Meer leren? Omarm het niet-weten

Afgelopen najaar begon ik met improvisatietheater. We leren associëren, omgaan met het onverwachte en elkaar bevragen. Na een paar lessen had ik een openbaring: elke vergadering is een stukje improvisatietheater. We nemen een rol aan en betreden het toneel: de (online) vergaderruimte.
Opvallend is dat we moeite hebben met keuzes maken, inspelen op elkaar en vooral: vragen stellen. Terwijl juist in een dynamische omgeving – of dat nu op het podium is of op de werkvloer – vragen essentieel zijn om te leren en ontwikkelen.
Waarom stoppen we met vragen stellen?
De spelende kinderen op het plein voor mijn huis hoor ik dagelijks vragen stellen: "Waarom is het zo koud?" of "Waarom slaapt die kat in de vensterbank?". Onderzoek uit de VS toont aan dat een kind tussen de 2 en 5 jaar gemiddeld 40.000 vragen stelt. Maar met de jaren neemt dat aantal drastisch af.
Neurowetenschappers verklaren dit doordat we zogenoemde mentale modellen opbouwen. We categoriseren en labelen, waardoor we minder vragen hoeven te stellen. Daarnaast worden kinderen ontmoedigd om vragen te stellen – expliciet, door vermoeide ouders ("Waarom? Nou, daarom!"), of impliciet, omdat ze merken dat vragen niet altijd worden gewaardeerd. We leven in een zekerheidscultuur waarin kennis gelijkstaat aan zekerheid en twijfel als zwakte wordt gezien.
De angst voor twijfel
Een collega die met stelligheid beweert precies te weten hoe iets zit, wordt serieuzer genomen dan degene die kritische vragen stelt. Onzekerheid is ongemakkelijk. We zoeken houvast. Dit zie je ook terug in onze liefde voor cijfers en de trend naar een datagedreven sociaal domein. Data lijkt zekerheid te bieden, maar cijfers zijn het begin, niet het einde van het gesprek.
Het is belangrijk om data niet als eindpunt te zien, maar als aanleiding voor nieuwe vragen. Zo benutten we de kracht van data op een manier die onze besluitvorming versterkt in plaats van verlamt.
De impact van generatieve AI: verdwijnt de vraag?
Tijd is schaars en informatie overvloedig, dus zoeken we manieren om daarmee om te gaan. Generatieve AI, zoals chatbots, biedt snelle antwoorden, maar wat als onze angst voor onzekerheid ons doet vergeten om kritisch te blijven?
Onderzoek toont aan dat mensen AI steeds meer als menselijk beschouwen, waardoor de kans groeit dat we het blindelings vertrouwen. Als we niet kritisch blijven en geen vragen stellen, kan AI ons niet alleen helpen, maar ook misleiden. De vraag is: moeten we ons zorgen maken over AI of over onze eigen nieuwsgierigheid?
De kracht van nieuwsgierigheid: oefenen in niet-weten
Laten we onzekerheid zien als het nog niet-weten – de essentie van nieuwsgierigheid. Ik moedig aan om nieuwsgierige mensen binnen organisaties de ruimte te geven om vragen te stellen en zo ons collectieve leerproces te stimuleren.
Om mijn liefde voor vragen te verdiepen, volgde ik een cursus Socratische gespreksvoering. Daar ontdekte ik dat het niet alleen gaat om vragen stellen, maar ook om echt luisteren – zonder te oordelen of aannames doen. Eigenlijk ga je terug naar die open houding van het vragende kind.
Vragen zijn essentieel voor reflectie, samenwerking en het begrijpen van morele dilemma’s. De kunst is niet alleen vragen te stellen, maar ook te verdragen dat het antwoord niet meteen komt. Dat vraagt oefening. Maar als we willen groeien – als individu, als team, als sociaal domein – dan moeten we daar beginnen.
Dus: begin met vragen!