Overslaan en naar de inhoud gaan

Divosa Benchmark Statushouders & Inburgering zoomt in op vrouwelijke statushouders

In de rapportage ‘Vrouwelijke statushouders’ brengt de Divosa Benchmark cijfers uit de Benchmark Statushouders & Inburgering en het CBS Dashboard Asiel & Integratie over vrouwelijke statushouders samen. Uit de rapportage blijkt dat er op meerdere vlakken duidelijke verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke statushouders zijn. Deze verschillen hebben invloed op de begeleiding en ondersteuning die gemeenten moeten bieden. 

In de rapportage ‘Vrouwelijke statushouders’ onderzoekt de Divosa Benchmark, een samenwerking van Divosa, BMC en Stimulansz, de ontwikkeling van de groep statushouders die vanaf 2014 in Nederland is gevestigd. 

In de rapportage wordt afwisselend gekeken naar de hele groep statushouders onder de Wi2013 of Wi2021. Soms wordt ingezoomd op cohort 2014 of 2019, om trends over meerdere jaren beter in beeld te brengen. Zo blijkt bijvoorbeeld dat 55% van de statushouders uit cohort 2014 na negen jaar  aan het werk is. Bij vrouwen is dit percentage ongeveer 33%, bij mannen 66%. In andere cohorten is een vergelijkbare ontwikkeling zichtbaar.

Conclusies

De belangrijkste conclusies uit de rapportage op een rij:

  • Zorg voor kinderen en traditionele rolverdeling als belemmering
    Een groot deel van de vrouwen is alleenstaand ouder, en zorgtaken blijken sterk samen te hangen met een lagere kans op werk. Vooral vrouwen met jonge kinderen blijven langer afhankelijk van een uitkering.
     
  • Regionale verschillen: steden bieden meer kansen
    In stedelijke regio’s werken vrouwelijke statushouders iets vaker. Het niveau van taalcursussen, evenals de kansen om een goed beeld te vormen tijdens de brede intake, kan in kleine gemeenten minder mogelijkheden bieden. Daarnaast heeft de regionale arbeidsmarkt invloed op de kansen tot arbeidsparticipatie.
     
  • Meer scholing, maar kleine banen
    Vrouwen volgen vaker onderwijs dan mannen en zijn vaker middelbaar opgeleid. Toch hebben ze vaker kleine banen (0-0,5 fte) en blijft hun financiële positie kwetsbaar.
     
  • Ondersteuning bereikt vrouwen minder vaak
    Vrouwen krijgen minder vaak re-integratievoorzieningen dan mannen, terwijl zij vaker langdurig in de bijstand blijven. Dat betekent dat gerichte inzet de doelgroep nog onvoldoende bereikt.

Wat kun je als gemeente doen?

  • Werk gendersensitief: vermijd dat vrouwen ‘uit beeld’ raken bij uitstroom van het gezin. Begeleid beide partners actief.
  • Koppel taal aan werk: combineer taalonderwijs met praktijkervaring en werk aan zelfvertrouwen.
  • Bied maatwerk: kijk naar de gezinssituatie, culturele achtergrond en individuele behoeften.
  • Zet rolmodellen in: maak gebruik van vrouwelijke ervaringsdeskundigen.
  • Gebruik beschikbare kennis: de Divosa Benchmark-rapportage ‘Vrouwelijke statushouders’ en handreikingen van onder andere KIS en de HAN geven praktische tips voor effectieve begeleiding.

Extra ondersteuning vanuit het Rijk

Op 4 juli 2025 heeft het kabinet aangekondigd dat er extra maatregelen komen om vrouwelijke statushouders aan het werk te helpen. Er wordt ingezet op:

  • het begeleiden van vrouwelijke statushouders naar werk (in samenwerking met SAM en de HAN);
  • het bouwen van een community of professionals (in samenwerking met SAM);
  • een jaarlijkse klantmanagersbijeenkomst;
  • de ontwikkeling van betere werkprocessen bij gemeenten om de begeleiding van vrouwelijke statushouders naar werk te verbeteren. Op basis hiervan worden een digitale werkwijzer en een handreiking voor klantmanagers ontwikkeld.

Divosa Benchmark Festival: laat je inspireren en leer van collega’s!

Deelnemers aan de Divosa Benchmark kunnen zich nu aanmelden voor de workshop ‘Vrouwen Empowerment in de gemeente Hardinxveld-Giessendam: hoe vrouwelijke statushouders hun plek (terug)vinden’ op het Divosa Benchmark Festival,  op 26 september 2025 in het Divosa Clubhuis in Utrecht. Kijk voor meer informatie en aanmelding op divosa.nl/bijeenkomsten/divosa-benchmark-festival-2025.

Meer informatie

Contactpersoon