Wie heeft recht op de energietoeslag?

Iedereen met een minimum inkomen tot 120% van het sociaal minimum komt in aanmerking voor deze eenmalige energietoeslag. Dat kunnen ook inwoners zijn die geen hoofdbewoner zijn (dus niet de hoofdhuurder), die het energiecontract niet op hun naam hebben staan, of die geen hoge(re) energiekosten hebben.

Gemeenten hebben de beleidsvrijheid om een eigen invulling te geven aan de regeling. Sommige gemeenten kiezen er bijvoorbeeld voor om een percentage van 125% of hoger aan te houden, om beter aan te sluiten bij het lokale armoedebeleid. Het is per gemeente afhankelijk of het vermogen van inwoners ook wordt meegenomen in de beoordeling. Vanwege een snelle uitvoerbaarheid van de regeling wordt aangeraden het vermogen van de aanvrager en eventuele partner buiten beschouwing te laten.

Hoe hoog is de energietoeslag?

De energietoeslag was in 2022 1300 euro en is ook in 2023 1300 euro. Gemeenten hadden de mogelijkheid om 500 euro van de energietoeslag 2023 af te halen en toe te voegen aan de energietoeslag 2022. Als gemeenten hiervoor hebben gekozen, betekent dit dat de energietoeslag in 2022 1800 euro bedraagt en in 2023 800 euro. Gemeenten hebben de beleidsvrijheid om het bedrag te verhogen, maar dat moet dan wel uit eigen middelen worden aangevuld.

Is de regeling hetzelfde als in 2022?

De regeling is grotendeels hetzelfde. Alleen zijn er dit jaar groepen wettelijk uitgesloten voor de energietoeslag en is er een aparte regeling voor studenten. Zo werd vorig jaar nog alleen geadviseerd om jongeren tot 21 jaar, studenten die in aanmerking komen voor studiefinanciering en dak- en thuislozen (met alleen een briefadres) geen energietoeslag toe te kennen, maar dit jaar is dat in de wet opgenomen. Gemeenten behouden wel de beleidsvrijheid om eventueel een energietoeslag toe te kennen aan bewoners van een instelling of wooninitiatief die energiekosten moeten betalen.

Wat moeten burgers doen om de energietoeslag te ontvangen?

Mensen die in 2022 de energietoeslag hebben gekregen, zullen na een inkomenscheck automatisch een bericht krijgen indien zij opnieuw de energietoeslag 2023 zullen ontvangen. Inwoners die in 2022 geen energietoeslag hebben ontvangen, maar daar in 2023 wel recht op denken te hebben, kunnen een aanvraag doen als de aanvraagloketten weer opengaan. Inwoners die in 2023 een bijstandsuitkering, IOAW- IOAZ- of Bbz-uitkering ontvangen, krijgen de energietoeslag ook automatisch uitgekeerd.

Wanneer keren gemeenten de energietoeslag 2023 uit?

Gemeenten hebben de tijd om tot en met 31 augustus 2024 de energietoeslag uit te keren. Divosa ziet dat de meeste gemeenten streven om de energietoeslag 2023 ambtshalve in december 2023 danwel januari 2024 te verstrekken. Hierna kunnen de aanvraagloketten voor nieuwe aanvragen geopend worden.

Mogen gemeenten de energietoeslag 2023 gespreid betalen in twee of meer delen?

De eenmalige energietoeslag is een onbelaste verstrekking, onder meer omdat het een eenmalige toeslag is. Op het moment dat de energietoeslag gespreid betaald wordt, is het voor de Belastingdienst een periodieke uitkering en dus belast. En dat heeft nadelige gevolgen voor zowel inkomensafhankelijke regelingen als voor de te betalen belasting over de toeslag.

Is er een Noodfonds Energie 2024?

Vanaf 22 januari 2024 is het Tijdelijk Noodfonds Energie 2024 geopend, een samenwerking tussen de ministeries van EZK en SZW en de energieleveranciers. Dit Noodfonds Energie is bedoeld voor huishoudens met een laag inkomen – tot 200% van het sociaal minimum – en een hoge energierekening, 8% of 10% van hun bruto inkomen. Het noodfonds sluit naar verwachting op 18 maart 2024. Houdt de website van het noodfonds in de gaten.

