Overslaan en naar de inhoud gaan

Eenvoud in complexiteit

Laatste update:

Chantalle Baburek • directeur: ‘Ambtenaren hebben behoefte aan duidelijkheid’

Chantalle Baburek begon haar loopbaan als fiscaal jurist. Toen ze uitgekeken raakte op de wereld van het geld, maakte ze de overstap naar het sociaal domein. Eerst als coach, inmiddels is ze directeur van ISD Kompas, de intergemeentelijke sociale dienst van de gemeenten Beekdaelen, Simpelveld en Voerendaal. Ze is begaan met mensen, een teamspeler én resultaatgericht.

Wat wilde je vroeger worden?

‘Ik wilde rechter worden. Ik herinner me nog heel goed, ik was een jaar of tien, dat we op school een tekening moesten maken. Over wat je wilde worden later. Ik heb mezelf toen als violiste getekend, ik speelde al jong viool. Ik dacht: ik teken mezelf niet als rechter, want dan denken de anderen: daar heb je haar weer. Nog zo jong en ze wil al rechter worden. Ik weet niet goed meer waar dat idee om rechter te worden vandaan kwam. Een oom van mij was advocaat. Wellicht dat dat er wel mee te maken had. Ik had van jongs af aan interesse in het recht en onrecht in de wereld.

Ik was als kind een observator. Een kind dat heel erg nadacht over de dingen die het deed. En hoe andere mensen daar tegenaan zouden kijken. Tegenwoordig niet meer, ik ben niet meer zo gevoelig voor wat anderen vinden van wat ik doe. Dat komt met de jaren, je wordt zelfverzekerder.

Ik ben rechten gaan studeren, fiscaal recht. Dat vond ik concreet. En zakelijk, dat sprak me aan. Na mijn studie heb ik als fiscaal jurist gewerkt in het verzekeringswezen. En als adviseur in het bankwezen. Na een paar jaar ben ik met dat werk gestopt. Ik had er genoeg van om de hele tijd met geld bezig te zijn. Ik kwam bij best wat vermogende mensen over de vloer. Ik dacht ineens: waar maken ze zich druk om? Je hebt al zoveel geld en dan ben je je ook nog over 0,01% rente druk aan het maken. Er gebeuren ergere dingen in de wereld.’  

Je bent nu directeur bij ISD Kompas, de sociale dienst voor werk, inkomen en zorg voor de gemeenten Beekdaelen, Simpelveld en Voerendaal. Hoe ben je op deze plek terechtgekomen?

‘Ik ben steeds op een organische manier in functies gerold. Na mijn werk in de financiële wereld begon ik bij een commercieel re-integratiebureau, dat had je toen nog veel. Daarna als coach bij ISD Kompas en al vrij snel in een gecombineerde functie van coördinator en beleidsmedewerker. Na een paar jaar in deze functie te hebben gewerkt, begon ik als interim-directeur en vervolgens werd ik benoemd als directeur.’

Bracht de overstap van de financiële wereld naar het sociaal domein een cultuurshock teweeg?

‘Ja, een beetje wel. Niet dat ik zelf ben opgegroeid in de wereld van het geld hoor, helemaal niet. Mijn grootvader was een arbeidsmigrant uit Tsjechië die mijnwerker was en ook mijn vader heeft korte tijd in de mijnen gewerkt toen hij jong was.’

Ik ben een beetje allergisch voor het motto: ik doe dit werk omdat ik mensen wil helpen.

‘Ik herinner me een van de eerste klanten die ik als coach had nog goed, een stel met jonge kinderen dat te weinig geld had om luiers te kopen. Ik nam mijn zorgen daarover mee naar huis, ik piekerde erover. Na een paar dagen realiseerde ik: dit moet ik anders doen. Dit is mijn werk. Het is heel goed dat ik oplossingen bedenk, maar ik moet er niet wakker van liggen. Ik heb mezelf geleerd om zaken los te laten. Ik denk veel na, reflecteer, de observator die ik als kind was, ben ik kennelijk nog steeds.

Daarnaast ben ik effectief en doelgericht. Die vaardigheden heb ik van mezelf en ze zijn misschien ook wel versterkt in de tijd dat ik in de financiële wereld werkte. Een zakelijke houding vind ik ook belangrijk. Wij zijn bij ISD Kompas dienstverlener, geen hulpverlener. Ik ben een beetje allergisch voor het motto: ik doe dit werk omdat ik mensen wil helpen. Ik wil mensen leren hoe ze zelfstandig kunnen zijn. En hoe ze zelf kunnen zorgen dat ze de dingen kunnen regelen, die ze graag geregeld willen zien.’

Wat maakt jou blij in je werk?

‘Ik word blij van bouwen. We hebben hier veel gebouwd de afgelopen jaren. Er zijn veel veranderingen geweest, bijvoorbeeld doordat een aantal gemeenten zijn samengevoegd. Ik vind het fijn om dat bouwen samen met mijn team te doen. Het is niet dat ik alles alleen uitdokter. We zijn een platte organisatie. Ik heb nu een heel fijne staf en goede mensen om me heen waarin ik veel vertrouwen heb. 

