Vanaf 2024 komt er € 40 miljoen extra voor gemeenten om meer mensen met problematische schulden te helpen. Dat schreef minister Schouten (SZW) op 16 november aan de Tweede Kamer. Het kabinet heeft daarvoor samen met Divosa, de NVVK en de VNG een gezamenlijk plan opgesteld. Hierin staat onder meer dat er een registratiesysteem moet komen waardoor verschillende hulpverleners beter kunnen samenwerken.

Divosa vindt het belangrijk dat er - behalve geld - óók meer tijd vrijkomt voor schuldhulpverleners om mensen financieel te kunnen helpen. Nu zijn professionals te veel tijd kwijt met het ‘schuldregelen’: overzicht in schulden creëren, afspraken maken met schuldeisers en administratieve taken. Zij zouden meer tijd moeten hebben om in contact te zijn met inwoners, om zo het oplopen van schulden te voorkomen. Standaardisatie van administratieve taken kan daarvoor soelaas bieden. Dat blijkt ook uit conclusies van het programma Schouders Eronder, dat zich jarenlang heeft ingezet voor betere schuldhulpverlening.

Standaard aanbod

Het gezamenlijke plan, getiteld ‘Elementen van Basisdienstverlening', draagt bij aan de doelstelling van het kabinet om in 2030 het aantal huishoudens met problematische schulden te halveren ten opzichte van 2015. Het benadrukt de noodzaak van structurele hulp voor mensen met schulden en bevat praktische richtlijnen en handvatten voor gemeenten. Onderdelen van de basisdienstverlening zijn bijvoorbeeld het standaardaanbod van een saneringskrediet met een aflostermijn van 18 maanden en voldoende nazorg. Hierbij is de afspraak dat er altijd persoonlijk contact wordt opgenomen als iemand na een schuldhulptraject een terugval heeft en opnieuw ernstige schulden dreigt op te bouwen.

Volgende stap: bestuurlijke afspraken

De voorstellen in de Kamerbrief moeten nog worden geformaliseerd in bestuurlijke afspraken. Divosa vindt het belangrijk om niet alleen te beslissen over het ‘wat’ maar ook over het ‘hoe’. Daarom gaat hetzelfde samenwerkingsverband komend jaar met gemeenten aan de slag om onder meer randvoorwaarden te borgen, zoals mogelijkheid tot gegevensuitwisseling en aansluitende ict-systemen en harmonisering te brengen in het 'hoe'. 

Minder verschillen én aansluiten bij lokale uitvoeringspraktijk

Het plan is ook een reactie op constateringen, zoals die van de Nationale Ombudsman, dat de kwaliteit van geboden hulp sterk kan verschillen per gemeente. Door goede ervaringen van gemeenten te bundelen in de basisdienstverlening, kunnen onuitlegbare verschillen aangepakt worden. Tegelijkertijd is het bij de implementatie van de elementen van de basisdienstverlening essentieel om aan te sluiten bij de lokale uitvoeringspraktijk.

Meer informatie

Contactpersoon

Erika Dekens

procesmanager Bestaanszekerheid en Schulden