Na goedkeuring krijgen aanvragers een verlaging van de energierekening voor zes maanden. Mensen kunnen de aanvraag doen via de website noodfondsenergie.nl. Vrijwilligers, hulpverleners en professionals van gemeenten zijn belangrijk als doorverwijzer en kunnen eventueel ondersteuning bieden bij het aanvraagproces. Er is een speciale handreiking gemaakt voor hulpverleners. Daarnaast is er een pagina met alle antwoorden op de veelgestelde vragen over het Noodfonds.

Het Tijdelijk Noodfonds is een privaat initiatief en kent een ander karakter dan overheidsregelingen. Desondanks kan het beschouwd worden als voorliggende voorziening aan de individueel bijzondere bijstand. Het kent tegelijkertijd geen bezwaar- en beroepsprocedure of klachtenbehandeling. Heb je een vraag over een aanvraag, dan kun je rechtstreeks terecht bij het Noodfonds via info@noodfondsenergie.nl of de noodfondslijn: 085-088 1111.

In januari is het minimumloon met 10 procent gestegen. Heeft dat invloed op de groep die de energietoeslag 2023 krijgt?

Het aantal huishoudens dat in aanmerking komt voor de energietoeslag zal hierdoor iets hoger liggen. Daar is rekening mee gehouden.

Studenten hebben dus geen recht op de energietoeslag. Kunnen zij toch gecompenseerd worden?

Anders dan vorig jaar is er nu een aparte regeling voor studenten met een uitwonende basisbeurs en een aanvullende beurs (met peildatum 31 oktober 2023), én voor studenten die langer studeren en eerder een aanvullende beurs kregen. Zij ontvangen vanaf januari 2024 automatisch een eenmalige tegemoetkoming van 400 euro via de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).

Wat kunnen gemeenten doen voor mensen die buiten de regelingen vallen, maar wel in de problemen komen door de hoge energiekosten?

Voor hen kunnen gemeenten een beroep doen op de individuele bijzondere bijstand, die bedoeld is voor bijzondere noodzakelijke kosten die niet via andere regelingen worden vergoed. Zo kan bijvoorbeeld maatwerk worden geleverd aan jongeren tot 21 jaar die geen steun ontvangen van hun ouders, jongeren in de crisisopvang, dak- en thuislozen en studenten die geen beurs krijgen. Bij jongeren onder 21 jaar kan er ook voor worden gekozen om hun bijstand voor levensonderhoud tijdelijk te verhogen. Voor bijstandsgerechtigden voor wie de energietoeslag niet toereikend is, kunnen gemeenten tijdelijk de bijstandsuitkering verhogen.

Kun je als gemeente buitenwettelijk begunstigend beleid maken om toch aan een deel van de groepen die zijn uitgesloten, de energietoeslag te kunnen toekennen, zoals bijvoorbeeld jongeren tot 21 jaar in een crisissituatie?

Het is niet toegestaan om categoriale bijzondere bijstand te verstrekken in de vorm van buitenwettelijk begunstigend beleid. Dat is een vorm van inkomenspolitiek (omdat er geen kosten tegenover hoeven te staan, al is dat wel waarschijnlijk) en dat is nadrukkelijk voorbehouden aan het Rijk. Het is uiteraard wel mogelijk om jongeren tot 21 individuele bijzondere bijstand toe te kennen op grond van artikel 35 Pw of om de aanvullende bijzondere bijstand voor levensonderhoud (tijdelijk) te verhogen als dat nodig is. Daarvoor moeten de kosten wél worden aangetoond. En dit gaat inderdaad uit eigen middelen.

Hoe ga je als gemeente om met mensen die op kamers wonen, maar geen student zijn?

Gemeenten hebben hier beleidsvrijheid. Maar als mensen die op kamers wonen een eigen energiecontract hebben of waarbij de energiekosten in de huur verdisconteerd zitten, bestaat de mogelijkheid om de energietoeslag toe te kennen. Vanuit het uitgangspunt dat ook kamerbewoners met hogere energiekosten te maken hebben.

