Overslaan en naar de inhoud gaan

Inburgering wankelt als statushouders geen voorrang meer krijgen op huisvesting

Gemeenten moeten hun regierol bij de inburgering van statushouders behouden. Ook moeten ze zelf kunnen blijven bepalen of ze asielzoekers al dan niet met voorrang kunnen huisvesten. 

Dit staat in de reactie van Divosa op de internetconsultatie van het wetsvoorstel van minister Mona Keijzer (Volkshuisvesting) over de huisvesting van mensen met een verblijfsvergunning. Zij wil gemeenten verbieden statushouders voorrang te verlenen. Volgens Divosa komt de inburgering van statushouders in het gedrang als het inderdaad zover komt.

Oude inburgeringsstelsel werkte niet

Divosa schrijft dat uit evaluaties naar voren is gekomen dat het oude inburgeringsstelsel – waarbij van statushouders werd verwacht zelf hun inburgering te regelen – niet werkte en dat de overstap naar het huidige – waarbij gemeenten statushouders begeleiden bij inburgeren – een bewuste keuze is geweest. Het kabinet verwacht nu dat statushouders in staat zijn zelf voor huisvesting te zorgen, onder meer door onderdak te zoeken bij bekenden en familie. Volgens Divosa is dat niet realistisch, zo blijkt uit het verleden. Statushouders spreken vaak nog niet de Nederlandse taal en zijn nog beperkt zelfredzaam. Ze zijn namelijk nog niet bekend met hoe alles in Nederland werkt, bijvoorbeeld rondom huisvesting of de arbeidsmarkt. Dat maakt statushouders kwetsbaar. Denk aan dakloosheid, overbewoning en sociale spanningen.

Verstopping asielketen

Door de beleidsruimte van gemeenten te ontnemen om vergunninghouders toe te voegen aan de urgentieregeling, zal de duur van het verblijf van vergunninghouders op een COA locatie of tijdelijke opvanglocatie – zo geven gemeenten aan – onvermijdelijk flink toenemen. Doordat de uitstroom stagneert, blijven statushouders langer in COA-opvang, wat leidt tot verdere verstopping van de asielketen en een vertraagde start van de inburgering.

Gebrek aan huisvesting

Volgens Divosa is de kern van het probleem niet de statushouder, maar het gebrek aan huisvesting. Dat zal met het schrappen van de voorrangsregel niet worden opgelost. Volgens Divosa lopen gemeenten door het wetsvoorstel ook financiële risico’s. De huidige wet is erop gericht dat gemeenten iemand vroegtijdig met inburgering laten beginnen, maar ze krijgen daar pas geld voor als diegene bij hen is gehuisvest. In de nieuwe situatie is de kans reëel dat iemand uiteindelijk ergens anders een woning vindt dan in de gemeente waar het COA hen aan koppelde. Alvast investeren in de inburgering van een statushouder vormt hiermee een financieel risico voor gemeenten.

Contactpersoon