de gemeenten Berkelland en Bronckhorst. Terugblikkend op die uitspraak zegt Heusinkveld dat dat over het algemeen goed gelukt is. ‘Al zijn de verschillen tussen vrouwen groot.’

Wat empowerment is, dat is voor elke vrouw anders. Heusinkveld legt uit: ‘De ene vrouw is al blij omdat ze haar financiën onder controle heeft, de ander heeft een MBO-3 opleiding en een vast contract. Op ieder niveau zijn dat gewoon goede stappen.’ Als vervolg op de pilot heeft gemeente Berkelland inmiddels Powervrouwen 2 gestart: een begeleidings- en trainingsgroep met acht Eritrese vrouwen. Hierbij zijn de onderwerpen en lessen uit de pilot overgenomen.

Als je opeens een brief krijgt van de gemeente, denk je ook: wat is dit nou?

Onzekerheden wegnemen

In november en december van 2019 is de pilot begonnen met groepsbijeenkomsten, met de nadruk op empowerment.  Vanaf januari 2020 volgde de een-op-een begeleiding door de jobcoaches. Dat gebeurde vaak bij de deelneemsters thuis, om een vertrouwensrelatie op te bouwen.

‘De jobcoaches kijken of er in de privésituatie belemmeringen zijn, waardoor vrouwen niet toekomen aan werk of een opleiding’, vertelt Heusinkveld. ‘Sommige vrouwen hadden bijvoorbeeld geen toegang tot een bankrekening. De jobcoaches stimuleren vrouwen om daar thuis over in gesprek te gaan. Zo hebben weerstand omgezet naar positieve energie.’

Opvallende uitkomsten

  • Regel de kinderopvang.
  • Regel het vervoer: in Berkelland reed de Naoberbus van en naar de trainingslocatie. In Bronckhorst is een taxibus ingezet die de vrouwen ophaalde en wegbracht.
  • Neem de tijd: om vrouwen te motiveren en weerstand om te zetten naar positieve energie.
  • Verplichte deelname: kan vrouwen een steuntje geven in het overtuigen van hun partners. 

Een-op-een contact

Die vertrouwensrelatie met de jobcoach bleek erg belangrijk tijdens de pilot. ‘Natuurlijk hebben we voorafgaand aan het programma een papieren brief gestuurd naar de deelnemers. Maar als je opeens een brief krijgt van de gemeente, denk je ook: wat is dit nou? We hebben de deelneemsters daarom ook nagebeld en zijn we bij hen thuis langsgegaan. Met een-op-een begeleiding, de inzet van tolken en door goed de tijd te nemen hebben we het een stuk concreter kunnen maken.’

Gedurende het hele traject was die persoonlijke begeleiding van enorme toegevoegde waarde. Toch vindt Heusinkveld het spannend om te zeggen of ze deze begeleiding door kunnen zetten naar de nieuwe wet. ‘Die een-op-een begeleiding is hartstikke duur, en de financiën zijn binnen de wet al krap. Dat wordt dus echt een puzzel.’

Participatiestatus van deelnemers

83%       was bij de start niet actief
31%       was bij het einde van de pilot niet actief
29%       deed na de pilot een opleiding
16%       had na de pilot betaald werk
8%         deed na de pilot een stage
8%         heeft na de pilot een werkervaringsplaats
8%         deed na de pilot vrijwilligerswerk

Korte lijntjes

Bij het programma zijn ook klantmanagers/consulenten betrokken om mensen te stimuleren bij het vinden van werk. Zij kunnen een goede aanvulling zijn op het inburgeringstraject, maar het kan ook botsen. ‘Tijdens zo’n traject moet je oppassen dat de klantmanager en de jobcoach niet langs elkaar heen gaan werken’, legt Heusinkveld uit. ‘Bijvoorbeeld dat de klantmanager denkt: ik heb een baan gevonden, terwijl de statushouder met de jobcoach net een heel ander gesprek heeft gevoerd.’

Zorg dat er één lijn is in de begeleiding

Volgens Heusinkveld heeft een regisseur statushouders vanuit de sociale dienst daar goed bij geholpen. ‘Bij ons dreigde zo’n dubbeling te ontstaan. De regisseur heeft dat kunnen voorkomen. Voor ons was dit een duidelijke les: zorg in de nieuwe wet voor korte lijntjes tussen de klantmanagers en jobcoaches en dat er één lijn is in de begeleiding.’

Introductie De Bilt

Door Gemeenten De Bilt en Bunnik 

Voor 30 vrouwelijke nareizigers  en gezinsmigranten 

Wat Participatieprogramma We ∞ Match is gericht op het trainen en coachen van vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten richting werk of studie. Bedrijfsbezoeken en snuffelstages maken onderdeel uit van het programma. Veel gebruik van theater- en presentatietechnieken en elke deelnemer wordt gekoppeld aan een buddy; een inwoner uit eigen woonplaats als extra hulp om persoonlijke doelen te bereiken. 

Met KunstenHuis De Bilt-Zeist, VluchtelingenWerk en Regionale Dienst Werk en Inkomen

Belangrijk

  • Programma wordt uitgevoerd door het KunstenHuis
  • Met interactieve trainingen wordt gewerkt aan talentontwikkeling, zelfvertrouwen en arbeidsmarktperspectief van de deelnemers
  • Vrijwillige buddy’s begeleiden de vrouwen

Pilot in het nieuws

Still van filmpje de bilt

Op 9 december 2019 bracht minister Koolmees van SZW een werkbezoek aan de pilot in De Bilt. Bekijk de impressie van het werkbezoek.

Start: ‘Gebruik kunst en cultuur om mensen weer mee te laten doen’

De vrouwelijke statushouders komen vaak schuchter en verlegen binnen. Ze durven nauwelijks hardop te spreken in het Nederlands. Na afloop van het traject presenteren ze zich trots. Wie zijn ze en wat zijn hun dromen? Kunst en cultuur zorgt ervoor dat mensen uit hun schulp komen, stelt projectleider Willeke Colenbrander van het KunstenHuis De Bilt-Zeist enthousiast.

Het ongemak in de groep hangt vaak in de lucht bij de eerste workshops. ‘Niet alleen bij statushouders, maar bij iedereen die aan onze trainingen meedoet. Mensen zijn het niet gewend om te spelen, om gek te doen.’ Maar spelen is gezond, weet Colenbrander. ‘Er wordt heel veel gelachen in onze workshops. Dat is zo belangrijk. Juist ook voor mensen die nieuw in Nederland zijn.’ Het KunstenHuis helpt al sinds 2016 met het participatieprogramma We ∞ Match nieuwkomers in de gemeente op weg. ‘We hebben het geluk dat de gemeente De Bilt inziet dat kunst een erg goed medium is om mensen te activeren.’

