Op dinsdag 19 september heeft het demissionair kabinet zijn plannen met bijbehorende begrotingen ontvouwd. Divosa geeft hier een eerste analyse van de Miljoenennota, met bestaanszekerheid als rode draad, en de gevolgen van de nota op het sociaal domein.

De Miljoenennota rept maar liefst dertien keer over ‘bestaanszekerheid’, een duidelijke rode draad door het document. Het kabinet investeert komend jaar € 2 miljard in structurele maatregelen om ervoor te zorgen dat iedereen kan meekomen in de samenleving, en om te voorkomen dat de armoede stijgt.

Voor de zomer constateerde de Commissie sociaal minimum dat het huidige sociaal minimum voor veel huishoudens tekortschiet, met name voor stellen en huishoudens met kinderen. De commissie heeft geadviseerd om het sociaal minimum te verhogen, zodat iedereen kan rekenen op voldoende inkomen. Daar is € 6 miljard voor nodig. Divosa ziet de koopkrachtmaatregelen daarom als een mooi begin, al is het nog niet genoeg.

Koopkrachtmaatregelen moeten armoede stabiliseren

Met de € 2 miljard aan koopkrachtmaatregelen wordt verwacht dat het aantal mensen onder de armoedegrens in 2024 gelijk blijft aan 2023. Het aantal kinderen onder de armoedegrens daalt in 2024 ten opzichte van 2023 (van 6,2% naar 5,1%). Onder deze koopkrachtmaatregelen vallen onder meer:

  • verhoging huurtoeslag 
  • verhoging van het kindgebonden budget
  • verhoging arbeidskorting 
  • Tijdelijk Noodfonds Energie wordt voortgezet
  • de afbouw van de dubbele algemene heffingskorting in bijstand, ANW, AIO wordt bevroren
  • een hoger minimumloon per 2024

Divosa ziet de voorgestelde maatregelen als een stap in de goede richting. Voor een fatsoenlijk, structureel sociaal minimum is meer nodig. Het Rijk dient generieke maatregelen te nemen, bijvoorbeeld via verhoging van het wettelijk minimumloon, toeslagen of verlaging van belastingen. Gemeenten zijn er dan voor het maatwerk. 

Energietoeslag stopt, wel Tijdelijk Noodfonds Energie

In 2024 komt er geen nieuwe eenmalige energietoeslag. Wél komt er opnieuw een Tijdelijk Noodfonds Energie zodat mensen met de laagste inkomens over de winter van 2023-2024 naast de energietoeslag 2023, een vangnet hebben. Ook worden problematische energieschulden voorkomen voor huishoudens met een (midden)laag inkomen en een hoge energierekening. Het Rijk stelt in eerste instantie een maximale bijdrage van € 40 miljoen beschikbaar. Dit bedrag vormt twee derde van de totale beschikbare middelen; de energieleveranciers leggen ook € 20 miljoen in. 

Divosa heeft zich altijd ingezet om de energietoeslag te stoppen in 2024. Ad-hoc regelingen bieden immers geen oplossing voor het structurele probleem dat steeds meer mensen in bestaansonzekerheid verkeren. Gemeenten kunnen niet voortdurend pleisters blijven plakken. Er is een structurele oplossing nodig.

Socialezekerheidsstelsel verder vereenvoudigd

In de Miljoenennota staat het kabinet stil bij de complexiteit van het stelsel voor sociale zekerheid. Inwoners zien door de bomen het bos niet meer, en dat heeft impact op bestaanszekerheid. Inwoners moeten krijgen waar ze recht op hebben, maar door de complexiteit gebeurt dat niet altijd. Dit gaat ten koste van hun vertrouwen in de overheid en het leidt tot onzekerheid en stress. 

Het kabinet heeft al stappen gezet om hier iets aan te doen, bijvoorbeeld met het overheidsbrede programma ‘Werk aan de Uitvoering’ (WaU) om de dienstverlening aan mensen en bedrijven te verbeteren. Ook verschillende wetten, zoals de WW en de Participatiewet, worden verbeterd. Ook werken departementen en uitvoerders samen op het terrein van inkomensondersteuning. 

Divosa vindt dat gemeenten niet langer de oplossing kunnen zijn voor een falend systeem op landelijk niveau. Er moet snel meer balans komen tussen de verantwoordelijkheden van het Rijk en de gemeenten. Toewerken naar een ander stelsel kost tijd. In de tussentijd moeten we ervoor zorgen dat we de gevolgen van de complexiteit voor de inwoners zo veel mogelijk beperken. 

