Zo snel mogelijk meedoen in Nederland, dat is de kern van de Wet inburgering 2021. Taal en, het liefst betaald, werk staan hierbij centraal. Elke gemeente vult de participatieactiviteiten voor de inburgering naar eigen inzicht in. Casemanager inburgering Mimount Soussan vertelt hoe ze het in de gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam aanpakt. ‘Wat wij heel goed doen, is dat we binnen drie tot zes maanden iemand op een duaal traject hebben zitten.’

Foto: Nadine van den Berg

Duale trajecten, waarbij leren en werken worden gecombineerd, zijn een belangrijk onderdeel van de nieuwe wet. ‘Landelijk is dit best wel een probleem. Het is niet eenvoudig organisaties en bedrijven te vinden die openstaan voor inburgeraars. Iemand aan het werk laten gaan die de taal niet machtig is, kost veel inspanning en energie.'

Het gaat erom dat de inburgeraars direct in beweging zijn. Ik merk dat mensen dan in een ritme komen.

'Wij maken gebruik van ons eigen netwerk, onze eigen wijkcentra en soms benaderen we heel brutaal een bedrijf. Dan kan het zijn dat je een keiharde nee krijgt, maar vaak reageren de mensen heel leuk. We proberen heel snel activiteiten in te zetten. Dat kan ook een mannengroep zijn, of met iemand dammen of wandelen. Bij moeders met kinderen die nog niet naar school gaan en waarvoor geen opvang is, kijken we ook naar laagdrempelige trajecten, zoals workshops of sport, waarbij vrijwilligers de kinderen bezig houden. Het gaat erom dat de inburgeraars direct in beweging zijn. Ik merk dat mensen dan in een ritme komen. Ze ontwikkelen sneller aspecten als je aan afspraken houden en op tijd komen.’

Realistisch

Bij de Brede intake is de casemanager zo realistisch mogelijk naar de inburgeraars toe en dat adviseert zij ook haar collega’s. ‘We vragen altijd: Wat wil je gaan doen? Maar bespreek vervolgens met elkaar of die verwachtingen ook haalbaar zijn. Door realistisch te zijn, kan iemand op een andere manier naar de situatie gaan kijken. Je wilt mensen niet hun droom afnemen, maar zorg wel dat zij ook een plan B of C hebben. Dat voorkomt een hoop teleurstelling aan het eind.’

We hebben ook een avondspreekuur

Activiteiten in de avonduren

De gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam bieden de taalschool, het participatieverklaringstraject (PVT) én de Module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP) overdag en in de avonduren aan. ‘Dat vind ik heel sterk’, zegt Mimount Soussan. ‘Zo kunnen mensen die werken of geen kinderopvang hebben beter de activiteiten volgen. We hebben ook een avondspreekuur.’

Het PVT bestaat in de Zuid-Hollandse gemeenten uit vijf dagdelen. ‘Dit moet wettelijk twaalf uur zijn, maar bij ons is het vijftien uur. Daarin hebben we een excursie naar de bibliotheek, wat heel leerzaam is, en gaan we in op normen en waarden in Nederland, onze wetten, de man-vrouw-verhoudingen, homoseksualiteit, politie, onderwijs enzovoorts. Op de laatste dag ondertekenen de inburgeraars de verklaring dat zij het traject hebben gevolgd, weten hoe het er in ons land aan toegaat en dat zij zich daarnaar zullen gedragen.’

Betaalde coaches

Standaard werken de drie gemeenten met betaalde coaches. ‘We hebben vaak een ervaringsdeskundige naast de casemanager. Zo iemand vertaalt ook de gesprekken, zodat er geen ruis ontstaat. De ervaringsdeskundige ondersteunt de inburgeraar als hij voor het eerst gebruik maakt van het openbaar vervoer, gaat mee naar de eerste kennismaking voor een stage, geeft reminders voor bijeenkomsten voor het PVT of MAP. We zoeken zoveel mogelijk coaches die dezelfde taal spreken als de inburgeraar. Door met z’n drieën fysiek bij elkaar te zijn, bouw je sneller een vertrouwensband op dan als je een tolkenlijn of vertaalcomputer gebruikt. Ik merk ook dat de mensen hierdoor makkelijker de weg naar ons vinden.’