Beleidsmedewerker Diane Heuvelman: ‘Goed dat het succesvolle project We ∞ Match nu ook beschikbaar is voor inwoners van onze regiogemeenten. Dit programma brengt echt een andere dimensie in het inburgeringstraject. Voor sommige deelnemers net dat extra zetje dat zij nodig hebben om aan de slag te gaan.’

We ∞ Match

We ∞ Match is een persoonlijk en professioneel ontwikkeltraject. Inzicht krijgen in eigen kunnen, het opbouwen van een nieuw sociaal netwerk en het zetten van nieuwe stappen richting werk staat centraal. Er wordt in het traject nauw samengewerkt met andere partijen in de gemeente, vertelt Colenbrander. ‘Dat klinkt eenvoudiger dan het is. Het is zo belangrijk dat partijen aangehaakt blijven. Dat lukt alleen door ze voortdurend bij het programma te betrekken, te informeren en hen in te zetten op specifieke onderdelen. En dan zie je echt draagvlak ontstaan.’

Kunst en cultuur zit door het hele programma heen verweven.

De pilot is opgebouwd uit drie delen. In het eerste deel staan workshops talentontwikkeling centraal en wordt gestart met een ‘verkenning van de arbeidsmarkt’, met onder meer bedrijfsbezoeken en snuffelstages. In het tweede deel presenteren de deelnemers zichzelf bij een bijeenkomst voor bedrijven en organisaties.

Het programma sluit af met een individueel traject gericht op doorstroom richting werk, taalstage of vrijwilligerswerk.  Samen met de diverse lokale organisaties, het Werkgeverservicepunt en de Regionale Sociale Dienst wordt voor elke deelnemer de juiste plek gezocht. Ook het netwerk van de buddy wordt hierbij benut. ‘Kunst en cultuur zit door het hele programma verweven. Er wordt vooral gebruik gemaakt van theatertechnieken om inzichtelijk te maken wat we bedoelen én fysiek te ervaren hoe iets voelt.’

Buddy

De dertig vrouwen krijgen daarnaast een buddy – een vrijwilliger uit het eigen dorp – toegewezen. Zij gaan samen op pad, oefenen de taal en helpen bij het huiswerk. ‘Zij kunnen mensen helpen door het eigen netwerk in te zetten. Als we alle netwerken aan elkaar knopen, hebben we een groot bereik aan mogelijkheden tot onze beschikking.’

Dorpen

Veel deelnemers wonen verspreid in kleine dorpen van de Utrechtse Heuvelrug. Organisatorisch niet eenvoudig, zegt Colenbrander. ‘Daar moeten we bij de trainingen rekening mee houden. Maar het is zo belangrijk dat we deze vrouwen activeren, sommige deelnemers zitten zich echt thuis te vervelen. We ∞ Match kan hen helpen nieuwe mensen te ontmoeten, nieuwe activiteiten te ontplooien en zichzelf te (her)ontdekken in een veilige setting.’

Finish: Van buddy tot kiesfamilie: een vangnet voor vrouwelijke inburgeraars

Kunnen theateractiviteiten vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten helpen richting participatie? Gemeenten De Bilt en Bunnik wilden dit testen, en besteedden een inburgeringspilot uit aan het We∞Match traject van het KunstenHuis. KunstenHuis medewerkers Willeke Colenbrander en Lilian Zawedde zijn enthousiast over hun combinatie van theateractiviteiten en persoonlijke buddies, maar merkten gedurende de pilot dat de uitstroom naar werk lastig is.

We∞Match is een participatietraject dat een aantal jaar geleden ontwikkeld is door het KunstenHuis. Het traject gebruikt kunst en cultuur om mensen die afstand hebben tot de samenleving, het zelfvertrouwen te geven om meer verbinding met de maatschappij te maken. Sinds 2019 is er een specifiek traject alleen voor vrouwelijk nieuwkomers, zodat zij zich op hun gemak kunnen uiten en hun netwerk in Nederland kunnen uitbreiden.

Rollenspellen

Bij We∞Match doen inburgeraars onder begeleiding bijvoorbeeld rollenspellen met situaties die ze hebben meegemaakt op straat, voeren ze dansen uit de eigen cultuur of oefenen ze met handen schudden (of met alternatieven voor vrouwen die geen hand willen schudden). Colenbrander: 'Er was een deelneemster die in de bus naast een oudere Nederlandse dame zat. Die laatste stelde, uit interesse, veel vragen over de vlucht van de nieuwkomer, maar deze werd daar verdrietig van en wilde er liever niet over praten. Dit heeft de groep toen nagespeeld, met verschillende mogelijkheden om met zo’n situatie om te gaan.’

Van nieuwkomer tot projectmedewerker

Zawedde heeft een paar jaar geleden meegedaan met de eerste vrouwengroep van We∞Match, nadat ze vanuit Uganda naar Nederland kwam. Inmiddels is ze projectmedewerker geworden en helpt ze andere vrouwelijke nieuwkomelingen ook hun weg te vinden.

Buddies

Naast de theatrale oefeningen wordt elke nieuwkomer gekoppeld aan een buddy. Dit is een lokale vrijwilliger, een aanspreekpunt voor de nieuwkomer. Door veel tijd met elkaar door te brengen, oefenen ze met taal, leren ze cultuuraspecten van elkaar en ontstaat er een vangnet voor de vrouwelijke nieuwkomers. 'Ik noem mijn buddy mijn Nederlandse moeder’, zegt Zawedde. Het is volgens Colenbrander en Zawedde overigens niet wenselijk om betaalde buddies in te huren. Als het budget namelijk opraakt, verliezen de nieuwkomers ineens hun contactpersoon en hun houvast. 'Bovendien zijn de vrijwilligers gemotiveerder om soms een stap verder te gaan.’

Ik noem mijn buddy mijn Nederlandse moeder

Kiesfamilie

Wat snel duidelijk werd tijdens het traject, was dat veel vrouwen behoefte hebben aan een sociaal, ondersteunend netwerk. Dit is onder andere handig wanneer ze een oppas nodig hebben voor hun kinderen. In het Engels zegt men 'It takes a village to raise a child’, maar veel van deze vrouwen hebben dat nog niet. 'In Nederland betaal je voor zo’n village, zoals kinderopvang, of helpen opa’s en oma’s mee. Maar veel van deze vrouwen zitten in de bijstand en hebben geen directe familie in de buurt’, vertelt Zawedde. 'Je moet zorgen dat je een kiesfamilie krijgt in Nederland, mensen die voelen als familie die je zelf uitkiest.’ Door kinderopvang aan te bieden bij het KunstenHuis, de vrouwen met elkaar te verbinden en ze te koppelen aan een buddy, helpt We∞Match ze een stapje verder.

Hoe kun je mensen mee laten doen zonder dat taal de boventoon voert?

Afgewezen op taalniveau

Werk vinden blijft wel lastig. Colenbrander ervaart dat werkgevers de deelneemsters niet zo snel een kans wilden geven, vooral tijdens de coronacrisis. 'Ik vind het heel fascinerend dat mensen constant worden afgewezen op taalniveau, dat is maar zo’n klein stukje van communicatie.’

