Statushouders hebben een heel leven achter de rug voordat ze in Nederland komen. Eenmaal hier krijgen ze te maken met grote cultuurverschillen tussen het thuisland en hier. Die worden soms nog onvoldoende gezien, zegt beleidsmedewerker inburgering Mohamad Khdeer. In de Community of Practice Inburgering - Fryslân praatte hij hierover met onder meer Nicky Korte, casemanager participatie bij het COA. 

Mohamad Khdeer is beleidsadviseur inburgering in de gemeente Smallingerland. ‘Ik vind cultuursensitief communiceren eigenlijk niet altijd de juiste term. Sensitiever communiceren klinkt mooi, maar het zou in mijn optiek meer moeten gaan over het erkennen van cultuurverschillen. Oftewel, kennis vergaren over deze verschillen en deze kunnen benoemen. Onbekendheid met cultuurverschillen maakt dat een inburgeraar en consulent elkaar niet altijd begrijpen.’

Mohamad Khdeer, beleidsadviseur inburgering in de gemeente Smallingerland, en Nicky Korte, casemanager participatie bij het COA. Foto door: Fotografie Majella.

Mohamad Khdeer, beleidsadviseur inburgering in de gemeente Smallingerland, en Nicky Korte, casemanager participatie bij het COA. Foto door: Fotografie Majella.

Het verkeerde advies had grote impact op mij.
Mohamad Khdeer, gemeente Smallingerland

Diploma’s op papier

Mohamad spreekt uit eigen ervaring. ‘Ik wil benadrukken dat er consulenten zijn die echt hun best doen om de doelgroep te bereiken. Maar tijdens mijn eigen inburgering heb ik gezien dat er ook mensen in de inburgering werken die nog onvoldoende kennis hebben van andere culturen, andere achtergronden en andere soorten arbeidsmarkten. Ik ben zelf gevlucht uit Syrië. Tijdens mijn intakegesprek met de gemeente werd alleen gevraagd naar kwalificaties op papier. Ik was marketingmanager maar ik heb geen diploma’s. De conclusie was dat ik moest alfabetiseren en een simpel baantje moest nemen.’ 

Hij neemt het heft in eigen handen en rondt op eigen initiatief de havo en een hbo-opleiding af. ‘Het probleem was dat de consulent een verkeerd advies gaf omdat deze niet voldoende kennis had van hoe de arbeidsmarkt in Syrië werkt. Het verkeerde advies had grote impact op mij. Dit kan nu nog steeds gebeuren als professionals te weinig kennis hebben. Dan worden inburgeraars te laag ingeschat. Dat zou echt een probleem zijn. Mijn advies is dan ook: kijk naar de persoon die tegenover je zit. En luister naar het verhaal van de inburgeraar.’

Community of Practice Inburgering - Fryslân

Cultuursensitiviteit was één van de thema’s die besproken werd in de Community of Practice Inburgering - Fryslân waar Mohamad en Nicky aan deelnamen. Naast cultuursensitiviteit, onderscheidt de CoP nog een aantal voorwaarden voor een succesvolle inburgering: snelheid en doorstroom bij de procedures, participatie, flexibiliteit en maatwerk, en samenwerken. Deze laatste loopt als een rode draad door alles heen. Daarom is het de titel van hun eindproduct waarin zij aan de hand van praktijkvoorbeelden tips en adviezen geven. 

Dichttimmeren

In een bijeenkomst van de CoP deelde Mohamad zijn verhaal. Nicky Korte, casemanager van het COA, is een van de andere deelnemers. ‘Dat was ontzettend indrukwekkend. Het geeft de noodzaak aan om goed te luisteren en te onderzoeken wat iemand nodig heeft. Het proces en de afspraken moeten ondergeschikt zijn aan het individu.’

Nederland heeft een cultuur van vergaderen, risicoanalyses en alles willen dichttimmeren in afspraken, zegt Nicky. ‘Ergens vind ik dat goed, ik ben ook Nederlander natuurlijk. Dat verschil in cultuur kunnen we niet helemaal veranderen, maar we moeten ons er wel bewust van zijn. In de communicatie met statushouders zijn er vaak dingen die voor ons heel logisch zijn, maar die in andere landen heel anders werken.’

Als je wil dat iedereen meedoet zul je echt rekening moeten houden met een diverse groep, zegt Mohamad. ‘Ook als het gaat om het gebruik van taal.’ Nicky noemt als voorbeeld een zin die menig ouder in Nederland tegen een kind zegt. ‘Wil je even je schoenen in de gang zetten? Elk kind weet dat dat geen echte vraag is, maar een opdracht. Dat hoor je ook in de toon. Iemand die de taal nog niet spreekt en de cultuur niet kent, zal dat niet horen en zo’n vraag al snel letterlijk nemen. Wees je daar bewust van.’

Woningnood

Statushouders meenemen in het proces van inburgering is niet altijd makkelijk door de verschillen in taal en cultuur. Een andere lastige factor is het feit dat statushouders vaak lang op een huis moeten wachten, ziet Nicky. ‘Vanaf het moment dat je in Nederland komt ben je al gauw een jaar verder voordat je weet of je mag blijven. Als statushouder moet je dan gemiddeld nog een jaar wachten op een woning.’ Inburgeraars snappen dat de woningnood nou eenmaal hoog is, zegt de casemanager participatie. ‘Mijn collega's in de uitvoering leggen dat altijd goed uit.’

