Verslag landelijke bijeenkomsten Implementatie Wet versterking regie volkshuisvesting
In mei en begin juni 2025 organiseerde het Rijk vijf bijeenkomsten in het kader van de implementatie van de Wet versterking regie volkshuisvesting. De coalitie Leefbare en vitale wijken verzorgde in samenwerking met de Expertteam Huisvesting Aandachtsgroepen een levendige workshop over de samenwerking tussen wonen, welzijn en zorg tijdens deze bijeenkomsten.
Rabia el Morabet Belhaj, plaatsvervangend programmamanager Een thuis voor iedereen, vertelt dat het programma Een thuis voor Iedereen 4 Actielijnen kent: voldoende betaalbare en passende woningen, evenredige verdeling over alle gemeenten, combineren van wonen, zorg, welzijn en werk en inzet op preventie. De wet versterking regie volkshuisvesting ondersteunt het behalen van die doelstellingen via 4 hoofdlijnen:
1. Regie op waar, hoeveel en voor wie er wordt gebouwd
2. Voldoende betaalbare woningen
3. Kortere procedures
4. Gelijke kansen voor urgent woningzoekenden
Gemeenten brengen in samenspraak met zorg- en welzijnspartijen de woonopgave en bijhorende ondersteuning voor aandachtsgroepen in kaart in een volkshuisvestingsprogramma en stemmen een evenredige verdeling regionaal af. Het doel is dat urgenten met voorrang worden gehuisvest. Gemeenten mogen lokale urgentiegroepen toevoegen maar in rangorde hebben de wettelijke urgenten voorrang.
Vraag uit de zaal in Eindhoven: Moet je de bestaande verdeling per gemeente doortrekken of moet elke gemeente op dezelfde verdeling komen? Er mogen verschillen zijn, afhankelijk van de context, als in de provincie als geheel maar het doel wordt bereikt. De woondeals zijn daarbij een belangrijk kader.

Elkaar begrijpen en vertrouwen
Wat is het belangrijkste in de samenwerking tussen wonen, welzijn en zorg? Guusta van der Zwaart, bestuurder van zorgaanbieder de Tussenvoorziening, zegt: 'Elkaar vertrouwen en begrijpen op alle niveaus is cruciaal. Je moet elkaar gunnen dat iedereen de eigen rol goed kan vervullen.' De vraag is hoe dat vertrouwen opbouwt. Erik Patist, adviseur Volkshuisvesting bij woningcorporatie Portaal, reageert. 'Je moet het lef hebben. Wij vertrouwen de Tussenvoorziening in de selectie van de cliënten. Natuurlijk gaat er weleens wat mis, maar daar lig ik niet wakker van. Je moet elkaar blijven ontmoeten, tussen organisaties, maar ook binnen je eigen organisaties, bijvoorbeeld naar aanleiding van incidenten. Je moet open zijn, want anders ontstaan er scheurtjes. Ervaring geeft vaste grond'.
Marleen Nijhuis, expert huisvesting aandachtsgroepen: 'We doen de hele dag door aannames. Probeer door te vragen en negeer zo af en toe de incidenten. Soms helpt het om de bestuurders dingen scherp te laten stellen, ook al geeft dit een pittig gesprek. Het is een groeimodel, je moet de taaiheid opbouwen.” Willem ten Voorde van de gemeente Utrecht:'Er zijn momenten dat het ingewikkeld is, zoals bij incidenten. Dan is het met de woningschaarste lastig in de raad, maar dan moet je elkaar blijven steunen.' Corporaties zijn eerder geneigd voor de reguliere bewoners te kiezen. Guusta: 'Om dat te reguleren hebben wij in Utrecht de Vereniging Beter Wonen. Zij behartigen de belangen van alle partijen.'
Jill Mabelis, leidinggevende bij welzijnsorganisatie Surplus zegt: 'Vertrouwen is heel belangrijk. Daar zijn bij ons nog stappen te zetten. Daarnaast: durf los te laten. In Etten Leur zijn we een samenwerking gestart met sociaal werk, zorg en gemeenten. We werken met gebiedscoördinatoren en een kernteam dat ervoor zorgt dat partijen niet denken vanuit eigen organisatie maar vanuit de gezamenlijkheid, dus niet naast elkaar met het bestaande maar samen aan het nieuwe te werken. Het gaat daarbij ook om het kalibreren van taal.'