Hoe kun je mensen mee laten doen in de maatschappij zonder dat taal de boventoon voert? Nieuwkomers krijgen bijvoorbeeld vacatures toegestuurd waarvoor ze de taal niet hoeven te beheersen, maar wel met de vraag om een sollicitatiebrief te schrijven. Dit is lastig en vergt veel tijd. Colenbrander stelt voor dat werkgevers hun ervaringen met inburgeraars onderling delen. 'Zo zien ze dat deze groep best de handen uit de mouwen kan steken en nemen ze hopelijk voortaan meer nieuwkomers aan.’

Participatiestatus

Uiteindelijk is 22% van deelneemsters van een niet actieve naar een actieve participatiestatus gerezen. Hiervan doen negen deelneemsters vrijwilligerswerk, volgt één een opleiding en heeft één een stage. Verder was 29% van de deelneemsters al actief en bleef actief. Ook hiervan deed het merendeel vrijwilligerswerk. In het land van herkomst had 64% van alle deelneemsters betaald werk.

Ontwikkelingen

Inmiddels heeft We∞Match ook een loket geopend. Elke woensdagochtend kan men hier terecht met vragen over stages, studie of vrije tijd. Veel nieuwkomers werken als vrijwilliger bij de receptie, in de keuken of op de kinderopvang. 'Het is een hele fijne manier om te werken met vrouwen, om van elkaar te leren, om vriendschappen op te bouwen en een zusterschap te creëren’, zegt Zawedde.

Colenbrander en Zawedde hopen dat de gemeenten zowel het buddysysteem als het theatrale traject meenemen naar de nieuwe Wet inburgering, maar hebben hier weinig invloed op. Eén ding is zeker: We∞Match blijft doorgaan. Als volgende stap overwegen ze nu ook een programma met alleen mannen te organiseren om te zien hoe ze hen kunnen helpen.

Introductie Haarlemmermeer

Door Gemeente Haarlemmermeer.  

Voor Veertig vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten.

Wat Een intensief programma van een jaar dat begint met twee dagen per week, met veel informatie over verschillende aspecten van de Nederlandse samenleving en gericht op het versterken van zelfvertrouwen en zelfredzaamheid van de deelnemers. Later in het programma ligt de focus op participatie en werk. Vrouwen krijgen ondersteuning van een taalmaatje. Lokale partners zijn nauw betrokken bij de invulling van het programma.

Met VluchtelingenWerk, re-integratiebedrijf Implacement.

Belangrijk

  • Intensief programma gericht op zelfredzaamheid binnen de Nederlandse samenleving
  • Ondersteuning bij het regelen van kinderopvang en vervoer
  • Hele gezin wordt bij training betrokken

Deelnemer aan de pilot 'Vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten' tijdens de uitreiking van de certificaten in Hoofddorp (hoofdaanvrager gemeente Haarlemmermeer, foto: Edwin Walvisch)

Start: De grote gezinnen en sterke vrouwen van Haarlemmermeer

‘Wie ben je en wat wil je? Dat is een vraag die in veel landen helemaal niet aan vrouwen wordt gesteld.’ Projectcoördinator Rina Wijnia van de gemeente Haarlemmermeer hoopt dat de deelnemers na afloop van het programma All Women Aboard deze vraag wel weten te beantwoorden. ‘Belangrijk is dat deze vrouwen meedoen in Nederland.’

‘Haarlemmermeer is een geval apart’, zegt Wijnia. ‘De uitgestrekte gemeente met 31 kernen telt veel vrouwelijke nieuwkomers. We hebben veel grote gezinnen met soms wel zeven, acht kinderen. Dat betekent dat we zeker rekening moet houden met zaken als kinderopvang en vervoer. Hoofddorp is voor veel van de deelnemers dan ver weg. Maar dit soort praktische obstakels mogen de integratie van deze vrouwen niet belemmeren.’  

Intensief

De gemeente heeft inmiddels, samen met VluchtelingenWerk, honderd vrouwen geselecteerd. ‘Ze kunnen niet allemaal meedoen, maar de vrouwen die niet geselecteerd worden voor de pilot, worden wel verder begeleid door een casemanager. We hebben ze nu in beeld en kunnen daardoor sowieso met ze aan de slag.’

Ongeveer veertig vrouwen gaan deelnemen aan All Women Aboard, een programma dat twee dagen per week beslaat. Het programma gaat over allerlei facetten van de Nederlandse samenleving. Van gezondheidszorg, onderwijs, opvoeding, financiën tot aan de Nederlandse werkvloer. Het thuisfront wordt eveneens bij de trainingen betrokken. ‘Dat is erg belangrijk, de deelnemers moeten zich ook thuis gesteund voelen.’ Vrouwen die nog moeite hebben met het spreken van de Nederlandse taal krijgen een taalmaatje. Waar mogelijk wordt aangesloten bij het aanbod van organisaties die al in de gemeente actief zijn.

Het is een misverstand dat deze vrouwen niet willen werken

Wijnia: ‘Uit onderzoek blijkt dat het een groot misverstand is dat deze vrouwen niet zouden willen werken. Dat is een hardnekkig vooroordeel. Veel van deze vrouwen hebben in het land van herkomst wel degelijk gewerkt, maar hebben nog moeite om hun weg te vinden in Nederland. We hebben het over vaak sterke vrouwen die de afgelopen jaren heel wat hebben meegemaakt. Ze stellen zichzelf echter niet snel voorop en geven eerst ruimte aan man en kinderen.’

Na een intensief begin wordt in het programma langzaam meer eigen initiatief van de deelnemers verwacht en neemt het aantal trainingen in groepsverband af. Het is de bedoeling dat vrouwen dan zelf of in kleine groepen aan de slag gaan met opdrachten. Afhankelijk van het persoonlijk profiel van de vrouw worden verschillende instrumenten ingezet, in samenwerking met de samenwerkingspartners. Van het begeleiden naar vrijwilligerswerk, sollicitatietraining, studie of werk. Wijnia: ‘Als de vrouwen maar in beweging komen, dat vind ik echt belangrijk.’

Finish: ‘Als je vrouwen in beweging krijgt, zijn ze niet meer te stoppen’

Met de empowermenttraining All Women Aboard richtte de gemeente Haarlemmermeer zich in het bijzonder op vrouwelijke nareizigers, met als doel: een nieuw leven opbouwen in Nederland en participeren in de Nederlandse samenleving. ‘Voor deze doelgroep is empowerment een noodzakelijke stap richting participatie’, vertelt projectcoördinator Rina Wijnia. ‘Het moest een combinatie zijn van stappen zetten richting participatie en tegelijkertijd zelfstandig je weg leren vinden in de samenleving.’