Sommige gemeenten hebben vorig jaar aanvragen van studenten gehonoreerd. Op basis van welke beschikbare gegevens kunnen gemeenten die studenten nu uit de lijst filteren?

Het Inlichtingenbureau kan daar niet bij helpen, want dat heeft aangegeven dat de gegevens van DUO niet meegaan. Gemeenten die bij de aanvraagprocedure vorig jaar de vraag hebben ingebouwd of iemand wel of geen student is, kunnen de studenten er makkelijk uitfilteren. Gemeenten die dat niet hebben gedaan, zullen ze er handmatig uit moeten halen.

Suggesties:

  • Check op inkomenssoort en bekijk handmatig welke groep hiervan student is.
  • Check of er meer dan 25 personen op een adres zijn ingeschreven om handmatig te kijken of hier studentenhuizen tussen zitten.

Welke bevoegdheden hebben gemeenten bij het verstrekken van de energietoeslag?  

Gemeenten hebben de bevoegdheid om tot 31 augustus 2024 een energietoeslag voor het jaar 2023 te verstrekken. In verband met de afhandelingstermijn is het daarom niet handig om de aanvraagtermijn tot die datum te laten lopen. Op het moment dat een behandelingstermijn 8 weken is, adviseren we om het aanvraagloket 8 weken voor 31 augustus 2024 te sluiten.

Daarnaast hebben gemeenten de bevoegdheid om de energietoeslag ambtshalve toe te kennen aan ontvangers van de energietoeslag in 2022, dus zonder dat er een aanvraag is ingediend. De energietoeslag kan ook ambtshalve worden uitgekeerd aan huishoudens die een uitkering van de gemeente ontvangen (Pw, IOAW, IOAZ, Bbz), huishoudens die gebruikmaken van bijzondere bijstand of minimaregelingen en AIO-gerechtigden.  

Op welke vlakken hebben gemeenten beleidsvrijheid bij het verstrekken van de energietoeslag?

Gemeenten hebben de vrijheid een aantal zaken zelf te bepalen, zoals de hoogte van de energietoeslag, de doelgroep (inkomensgrens, welk inkomen in aanmerking wordt genomen, wie er tot het huishouden wordt gerekend), wel of geen vermogenstoets uitvoeren, de peildatum en de referteperiode. Deze keuzes leggen de gemeenten in de beleidsregels vast. Voorbeelden van doelgroepen die gemeenten kunnen opnemen in eigen beleid zijn: studenten met een zelfstandige woonruimte, inwoners woonachtig in een kamer, mensen in een woon- of zorginstelling.

Voor de uniforme uitkering van de toeslag is er een richtlijn. Gemeenten worden geadviseerd een uitkering van 800 of 1300 euro uit te keren, bij het inkomen aan te sluiten bij het eigen gemeentelijk minimabeleid, maar in ieder geval tot 120% van het sociaal minimum uit te keren, geen vermogenstoets toe te passen en om zoveel mogelijk ambtshalve uit te keren.

Welk soort inkomen kun je bij de Energietoeslag 2023 via beleid buiten beschouwing houden?

Op grond van artikel 35, eerste lid Pw bepaalt het college bij individuele en categoriale (de eenmalige energietoeslag valt onder categoriale bijzondere bijstand) bijzondere bijstand het inkomen dat in aanmerking wordt genomen. De bevoegdheid is hier dus gelijk aan die voor de bijzondere bijstand. Het ligt voor de hand om óf aan te sluiten bij het inkomensbegrip zoals dat al in het beleid voor bijzondere bijstand is geformuleerd, óf bij het inkomen dat het IB aanlevert voor de ambtshalve aanvragen óf gewoon het wettelijk kader aanhouden van artikel 31 Pw.

Heb je als gemeente de beleidsvrijheid om te toetsen op een sterk gestegen energierekening?

Nee, dit past niet bij het karakter van de categoriale bijzondere bijstand. Hierbij krijgt iedereen binnen dezelfde categorie inkomen eenzelfde toeslag. In theorie kunnen ook mensen die geen gestegen energiekosten hebben de energietoeslag ontvangen. In de praktijk zien we dat inmiddels bijna iedereen met gestegen energiekosten kampt. Valt iemand buiten de categorie die recht heeft op de energietoeslag? Dan kan er een beroep gedaan worden op de individuele bijzondere bijstand en dan is de toets op een sterk gestegen energierekening juist wél verplicht. 