Margrit Kemper van Zorggroep Ter Weelen en coördinator voor het consortium Zorg in Balans: 'Elkaar leren kennen en elkaars taal, wereld en uitdagingen leren kennen is belangrijk, dat gebeurt onder andere door regelmatig koffie te drinken.' Annemiek Jonker van woningcorporatie Beveland Wonen geeft een voorbeeld van de noodzaak om elkaars wereld te leren kennen: 'Een huurder die zorg nodig heeft en opgenomen moet worden en waarbij de beheerder afspreekt de buurt op de hoogte te houden van de terugkeer: dat bleek dus niet te kunnen door AVG beperkingen. Als je dat van tevoren weet, dan kun je dat ook uitleggen.'
'Overlast is een onderwerp dat lastig is om het over te hebben. Maar dat is wel nodig omdat je elkaar daarbij nodig hebt.'
Gezamenlijke visie en verantwoordelijkheid
In alle zalen komt de governance ter sprake als een belangrijk aandachtspunt. Marvin Huis van de gemeente Groningen zegt: 'We hebben in het koplopersprogramma ingezet op samenwerking. Dit heeft een regionaal woonzorgonderzoek opgeleverd. In het begin kwam het een beetje rommelig van wal. Gemeente en provincie zijn de corporaties gaan betrekken en ook welzijn zat in de stuurgroep als belangrijke speler.' Bjorn van den Brink, programmamanager van het koplopersprogramma, zegt: 'Je kunt niet met 55 zorgorganisaties praten, dus zij zaten met een vertegenwoordiger aan tafel.' Marvin: 'We hebben een goede structuur opgezet met afgevaardigden en een kleine regiegroep.' Erik de Vos, bestuurder bij zorginstelling Terwille: 'We zitten nu goed aan tafel, we kennen elkaar. Dat is een voordeel. Het is goed regionaal te organiseren.'
Arnold Bakker van de gemeente Goes: 'We moeten als organisaties van eigen belang naar een gezamenlijk belang. Een gelijkwaardige positie is daarbij belangrijk. Daarom hebben wij besloten om een externe adviseur de samenwerkingsafspraken te laten begeleiden.' Margrit Kemper van Zorggroep Ter Weelen vult aan: 'Daarbij wilden we niet te veel dichttimmeren, maar gewoon doen. De gemeente heeft wel de regie op het proces, maar we zijn allemaal verantwoordelijk voor de opgave, dus allemaal eigenaar. Je weet dat je hobbels gaat tegenkomen, dus wij hebben vooraf besproken hoe we daarmee om kunnen gaan.' Iemand in de zaal van Middelburg merkt op: 'Maak harde afspraken over wat je precies gaat doen, want het is wel belangrijk om goed te kunnen sturen op geld, en accountability. Alleen goede bedoelingen zijn niet genoeg.'
De maatschappelijke opgave staat centraal. Dat is een hoger belang, de eigen belangen moeten daarmee gematcht worden. Hans de Bruin van Solidarity University schetst twee omgangscodes: 'Wederzijdse afhankelijkheid impliceert een zorgplicht naar de ander toe: hoe kun je de ander faciliteren? Ten tweede: Diversiteit in opinies is een basaal en essentieel recht. Je mag je mening binnen de samenwerking ventileren, uiteraard met onderling respect. Maar kijk verder dan je eigen blinde vlekken: breng samen het geheel in beeld. Daar zal en mag spanning op zitten, dat moet je koesteren.' Annemiek Jonker van woningcorporatie Beveland Wonen: 'Overlast is een onderwerp dat lastig is om het over te hebben. Maar dat is wel nodig omdat je elkaar daarbij nodig hebt. Elke organisatie heeft haar eigen beperkingen: wat kun je wel, en wat niet en hoe kun je het gat dat er is, vullen? Daar samen over praten en met elkaar meedenken.'
En hoe zorg je voor politiek draagvlak? Ronald van Heeringen van de gemeente Breda: 'Het is een utopie om alle verantwoordelijkheden bij één wethouder onder te brengen. Dat gaat niet gebeuren, welzijn en wonen samen is al uitdaging! Jeugd ligt bijvoorbeeld bij een andere wethouder. Hoe neem je die mee? Het moet niet op de cirkel van de adviseurs blijven.' Willem ten Voorde van de gemeente Utrecht: 'De governance moet je in de breedte regelen, dus inclusief jeugd en statushouders, anders gaan er zaken langs elkaar werken en krijg je scheve ogen. Je moet congruent zijn, ook ten aanzien van het moeilijke verhaal. Dan ontstaat ook bij de wethouders vertrouwen en willen ze het steunen met wat handgeld bijvoorbeeld.'
