Een nieuwe Participatiewet moet hoe dan ook aan twee vereisten voldoen: garanties voor bestaanszekerheid en persoonlijke aandacht. Inwoners moeten erop kunnen vertrouwen dat ze kunnen meedoen in de samenleving en voldoende geld hebben om van te leven. Om dat voor elkaar te krijgen, moet het sociale vangnet zoals we dat nu kennen grondig worden herzien en is er veel meer geld nodig. Dat schrijft Divosa in een positionpaper in reactie op de visiebrief van minister Schouten over herziening van de Participatiewet die zij vorige week aan de Tweede Kamer stuurde.

Lees hier de Kamerbrief over visie Participatiewet in balans (Rijksoverheid, juni 2023)

Het kabinet heeft al een aantal concrete maatregelen voorgesteld die een eind moeten maken aan de veel bekritiseerde hardheden uit de huidige Participatiewet (spoor 1). Volgens Divosa is de huidige wet gebaseerd op wantrouwen, met ‘krampachtige’ regelingen zoals de taaleis of tegenprestatie die aan bijstandsgerechtigden worden gevraagd. Er loopt nu een internetconsultatie voor dit deel van de wet.

Persoonlijk contact en vertrouwen

In de positionpaper over de meer fundamentele veranderingen - ook wel spoor 2 - staat Divosa uitgebreid stil bij de waarde van persoonlijk contact, met vertrouwen als belangrijke randvoorwaarde. Op die manier moeten professionals en inwoners in staat worden gesteld een goede relatie op te bouwen en zich niet blindstaren op een ‘standaard-aanpak’ omdat de regels dat zo voorschrijven. Belangrijk is dat professionals de ruimte en tijd hebben om hun cliënten de benodigde aandacht te geven om tot goede oplossingen te komen waar ze ook op lange termijn iets aan hebben. 

Meedoen op een manier die past

Volgens Divosa is het van groot belang dat inwoners niet alleen een baan vinden, maar die ook behouden. Een groot probleem waar de notitie op ingaat is de flexibele arbeidsmarkt, die maakt dat veel mensen snel een baan kunnen vinden maar die ook snel kunnen kwijtraken. ‘Het doel van de sociale zekerheid en van de Participatiewet moet de versterking van duurzame arbeidsparticipatie zijn.’ De focus ligt nu veel te veel op de uitstroom naar werk. In plaats daarvan zou het moeten gaan om inwoners mee te laten doen op een manier die echt bij hen past. Gemeenten moeten meer geld en ruimte krijgen om hiermee te experimenteren.

Werken moet lonen

Een belangrijk onderdeel van de notitie is verder dat inwoners erop moeten kunnen vertrouwen dat het bestaansminimum voldoende is. Het huidige stelsel zit - met name door de toeslagen - vol onvoorspelbaarheden, met alle onzekerheid van dien. Het toeslagenstelsel is Divosa al heel lang een doorn in het oog. Zo kunnen mensen toeslagen kwijtraken als zij werk vinden en hun inkomsten daardoor veranderen. Werken moet lonen, zo zou het moeten zijn.

Helderheid, aandacht en financiering

In de positionpaper breekt Divosa verder een lans voor regels die iedereen snapt en helderheid over wat men van de overheid kan verwachten. Ook is er aandacht nodig voor de verschillende groepen mensen die zijn aangewezen op de Participatiewet, zoals inwoners met een arbeidsbeperking die vaak langere tijd begeleiding nodig hebben. Verder onderstreept Divosa het belang van voldoende financiering. Gemeenten hebben nu veel te weinig geld om begeleiding, vakmanschap en een goed sociaal vangnet vorm te geven. Meer investeringen leveren maatschappelijk ook meer op.

Divosa-brief aan vaste Kamercommissie SZW

Divosa stuurde afgelopen week een brief van gelijke strekking aan de commissieleden van de vaste Tweede Kamercommissie SZW in aanloop naar het debat van 14 juni jl. over herziening van de Participatiewet. In deze brief spreekt Divosa ook haar waardering uit voor het feit dat de minister in het proces naar de wetswijziging ook luistert naar de uitvoering. 

Tijdens het debat gaf de minister aan dat zij aan de slag gaat met oplossingen voor de lange termijn. Daarin zal zij de uitkomsten meewegen van de onderzoeken van het IBO Vereenvoudiging sociale zekerheid, de Commissie Sociaal minimum en de aanpak van het toeslagenstelsel die later dit jaar worden gepresenteerd. In de Tweede Kamer is brede erkenning voor de beperkingen van het beschikbare budget om alle inwoners mee te laten doen. Ook vragen de commissieleden aandacht voor het fatsoenlijk betalen van de werknemers van sociaal ontwikkelbedrijven.