Oplossing voor alleenverdieners 

Het kabinet heeft aangekondigd dat er op termijn een structurele oplossing komt voor het probleem rond alleenverdieners. Divosa is hier blij mee maar vindt het wel jammer dat de oplossing pas in 2028 komt. In de tussentijd bieden de gemeenten een tijdelijke oplossing. De huidige werkwijze is heel bewerkelijk en lastig uit te voeren.

Budget voor vroegsignalering en bijzondere bijstand 

Het kabinet blijft zich inzetten om geldzorgen van inwoners waar mogelijk te voorkomen of terug te dringen. De inzet op financiële educatie in het basis-, voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs wordt daarom voortgezet. Voor 2024 wordt ook in totaal € 50 miljoen via het gemeentefonds aan gemeenten beschikbaar gesteld zodat gemeenten extra kunnen inzetten op het gebied van vroegsignalering van schulden en bijzondere bijstand. 

Divosa is blij dat het Rijk inziet dat vroegsignalering van schulden niet zonder middelen kan. Tweeëneenhalf jaar na invoering van de Wet ziet Divosa dat een persoonlijke benadering het meest effectief is om mensen te bereiken. Dat kost capaciteit en geld. Tegelijkertijd overschrijden de uitgaven van gemeenten aan bijzondere bijstand en ander minimabeleid al jaren het beschikbare budget. In die zin is die 50 miljoen eerder een reparatie dan ‘extra’ budget. 

Aantal kinderen in armoede stabiliseert

De maatregelen in de Miljoenennota (zoals verhoging van het kindgebonden budget) zorgen ervoor dat in 2024 het aantal kinderen in armoede daalt met 1,1% punt. Dat komt niet in de buurt van de ambitie in het regeerakkoord en in de meerjarige Aanpak Geldzorgen, Armoede en Schulden (SZW): daar wordt een halvering van het aantal kinderen in armoede als doel gesteld. Zelfs met de maatregelen zal nog steeds ruim 5% van de kinderen in Nederland in armoede opgroeien.

Het kabinet geeft aan aandacht te houden voor het versterken van participatie en ontwikkeling van kinderen, onder meer via financiële ondersteuning van de kinderarmoedepartijen verenigd onder SAM& en het Jeugdeducatiefonds. In 2024 draagt SZW met € 166 miljoen samen met OCW en VWS bij aan het voortzetten van het aanbieden van schoolmaaltijden op scholen in kwetsbare wijken. Dat betekent verlenging van één jaar, maar nog geen duidelijkheid voor de toekomst. 

Veilig en gezond opgroeien vereist sociale basis

Zolang er kinderen in armoede blijven opgroeien, blijft kansenongelijkheid bestaan. Het belang van goed onderwijs en basisvaardigheden wordt door het kabinet gezien. In de Miljoenennota ontbreekt echter een fundamentele visie op kansengelijkheid. Alleen het ministerie van VWS benoemt de noodzaak van een integrale aanpak in het kader van de Hervormingsagenda Jeugd.

Er wordt vooral ingestoken op het stimuleren van kansengelijkheid in het onderwijs. Dat is wel de plek waar kinderen echt gezien worden. Het ministerie van OCW investeert vanaf 2024 structureel € 51,8 miljoen per jaar in de brugfunctionaris op scholen, bedoeld om kinderen in kwetsbare situaties te signaleren. Vermoed wordt dat de brugfunctionaris de kansengelijkheid zal vergroten en de druk op leerkrachten vermindert. Divosa heeft positieve geluiden gehoord van scholen die werken met een brugfunctionaris. 

Goede zorg voor jongeren betekent goede zorg voor de gezinnen waar zij in opgroeien, goed onderwijs en een veilige woonomgeving. Kortom: de hele sociale basis van gezinnen moet op orde zijn. Jeugdzorg staat niet op zichzelf, maar valt samen met een levensbrede aanpak voor het hele gezin. Gemeenten spelen daar een belangrijke verbindende rol in.

Geringe financiële impact op participatie 

Hoewel de werkloosheid laag is en er meer mensen aan het werk zijn dan ooit, leidt de arbeidsmarkt in Nederland niet automatisch tot de maatschappelijk gewenste resultaten en bestaanszekerheid voor werkenden, schrijft het kabinet. Tegelijkertijd hebben sommige werkenden onvoldoende inkomenszekerheid, zoals flexwerkers en zelfstandigen. Dit versterkt de toch al bestaande tweedeling tussen diegenen die gemakkelijk meekunnen in de dynamiek van de huidige arbeidsmarkt, en diegenen voor wie dit lastig is of die dreigen af te haken. De begroting van het demissionaire kabinet heeft over het algemeen een beperkte (financiële) impact op het thema ‘meedoen’.