‘Het voelde voor ons team als een enorme frustratie’, vertelt Wijnia over de aanleiding voor de gemeente om mee te doen met het pilotprogramma. ‘We verloren de vrouwen vaak uit het oog zodra hun partners een baan vonden en daardoor uit de bijstand verdwenen.’ Er waren geen instrumenten voorhanden om het contact met de vrouwen te onderhouden. ‘Daardoor ontstond een groep vrouwen die na een aantal jaar nog steeds de taal niet sprak en niet zelfredzaam was. Daar wilden we met deze pilot iets aan veranderen.’

Deelnemers werven

Voorafgaand aan de pilot vond een uitgebreide werving plaats. ‘Dat heeft ervoor gezorgd dat de klantmanagers veel meer zicht hebben gekregen op deze vrouwen’, vertelt Beatrijs Aukema, beleidsadviseur bij de gemeente. ‘Zo hebben zij meer inzicht gekregen in wie deze vrouwen zijn, waar de behoeftes en wensen liggen, en of zij voldoende gemotiveerd zijn.’

Dat resulteerde in twee groepen vrouwelijke nareizigers: één met voornamelijk Syrische, en één met voornamelijk Eritrese vrouwen. Eerder was het plan om ook te starten met een groep gezinsmigranten, maar daar heeft de gemeente besloten vanaf te zien. ‘Voor deze groep kregen we namelijk maar drie aanmeldingen binnen’, vertelt Aukema. ‘Dat was zo’n kleine groep met zulke verschillende vrouwen, uit ervaring weten we dat dat niet werkt.’

In het programma All Women Aboard volgen veertig vrouwen een programma van twee dagen per week, over allerlei facetten van de Nederlandse samenleving. Van gezondheidszorg, onderwijs, opvoeding, financiën tot aan de Nederlandse werkvloer.

Gezin betrekken

Dat stukje zelfvertrouwen is hard nodig. ‘Als je aan deze vrouwen vraagt hoe het gaat, vragen ze zich eerst af: gaat het goed met mijn man? En gaat het goed met mijn kinderen? Pas daarna zijn zij zelf aan de beurt’, legt Wijnia uit. ‘Ze staan erg in dienst van hun man en kinderen, en moeten leren om keuzes te maken voor zichzelf. Dat de vrouwen voor de kinderen zorgen en de man werkt: helemaal prima. Maar ze moeten weten dat ze een keuze hebben.’

Ook de partners hebben een rol in de training gehad

Vanaf de eerste bijeenkomst zijn de mannen ook betrokken bij de trainingen. ‘Dat bleek een belangrijke les’, vertelt Wijnia. ‘Zij konden hun vrouwen echt ondersteunen en stimuleren.’ Maar de mannen hebben, terwijl de vrouwen bezig waren met het programma, ook een grotere rol gekregen in de verzorging van de kinderen. ‘Je zou kunnen zeggen dat de partners hierdoor ook een rol in de training hebben gehad. Op de feestelijke afsluiting gingen een paar mannen zelfs met de hapjes rond.’

Ik ben een sterke vrouw geworden

Empowerment

Tijdens die feestelijke afsluiting van de pilot werden de stappen die de vrouwen hebben gezet, ook goed zichtbaar. ‘We hebben de vrouwen gevraagd om het podium op te gaan en over zichzelf te vertellen. En dat hebben ze állemaal gedaan. Ze hebben geleerd om zichzelf op de voorgrond te plaatsen.’

Ook gaven de vrouwen aan allemaal iets met (vrijwilligers)werk te doen. Dat is volgens Wijnia tekenend door de groep. ‘Als je vrouwen in beweging krijgt, zijn ze niet meer te stoppen. Eén vrouw maakte spierballen met haar armen en zei: “Ik ben een sterke vrouw geworden!” Dat maakt me toch heel trots’, zegt Wijnia. ’Deze vrouw is 120% analfabeet, heeft acht kinderen en was bij iedere les aanwezig!’

Ook Aukema sluit de pilot tevreden af. ‘Het is jammer dat we de gezinsmigranten niet hebben kunnen bereiken. Maar de andere twee groepen nareizigers waren een groot succes! Een ervaring die we meenemen bij de voorbereiding op de nieuwe wet.’

Introductie Meierijstad

Door Gemeenten Meijerijstad, Boxtel, Haaren, Sint-Michielsgestel en Vught

Voor 20 vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten

Wat Het traject bestaat uit meerdere bouwstenen, waaronder individuele begeleiding. In totaal 26 workshops met tolk, excursies, netwerkbijeenkomsten met andere vrouwen en werkgevers en inzet taalstages en -buddies. Deelnemers krijgen intensieve begeleiding van de zogeheten Yalla!-coaches: vrouwen met een migratie-achtergrond. Deze methodiek is ontwikkeld door werkbedrijf WSD.

Met Re-integratiebedrijf WSD en lokale maatschappelijke partners en bedrijven

Belangrijk

  • Inzet migrantenvrouwen als coach voor de deelnemers
  • Regionaal werkbedrijf WSD helpt bij de begeleiding naar arbeidsmarkt
  • Lokale partners uit elke gemeente zijn nauw betrokken bij de pilot
  • De inhoud van het traject/de workshops wordt naar behoefte van de deelnemende vrouwen ingevuld

Start: De Yalla!-methodiek in Brabant: vóór en dóór vrouwen

Ze komen uit verschillende landen en hebben hun weg in Nederland inmiddels gevonden. Nu zetten zij hun kennis in, om twintig vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten in Brabant te helpen. ‘Ik geloof in de inzet van vrouwen met een migratieachtergrond. Bij de startbijeenkomst merkten we het verschil al. De Eritrese vrouwen stelden zich veel meer open omdat er een landgenote voor de groep stond’, zegt projectleider Munira Ibrahim.

De vijf Brabantse gemeenten die samenwerken in deze pilot – Meijerijstad, Boxtel, Haaren, Sint-Michielsgestel en Vught – maken zich al langer zorgen over de lage arbeidsparticipatie van vrouwelijke migranten, die vaak bij gemeenten uit beeld verdwijnen. ‘We zagen al dat deze vrouwen een specifieke aanpak nodig hebben en de pilot is voor ons een mooie kans om te onderzoeken wat werkt en wat niet.’

Kom, aan de slag

Het programma maakt gebruik van de Yalla!-methodiek, ontwikkeld door het werkbedrijf WSD. Bijzonder aan deze methode – Yalla betekent in het Arabisch ‘Kom op, aan de slag’ – is dat de deelnemers intensieve begeleiding krijgen van Yalla!-coaches; vrouwen die zelf een migratie-achtergrond hebben. Deze coaches gaan op huisbezoek, betrekken andere gezinsleden bij het programma en maken eventuele culturele verschillen bespreekbaar.