Hoe hanteren gemeenten het beste de peildatum en de referteperiode?

De peildatum is de datum waarop recht ontstaat. Die moet na inwerkingtreding van de wet liggen. Daarvoor was er geen grondslag en dus kan er per definitie geen recht bestaan. De referteperiode kan wel daarvoor liggen, omdat dat gaat over de vraag of iemand op een bepaald moment aan de inkomensgrens voldoet.

Gemeenten kunnen prima twee peildata aanhouden, één voor de groep die je ambtshalve toekent en één voor de groep op aanvraag. Voor de groep op aanvraag kun je ook een flexibele peildatum stellen op de 1e van de maand waarin er is aangevraagd en als flexibele referteperiode de maand voor de aanvraag.

Tot hoever kan/mag je teruggaan met de referteperiode?

Daar zijn geen regels voor, maar het is wel goed om rekening te houden met de administratieve lasten voor de aanvrager. Als iemand in februari 2024 aanvraagt en dan bewijsstukken van januari 2023 moet overleggen, dan kan dat bij sommigen tot problemen leiden.

Mogen gemeenten bijvoorbeeld in 2024 toetsen op het inkomen van januari 2024 of moet dat altijd op een periode in 2023?

Als een gemeente een langere periode heeft waarop de aanvraag kan worden gedaan en je stelt dat de referteperiode de maand voor de aanvraag is, dan kan dat.

Is de inkomenscheck verplicht of mogen gemeenten de groep van 2022 ambtshalve de energietoeslag toekennen en achteraf steekproefsgewijs controle doen?

Het zijn twee verschillende regelingen, dus er moet opnieuw worden vastgesteld of iemand aan de inkomenstoets van de gemeente voldoet.   

Wat gebeurt er als iemand verhuist naar een andere gemeente en door een verschil in peildata geen energietoeslag krijgt in de nieuwe gemeente?

In dit geval kan de gemeente op basis van de individuele omstandigheden van de inwoner alsnog besluiten de energietoeslag toe te kennen. Hetzelfde geldt als er een verschil is in de aanvraagdata en mensen na een verhuizing te laat zijn met hun aanvraag.

Wat doe je met nieuwe aanvragers van 2023 in een gemeente die reeds 500 euro heeft uitgekeerd aan de rechthebbenden van 2022 en de energietoeslag nu nog 800 euro is? Krijgen die net als de rest 800 euro uitgekeerd of hebben zij recht op de 1300 euro?

Het zijn twee aparte regelingen, die van 2022 en die van 2023, en het advies luidt om deze nieuwe aanvragers ook gewoon 800 euro uit te keren. De 500 euro was geen voorschot op de energietoeslag 2023, maar een verhoging van de energietoeslag 2022. Het risico bestaat ook dat er bij de rechter beroep zal worden gedaan op het gelijkheidsbeginsel, waarbij anderen die 800 euro hebben gekregen ook die 500 extra willen hebben. Het is niet te voorspellen wat daar de uitkomst van zal zijn. Gemeenten hebben hierin wel beleidsvrijheid en mogen ervoor kiezen om nieuwe aanvragen toch een energietoeslag van 1300 euro te geven. Het advies is om dit juridisch lokaal goed te bekijken. Een alternatief kan zijn om vanuit de individuele bijzondere bijstand iets voor deze mensen te betekenen als die in de knel komen te zitten.  

Mag je in het aanvraagformulier voor de energietoeslag de vraag stellen of je de aanvrager mag benaderen voor energiebezuinigende maatregelen? 

Dat mag en kan - gezien het grote bereik van de energietoeslag - een goed idee zijn. Let wel op: als er veel respons is, zul je ook de tijd moeten nemen om hierin te investeren. Een aantal gemeenten heeft het aanvraagformulier in 2022 gebruikt om inwoners te vragen of ze contact willen om te kijken of ze voor meer inkomensondersteuning in aanmerking komen. Dat leverde veel positieve reacties op.

Wat als uit interne controle BRP blijkt dat er geen geldig ID-bewijs is voor inwoners die via DigiD hebben aangevraagd?

