Van taalaanbieder tot VluchtelingenWerk en klantmanager, bij een inburgeringstraject zijn talloze partijen betrokken. Hoe kan je elkaar het beste versterken? Deelnemers aan de Community of Practice Inburgering - Midden-Limburg, waaronder Kim Severins van taalaanbieder Gilde Educatie en Celine Jamin van het COA, maakten een ‘tijdlijn’ om inzicht in te krijgen in elkaars werk. ‘Door deze samen te maken, hebben we elkaar leren kennen.’

Kim Severins werkt als trajectbegeleider bij Gilde Educatie, de taalaanbieder voor alle inburgeringstrajecten in de regio Midden-Limburg. ‘Ik ben de schakel tussen school en de gemeente. Alles omtrent de studenten, daarvoor kunnen ze bij mij terecht.’ Celine Jamin is als casemanager participatie voor COA weer een andere schakel in de inburgeringsketen. ‘Ik ben in mijn rol de brug tussen onze locaties en de externe partners. Ik
richt mij vooral op de doorlopende lijn in de inburgering en participatiemogelijkheden. Zo kunnen we ons aanbod bij het COA zo goed mogelijk laten aansluiten op waar statushouders daarna terechtkomen.’

We hebben ons best gedaan al die tijd en we zwaaien iemand uit. En dan?
Celine Jamin, casemanager participatie bij het COA

Doorlopende lijn

Die doorlopende lijn, daar is nog een wereld te winnen, merkten zowel Celine als Kim in de bijeenkomsten van de CoP. Vrijwel alle partijen die bij de inburgering in de regio Midden-Limburg betrokken zijn, doen mee. Kim: ‘Het is een heel grote groep. De casemanagers vanuit het COA doen mee, VluchtelingenWerk, Punt Welzijn in Weert. Wij als taalaanbieder, en ook andere collega’s van Gilde opleidingen voor de onderwijsroute. En dan nog de uitvoerder van de Participatiewet in Roermond, Westrom en de klantmanagers van de gemeenten. Een jobcoach zit er ook bij, en iemand van het werkgeversservicepunt.

Door met alle partners bij elkaar te zitten komt al gauw de wens op om meer inzicht te krijgen in wie wat doet, vertelt Kim. ‘Ik weet als taalaanbieder bijvoorbeeld maar weinig van wat er gebeurt als een asielzoeker het land binnenkomt en daarna op een azc-locatie belandt.’ Voor Celine was het net andersom. Voor ons is het vooral de vraag wat er gebeurt als iemand naar de gemeente uitstroomt. Wij sluiten het dossier af. We hebben ons best gedaan al die tijd en we zwaaien iemand uit. En dan?’

Kim Severins, trajectbegeleider bij Gilde Educatie, en Celine Jamin, casemanager participatie bij het COA. Foto door: Kas van Vliet.

Meer begrip

De groep besluit de volledige ‘inburgeringsreis’ van een statushouder op papier te zetten, vertelt Kim. ‘Om het visueel te maken. We hebben een vel opgehangen, daar is een lijn op getrokken en toen zijn we gaan schrijven. Zo kregen we een steeds completer beeld over de reis die iemand doormaakt en welke stapjes in de uitvoering daarbij horen.’

Het eindresultaat is een tijdlijn waarop te zien is op welke momenten welke organisaties een taak uitvoeren. Een van de gevolgen is dat de deelnemers beter weten welke informatie een inburgeraar al heeft. ‘Welke informatie het COA al deelt met de statushouders bijvoorbeeld’, zegt Kim. ‘Je krijgt ook meer inzicht in elkaars werk. Als er ineens twintig nieuwe deelnemers worden aangemeld dan kan dit komen doordat een groep een huis heeft gekregen. In die klantreis zie je dat alles met elkaar samenhangt en ook weer een gevolg heeft voor
anderen.’

Tijdlijn CoP Inburgering - Midden-Limburg

CoP Inburgering - Midden-Limburg maakte een gevisualiseerde tijdlijn over het proces van inburgering en integratie van statushouders. Deze vormde de basis voor het herkennen en bespreken van knelpunten in de uitvoering. Tekening: Sandra Heeren, De Verbeeldende Factor, april 2024. 