De statushouder mag wel alvast starten met het inburgeringstraject. Maar praktische belemmeringen kunnen in de weg zitten. ‘Als je op een azc verblijft in het zuidwesten van Friesland en je moet naar een gemeente in het noordoosten van Friesland, dan wordt dat al gauw ingewikkeld. Laat staan hoe het zit met iemands mentale toestand door bijvoorbeeld onzekerheid over gezinshereniging. Niet iedereen heeft zijn hoofd staan naar het inburgeringstraject.’

Tips om te communiceren met mensen die inburgeren

  • Leer meer over de verschillen in cultuur en arbeidsmarkt tussen Nederland en andere landen. 
  • Werk- en denkniveau is niet altijd vast te stellen door alleen te kijken naar kwalificaties op papier. Kijk naar wat iemand kan en wat iemand in het thuisland heeft gedaan.
  • Wees nieuwsgierig naar het gedrag van de inburgeraar. Te laat komen kan duiden op een verschil in cultuur, niet op een gebrek aan motivatie of respect.
  • Gebruik de kracht van diversiteit in je organisatie, ervaringsdeskundigen zijn zich bewust van cultuurverschillen
  • Leg inburgeraars uit dat Nederland een toekomstgerichte cultuur is en begrijp dat dit erg wennen is voor veel mensen.
  • Let op duidelijk taalgebruik. Termen als ‘wil je’ en ‘kun je’ nemen mensen die de taal nog leren al snel letterlijk. 

Wachtkamer

Nicky maakt de vergelijking met de wachtkamer van de huisarts. ‘Stel je hebt een afspraak om tien uur bij de huisarts. Je pakt je telefoon, je leest wat. Je wacht en wacht, en ziet iedereen om je heen opgeroepen worden. Ook mensen die later binnen zijn gekomen. Dat zorgt voor stress, onzekerheid en een gebrek aan perspectief. Ben je eindelijk aan de beurt, dan moet je ineens binnen vijf minuten je verhaal vertellen in een taal die je niet goed spreekt. Met een diagnose die je misschien niet eens begrijpt ga je de deur weer uit. Dat kan overweldigend zijn. Het is dus niet zo vreemd dat inburgeraars tijd nodig hebben om alles te laten bezinken.’

In overleg met de gemeente proberen Nicky en zijn collega’s te blijven werken aan participatie, ook als alvast starten met inburgeren in de gemeente nog lastig is. ‘Dan bedenken we een alternatief. Vrijwilligerswerk bijvoorbeeld, of seizoenswerk of taalstages. Zolang we maar gericht zijn op de toekomstontwikkeling. Je wil dat momentum wel vast blijven houden om mensen te activeren.’

Zolang we maar gericht zijn op de toekomstontwikkeling
Nicky Korte, COA

Toekomstgericht

Die blik op de toekomst richten is in het kader van cultuurverschillen nog wel goed om onder de loep te nemen, zegt Mohamad. Hij refereert aan een van de cultuurdimensies beschreven door onderzoeker Geert Hofstede. ‘Sommige culturen, zoals Nederland, zijn toekomstgericht. Hier heb je zekerheid. Je weet dat je een uitkering kan krijgen, eten in de koelkast en een dak boven je hoofd. Alles is geregeld. Dat betekent dat je ruimte hebt om te focussen op de toekomst.’

Hoe anders is dat in zijn land van herkomst, gaat hij verder. ‘In Syrië zijn mensen gericht op het heden. Je hebt er geen arbeidsrechten. We hebben ook geen zorgverzekering, dus bij ziekte is er ineens veel geld nodig. Je bent altijd bezig met het hier en nu. Hoe ga ik vandaag regelen dat er eten is voor mijn kinderen?’ Dat cultuurverschil heeft gevolgen voor hoe je als consulent het gesprek met de inburgeraar aan moet gaan, zegt hij. ‘Zodra iemand mag blijven in Nederland zijn we geneigd meteen te vragen: wat zijn je doelen, wat wil je doen in de toekomst? Dat kan je niet vragen aan mensen die niet gewend zijn om toekomstige doelen te stellen. Wat kan helpen is om dit verschil in denken, dit cultuurverschil, zoveel mogelijk uit te leggen aan het begin.’

Mohamad Khdeer, beleidsadviseur inburgering in de gemeente Smallingerland, en Nicky Korte, casemanager participatie bij het COA. Foto door: Fotografie Majella.

Community’s of Practice Inburgering

De Wet inburgering 2021 geeft gemeenten een sleutelrol om inburgeraars te laten meedoen in de samenleving, het liefst via betaald werk. Als gemeenten en samenwerkingspartners wil je de opzet en uitvoering van inburgering verbeteren en met en van elkaar leren. Divosa organiseert Community’s of Practice Inburgering, verdeeld over het land. Er doen zo’n tweehonderd uitvoerders van de Wet inburgering 2021 mee, van meer dan honderd verschillende organisaties, zoals gemeenten, DUO, COA, taalscholen, maatschappelijke organisaties en uitvoeringsorganisaties voor participatie. De opbrengsten deelt Divosa met gemeenten, ketenpartners en het Rijk.

Contactpersoon