De coaches proberen praktische problemen zoals kinderopvang en vervoer op te lossen, en staan in nauw contact met de klantmanagers van de gemeenten. ‘De vrouwen leggen samen met de coach hun doelen vast, wat willen ze dit jaar bereiken? Wat voor bouwstenen zijn hierbij nodig?’

De rode lijn is empowerment.

Trainers geven samen met een tolk gedurende een jaar tweewekelijks een workshop waarin vraaggericht allerlei aspecten van de Nederlandse samenleving aan bod komen. Ibrahim: ‘De rode lijn is empowerment. Op sociaal, financieel en economisch vlak.’ Ze benadrukt dat de inhoud van de workshops nog niet vaststaat.  ‘Veel hangt af van de groep zelf. Waar is behoefte aan? We zien nu al dat de gezinsmigranten een heel andere groep vormen dan de nareizigers. Zij hebben al meer de weg gevonden in Nederland. Deze vrouwen weten vaak al goed wat ze willen.’

Wanneer nodig kunnen ook lokale taalstages worden ingezet, zodat vrouwen op de werkvloer werk- en taalvaardigheden kunnen leren. De Yalla!-coach zorgt ook voor de begeleiding op de stageplek. Afhankelijk van de stageplek kunnen collega’s worden gekoppeld aan de deelnemers die helpen bij het leren van de taal. Deze taalbuddy’s kunnen hiervoor een training volgen.

Drempels

Een ander belangrijk uitgangspunt van deze Brabantse pilot is de betrokkenheid van lokale partners uit de vijf verschillende gemeenten. Ibrahim: ‘De thema’s in de workshops worden zoveel mogelijk gekoppeld aan gastsprekers en excursies. Denk aan een bezoek aan een huisarts, bibliotheek of sportschool, of de GGD die in een workshop wat komt vertellen over opvoedingsondersteuning. Op die manier hopen we de drempel naar deze organisaties te verlagen.’

Om het netwerk van de vrouwen verder te verstevigen worden zes netwerkbijeenkomsten georganiseerd. ‘Daar leren ze op informele manier andere vrouwen uit de gemeente kennen.’

Finish: ‘Yalla!’: ‘kom op’ met inburgering en zelfvertrouwen

Vrouwelijke nareizigers hebben vaak een achterstand op hun partners bij het inburgeren, omdat mannelijke vluchtelingen meestal eerst naar Nederland komen. Soms zijn hun echtgenoten al aan het werk en staan de vrouwen er alleen voor in dit voor hen vaak nog onbekende land. ‘Daarom doen gemeenten Meijerijstad, Boxtel, Haaren, Sint-Michielsgestel en Vught mee aan deze pilot’, zegt beleidsadviseur sociaal domein Munira Ibrahim. ‘Wij willen breder denken dan alleen betaald werk of een opleiding. Wij kijken ook naar maatschappelijk meedoen.’

Het programma bestaat uit een reeks van 26 workshops waarbij de vrouwen bijvoorbeeld boodschappen doen, (kaart)spellen spelen, schilderen en zelfs boerenkoolstamppot leren maken. ‘Bij excursies was het het doel om echt in contact te komen met Nederlandstaligen in de gemeenten’, vertelt Ibrahim. ‘Daar hebben de vrouwen ook behoefte aan. Ondanks dat ze het fijn vinden om bij elkaar te zijn, willen ze ook graag hun buren leren kennen. In de workshops kunnen we de vrouwen aansporen om de eerste stap te durven zetten.’

Yalla!

Tijdens en naast de workshops kregen de vrouwen allemaal een Yalla-coach. ‘Yalla!’ betekent ‘kom op!’ in het Arabisch. Deze coach heeft ook een migratieachtergrond. ‘Het idee daarachter is dat je een rolmodel hebt en waarin je jezelf kunt herkennen. Die persoon kon het ook. Dat stimuleert de vrouwen. Plus het praat voor sommigen wat makkelijker dan met klantmanagers vanuit de gemeente’, vertelt Ibrahim. ‘De coach komt op huisbezoek. Dat levert veel belangrijke informatie op, zoals waar bepaalde weerstand vandaan komt. Nu hebben we meer begrip voor elkaar, van beide kanten.’

De Yalla-coaches zijn rolmodellen waarin de vrouwen zichzelf kunnen herkennen

Individuele behoeften

De vrouwen zijn in groepjes van vijf verdeeld. Ibrahims team merkte al snel dat alle deelnemers heel verschillend waren. ‘Wij dachten bijvoorbeeld dat de twee Eritrese groepen op elkaar zouden lijken qua behoeften, maar daarin zagen we grote verschillen. Dat is wel de kracht van deze pilot: met kleine groepjes konden we erg veel aandacht aan iedereen besteden, inclusief hun individuele vragen en behoeften.’ Hierbij leerde Ibrahim ook dat het niet handig was om van tevoren een volledig workshopprogramma uit te werken, omdat gaandeweg pas duidelijk werd wat iedereen nodig had. Waarschijnlijk zal dit voortaan eerst slechts deels uitgewerkt worden en gaandeweg verder ingevuld.

Lessen en winsten

Uit de diepte-interviews met deelneemsters van de pilot Meierijstad blijkt dat zij onder andere geleerd hebben om de bus te nemen, hoe ze belasting moeten betalen en wat ze met brieven van school over hun kinderen aanmoeten. Veel zeggen dat ze zich nu minder geïsoleerd voelen.

Fysieke versus online lessen

Het programma werd ook aangepast door de coronacrisis. De workshops, die eerst allemaal fysiek plaatsvonden, moesten ineens online. ‘Misschien is een mix van fysiek en digitaal het beste’, zegt Ibrahim. ’Zo leren de vrouwen ook digitale vaardigheden. Maar je merkt bij deze groep dat de non-verbale communicatie zó belangrijk is. Dat zou je wel missen als je het volledig digitaal doet.’

Aspecten voor de nieuwe wet

Ibrahim wil vier dingen meenemen naar de nieuwe Wet inburgering: de inzet van (Yalla-)rolmodellen uit de eigen cultuur, de focus op sociale vaardigheden, het wachten met het in elkaar zetten van een workshopprogramma, en de verdeling in kleine groepjes. Er zijn wel twijfels of dit laatste financieel haalbaar is met de middelen die de gemeenten ontvangen, maar Ibrahim vindt dat het juist efficiënt is. ‘Je bereikt sneller stappen in kleinere groepen, want je kunt veel eerder tot de kern komen.’ Wat daadwerkelijk spaarzamer is, wordt pas duidelijk na een vergelijking met grotere groepen.

Je bereikt sneller stappen in kleinere groepen, want je kunt veel eerder tot de kern komen

Uiteindelijk was deze pilot volgens Ibrahim een groot succes. ‘Bij de nareizigers heeft het traject nog niet tot uitstroom naar werk geleid. Dat is een hele kwetsbare groep, want zij starten hier een nieuw leven op met vrijwel niets. Wat gebeurt er nu met deze vrouwen? Wordt de begeleiding voortgezet? Van de gezinsmigranten zijn een aantal al uitgestroomd naar werk en sommigen zijn begeleid naar het onderwijs.’ Ibrahim denkt dat de workshops de vrouwen voornamelijk helpen zichzelf beter te leren kennen en ze meer zelfvertrouwen te geven in Nederland. Dat is op zichzelf al een succes.