Als het ID-bewijs nooit eerder is getoond, zal het alsnog getoond moeten worden. Die verplichting is opgenomen in artikel 17 Pw.

Hoe kan het Inlichtingenbureau gemeenten ondersteunen?

Gemeenten kunnen het Inlichtingenbureau een lijst sturen met inwoners die in 2022 recht hadden op een energietoeslag. Het bureau controleert dan via een inkomenstoets of zij daar in 2023 ook weer voor in aanmerking komen.

Beschikt het Inlichtingenbureau ook over gegevens van mensen met  AIO-uitkeringen, die worden verstrekt door het SVB?

Ja, het bureau kan gemeenten een lijst aanleveren met gegevens over AIO-gerechtigden, waaronder bankgegevens. Hun gegevens zijn inmiddels ook gepubliceerd op het Kennisplatform Werk & Inkomen, waar gemeenten die zelf kunnen downloaden. Of AIO-gerechtigden in een instelling wonen, zal de gemeente zelf uit de Basisregistratie Personen moeten halen. Bij instellingen waar woonkosten worden gevraagd, kan de gemeente besluiten tot uitkering van de energietoeslag.

Een deel van de AIO-doelgroep verblijft in een instelling. Hoe kunnen gemeenten deze groep op een juiste manier de energietoeslag ambtshalve toekennen?

Het Inlichtingenbureau heeft op 10 oktober bestanden voor gemeenten beschikbaar gesteld met gegevens van mensen met een AIO. Het klopt dat mensen met een AIO in een instelling kunnen verblijven. Het Inlichtingenbureau kan hier niet op selecteren. Dit dienen gemeenten naderhand zelf te beoordelen. Goed om hierbij op te merken dat bewoners van wooninitiatieven, die zelf de kosten voor energie dragen, niet zijn uitgesloten van een energietoeslag. Mensen die in een instelling verblijven waarbij de energiekosten inbegrepen zijn, zoals doorgaans bij verpleeghuizen het geval is, zijn wel uitgesloten van de energietoeslag. 

Suggesties van gemeenten om dit handmatig te filteren:

  • Bekijk de adresgegevens van beide typen instellingen en vergelijk met de adresgegevens van de AIO-gerechtigden 
  • Als er meerdere AIO-gerechtigden op hetzelfde adres wonen kan er bekeken worden of het een woon- of zorginitiatief betreft om vervolgens te bekijken of de energiekosten door de doelgroep zelf gedragen worden.

Hoe lang duurt het voor het Inlichtingenbureau met een reactie komt?

Als gemeenten vóór 26 oktober 2023 hun lijsten aanleveren, kan er vóór 10 november een terugkoppeling worden verwacht. Normaal gesproken is die doorlooptijd een maand, maar het Inlichtingenbureau heeft speciaal voor deze wet de termijn versneld.

Het inlichtingenbureau biedt een extra aanlevermoment: gemeenten kunnen tot 12 november 2023 hun bestanden aanleveren. Ze krijgen met een extra verkorte doorlooptijd van twee weken dan eind november het antwoordbestand terug.

Hierna zal het volgende aanlevermoment weer, zoals gebruikelijk, vóór de 26e zijn en is de doorlooptijd een maand.

Welke periode hanteert het Inlichtingenbureau voor de inkomenstoets?

Als het bestand vóór 26 oktober is ingediend, kijkt het bureau op 1 november twee maanden terug, dus naar het inkomen van een persoon over de hele maand september. Mocht je als gemeente een andere referteperiode willen aanhouden, moet alles handmatig worden gedaan, dus dat is af te raden. Bij nieuwe aanvragen, hangt het af van het moment van de aanvraag en kan een andere referteperiode worden gehanteerd.

Houdt het Inlichtingenbureau ook rekening met beslaglegging op een inkomen?

Nee, het Inlichtingenbureau toetst niet op besteedbaar inkomen en heeft dus geen zicht op het besteedbare inkomen van ondernemers, mensen die in de schuldhulpverlening zitten of bij wie beslag is gelegd op het loon. In deze gevallen kan het daadwerkelijke inkomen hoger liggen dan 120%, maar het besteedbare inkomen wél rond het sociaal minimum liggen. 

