Over de CoP

  • Looptijd: vanaf maart 2023
  • Thema: duale trajecten
  • Communitytrekker: Anton Siedenburg

Als de lijnen kort zijn met statushouders, met partijen in de uitvoering én met werkgevers kun je statushouders beter begeleiden bij de combinatie van het leren van de taal met werk. Ook kun je sneller ingrijpen bij problemen. Voor de deelnemers aan de Community of Practice (CoP) Inburgering - Midden-Limburg is de noodzaak van vroegtijdig contact met aan een gemeente gekoppelde statushouders en de betrokken consulenten op het asielzoekerscentrum heel duidelijk geworden tijdens hun bijeenkomsten. Vier vragen aan communitytrekker Anton Siedenburg. 

1. Wie doen mee aan de CoP Midden-Limburg? Zijn inburgeraars ook betrokken? 

‘Onze CoP kent een brede samenstelling. Alle partijen die betrokken zijn bij de uitvoering van de Wi2021 nemen deel. Vaste deelnemers zijn: het COA, Gilde Opleidingen, Gilde Educatie, Westrom, Werk.Kom, Punt Welzijn, WSP Midden-Limburg, VluchtelingenWerk, MensOntwikkelBedrijf Leudal en klantmanagers van de gemeenten Roermond, Weert, Nederweert, Leudal, Echt-Susteren, Roerdalen en Maasgouw. Werkgevers zijn ook een keer aangesloten en vertelden hoe complex de wetgeving rond asiel en inburgering voor hen is. Zij lopen hier tegenaan bij het in dienst nemen van asielzoekers en/of statushouders. 

De wethouder van Roermond en enkele leidinggevenden van deelnemende partijen zijn ook langsgekomen om te horen waar we mee bezig zijn en wat de samenwerking binnen de CoP oplevert. Ze hebben kunnen zien dat de deelnemers elkaar hebben leren kennen, weten welke rol de anderen hebben in het inburgeringsproces en dat iedereen elkaar nu makkelijk weet te vinden als dat nodig is. Bij een volgende bijeenkomst nodigen wij inburgeraars uit om ons bij te praten over wat er goed ging tijdens hun traject en wat (veel) beter moet. Deze informatie kunnen de deelnemende partijen gebruiken om waar nodig het inburgeringsaanbod bij te stellen.’ 

2. Welk thema diepen jullie nu uit? 

‘We zijn gestart met het thema duale trajecten tijdens de inburgering: de combinatie van taal en participatie. Het bleek dat we een verschillend kennisniveau hadden op het gebied van de Wi2021. Ook had iedereen een andere kijk op duale trajecten. Wat zijn dat eigenlijk? Om het kennisniveau gelijk te trekken zijn we teruggegaan naar de basis. We hebben een tijdlijn opgesteld van aankomst in Nederland tot het moment dat de statushouder deelneemt aan een participatietraject na de huisvesting in de gemeente. 

Voor veel CoP-deelnemers was het nieuws dat statushouders werken tijdens hun verblijf in het azc. Bij aankomst in de gemeente wordt dit vaak niet gemeld door de statushouder. De blauwe/groene map, het portfolio dat wordt aangelegd in het azc (met alle informatie over de pre-inburgering en participatie-activiteiten), blijft meestal achter in het azc. Als gevolg van deze ‘ontdekking’ zijn we nu bezig met het intensiveren van de samenwerking tussen de partijen die deelnemen aan de CoP - Midden-Limburg om het onderdeel participatie van de inburgering zo effectief mogelijk in te vullen. We zijn het erover eens dat het duale deel ‘participeren naar vermogen’ inhoudt. 

Met de kennis van de activiteiten die in het azc hebben plaatsgevonden, kunnen klantmanagers van gemeenten en andere begeleiders de statushouders gerichter op een passend duaal traject plaatsen. We hebben geleerd dat we daarbij heel goed met elkaar en met de statushouder moeten blijven communiceren. Eenmaal gehuisvest en verlost van de stress van het verblijf in het azc en het wachten op een woning, komt er ruimte voor andere gedachten. Trauma’s door wat iemand heeft meegemaakt in het land van herkomst en daarna tijdens het vluchten naar Nederland, moeten vaak worden verwerkt. Voor de meesten komt daar nog de stress van het wachten op hun gezinshereniging bij. Voeg daarbij het leren van de Nederlandse taal op een zo hoog mogelijk niveau en het risico van overvragen ligt snel op de loer. Dit willen we vermijden.’