Participatiestatus

  • Van de 20 deelneemsters die begonnen zijn aan dit traject, hebben er 16 (80%) het volledige traject doorlopen.
  • Op groepsniveau is het aandeel deelneemsters dat niet actief participeerde in de maatschappij, gedaald van 85% naar 65%.
  • Het percentage deelneemsters met een gemiddeld taalniveau is gestegen van 25% naar 35%.

Introductie Midden-Drenthe

Door Gemeenten Midden-Drenthe, Hoogeveen en De Wolden

Voor 47 vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten

Wat Twee verschillende trainingen van elk twee dagen: over arbeidsparticipatie (Bureau Resonance) en over omgaan met geld (Vluchtelingenwerk). Na deze trainingen gaan de deelnemers op bedrijfsbezoek en daarna volgt een werkstage in schoonmaak, zorg, productie of horeca. De deelnemers ontvangen voor deze stage (twaalf uur per week) tot 150 euro aan cadeaubonnen. Na acht weken bespreken de werkgever, de statushouder en de klantmanager samen wat een passende volgende stap is.

Met Bureau Resonance, VluchtelingenWerk, andere partners en werkgevers.

Belangrijk

  • Werkstages in schoonmaak, zorg, horeca of productie
  • Inzet Syrische en Eritrese trainers
  • Deelname is verplicht
  • ‘Met een busje langs de bedrijven’

Video

Start: Veel vertrouwen in de trainers

Van opvoeding en onderwijs tot handen schudden en eerwraak. Uiteenlopende onderwerpen kwamen tijdens de eerste trainingsdagen van de pilot in de gemeenten Midden-Drenthe, Hoogeveen en De Wolden aan bod. ‘Pittige onderwerpen, maar de vrouwen vonden het fijn om zo open met elkaar in gesprek te gaan’, vertellen Kirsten Bruins en Karin van Meekeren, consulenten Werk statushouders.

De Drentse pilot Integratie vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten, die in het najaar van 2019 van start ging, is praktisch opgebouwd, zegt Bruins. Tijdens de eerste twee trainingsdagen komen allerlei aspecten van de Nederlandse samenleving aan bod. Van gezondheidszorg, opvoeding en onderwijs tot wonen. In de volgende twee dagen staat de arbeidsmarkt centraal. Hoe werkt het in Nederland? Hoe solliciteer je? Hoe meld je je ziek? Wat doe je wanneer je uit religieuze overtuiging mannen geen hand wil geven?

De training wordt verzorgd door Syrische en Eritrese trainers. Bruins: ‘Dat werkt zo goed. Meteen is er veel meer vertrouwen. Ik zag de vrouwen na de eerste training echt stralend naar buiten komen.’

Zo blijken moeders de zorg voor hun baby niet aan de man te willen overlaten

In totaal zijn de 45 vrouwen verdeeld over vier groepen; twee in de gemeente Midden-Drenthe, twee in Hoogeveen en De Wolden. Bruins: ‘We liepen meteen tegen praktische obstakels aan. Zo blijken moeders de zorg voor hun baby niet aan de man te willen overlaten. Luiers verschonen, flesje geven, dat kunnen of willen hun echtgenoten volgens de moeders echt niet. Hierover zijn we inmiddels met de GGD in gesprek gegaan. Dit was voor de GGD een eyeopener en daar gaan ze zeker wat mee doen. Toch een mooi neveneffect van de pilot.’

Divers

De groepen in Drenthe zijn divers. ‘We hebben Eritrese en Syrische vrouwen die al actief meedoen in de samenleving, maar ook vrouwen die langer in Nederland wonen en erg geïsoleerd leven’, zegt Karin van Meekeren, consulent in de gemeenten De Wolden en Hoogeveen.

De gemeenten hebben er bewust voor gekozen om deelname te verplichten. ‘De verwachting was dat de opkomst anders erg laag zou zijn. Uiteraard leggen we uit dat dit programma een kans is, maar de verplichting op de achtergrond helpt.’ Maar het gaat in Drenthe niet alleen om verplichtingen. Deelnemers die acht weken gemiddeld twaalf uur stage per week lopen, krijgen voor 150 euro aan cadeaubonnen. ‘Toch een extra stimulans.’

Werkstage

Na de trainingsdagen gaan de groepen met een busje bij verschillende lokale bedrijven langs. Daarna volgt de werkstage van acht weken in de zorg, de horeca of bij een schoonmaak- of productiebedrijf. Bruins: ‘We hebben in eerste instantie voor deze sectoren gekozen omdat vrouwelijke nieuwkomers zich daar vaak voor interesseren. Veel vrouwen willen bijvoorbeeld met kinderen of ouderen werken.’

Werkgevers zijn erg enthousiast, vertelt ze: ‘Ik heb onlangs een LinkedIn-oproep geplaatst en hier zijn ontzettend veel reacties op gekomen. Het ziet er nu zelfs naar uit dat we meer stageplekken hebben dan dat we kandidaten kunnen plaatsen.’

Collega Van Meekeren: ‘Aan het einde van het traject kijken we wat voor iedere deelneemster een volgende geschikte stap is. Sommige vrouwen kunnen meteen aan de slag. Anderen moeten eerst het Nederlands nog beter onder de knie krijgen. Het verschil in taalniveau is groot. We hebben vrouwen die B2 al beheersen en vrouwen die analfabeet zijn.’

Finish: ‘De participatie van vrouwen heeft een positief effect op het hele gezin’

Begeleiding van vrouwelijke gezinsmigranten vraagt om een andere aanpak, weet Stephanie Blok, ‎beleidsmedewerker Participatiewet en inburgering bij de gemeente Midden-Drenthe. ‘Bij de vrouwelijke statushouders is het essentieel om bepaalde zorgen weg te nemen, zoals het vervoer en opvang van kinderen. Maar dan zijn zij ook supergemotiveerd en actief in de inburgering.’

Meer gaan participeren met betaald werk als ultiem doel: dat was de opzet van de pilot in Midden-Drenthe. Het was daarom belangrijk dat de vrouwen praktisch aan de slag gingen. Om stage- en werkplekken zat de gemeente gelukkig niet verlegen. ‘Een deel van deze bedrijven komt uit onze eigen netwerkkring. Daarnaast hebben we een oproep geplaatst op LinkedIn. Daar hebben zich ook veel geïnteresseerde bedrijven gemeld.’