Kan het inlichtingenbureau ook kostendelers uit de toekenningen over 2022 filteren?

Nee. Wel kunnen gemeenten op BSN-niveau kiezen om de leefvorm en de daarbij horende persoonsgegevens zelf aan te leveren of om die gegevens door het Inlichtingenbureau te laten bepalen.

Kan het Inlichtingenbureau ook een andere inkomensgrens dan 120% berekenen? Of dat er 2 lijsten worden opgevraagd: die van 120 en 130 procent?

Het Inlichtingenbureau kan toetsen op een inkomensgrens tussen 100-150% sociaal minimum. Per aangeleverd dossier kan maximaal 1 toetspercentage meegegeven worden, door dit op te geven in het aanleverbestand (CSV). Het is wel mogelijk om 120% als toetsnorm in te voeren. In de CSV worden vervolgens de percentages boven de 120% retour geleverd en zo zijn dus door de gemeente eenvoudig de dossiers te identificeren die tussen de 120% en 150% zitten.

Als je bij het inlichtingenbureau toch een ondernemer aanlevert, halen zij die er dan uit door aan te geven dat het inkomen niet getoetst kan worden? Of kunnen die toch (on)terecht door die toets heen komen?

Binnen de inkomenstoets kan het inlichtingenbureau niet zien of iemand zelfstandige is. Vanuit de polisadministratie is alleen inkomen uit loondienst, uitkering en/of pensioen bekend. Indien het inkomen laag is (wat zou kunnen duiden op andere inkomsten), wordt hier verder geen melding van gemaakt. Indien iemand volgens de polisadministratie 0 inkomsten heeft, levert dit een bevinding op. De ervaring leert dat de meeste ondernemers een bevinding krijgen op 0 inkomsten.

Kan het Inlichtingenbureau zien of iemand in een andere gemeente de 500 euro verhoging al heeft ontvangen?

Nee, dat kan het Inlichtingenbureau niet. Maar omdat de regeling van 2023 losstaat van die van 2022, zou dat ook niet hoeven uitmaken. Zo kan het voorkomen dat iemand die verhuist en in 2022 1800 euro (dus 500 extra) heeft gekregen, in zijn nieuwe woonplaats nog eens 1300 euro krijgt. En andersom kan het ook voorkomen dat iemand in zijn vorige woonplaats 1300 euro kreeg en in zijn nieuwe 800 euro (omdat in die gemeente in 2022 al 1800 euro is uitgekeerd). Het advies is om alle aanvragers hetzelfde bedrag uit te keren. Zo loop je als gemeente ook niet het risico dat inwoners via de rechter een beroep zullen doen op het gelijkheidsbeginsel. Individueel kan er altijd getoetst worden op redelijkheid en op het moment dat een inwoner benadeeld wordt, kan er gekozen worden om vanuit de individueel bijzondere bijstand extra tegemoet te komen. 

In de inkomenstoets van het inlichtingenbureau worden bepaalde inkomensvormen niet meegenomen, die sommige gemeenten wél meenemen. Hoe gaan andere gemeenten hiermee om?

Suggestie gemeenten:

  • We sturen de groep inwoners die door de toets van het inlichtingenbureau de energietoeslag niet ambsthalve toegekend krijgt een brief. We informeren hen dat we niet met zekerheid kunnen stellen dat zij in 2023 aan de voorwaarden voldoen en vragen hen zelf een aanvraag in te dienen.

Moeten gemeenten inwoners die in 2022 een energietoeslag hebben gekregen vragen of ze het Inlichtingenbureau mogen raadplegen over hun inkomen?

Er is een grondslag om deze gegevens uit te wisselen, omdat het doel waarvoor de gegevens ooit zijn opgevraagd gelijk is aan het doel waarvoor de gegevens nu nodig zijn. Dus er is geen toestemming nodig om deze gegevens uit te vragen. Vooraf is door Autoriteit Persoonsgegevens (AP) wel aangegeven welke inlichtingen je als gemeente wel mag opvragen en welke niet. Dat zijn alleen de gegevens die nodig zijn voor het verstrekken van de energietoeslag. Daarnaast is het ambtshalve toekennen en actief benaderen van huishoudens met een uitkering of minimaregeling toegestaan op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). 

