Overslaan en naar de inhoud gaan

Werkwijzer Jongeren

Laatste update:

Inleiding

Hoe ondersteun je jongeren naar maatschappelijke participatie in de vorm van werk, opleiding of ondernemerschap? Wat is er voor nodig om ze te bereiken en je een beeld te vormen van wat ze willen en kunnen? En hoe formuleer je een plan van aanpak en begeleid je jongeren bij het uitvoeren van dat plan? Deze werkwijzer laat zien wat professionals het best kunnen doen om álle jongeren te laten participeren in de maatschappij.

Net als alle Nederlanders moeten ook jongeren meedoen in de maatschappij. De belangrijkste wettelijke kaders daarbij, de kwalificatieplicht (voor jongeren van 16 tot 23) en de Participatiewet (voor jongeren van 18 tot 27) bepalen dat ze zelf de weg moeten vinden naar school of werk, eventueel met een klein zetje. Veel jongeren kunnen dat prima zelf, maar er is een groep die daar om allerlei redenen hulp bij nodig heeft. Met de juiste aanpak kun je deze jongeren doelgericht bereiken en in beweging krijgen. Daarover gaat deze werkwijzer.

De werkwijzer beschrijft alle stappen op weg naar participatie

Jongeren begeleiden van de bank naar een school of baan bestaat uit twee fasen (al is niet alles voor elke jongere van belang). De eerste fase bestaat uit alle stappen die nodig zijn om jongeren een eigen toekomstplan te laten maken. De professional moet eerst met een jongere in contact zien te komen en vervolgens de jongere activeren en eventueel ondersteunen bij het nadenken over de eigen toekomst. De tweede fase begint als de professional een diagnose stelt over de participatiemogelijkheden van de jongere en een passende interventiestrategie uitkiest. De jongere en de professional maken dan samen het plan van aanpak dat de Participatiewet vereist en de professional begeleidt de jongere bij het uitvoeren van dat plan.

De werkwijzer is voor alle professionals die met jongeren werken

Deze werkwijzer maakt deel uit van het Programma Effectiviteit en Vakmanschap, een programma om methodisch werken binnen het sociaal domein te stimuleren. De Werkwijzer Jongeren is bedoeld voor alle professionals in het sociaal domein die werken met jongeren van 16 tot 27 jaar. Niet elke professional houdt zich bezig met elke stap in het proces. De eerste fase is traditioneel het terrein van jongerenwerkers en leerplicht- of RMC-ambtenaren. Wanneer jongeren een uitkering aanvragen krijgen ze begeleiding van klantmanagers Werk en Inkomen. Vaak zijn er ook accountmanagers, job- of lifecoaches, maatschappelijk werkers, werkgevers of re-integratiebedrijven bij betrokken. Maar deze taakverdeling is aan het veranderen, want participatie is nauw verbonden met de situatie op andere levensterreinen. En in veel gemeenten werken afdelingen Werk en Inkomen en Jeugd samen. Of een gemeente kiest voor een integrale aanpak waardoor ook (generalisten van) wijkteams met jongeren gaan werken. De werkwijzer is zo opgezet dat alle professionals makkelijk kunnen vinden wat van belang is voor hun rol of functie.

De werkwijzer beperkt zich tot motiveren, activeren en begeleiden

Deze werkwijzer gaat niet in op het vaststellen van het recht op een uitkering, rechtmatigheid en handhaven. In de Participatiewet is het recht op een uitkering verbonden aan strikte voorwaarden. Zo is er voor jongeren een zoekperiode van 4 weken waarin ze aantoonbaar hun best moeten doen om zelf werk of een opleiding te vinden. Drang en dwang is vooral van belang bij jongeren die wel mogelijkheden hebben om te participeren maar dat niet doen (niet-willers). Maar om die jongeren te motiveren en activeren, is de wortel meestal effectiever dan de stok. Drang en dwang komen daarom slechts aan de orde vanuit een motivatie-perspectief.

Leeswijzer

Hoofdstuk 1 schetst de achtergronden van jongeren die buiten beeld zijn en geeft je praktische tips hoe je ze (outreachend) kunt bereiken.

Hoofdstuk 2 belicht hoe je jongeren het beste aan het denken kunt zetten over hun eigen toekomst. Soms moet je ze daarvoor vooral zelf motiveren, soms ook steun uit hun omgeving organiseren of oorzaken van stress wegnemen. Het hoofdstuk geeft je veel tips over effectieve gespreksvoeringstechnieken.

Hoofdstuk 3 behandelt de diagnose van de participatiemogelijkheden van jongeren. Daar vind je tips, inzichten en instrumenten om goed in beeld te brengen wat een jongere wil en kan. Daarmee kun je jongeren helpen hun eigen toekomstplan te maken.

Hoofdstuk 4 helpt je om na de diagnose de juiste interventiestrategie te kiezen voor een jongere. Daarmee kun je je ondersteuningsplan maken.

Hoofdstuk 5 beschrijft hoe je samen met de jongere een plan van aanpak kan maken dat echt aansluit bij de situatie en wensen van de jongere. Het eigen toekomstplan van de jongere en jouw ondersteuningsplan vormen hiervoor de basis.

De laatste vier hoofdstukken zoomen in op verschillende interventie-strategieën die je kunt inzetten om jongeren te begeleiden en de vaardigheden die elke strategie van je vraagt. Deze zijn gebaseerd op het interventiemodel dat voor het eerst is uitgewerkt in het boek 'De jeugd maar geen toekomst? Naar een effectieve aanpak van sociale uitsluiting'. Hoofdstuk 6 gaat over kansen creëren voor jongeren die dat op eigen kracht niet lukt en hoofdstuk 7 over verschillende manieren om jongeren iets te leren. Hoofdstuk 8 geeft informatie en voorbeelden over compenserende benaderingen en manieren om gedrag van jongeren te sturen en hoofdstuk 9 over samenwerken en co-creatie.

De werkwijzer besluit met vier bijlagen. Bijlage 1 bevat twee overzichten die je helpen jongeren en interventies te matchen. Bijlage 2 geeft extra informatie over integrale samenwerking in complexe situaties door een casus vanuit verschillende invalshoeken te belichten. Bijlage 3 beschrijft wanneer interventies ineffectief zijn en hoe je dat kunt voorkomen. Bijlage 4 ten slotte bevat de namen van de meelezers die feedback hebben gegeven op eerdere versies van de tekst.