‘Ik hoop dat jullie de ruimte voelen om inburgeraars centraal te zetten, te kijken wat diegene nodig heeft en om dat dan ook in te zetten.’ Carsten Herstel, directeur-generaal Sociale Zekerheid en Integratie bij het ministerie van SZW, was dinsdag aanwezig bij de Community of Practice (CoP) Inburgering: Klantmanagers. Tijdens de bijeenkomst werkten klantmanagers met elkaar aan oplossingen voor de uitdagingen die zij tegenkomen in hun werk: het begeleiden van inburgeraars onder de Wet inburgering 2021 (Wi2021). De bijeenkomst ging specifiek over het ondersteunen van gezins- en overige migranten. 

Uitdagingen

De enorme diversiteit in de groep gezins- en overige migranten brengt andere uitdagingen met zich mee dan het begeleiden van asielstatushouders. Daarom wilden de klantmanagers een bijeenkomst wijden aan het ondersteunen van deze groep. Deelnemers aan een CoP bepalen zelf de onderwerpen waarover ze met elkaar willen praten. Zij zijn immers de experts uit het veld die in de uitvoering van de wet uitdagingen tegenkomen. Tijdens de bijeenkomst gingen de deelnemers uiteen in groepjes om elkaars ervaringen te horen, knelpunten uit te diepen en oplossingen te bedenken.

Carsten Herstel

Carsten Herstel (ministerie van SZW) in gesprek met deelnemers aan de CoP Inburgering: klantmanagers

Een van de uitdagingen waar klantmanagers mee te maken krijgen is dat het voor sommige gezinsmigranten moeilijk is om zelf hun inburgeringstraject te betalen. Ikram Hdidou-Bouchareb, klantmanager inburgering bij de gemeente Almere: ‘Eén van de mensen die ik begeleid zit in een schrijnende situatie. Deze persoon is niet in staat om zelf het inburgeringstraject te betalen. De wet verlangt dat wel van gezinsmigranten. Als klantmanager kom ik dan in een moreel dilemma terecht. Op zo’n moment vind ik het moeilijk om ons beleid te verdedigen.’ Samen kwamen de deelnemers tot een oplossing: een overzicht hebben van welke uitzonderingen mogelijk zijn, vooraf. Nu moet per casus nog veel worden uitgezocht. Het opzoeken, bellen en mailen over de mogelijkheden, dat duurt lang. ‘Met een overzicht weet ik welke opties ik heb om maatwerk te bieden,’ aldus Ikram.

Een vraagstuk waar verschillend over wordt gedacht is hoe klantmanagers om moeten gaan met het afvinken van de verplichte Module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP). Hierin moeten gezinsmigranten minimaal veertig uur werkervaring opdoen in een taalrijke omgeving. Als iemand al werk heeft, is dan voldaan aan de MAP? ‘Persoonlijk vind ik van niet,’ zegt Dagmar van Tol, klantmanager bij de gemeente Alphen aan den Rijn. ‘Het hebben van werk zegt niet dat diegene de vaardigheden bezit om op termijn een andere baan te vinden. Het is belangrijk het met een inburgeraar te hebben over bijvoorbeeld kansberoepen en jezelf ontwikkelen.’ 

Wat zijn gezins- en overige migranten?

Gezinsmigranten zijn niet-Nederlandse migranten die naar Nederland verhuizen om hier bij hun partner te kunnen zijn. Ook kan het gaan om kinderen die bij hun ouders gaan wonen. Daarnaast is er nog een klein aantal inburgeringsplichtige ‘overige migranten’, bestaande uit imams, rabbijnen, kloosterlingen en vreemdelingen met een niet-tijdelijke humanitaire status. Gezins- en overige migranten zijn geen vluchtelingen.

Er zijn gezinsmigranten met en zonder inburgeringsplicht. Jongeren onder de 18 jaar zijn niet inburgeringsplichtig. Wie uit een Europees land komt, hoeft ook niet verplicht in te burgeren. Andere nationaliteiten moeten dat wel. Dat maakt dat de groep inburgeringsplichtigen uit de hele wereld kan komen.

Alle inburgeraars krijgen een intake, een persoonlijk inburgeringsplan en informatie over het vinden van werk of andere vormen van participatie. Gezinsmigranten moeten de kosten van het taalaanbod zelf betalen. Ze kunnen hiervoor een lening krijgen. 

Belang van uitwisselen

De aanwezige klantmanagers vonden het waardevol dat de directeur-generaal van het ministerie aanwezig was om hun dagelijkse praktijk beter te leren kennen. Ine Kuijpers, consulent inburgering bij de Sociale Dienst Drechtsteden: ‘Ik heb echt het idee dat er naar ons geluisterd wordt. Jullie nemen mee wat wij zeggen.’ Carsten Herstel was ook aanwezig bij de kick-off van deze CoP afgelopen november. Wederom benadrukt hij het belang van dit leernetwerk: ‘Ik ben trots op hoe we het stelsel hebben opgebouwd, dat hebben we echt samen gedaan. We zien ook dat het niet in één keer goed is. Daarom is het belangrijk om uit te wisselen, voor de uitvoering onderling en voor het Rijk om terug te horen wat er speelt. Gemeenten hebben een belangrijke rol om inburgeraars te begeleiden bij hun inburgering.’

Communities of Practice Inburgering

De Wi2021 geeft gemeenten een sleutelrol om inburgeraars te laten meedoen in de samenleving, het liefst via betaald werk. De wet is een lerend stelsel. De opzet en uitvoering van inburgering verbeteren als gemeenten en samenwerkingspartners met en van elkaar leren. Divosa organiseert twaalf Communities of Practice Inburgering, waaronder die met klantmanagers. Ze zijn verdeeld over het land. Er doen zo’n tweehonderd uitvoerders van de Wi2021 mee, van meer dan honderd verschillende organisaties zoals gemeenten, DUO, COA, taalscholen, maatschappelijke organisaties en uitvoeringsorganisaties voor participatie. De opbrengsten deelt Divosa met gemeenten, ketenpartners en het Rijk.

Lees meer

Contactpersoon