Er komen bezuinigingen op de zogeheten Regionale Mobiliteitsteams (RMT’s), zoals al aangekondigd in de voorjaarsnota. Na 2024 is er geen budget voor de RMT's. Er is wel extra geld gereserveerd voor de arbeidsmarktinfrastructuur, maar de hoogte van het bedrag én besteding daarvan is niet verder uitgewerkt. Dit brengt het voortbestaan van RMT's in gevaar. Deze ontwikkeling komt de samenwerking tussen onderwijs, sociale partners, UWV en gemeenten in de arbeidsmarktregio’s niet ten goede, vindt Divosa.

Impuls aan sociaal ontwikkelbedrijven en beschut werk

In 2024 is er een budget van € 63,9 miljoen beschikbaar om gemeenten tegemoet te komen in het overeind houden van de infrastructuur van sociale ontwikkelbedrijven. Ten aanzien van de uitwerking van voorstellen is het streven dat de Kamer in het najaar er verder over wordt geïnformeerd.

Met een uitgebreid maatregelenpakket beoogt het demissionaire kabinet beschut werk op korte termijn verder te stimuleren. Per 2024 worden extra middelen beschikbaar gesteld voor de financiering van beschut werk. In 2024 gaat het om een extra investering van € 23,1 miljoen. Dit bedrag loopt vervolgens op naar € 64,7 miljoen in de structurele situatie. Door deze extra middelen ontvangen gemeenten structureel een aanvullend bedrag van € 2.157 per beschutte werkplek.

De extra middelen vindt Divosa een welkome bijdrage, maar ze schieten helaas nog tekort. De kosten die gemeenten moeten maken om hun ontwikkelbedrijf in de lucht te houden en mensen met loonkostensubsidie te begeleiden, zijn structureel hoger dan de budgetten die het Rijk ter beschikking stelt. Dit blijkt uit een aantal onderzoeken dat op dit gebied beschikbaar is.

Meer geld voor onderwijsroute Inburgering

Het kabinet heeft besloten om vanaf 2026 tot en met 2029 extra financiële middelen beschikbaar te stellen voor de Onderwijsroute. Daarover heeft de minister van SZW de Kamer apart geïnformeerd. Divosa is positief over dit besluit. Met dit besluit is er na jaren van discussie duidelijkheid gekomen en kunnen gemeenten en onderwijsinstellingen door met het maken van meerjarige afspraken. En kunnen (jonge) inburgeraars werken aan hun toekomst. 

Nog geen oplossing voor naderend financieel ravijn

Het voornemen blijft om ingaande 2026 af te stappen van de ‘trap-op-trap-afsystematiek’, waarbij de omvang van het gemeentefonds meebeweegt met de Rijksbegroting.  Gemeenten krijgen er vanaf 2027 structureel geld bij van het Rijk, maar over 2026 wordt niets gezegd. De terugval van middelen voor gemeenten in 2026 bedraagt 2 miljard ten opzichte van 2025. Er komen vooralsnog geen extra middelen om de gevolgen van dit ‘ravijn’ te dempen. De gemeentelijke uitvoering van deze wettelijke taken komt daardoor onder druk te staan. Het kabinet schuift dit onderwerp door naar een volgende regeringsperiode. 

Het sociaal domein is een grote kostenpost in de begroting van gemeenten en de kosten lopen nog steeds verder op. Gemeenten komen in de knel met hun meerjarenbegroting. Divosa vindt dat gemeenten recht hebben op zekerheid, juist als het gaat om de financiële kurk waarop gemeenten drijven. 

Verhoogd macrobudget bijstandsuitkeringen

Het Macrobudget Participatiewetuitkeringen voorziet in de middelen voor  bijstandsuitkeringen, loonkostensubsidies, IOAW, IOAZ en Bbz. Het macrobudget voor 2023 wordt uiteindelijk vastgesteld op € 6.663 miljoen, ruim € 600 miljoen hoger dan het nader voorlopige budget. Hierin zit de stijging van de uitkeringen vanwege de verhoging van het WML verwerkt. In 2024 wordt het budget geraamd op € 6.976 miljoen. Aangenomen wordt dat het aantal bijstandsuitkeringen oploopt naar ca. 359.000.