De meeste vrouwen hebben hun kind nog nooit ergens achtergelaten

Praktisch oefenen

Blok noemt de praktische werkervaring een groot positief punt van deze aanpak. ‘Hierdoor leren de vrouwen omgaan met situaties die zij in het dagelijks leven tegenkomen, zoals zaken omtrent solliciteren. Dat vonden de deelneemsters zelf ook heel prettig. Een klein groepje vrouwen dat de Nederlandse taal echt niet machtig was, is aan de slag gegaan bij ons eigen leerwerkbedrijf: Stark. Hier pikten zij de taal gaandeweg ook wel op.’

Ga het gewoon met ze regelen

Randvoorwaarden

In het begin van de pilot merkten de gemeenten hoe belangrijk het is om bepaalde zaken te regelen bij vrouwelijke inburgeraars, zoals het vervoer van en naar de groepstrainingen en de opvang van kinderen. ‘Voor ons is dat heel normaal,’ legt Blok uit, ‘maar de meeste vrouwen die deelnamen hebben hun kind nog nooit ergens achtergelaten. In sommige culturen is dat heel anders. Gelukkig hadden we daar van tevoren rekening mee gehouden. Het is echt een voorwaarde voor volgende trajecten: ga het gewoon met ze regelen, kinderen hoeven geen belemmering te zijn.’

Kernelementen

  • Groepsbijeenkomsten over (voorbereiding op) arbeidsparticipatie
  • Inzet van tolken/ervaringsdeskundigen
  • Introductie bij (stage) bedrijven
  • Werkstage om praktijkervaring op te doen

Intrinsieke motivatie

De echtgenotes van de vrouwen leken ook enthousiast dat de vrouwen gingen participeren. ‘Van tevoren hadden we verwacht dat de weerstand van de mannen een probleem zou kunnen zijn,’ vertelt Blok, ‘maar dat bleek totaal niet het geval. Ook hadden we van tevoren verwacht dat geld een stimulans zou zijn om vrouwen te motiveren.’ Zij krijgen daarom een kleine bijdrage, in de vorm van cadeaubonnen, tijdens de feestelijke uitreiking aan het einde van het traject. Blok: ‘Maar wat blijkt: geen enkele vrouw heeft het tijdens het programma gehad over de financiële vergoeding.’

De eerste stap naar betaald werken gezet

Al met al is Blok tevreden met het verloop van de pilot: ‘Het heeft ons laten zien dat de meeste vrouwen gemotiveerd zijn en actief kunnen zijn in de inburgering en hun participatie. Daarnaast zien we dat het effect heeft op het hele gezin. De mannen hebben uiteindelijk ook voor de kleine kinderen gezorgd en voor vrouwen is de eerste stap naar betaald werken gezet.’

Introductie Utrecht

Door Gemeente Utrecht

Voor Utrecht streeft naar 40 deelnemers per schooljaar. De pilot richt zich op moeilijk bereikbare moeders met (jonge) kinderen, al dan niet met een werkende partner. Onder hen gezinsmigranten en statushouders.

Wat Taallessen op de school van de kinderen, met aandacht voor allerlei aspecten van de Nederlandse samenleving. Van gezondheid, omgaan met geld tot onderwijs. Wekelijks twee uur, gedurende minimaal 20 weken. Het traject sluit af met een eindgesprek waarin stappen richting werk (vrijwilligerswerk, extra taallessen, enzovoort) worden gestimuleerd.

Met Vrijwilligersorganisatie Taal doet Meer, Vluchtelingenwerk Midden Nederland (Mindfit training)

Belangrijk

  • Moeilijk bereikbare vrouwen
  • Laagdrempelige taalles in kleine groepjes op de basisschool van hun kinderen
  • Traject duurt minimaal 20 weken

Start: Utrecht richt zich op de onzichtbare vrouwen

Met laagdrempelige taalles op basisscholen probeert Utrecht vrouwelijke statushouders en gezinsmigranten te activeren. ‘We hopen moeders die soms nauwelijks het huis uitkomen, een nieuw perspectief te bieden’, zegt Judith Pijnacker, senior adviseur sociaal domein bij de gemeente Utrecht.

Met name vrouwelijke gezinsmigranten van wie de man aan het werk is, lopen de kans om uit beeld te verdwijnen, zegt Pijnacker. Het is een obstakel waar veel gemeenten tegen aanlopen. ‘We hebben weinig mogelijkheden om deze vrouwen te bereiken.’ Een manier waarop deze vrouwen wel bereikt kunnen worden, is volgens Pijnacker via de school van hun kinderen. ‘Dat is een natuurlijke vindplaats en om de drempel zo laag mogelijk te houden, organiseren we binnen deze pilot taallessen op de school. Ze hoeven dan niet naar een andere locatie in de stad. Contact met andere moeders die al langer in de stad wonen kan inspireren.’

Contact met andere moeders kan inspireren

Een ander uitgangspunt van de gemeente Utrecht is om zoveel mogelijk aan te sluiten bij bestaande initiatieven in de stad. Voor deze pilot is aansluiting gezocht bij vrijwilligersorganisatie Taal Doet Meer. Deze organisatie geeft al taalles op Utrechtse basisscholen. Deze lessen – twee uur per week in kleine groepjes van vijf, zes moeders – worden voor deze pilot uitgebreid met voorlichting over thema’s die de moeders aangaan.

Onderwijs, opvoeding, gezondheid. ‘De inhoud is erg afhankelijk van de interesses van de groep zelf: waar hebben zij behoefte aan?’, verduidelijkt Dirkje van den Berg, projectleider bij Taal Doet Meer. ‘Andere Utrechtse organisaties zoals bijvoorbeeld de Vrijwilligerscentrale of VluchtelingenWerk Midden Nederland kunnen, als daar behoefte aan is, langskomen om uitleg over ander aanbod te geven. Dat kan gaan over opvoedingsondersteuning, vrijwilligerswerk, activiteiten in de wijk of andere onderwerpen.’

Vervolgactiviteiten

Tegen het einde van het programma volgt een individueel gesprek met elke deelnemer en wordt gekeken naar vervolgactiviteiten. ‘Waar zit de motivatie van de deelnemer? Dat kan nog meer taalles zijn, vrijwilligerswerk, opleiding of werk, afhankelijk van de wensen ondersteunen we bij het aanmelden voor vervolgactiviteiten of schakelen we de betreffende organisatie in.’

Finish: Vrouwelijke inburgeraars krijgen taalles op de basisschool van hun kinderen

Vrouwelijke nieuwkomers die moeten inburgeren, zijn vaak op zichzelf aangewezen. Hun mannen werken soms al en de kinderen gaan naar school. De vrouwen spreken vaak in het begin de taal nog niet goed, hebben nog geen uitgebreid sociaal netwerk en kennen de weg nog niet binnen de gemeente. Dit bleef niet onopgemerkt in Utrecht. Daarom wil de gemeente de uitdaging aangaan om vrouwelijke nieuwkomers te inspireren op eigen kracht te participeren in de maatschappij.