Warme overdracht

Boven de tijdlijn is er op het papier genoteerd waar nog behoefte aan was. Een van die dingen was de wens voor een warme overdracht tussen COA en gemeente, zegt Celine. ‘Wij zouden wat meer overlap willen in die overdracht om alles goed over te kunnen dragen. Daarmee helpen we anderen weer in de vervolgstappen. Dat begint nu wel te lopen en dat is voordelig voor ons allemaal, vooral voor de statushouder.’

Kim merkte dat veel collega’s nog niet zoveel kennis hadden van de Wi2021. ‘We hebben veel nieuwe collega's, ook collega’s die nog niet gecertificeerd zijn omdat ze net met de opleiding zijn gestart. Alle vragen over wet- en regelgeving die zij hebben komen bij mij terecht. Ik probeer dat vervolgens zelf uit te zoeken, maar dat is best lastig. Toen heb ik in de CoP uitgesproken dat ik behoefte had aan meer informatie voor mijzelf en mijn collega’s.’

Naar aanleiding van Kims verzoek organiseerde Divosa een landelijke, online uitwisselingssessie over de samenwerking tussen gemeenten en taalaanbieders. ‘Dat is echt waardevol geweest. Ook omdat we in groepjes ons verder konden verdiepen tijdens de sessie.’

Samenwerking

Door de tijdlijn samen op te stellen kwam het gesprek ook in bredere zin op gang over elkaars werk, en leerden de deelnemers elkaar beter kennen. Dat helpt in de uitvoeringspraktijk, zegt Celine: "Ik merk dat ik toch wat sneller even de telefoon pak om iemand te bellen. Je weet al wat meer van elkaar en over elkaars werk. Je hebt er een naam bij, je hebt er een gezicht bij. Die uitbreiding van mijn netwerk, daar pluk ik nu nog dagelijks de vruchten van.’

Kim: ‘Wat mij heeft geholpen is het in contact komen met de verschillende partners die elke gemeente heeft. Wij zijn als taalaanbieder voor de hele regio ingekocht, maar er zijn bijvoorbeeld meerdere welzijnsinstellingen. Voor elke plek heb ik nu een gezicht erbij. Als er een keer iets is, weet ik bij wie ik moet zijn.’

In beeld: samenwerken aan inburgering

Dat goede samenwerking essentieel is om statushouders goed te kunnen begeleiden, zeggen ook Eva en Samya, twee andere deelnemers uit de CoP in Midden-Limburg. Samen met andere professionals uit de inburgering vertellen zij in deze video’s over communicatie met statushouders, Voorinburgering, motiveren en over het belang van onderling contact.

Ik zou anderen aanraden om vooral bij elkaar een kijkje in de keuken te nemen
Kim Severins, trajectbegeleider bij Gilde Educatie

Op bezoek

Celine en Kim raden het andere gemeenten en regio’s aan om ook de tijd te nemen om de klantreis met elkaar in beeld te brengen. Kim: "En ik zou anderen aanraden om vooral bij elkaar een kijkje in de keuken te nemen. Elke bijeenkomst van de CoP was bij een andere organisatie. Wij zijn bijvoorbeeld bij het MensOntwikkelBedrijf in Leudal gaan kijken welke taken mensen krijgen. Ze waren toen bezig om winterjassen in te zamelen vanuit een project, dat was heel leuk om te zien.’

Terugkijkend op de CoP heeft Celine eruit gehaald waar ze naar op zoek was. ‘Het netwerken was voor mij de voornaamste reden om mee te doen. Het contact is nu verbeterd en informeler, waardoor je ook op lastige momenten hopelijk elkaar goed kunt blijven vinden. Ik denk dat daar nu een basis voor gelegd is.’

Community’s of Practice Inburgering

De Wet inburgering 2021 geeft gemeenten een sleutelrol om inburgeraars te laten meedoen in de samenleving, het liefst via betaald werk. Als gemeenten en samenwerkingspartners wil je de opzet en uitvoering van inburgering verbeteren en met en van elkaar leren. Divosa organiseert Community’s of Practice Inburgering, verdeeld over het land. Er doen zo’n tweehonderd uitvoerders van de Wet inburgering 2021 mee, van meer dan honderd verschillende organisaties, zoals gemeenten, DUO, COA, taalscholen, maatschappelijke organisaties en uitvoeringsorganisaties voor participatie. De opbrengsten deelt Divosa met gemeenten, ketenpartners en het Rijk.

Contactpersoon