'De goedkope woningen geven beperkingen in de winstgevendheid. Het is belangrijk dat gemeenten dit erkent en steunt.'
Gedeelde urgenties en lange adem
Marleen Nijhuis, expert huisvesting aandachtsgroepen, ziet dat de schaarste in de woningmarkt veel dynamiek geeft: 'De crisis in de huisvesting van statushouders gaf concurrentie.' In de gemeente Utrecht kozen ze ervoor tijdelijk alle woningen aan statushouders toe te wijzen om de achterstand in te lopen. 'Dat zette de samenwerking onder druk. Het was een moeilijke tijd om door te komen.' Guusta van der Zwaart van de Tussenvoorziening: 'Wat moet, dat moet. Het was gelukkig een afgebakende periode en daardoor te verteren. We hebben sowieso tekorten en iedereen moet een beetje indikken.' Willem: 'Het was een wrang verhaal voor daklozen. Dat moet je goed aanpakken, anders kan het ontploffen. In samenspraak zijn we tot een verdeelsleutel gekomen.'
De zaal in Amersfoort vraagt: Kunnen projectontwikkelaars bijdragen aan de huisvesting van aandachtsgroepen? Wilem: 'Het is niet makkelijk. Een particuliere partij heeft in Utrecht een wooncomplex gerealiseerd, maar dat was een uitdaging want die kent de Utrechtse situatie en zorgpartijen niet.' Guusta: 'De goedkope woningen geven beperkingen in de winstgevendheid. Het is belangrijk dat gemeenten dit erkent en steunt.'
Voor de juiste zorg zijn specifieke aanpassingen in vastgoed nodig. Erik Patist van woningcorporatie Portaal: 'Als je korte contracten hebt, geeft dat belemmeringen. De zorgpartij moet het langdurig kunnen huren. Eigenlijk proberen we als corporatie het zodanig op te rekken dat we kunnen voldoen aan de vraag van de zorgpartijen, maar we willen wel zorgen dat het vastgoed op de lange termijn beschikbaar blijft voor reguliere huisvesting.'
Woonprojecten duren altijd langer dan de coalitieafspraken. Willem: 'Sinds twee jaar hebben we een jaarcyclus. We communiceren jaarlijks een besluit, bijvoorbeeld 600 woningen voor statushouders, 300 voor daklozen, etc. We halen niet altijd de aantallen, maar het helpt wel om koersvast te zijn. We willen niet alleen in bestaande bouw maar ook in de nieuwbouw de ruimte te creëren voor aandachtsgroepen met bijbehorende ondersteuning.' Guusta vult aan: 'Het is belangrijk dat je vooruit kunt. Als er in de tenderfase ruimte is voor een gemengd wonenproject, dan kost het daarna nog flink wat jaren om dat te realiseren. Dan kun je het niet hebben dat het ineens van tafel gaat. Dan willen wij liever een ander project uitstellen.'
In de zaal van Eindhoven zijn er zorgen over vergaande invloed van commerciële partijen. Een huurder vraagt: 'Is men zich bewust van de marktwerking met name voor ouderenhuisvesting?' Ronald van Heeringen: 'Huizenprijzen zijn een aandachtspunt.' Esther Adriaansen: 'Commerciële partijen heb je nodig voor bijvoorbeeld niches.' Jilll Mabelis: 'Dat biedt ruimte voor persoonlijke keuzes van bewoners.'

Bewoner centraal
In Eindhoven vraagt de de huurdersvertegenwoordiger van het Woonbedrijf: 'Hoe zijn bewoners betrokken?' Ronald van Heeringen van de gemeente Breda: 'Burgers worden betrokken via de belangenverenigingen bij de beleidsvorming, huisvestingsverordening en programmering. Wat wel lastig is, is dat bewoners vaak zwak zijn en niet zelf kunnen inbrengen en daarnaast bereik je burgers meestal niet met digitale communicatie.'
Ook in Middelburg worden bewoners vanaf het begin betrokken bij speciale woonvormen, net als bij sloop en nieuwbouwtrajecten. Een deelnemer uit de zaal vult aan: 'Bewustwording onder bewoners dat de zorg verandert en er meer van de bewoners zelf verwacht wordt, is ook belangrijk.' Annemiek Jonker van woningcorporatie Beveland: 'We moeten denken vanuit de wijk en niet alleen vanuit de individuele bewoner. Uit de zaal wordt opgemerkt dat het ook voor provinciaal beleid belangrijk is dat bewoners centraal staan. Dat mist nu vaak, waardoor het beleid niet goed aansluit op de praktijk.'