In de handreiking van het inlichtingenbureau wordt aangegeven dat mensen eerder toestemming hebben moeten geven om in aanmerking te komen voor een nieuwe energietoeslag op basis waarvan de inkomens- en vermogenstoets uitgevoerd kan worden en de energietoeslag ambtshalve toegekend kan worden. Op het moment dat er geen toestemming ligt, mag er dan ook geen beroep gedaan worden op de toets bij het inlichtingenbureau?

In de Memorie van Toelichting van het wetsvoorstel eenmalige energietoeslag 2023  is aangegeven dat gemeenten de bij hen bekende gegevens over de doelgroep voor 2022 mogen gebruiken om een energietoeslag toe te kennen over 2023. Zie par. 5 van de MvT, en dan de paragraaf ‘Gegevensverwerking in het kader van de ambtshalve verstrekking.’

Het wettelijk kader geeft voldoende basis om de inkomens- en vermogenstoets op te baseren en expliciete toestemming van iedere inwoner is niet nodig. Het inlichtingenbureau scherpt de handreiking hierop aan.

Suggestie van gemeenten:

  • We sturen onze inwoners die de energietoeslag 2022 hebben ontvangen een brief om hen voor te bereiden op de inkomens- en vermogenstoets en ambtshalve toekenning. Door de brief geven we inwoners de mogelijkheid om bezwaar te maken om het inkomen te toetsen én vragen we direct of de gegevens zoals het bankrekeningnummer nog actueel zijn en kloppen.

Hoe zit dat met de gegevens van nieuwe aanvragers?

Alleen van de groep die reeds bekend was vanuit de energietoeslag 2022, kunnen de gegevens worden gecheckt bij het Inlichtingenbureau voor een ambtshalve verstrekking. Nieuwe aanvragen worden door de gemeente zelf beoordeeld, zoals bij de energietoeslag 2022 ook is gebeurd.

Kan het Inlichtingenbureau informatie verstrekken over de inkomsten van ondernemers?

Nee, dat doet het bureau niet. Bij inkomsten uit een onderneming moeten kosten worden afgetrokken van de winst. Het Inlichtingenbureau heeft geen inzicht in deze informatie. 

Hoe wordt het inkomen van een ondernemer berekend?

Ook ondernemers kunnen in aanmerking komen voor de energietoeslag 2023. De beleidsvrijheid die de gemeente heeft (zie § 1.4 van de handreiking) houdt in dat die ook de vrijheid heeft om te beslissen hoe het inkomen van een ondernemer voor de energietoeslag berekend kan worden en welke periode daarbij als referteperiode geldt. In het geval van ondernemers is dat: welk boekjaar. Hiervoor bestaan in de praktijk verschillende berekeningswijzen. Wel moet altijd berekend worden of de ondernemer met zijn netto-huishoudinkomen in de referteperiode valt onder de voor zijn situatie van toepassing zijnde bijstandsnorm, verhoogd met het binnen de gemeente geldende percentage daarvan. Hiervoor zijn de volgende stappen van belang:

  1. Bereken de voor de ondernemer geldende toepasselijke bijstandsnorm, vermenigvuldigd met het binnen de gemeente geldende percentage voor de energietoeslag (120% dan wel een ander percentage);
  2. Bereken het netto-huishoudinkomen van de ondernemer (over een jaar). Een mogelijke berekeningswijze om tot het netto-huishoudinkomen van de ondernemer te komen is aan de hand van de omzet minus de kosten (rekening houdend met de aftrekposten en de inkomstenbelasting). Dat is het netto-inkomen van de ondernemer. Daar moet het eventuele inkomen van de partner bij opgeteld worden. De uitkomst is dan het huishoudinkomen van dat jaar van de ondernemer. Dit inkomen moet vergeleken worden met het eerder berekende bedrag (stap 1, 120% of een ander percentage dat de gemeente aanhoudt). Als het netto-huishoudinkomen onder dat bedrag ligt, kan de ondernemer aanspraak maken op de energietoeslag.

Kunnen ondernemers hun aanvraag baseren op de laatste kwartaalgegevens van de btw-aangifte?