Deelnemers CoP Inburgering - Midden-Limburg

Deelnemers aan de eerste bijeenkomst van de CoP Inburgering - Midden-Limburg (maart 2023). Anton Siedenburg staat 7de van rechts.

3. Kun je al tips delen? 

Algemene tips

  • Voer meerdere gesprekken met de statushouder in het azc (eventueel online), ook samen met andere partners die betrokken zijn bij de opvang en begeleiding na de huisvesting. De eerste gesprekken kunnen gebruikt worden om kennis te maken en al wat te vertellen over de gemeente waar de statushouder gehuisvest gaat worden. Tegelijkertijd kunnen de statushouder en de casemanager van het COA vertellen waar de statushouder mee bezig is en wat diens toekomstdromen zijn. Als de gesprekken al niet bijdragen aan de vroege start dan is in ieder geval bekend wat er speelt bij de statushouder op het moment dat die wordt gehuisvest in de gemeente. Daar kan dan direct op ingespeeld worden. Denk bijvoorbeeld aan informatie over gezondheid of (betaald) werk tijdens het verblijf op het azc. 
  • Houd ook na de huisvesting en gedurende het inburgeringstraject de lijnen kort tussen alle betrokken partijen. Zoek elkaar direct op als knelpunten en kansen zich aandienen. Daarmee kun je sneller ingrijpen op alle vlakken van het traject.
  • COA/Rijk: plaats statushouders in een azc zo dicht mogelijk bij de gemeente waaraan zij zijn gekoppeld. Werk dat is gestart tijdens het verblijf op het azc, kan dan makkelijker voortgezet worden na de huisvesting.

Tips gericht op de combinatie taal en werk

  • Onderhoud korte (communicatie)lijnen met werkgevers. Dit is cruciaal om hen gemotiveerd te houden bij de participatie van asielzoekers en statushouders. Werkgevers moeten goed geïnformeerd worden en blijven over alle regels en verplichtingen waar nieuwkomers mee te maken hebben rondom werk en inburgering. Zorg ervoor dat de werkgever op de hoogte is als het lesrooster van de statushouder verandert. Dan kan die niet verrast worden als de statushouder op een bepaalde tijd niet op het werk verschijnt. Onderzoek met de taalaanbieder en de werkgever hoe een dergelijke wijziging zo goed mogelijk opgelost kan worden.
  • Zorg voor goede begeleiding en ondersteuning van de nieuwkomers op hun werkplek. De werkgever moet hier zo min mogelijk tijd aan kwijt zijn.
  • Zorg dat de werkgever een aanspreekpunt heeft en dat duidelijk is wie dat is.
  • Een uitgebreider avond- en online lesaanbod is nodig om duale trajecten efficiënt te laten verlopen.

4. Waar gaan jullie mee verder? 

‘De volgende bijeenkomst onderzoeken we hoe we de participatiecomponent van de inburgeringstrajecten zo effectief mogelijk kunnen invullen. Alle partijen die betrokken zijn bij de begeleiding van de statushouder moeten gezamenlijk besluiten of en zo ja welk participatietraject het beste kan worden aangeboden. In sommige gevallen moet je wachten voordat je het duale deel inzet omdat het de inburgeraar te veel belast. We onderzoeken in de CoP hoe je kunt vaststellen wat het goede moment is om taallessen en participatie te combineren. Welke kenmerken en voorwaarden zien we daarvoor? Met welke partijen stem je af? Het antwoord op deze vragen willen we graag als ‘product’ opleveren vanuit de CoP. 

Daarnaast gaan we in ieder geval verder werken aan afspraken die gemaakt kunnen worden om de warme overdracht vanuit het azc naar de gemeenten en hun partners te faciliteren. Op procesniveau gaan we op zoek naar creatieve oplossingen voor het gebrek aan kinderopvang en passend vervoer naar de taalaanbieder en participatieplek.’

Op de hoogte blijven?

Meld je aan voor de Nieuwsbrief Inburgering in uitvoering en blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen en resultaten uit de CoP's Inburgering.

Contactpersoon