Eenvoud in complexiteit
Meer lezen? Lees de verhalenbundel ‘Eenvoud in complexiteit’, waarin vijf directeuren zijn geïnterviewd over hun werk, keuzes en leven.
Ik heb weemoed naar ... een warme organisatie met de keuken in het hart, thee en koffie altijd klaar. Een ‘goedemorgen’ als je binnenkwam, een arm om je schouder en de tijd. Een mengelmoesje van achtergronden en geluiden. En van activiteiten: naaien, fitness, koken, poetsen, fietsles, kleien, schilderen, Nederlandse les …
Zo ging het eraan toe bij Stichting Experimenten Werkgelegenheid – later 13Volt –, waarvan ik in een vorig leven directeur was. Met deze organisatie ondersteunden we mensen op hun weg naar werk of naar sociale activering. Het was een tijd waarin we nog gewoon konden doen wat op dat moment nodig leek.
Hieruit spreekt uiteraard weemoed naar vervlogen tijden. Ik vind het nog steeds doodzonde dat wij moesten stoppen, omdat we een aanbesteding verloren van een grote welzijnsorganisatie. Zonder nu alsnog mijn gelijk te willen halen, wil ik hier toch een pleidooi houden voor een maatschappelijk middenveld dat ook bestaat uit informele organisaties. Ik was dan ook aangenaam verrast toen Duco Stuurman, stedelijk directeur sociaal bij gemeente Amsterdam, het in een presentatie over kansenongelijkheid in Amsterdam had over ‘samenwerking met communities en informele partijen, om de dienstverlening te laten aansluiten’.
Ik wil hier toch een pleidooi houden voor een maatschappelijk middenveld dat ook bestaat uit informele organisaties.
Nu zijn deze doelen op zichzelf misschien wat mager, maar de uitspraak van Duco Stuurman geeft in ieder geval aan dat we gemeenschappen of een maatschappelijk middenveld nodig hebben. Die kunnen blijkbaar iets wat een gemeente niet kan. Ik zou dat ‘laagdrempelig betekenis hebben’ willen noemen. Daarbij horen termen als gezamenlijkheid, gemeenschappelijkheid, iets doen en de tijd hebben. En geen urenregistratie, stappenplan, formuleren van outcome en output.
De moeilijkheid is natuurlijk dat de formele en de informele wereld elkaar niet altijd goed verstaan. Maar als we de beweging naar het ‘voorliggend veld’ willen maken – met minder indicaties, individuele hulpverlening en formele zorg –, dan is dit wel de toekomst. Zonder dat we informele organisaties toch stiekem in ons formele keurslijf willen hijsen, door aanbestedingsprocedures in te zetten en allerlei registratie-eisen te stellen. Een beetje mag wel – je moet scherp blijven, nietwaar? –, maar dit moet niet het karakter en doel van de organisatie gaan overvleugelen.
Bezuinig in het ravijnjaar niet weg wat er nog is. Deze maatschappelijke organisaties hebben vaak in de loop van de tijd een informeel netwerk opgebouwd en dat krijg je niet zomaar terug.
Mijn oproep aan gemeenten is dan ook om gemeenschappen en het maatschappelijk middenveld te zien, te erkennen en te steunen. Dat kan op verschillende manieren. Eén: bezuinig in het ravijnjaar niet weg wat er nog is. Deze organisaties hebben vaak in de loop van de tijd een informeel netwerk opgebouwd en dat krijg je niet zomaar terug. En ja, ze zijn soms afhankelijk van personen, maar dat is niet erg.
Twee: erken ten diepste dat we ze als gemeente nodig hebben, ervan afhankelijk zijn zelfs. Drie: wees nieuwsgierig naar wat ze nu eigenlijk aan het doen zijn en vraag je af welke betekenis dat heeft. Neem bijvoorbeeld een volkstuin. Dat is niet alleen een plek waar mensen groenten en bloemen kweken, waardoor ze misschien gezonder eten. Het is ook zo’n zeldzame plek waar mensen uit verschillende lagen van de bevolking elkaar ontmoeten en waar invulling wordt gegeven aan een duurzame samenleving.
Dit thema zou ik graag verder uitdiepen. Ongetwijfeld een briljante gedachte. Maar een hoogleraar wiens naam ik ben vergeten, zei altijd tegen zijn studenten: ‘Als je denkt dat je een origineel idee hebt, dan heb je de literatuur niet goed gelezen!’ Zo ook in mijn geval: ons najaarscongres ging over dit thema, namelijk: Groeien als Gemeenschap. In een volgende weblog ga ik precies vertellen wat ik hier heb gehoord en geleerd. En tot die tijd blijf ik rondkijken naar situaties die dat ‘groeien als gemeenschap’ uitdrukken en hoe gemeenten zich daartoe verhouden. Jij misschien ook?
Meer lezen? Lees de verhalenbundel ‘Eenvoud in complexiteit’, waarin vijf directeuren zijn geïnterviewd over hun werk, keuzes en leven.