Voor ondernemers is het inderdaad handig om een iets langere referteperiode te nemen, omdat de inkomsten vaak per maand fluctueren. Er hoeft dan niet achteraf op basis van een jaarrekening te worden gecontroleerd, maar de energietoeslag kan dan op basis van een iets langere periode als een kwartaal worden toegekend.

Wat is het budget voor de energietoeslag 2023?

Het budget voor 2023 was oorspronkelijk - net als in 2022 - 1,4 miljard euro. Doordat er 500 miljoen via een kasschuif naar 2022 is gegaan (voor de verhoging van de energietoeslag in 2022), is daarvan nog 900 miljoen over.

Hoe wordt die 900 miljoen precies besteed?

In 2022 waren er gemeenten met hogere kosten dan het budget dat zij kregen. Daarom is besloten om 15,5 miljoen euro van de 900 miljoen euro te reserveren voor een verdeelherstelactie 2022.

Er is een vangnet van 32,5 miljoen euro beschikbaar voor gemeenten die hogere kosten zullen maken in 2023. Gemeenten die 2% meer bereik realiseren dan het budget dat ze hebben gehad óf bij wie de kosten 150.00 euro hoger uitvallen, komen daarvoor in aanmerking. Als er in totaal meer compensatie wordt aangevraagd dan de beschikbare 32,5 miljoen hiervoor, zullen alle aanvragen naar ratio worden bijgesteld. Als er geld overblijft, wordt dat verdeeld over alle gemeenten. Hoe en op welke manier dit precies getoetst wordt, moet nog worden vastgesteld. SZW overlegt hierover met de VNG en Divosa en komt zo snel mogelijk met meer informatie. 

De 852 miljoen euro die overblijft, wordt verdeeld over de gemeenten.

Hoe wordt de verdeling van het geld aan gemeenten gerealiseerd?

Er is een nieuwe verdeelsystematiek voor de energietoeslag 2023. Een decentrale uitkering berekent op basis van de CBS-cijfers het aantal huishoudens tot 120% van het sociaal minimum + 8% uitvoeringskosten.
In 2022 werd het budget verdeeld via algemene uitkering. Dat kan niet meer doordat er per 1 januari 2023 een herijking heeft plaatsgevonden van het gemeentefonds. Daarmee is het verdeelmodel van het minimabeleid verdwenen. Er waren daarnaast ook signalen dat er een verdeelprobleem zat in het verdeelmodel van het minimabeleid. Met name kleinere gemeenten kregen via die verdeling minder middelen dan ze nodig hadden.

Wij hebben een tekort op het budget van de energietoeslag 2022, kunnen wij ergens terecht?

Gemeenten die vorig jaar minder geld hebben gekregen om 90% van de doelgroep te bereiken met een energietoeslag, worden gecompenseerd. Deze compensatie komt automatisch mee met de resterende middelen voor de energietoeslag 2023. 119 gemeenten zullen compensatie ontvangen. Deze compensatiebedragen zijn ook te vinden in Verdeling financiële middelen eenmalige energietoeslag 2023

Gemeenten die in 2022 hebben gekozen voor ‘afwijkend beleid’ - vaak een hogere norm dan 120% - moeten de kosten daarvan zelf betalen.

Wanneer wordt het geld voor de energietoeslag 2023 uitgekeerd aan gemeenten?

Dat wordt met de decembercirculaire in één keer uitgekeerd. De budgetverdeling is definitief.

Op welke CBS-statistiek is de doelgroep 2023 gebaseerd? 

De doelgroep 2023 is gebaseerd op het driejaarsgemiddelde van de CBS-statistiek ‘huishoudens tot een inkomen van 120% van het sociaal minimum’. Deze CBS-cijfers zijn afgerond op honderdtallen. Zeker voor kleine gemeenten kan dit nadelig uitpakken. Als zij gemiddeld 100 huishoudens in de doelgroep hebben, betekent dit in de praktijk tussen de 51 en 149 huishoudens. Daarom ligt er een extra berekening achter en is het gemiddelde vermenigvuldigd met het aantal huishoudens uit de doelpopulatie. De gemiddelden liggen hierdoor dichter bij de werkelijke aantallen.

Inhoud