Overslaan en naar de inhoud gaan

Na mijn gesprek met Egbert Oppenhuizen, domeinmanager bij de gemeente Wijk bij Duurstede, stapte ik met een bezwaard gemoed de auto in. Er is al bezuinigd de afgelopen jaren en toch ligt er weer een enorme bezuinigingsopgave voor 2026. Terwijl er weinig ruimte is om keuzes te maken: wettelijke kaders en regionale afhankelijkheid zetten veel vast. En ondertussen hangt de oplopende rekening van de jeugdzorg als een dreigende deken over alles heen.

Juist in zulke tijden maakt gezamenlijke sturing vanuit de directie verschil. Hoe moeilijk dat uitgerekend juist dán is. Als directieleden kunnen geven en nemen, zich ook in moeilijke tijden niet alleen op de eigen dienst richten, sijpelt dat door in de hele organisatie. Dan vervalt die minder in een bureaucratie die enkel stuurt op de doelen die binnen dat strakke keurslijf passen. Of gericht zijn op het korte termijn succes. Dan blijft er oog voor wat er in het grotere geheel belangrijk is. 

Nú een baan, opleiding of begeleiding 

Neem bijvoorbeeld het project Preventie met Gezag, waarin we jongeren uit de drugscriminaliteit proberen te houden. Tijdens een gesprek met een ministerieel ambtenaar spraken we over het belang van domeinoverstijgend werken. Een jongere die uit het criminele circuit wil stappen, heeft geen tijd om maanden op een intake bij de sociale dienst te wachten. Die heeft nú een baan, opleiding of begeleiding nodig. Momentum benutten! Maar wat als dat niet past binnen de vastgestelde procedures? Juist. Dan is domeinoverstijgend werken nodig. Dan heb je een directie nodig die daar pal voor staat.

De spagaat van het sociaal domein 

Maar wat als diezelfde directie net, vanwege bezuinigingen, heeft afgesproken om strenger te zijn bij de poort? Minder re-integratiecoaches beschikbaar heeft, want ‘iedereen die kan werken, werkt al’. Dan wringt het. ‘Gemeenten nemen hun eigen doelen niet serieus en stellen geen prioriteiten’, reageerde de ambtenaar. Maar zo ligt het niet. De bezuinigingsdoelen zijn óók serieus. Net als de honderd andere doelen op het bord van het sociaal domein. Vaak ook nog afkomstig uit andere domeinen die hun eigen problemen niet opgelost krijgen. Geen woningen, invloedrijke criminelen in de wijk. Zie dan maar eens écht domeinoverstijgend te werken, met de inwoner als uitgangspunt. Dat is bijna niet te doen.

De essentie van ons bestaan 

En toen kwam Egbert met een vraag die me verraste: waarom spreken we eigenlijk van voorliggend veld? Is het niet gewoon het hoofdveld? De plek waar het leven zich afspeelt. Waar mensen wonen, werken, liefhebben, ruzie maken, ouder worden. Waar niet de zorg of de hulpverlening centraal staat, maar het leven zelf. Dat is toch geen voorliggend veld? Dáár moeten we werken, dáár ligt de essentie van ons bestaan. Gemeenten zijn niet alleen uitvoerders van beleid, maar ook onderdeel van de gemeenschap.

Het klinkt zo logisch. En toch voelt het onmogelijk. Want hoe geef je vorm aan een mooier hoofdveld als je elke dag geconfronteerd wordt met financiële tekorten, complexe regelgeving en beklemmende wettelijke kaders? Dan kom je in de overlevingsstand, ga je voor je eigen dienst en maak je uiteindelijk domme keuzes. Dan lijkt de gemeente zelf wel een inwoner in de overlevingsstand.

Verdorie, waarom hebben we het zo ingewikkeld gemaakt?

Contactpersoon

Meer blogs lezen van Leren en ontwikkelen?