Dat we iets kunnen betekenen voor mensen, onze klanten, daar word ik ook blij van. Mijn collega’s en ik zullen ons altijd moeten blijven realiseren dat onze klanten in een afhankelijkheidspositie van ons verkeren. In alles wat we zeggen en doen moeten we ons daarvan bewust zijn. Bijvoorbeeld in de manier waarop je iemand aan de telefoon aanspreekt. Als iemand vijf jaar in de gevangenis heeft gezeten, heb ik daar niet over te oordelen. Het is iemand die met een vraag naar ons komt.

Sowieso, het is nogal wat om naar de sociale dienst te moeten gaan voor een uitkering omdat je geen andere bron van inkomsten hebt. Omdat je niemand anders hebt waar je bij aan kunt kloppen. We moeten niet vergeten hoe zwaar dat voor iemand kan zijn. Ik vind dat onze medewerkers zich dat altijd goed moeten blijven realiseren. Niet dat we hier de hele dag over praten, het werk gaat gewoon door, het is wel heel belangrijk om het daarover te hebben.’

Tekst gaat door na de foto.

Divosa heeft vorig jaar honderd gesprekken gevoerd met leidinggevenden in het sociaal domein. Zij komen tot de conclusie dat er sprake is van complexiteitsovervloed, op verschillende niveaus. Herken je dat?

‘Ja. Ik denk dat wij in de praktijk last hebben van de druk die de dagelijkse taken op ons leggen, in een tijd van personeelskrapte. Wat het verder complex maakt, is dat we opdrachten moeten uitvoeren die van het ene op het andere moment bij gemeenten worden neergelegd.

Een goed voorbeeld is de TOZO-regeling tijdens de coronapandemie. Er moest vanwege corona sowieso in korte tijd van alles geregeld worden. Vóór de TOZO-1-regeling kregen we dat met kunst- en vliegwerk nog voor elkaar met ons team. Toen de regeling werd verlengd, zat ik even in de rats. Gelukkig kon er iemand bij ons gedetacheerd worden die bij ons had gewerkt, iemand met veel ervaring. Na de persconferentie waar duidelijk werd dat de regeling werd verlengd, heb ik ‘m meteen benaderd. Ik dacht: ik móet hem erbij hebben. Met ons eigen personeel gaan we het niet redden.’ 

Hoe ontsnap je aan die complexiteit, wat geeft lucht?

‘Ik weet niet óf ik ontsnap. Ik probeer mijn werk in elk geval te prioriteren. Wat is nú het allerbelangrijkste, wat moet ik nú doen? In de kern komt het erop neer dat wij dienstverlenend zijn.  Wij moeten ervoor zorgen dat het voor die klant altijd goed geregeld is. Het is belangrijk voor me om bij complexe vraagstukken te kunnen sparren met collega’s, bijvoorbeeld met onze beleidsadviseurs. Maar uiteindelijk ben ik eindverantwoordelijk. Ik wil niet mijn collega’s daarmee belasten.

Wat me ook lucht en ruimte geeft is dat ik goed kan afschakelen. Wat ik daarmee bedoel? Dat ik naar huis ga en dat ik mijn werk en de complexe vraagstukken waar we soms voor staan niet meeneem naar huis. Dat lukt niet elke dag, maar wel vaak.’

Ambtenaren hebben behoefte aan een nieuw verhaal, een visie op de samenleving, hoor je vaak. Wat merk jij daarvan bij je collega’s?

‘Dat we behoefte hebben aan duidelijkheid. Dat beleid minder ad hoc wordt. Wat je nu vaak ziet, is dat vanuit het Rijk vraagstukken neergelegd worden bij lagere overheden: los het maar op. Maar dat kunnen we dan nog niet omdat er geen duidelijkheid is over een regeling.

Neem de verlengde energietoeslag. Daarover wordt dan al in de pers geschreven. Sommige gemeenten betalen uit en andere niet. Dat brengt veel onrust met zich mee. Ook voor ons als uitvoerder van de regeling. En voor burgers natuurlijk. Zij gaan steeds meer voelen dat het afhankelijk is van in welke gemeente je woont of je geld krijgt of niet. Natuurlijk, die verschillen tussen gemeenten zullen er altijd wel zijn geweest. Maar ik heb wel het gevoel dat die verschillen steeds groter worden.’

Over Chantalle Baburek

Chantalle Baburek is directeur van ISD Kompas, de sociale dienst voor werk, inkomen en zorg van de gemeenten Beekdaelen, Simpelveld en Voerendaal in Limburg. De gemeenten Beekdaelen, Simpelveld en Voerendaal tellen samen 59 duizend inwoners. 

Ze werkt bij Kompas sinds 2013. ‘Als ik niet werk, onderneem ik vooral dingen waarvan ik geniet: yoga, sauna, een heerlijke wandeling, een mooi boek of een mooie film, een etentje met gezin of vrienden, bezig zijn in onze karakteristieke mijnwerkerswoning.’