Tips voor klantmanagers

  • Wees eerlijk en realistisch bij de brede intake.
  • Zet zo snel mogelijk een duaal traject in.
  • Meld mensen op het voor hen juiste moment aan voor de MAP.
  • Zorg dat taallessen, MAP en PVT ook in de avonduren gevolgd kunnen worden.
  • Zorg voor vertalers tijdens de PVT.
  • Benader actief werkgevers voor werk(ervarings)plaatsen.
  • Werk met een ervaringsdeskundige naast de casemanager.

Meer inzicht

Inburgeraars moeten onder andere de Module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP) volgen. Daarmee krijgen zij meer inzicht in de Nederlandse arbeidsmarkt. ‘Werken is in bepaalde landen anders dan in Nederland’, vertelt Mimount, die ook als MAP-trainer werkt. ‘Het is belangrijk dat inburgeraars die klaar zijn om te gaan werken, weten waarmee ze hier te maken krijgen. Hoe moet je solliciteren? Wat moet er in je CV staan? Wat gebeurt er als je niet op tijd komt? Wat doe je als je ziek bent? Wat als je niet de juiste diploma’s hebt? Allemaal vragen die in de MAP-training aan bod komen. In de training kijk ik wat iemand wil en wat mogelijk is. Veel inburgeraars denken dat zij door de ervaring die zij hebben hier makkelijk aan het werk kunnen komen. Maar helaas is dat niet zo.’

Goed nieuws

‘Als ik scherp heb wat iemands ambitie is, kijk ik of dat reëel is. Ik had bijvoorbeeld in de afgelopen training iemand die in Turkije docent geschiedenis was geweest en dat hier ook wilde doen. We zijn samen naar de vacatures gaan kijken en hij schrok van wat er hier van je gevraagd wordt. Een volgende training zei hij: ‘Ik heb goed nieuws’. Hij had een school benaderd en kon op vrijwillige basis als onderwijsassistent aan de slag. Dat had hij zelf bedacht’, stelt Mimount trots. ‘Voor hem was het een kans om zijn Nederlands te verbeteren, zijn netwerk uit te bouwen en in contact te komen met het onderwijs in Nederland.’

Zij ziet de training als een goede toevoeging aan de inburgeringswet. ‘Maar het is wel belangrijk dat als de training in het Nederlands wordt gegeven de deelnemers taalniveau A2 hebben en redelijk Nederlands kunnen spreken. Anders kunnen zij de training niet honderd procent volgen.’

Randvoorwaarden

Ook al is zij overwegend positief, toch maakt Mimount Soussan zich wel zorgen over bepaalde randvoorwaarden van de wet. ‘Om de wet goed te laten werken, moeten randvoorwaarden en voorzieningen aanwezig zijn. Die missen hier en daar: denk aan kinderopvang en werk(ervarings)plaatsen voor duale trajecten. Ook zijn er lange wachtlijsten voor een medische keuring als iemand aangeeft te ziek te zijn om in te burgeren. Die wachttijd gaat wel van de inburgeringstermijn van drie jaar af. Soms is de inburgeraar een jaar verder voordat hij de keuring heeft gekregen en vaak is dat een afwijzing. Diegene moet het inburgeringstraject dan versneld doen, wat lastig is, omdat hij zich dus niet lekker voelt. Dat vind ik een kwalijke zaak.’

Community’s of Practice Inburgering

Mimount Soussan doet mee aan de Community of Practice Inburgering - Klantmanagers. De opzet en uitvoering van inburgering verbeteren als gemeenten en samenwerkingspartners met en van elkaar leren. Divosa organiseert daarom twaalf Community’s of Practice Inburgering, verdeeld over het land.

Er doen zo’n tweehonderd uitvoerders van de Wet inburgering 2021 mee, van meer dan honderd verschillende organisaties zoals gemeenten, DUO, COA, taalscholen, maatschappelijke organisaties en uitvoeringsorganisaties voor participatie. De opbrengsten deelt Divosa met gemeenten, ketenpartners en het Rijk.

Meer informatie vind je op de projectpagina over de Community’s of Practice Inburgering.

Contactpersoon