Jill Mabelis van Surplus: 'In Etten Leur betrekken we bewoners bij nieuwbouw. Vragen die we bespreken zijn: hoe zorgen we voor de juiste mix? hoe regelen we de zorg en informele zorg? hoe kunnen oud en jong elkaar helpen? En in Zevenbergen is er via een samenwerking tussen de woningcorporatie en Surplus in een bestaand complex community gevormd. Inwoners konden solliciteren op woning en zo kunnen mensen met een beperking worden ondersteund. Ik ben er heilig van overtuigd dat dit soort initiatieven de oplossing kunnen bieden.' Ronald: 'Vaak komt het initiatief van de organisaties zelf, zoals bij de Heksenwiel. De gemeente werd pas in tweede instantie betrokken.' Jill: 'Ontdek de talenten van burgers. Dus verstevigingen wat er al is, niet hele nieuwe oplossingen bedenken. Het is niet zo spannend als het al lijkt.'
De financiering van community building is echter vaak ingewikkeld.Tijdelijk lukt dat met o.a. SPUK DOS maar structureel zijn er geen middelen. Marieke Voogt, bestuurder Welzijn Lelystad: 'We weten dat communitybuilding geld oplevert. Dus het geld zou er moeten zijn, daar moet fundamenteel iets aan veranderen.' Willem ten Voorde van gemeente Utrecht: 'We doen te weinig aan het manifest maken van de kracht van de community. Het gesprek over het verschuiven van budgetten is een lastig als opvang vol is en er wachtlijsten zijn voor beschermd wonen, maar we moeten verschuiven.' Marleen vertelt: 'In Sudwest-Fryslan vergrijst de bevolking. De verzekeraar biedt middelen beschikbaar voor het ontwikkelen van gemeenschapszin.'
In Amersfoort vult de zaal aan: 'Het gaat niet om geld maar je moet gepassioneerde aanjagers hebben. Bijvoorbeeld een buurtverbinder, een whatsappgroep. Als je elkaar kent, durf je een hulpvraag te stellen. Wij hebben veel bewoners met verstandelijke beperking in de wijk wonen. Het enige wat we hebben is een ontmoetingsplek voor dragende en vragende bewoners.' Marieke Voogt herkent dat in de vorm van lief en leed straten. 'De vraag is: wie betaalt de ontmoetingsruimte?'
Uitvoering bepaalt, bestuur faciliteert
Een vraag uit de zaal van Eindhoven: Hoe krijg je je eigen organisatie mee?
Esther Adriaansen: 'Bestuur en uitvoering gaan gelijk op. Het is belangrijk echt aandacht voor de verschillen in visies en belangen te hebben. Een team ontstaat niet vanzelf. Je moet werken aan vertrouwen en interactie.' Ron Stevens, ontwikkelaar zorgzame buurt bij Surplus: 'Een samenwerkingsovereenkomst biedt houvast.' Ronald van Heerlingen van de gemeente Breda vult aan: 'Je moet veel communiceren en zorgen dat we vanuit wonen ook sociaal beleid meenemen. Anders krijg je dat absoluut terug. De gemeente vertegenwoordigt ruimte en sociaal, het doorsijpelen gaat van boven naar beneden en andersom.'
Hoe organiseer je communicatie op verschillende niveaus? Jill Mabelis van Surplus: 'Je begint bij de bestuurders, dan de laag eronder: Welke expertises en ervaring hebben we nodig? Hoe kun je dat als een olievlek verspreiden? Je moet het blijven herhalen, want anders bloedt de samenwerking dood.' Esther: 'Met behulp van AI kun je bestaande beleidsstukken samenvoegen voor een nieuw gezamenlijk verhaal. Dat maakt het heel tastbaar en geeft energie.' Ron: 'Zorg ook voor een gezamenlijk uitvoeringsplan met gezamenlijke communicatie, gezamenlijke huisstijl en gezamenlijke budgetten. Samen kom je verder, maar het kost wel tijd. En successen kun je lokaal herhalen op andere plekken.'
Erik Patist van woningcorporatie Portaal: 'We hebben wel geleerd: mensen hebben scharrelruimte nodig.' Guusta van der Zwaart: 'Het was fijn om indicatievrij te werken. Stel de bewoner en de buurt daarbij centraal. We kunnen onszelf een ongelofelijke dienst kunnen doen door regels af te schaffen en bijvoorbeeld verordeningen simpeler te maken.'