Adviseur en projectleider Mel van der Zwaag legt uit hoe ze het inburgeringstraject zo toegankelijk mogelijk hebben gemaakt voor vrouwen. ‘In deze pilot ontwikkelden wij een aanpak die dicht bij de vrouwen plaatsvindt, namelijk bij en in samenwerking met de basisschool van hun kinderen. Hierin krijgen ze taallessen die focussen op allerlei aspecten van de Nederlandse samenleving. De tijden van deze lessen sluiten aan op de haal- en brengtijden van de school, waardoor de drempel voor de vrouwen om mee te doen wordt verlaagd.’ Via dit taalaanbod kunnen deelnemers worden toegeleid naar het uitgebreide bestaande aanbod in de stad, welke gericht is op het vergroten van zelfredzaamheid en participatie.

Aansprekende onderwerpen

Het taaltraject gaat in het begin veelal over kinderen en opvoeding. Later in het taaltraject komen ook meer onderwerpen aan bod die met de vrouwen zelf en hun gezondheid te maken hebben. Afhankelijk van het vertrouwen in de groep wordt besproken wat het betekent om vrouw te zijn in Nederland, waaronder gewoonten, verwachtingen, ervaringen, hobby’s en een algemene plek in de maatschappij.

Breder werven

Door taallessen aan te bieden op de basisschool, hebben veel vrouwen geen extra reistijd en kosten. Vooral vrouwen die ook kinderen hebben die (nog) niet op de basisschool zitten, zijn moeilijker te bereiken. Daarom heeft Utrecht voor een aantal kinderen dat niet op de basisschool zit, gezorgd voor opvang, zodat die moeders de taallessen kunnen volgen.

Toch bleef het moeilijk om deelneemsters te vinden. Daarom is besloten de zoekopdracht te verbreden. ‘We zijn naast de aangehaakte scholen ook via Vluchtelingenwerk, relevante organisaties in de stad en het klantenbestand van Werk en Inkomen gaan werven. Vluchtelingenwerk had zelf moeite om mensen te vinden voor hun Mindfit programma (gericht op mentale gezondheid), dus besloten we om een aantal bestaande taalgroepen ook Mindfit aan te bieden. Dit trok weer meer mensen aan bij onze pilot.’ 

‘Bijvangst’

Terwijl het juist een uitdaging was om vrouwen uit de gewenste doelgroep te werven, schreven veel vrouwen zich in die geen gezinsmigrant of nareiziger waren. Dit waren bijvoorbeeld (partners van) kennismigranten die ook wel Nederlands willen leren. ‘We hadden behoorlijk wat, bij gebrek aan een beter woord, bijvangst’, vertelt Van der Zwaag. ‘Maar we wilden mensen niet buitensluiten als zij graag de taal willen leren. Het feit dat zoveel vrouwen die niet tot de oorspronkelijke doelgroep behoren zich aanmeldden, geeft aan dat er ook een grote behoefte bij deze vrouwen bestaat.’

We willen mensen niet buitensluiten als zij graag de taal willen leren

Veel andere programma’s voor nieuwkomers

Ook merkte Van der Zwaag dat er een heel groot aanbod is aan activiteiten en programma’s voor nieuwkomers in Utrecht. Zij kan zich voorstellen dat dit voor nieuwkomers overweldigend is. ‘We hebben geleerd dat het belangrijk is om overzicht te hebben van alle initiatieven, eventueel activiteiten te combineren en daar helder over te communiceren. De Mindfit-taalles combinatie is daar een mooi voorbeeld van.’

Toch positieve resultaten

Ondanks de moeilijkheden met werven, heeft de pilot een aantal doelen bereikt. De deelneemsters waren positief over de inhoud van de taallessen en ook de MindFit-trainingen bevielen goed. Dit werd duidelijk toen de fysieke lessen vervielen tijdens de coronacrisis en de deelneemsters graag online verder wilden gaan. Eén van hen zei direct: ‘Anytime, anywhere to learn Dutch!’

Hoeveel vrouwen uiteindelijk actief willen blijven inburgeren zou een mooie graadmeter zijn van onze impact

Een aantal deelneemsters is inmiddels doorgestroomd naar een andere opleiding of werk. De pilot loopt ook nog tot maart 2022 door. ‘Ons plan is om een afsluitend, motiverend gesprek met alle vrouwen te voeren om ze te stimuleren actief te blijven. Bijvoorbeeld door nog meer taallessen te volgen, of vrijwilligerswerk of betaald werk te gaan doen’, zegt Van der Zwaag. ‘Hoeveel daar uiteindelijk voor gaan, zou een mooie graadmeter zijn voor de impact van de pilot.’ Nog even afwachten dus.

Doorstroming naar participatie

In oktober 2020 was bekend dat van de 44 vrouwen die toen mee hadden gedaan, twaalf waren doorgestroomd naar een vervolgactiviteit. Vier vonden een betaalde baan, vijf gingen vrijwilligerswerk doen en drie vrouwen gingen verder met een ander (vervolg-)taaltraject. Dit waren onder andere verdiepende trajecten bij Taal Doet Meer, die het taalaanbod in deze pilot verzorgt.

Evaluatie

Voor het pilotthema 'Vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten' is een procesevaluatie uitgevoerd. Deze is gericht op de beschrijving van de werkwijze, de eerste resultaten, de evaluatie van de werking en het leren van de pilots.

In het eindrapport Evaluatie VOI-pilots Vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten staat een aantal lessen voor gemeenten om vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten succesvol te begeleiden:

  1. Investeer in een uitgebreide(re) introductie en kennismaking met de Nederlandse samenleving.
  2. Creëer ruimte voor empowerment, ook binnen de B1-route.
  3. Neem belemmeringen voor participatie weg, bijvoorbeeld rond lestijden, reismogelijkheden en kinderopvang.
  4. Zet ervaringsdeskundigen in met een rol als vraagbaak of rolmodel.
  5. Zie gezinsmigranten als een aparte groep met andere vragen over inburgering en participatie dan inburgeringsplichtigen.

Meer informatie

De procesevaluatie voor de pilot 'Vrouwelijke nareizigers en gezinsmigranten' is uitgevoerd door onderzoeksbureau Verwey-Jonker Instituut.

Colofon

Samen met het ministerie van SZW ondersteunen Divosa, VNG en DUO gemeenten bij de voorbereidingen en implementatie van het nieuwe inburgeringsstelsel. Hebben jij en je collega’s nog vragen, bekijk dan Wet inburgering in vraag en antwoord.

Divosa

Aidadreef 8 | 3561 GE Utrecht
Postbus 9563 | 3506 GN Utrecht
030 233 23 37
info@divosa.nl
divosa.nl

Auteurs

HVR-Group
Jessica Maas

Coördinatie en eindredactie

Ministerie SZW en Divosa

Webredactie

Remco van Brink (Divosa)

Versie

November 2021