Divosa is van mening dat niet alleen het macrobudget elk jaar voldoende moet zijn, maar ook dat elke gemeente een budget krijgt dat passend is bij de uitgaven. Als dit niet binnen het huidige verdeelmodel lukt - er zijn immers gemeenten die elk jaar grote tekorten of juist grote overschotten hebben - dan is flankerend beleid noodzakelijk. De huidige vangnetregeling doet geen recht aan gemeenten die buiten hun schuld jaarlijks voor grote tekorten worden gesteld.

98 miljoen voor preventie van ondermijnende criminaliteit

De brede preventieve aanpak van van georganiseerde en ondermijnende criminaliteit wordt voortgezet in 2024. Dit heeft als doel om de voedingsbodem voor criminaliteit weg te nemen, en ervoor te zorgen dat jongeren weerbaar worden gemaakt tegen criminaliteit of daarin niet verder afglijden. De brede aanpak wordt in 2024 langs vier lijnen voortgezet en vormgegeven: voorkomen, verstoren, straffen en beschermen. Hiervoor is voor komend jaar € 98 miljoen vrijgemaakt. 

Uit onderzoek blijkt dat zonder bestaanszekerheid en werk, in combinatie met andere problemen, mensen eerder de criminaliteit ingaan. Het sociaal domein heeft een cruciale rol bij de aanpak van ondermijnende criminaliteit, vindt Divosa. Niet als ‘crimefighter’, maar voor hulp aan mensen die in kwetsbare situaties terechtgekomen zijn. Dit is een complexe opgave voor het sociaal domein die samenwerking met het veiligheidsdomein vraagt. Divosa ziet dat hier tijd en geld voor nodig is, zonder daarbij te kiezen voor kortetermijnoplossingen of pilots. De brede preventieve aanpak vergt een lange adem en moet wat Divosa betreft ook na 2024 worden voortgezet. 

Versterking van toegang tot recht en responsieve overheid

Het kabinet maakt extra middelen vrij voor zowel versterken van de rechtsstaat als gedupeerden van de toeslagenaffaire. Toegang tot recht moet voor iedereen laagdrempelig zijn, vroegtijdig de juiste oplossingen bieden en het vertrouwen van burgers versterken.

Gemeenten spelen een cruciale rol in een overheid die responsief, dienstbaar en dichtbij is omdat zij in de meeste gevallen voor inwoners het eerste contact met de overheid zijn. Er zijn verschillende wetsvoorstellen in voorbereiding met als doel gemeenten hierbij te ondersteunen en samen op te trekken bij de uitwerking. 

Laagdrempelige en goede sociaaljuridische informatie, advies en ondersteuning vormen een basisrecht voor iedere inwoner in Nederland, vindt Divosa. Het mag dus niet uitmaken waar je woont en wat je verdient. Divosa zet zich in voor een herkenbaar en onafhankelijk aanbod, dichtbij huis. Met een persoonlijke aanpak, die mensgerichte oplossingen zoekt. Goede samenwerking tussen gemeenten, sociale en juridische organisaties moet ervoor zorgen dat het niet langer uitmaakt waar iemand aanklopt voor hulp. Gemeenten kunnen mensen die dreigen te verdwalen de helpende hand bieden door een herkenbaar aanbod aan sociaaljuridische ondersteuning in de buurt te faciliteren. 

Bestrijding armoede in Caribisch gebied

De armoede in het Caribisch gebied, de bijzondere gemeenten van Nederland, is ongekend groot. Na jarenlange strijd lijken de BES-gemeenten en de Commissie sociaal minimum van deze gemeenten gehoor te vinden. Naast de verhoging van de uitkeringen op 1 oktober maakt het kabinet structureel meer geld vrij voor Caribisch Nederland: het komend jaar 30 miljoen en vanaf 2025 wordt dit bedrag structureel verhoogd naar jaarlijks 32 miljoen. Vanaf 2024 worden daarmee onder andere het minimumloon en de minimumuitkeringen nog verder verhoogd, de precieze verhoging wordt nog vastgesteld.

Divosa maakt zich grote zorgen over de bestaanszekerheid in dit gebied en kaart al langer de situatie aan. We zijn blij dat het kabinet met deze maatregelen de problemen erkent en in actie komt.

Ook Septembercirculaire verschijnt

De Septembercirculaire 2023 informeert gemeenten over de omvang en de verdeling van de algemene uitkering, de integratie-uitkeringen en de decentralisatie-uitkeringen uit het gemeentefonds voor de jaren 2023 en verder. Lees het document op de website van de Rijksoverheid.

Meer informatie