Monitor Vroegsignalering Schulden
Meer informatie over, en aanmelden voor, de Monitor Vroegsignalering Schulden.
In Breda loopt sinds vorig jaar januari een pilot om te voorkomen dat mensen bij een huurachterstand verder in de problemen komen. Naast het geven van een signaal bij een eerste betalingsachterstand kunnen wooncorporaties dat ook doen op een later moment, als de huurachterstand blijft oplopen. De gemeente kan hierdoor blijven inzetten op ondersteuning.
In Breda raakten veel inwoners met een betaalachterstand uit beeld als ze na een vroegsignaal geen hulp wilden of niet bereikt konden worden, vertelt vroegsignaleerder Raven Flos. De gemeente kreeg dan pas bij aankondiging van een woningontruiming weer een melding. Voor de pilot ‘Signalering+’ is de samenwerking met drie wooncorporaties geïntensiveerd en kan er ook in de periode tussen vroegsignalering en woningontruiming ondersteuning worden geboden. ‘Zo hebben wij van begin tot eind de regie in handen’, aldus Flos.
Niet iedereen komt volgens Flos in aanmerking voor Signalering+. Er moet sprake zijn van een oplopende huurachterstand en van inwoners met wie nog geen contact is gelegd of die eerder geen hulp accepteerden. ‘Het kan bijvoorbeeld gaan om iemand die de wooncorporatie heeft beloofd de volgende maand te betalen en dat nog niet heeft gedaan of iemand die een betalingsregeling heeft getroffen en die niet is nagekomen.’
‘Bij Signalering+ lopen we net een tandje harder’
Als een inwoner nadat er contact is gelegd hulp heeft geaccepteerd, gaat de vroegsignaleerder - eventueel samen met een medewerker van de wooncorporatie - in gesprek met deze persoon om te kijken hoe hij of zij het beste geholpen kan worden. Met als uitgangspunt om huisuitzetting te voorkomen. De gemeente en de drie wooncorporaties werken nauw met elkaar samen, stelt Flos. ‘Elke wooncorporatie heeft een eigen contactpersoon met wie er maandelijks overleg is. Daarin wordt elke casus individueel besproken. Daarnaast zijn er kwartaaloverleggen, waarbij alle wooncorporaties en contactpersonen bij elkaar zitten en er vragen worden gesteld als: Waar staan we nu? Moeten we opschalen of afschalen? Wat gaat goed, wat gaat minder goed?’
Om het eerste contact te leggen voor Signalering+ wordt altijd eerst een brief gestuurd, aldus Flos. Als daar niet op gereageerd wordt, worden er minimaal twee belpogingen gedaan. Daarna volgen een belpoging via WhatsApp, één WhatsApp-bericht of sms en twee huisbezoeken. Is iemand niet thuis, wordt er een flyer achtergelaten.
‘Wat bijzonder is aan Signalering+, is dat wij het ook veel buiten kantoortijden doen’, vervolgt Flos. ‘Een collega van mij gaat vaak doordeweeks rond etenstijd nog even ergens langs of op zaterdagochtend, omdat de meeste mensen dan wel thuis zijn. Je merkt echt dat het bereik daardoor omhoog gaat.’ Vinden mensen het niet gek als er iemand op zaterdagochtend langskomt? ‘Vaak zijn ze wel een beetje verbaasd, maar meestal waarderen ze de hulp wel. Er zijn natuurlijk altijd mensen die zeggen: ‘Laat me met rust, ik heb het al geregeld.’ Maar overall zijn ze er heel positief over dat de gemeente ook ’s avonds of in het weekend de moeite neemt om langs te komen.’
Breda heeft in 2024 in totaal 2022 meldingen gekregen van de wooncorporaties. ‘318 meldingen waren voor Signalering+’, vertelt Flos. ‘Daarvan hebben we er 195 kunnen bereiken en hebben 102 mensen alsnog hulp geaccepteerd. In andere cijfers zien we terug dat de deurwaardersdossiers bij wooncorporaties aanzienlijk gedaald zijn en dat ontruimingen nu veel meer gebaseerd zijn op zorgcasussen in plaats van op betalingsachterstanden.’ Als je kijkt naar de contactpogingen zijn dat er bij vroegsignalering gemiddeld drie en bij Signalering+ gemiddeld vijf. ‘We lopen daar dus net een tandje harder.’
‘Als mensen de huur langer niet kunnen betalen, krijgen ze het zelf ook benauwd’
Dat het contact leggen soms wel lukt bij Signalering+ en niet bij vroegsignalering, wijt Flos aan het feit dat de situatie op dat moment vaak al slechter is. ‘De huur betalen is vaak het laatste wat mensen laten liggen als ze krap bij kas zitten. Meestal is dat maar een maandje. Maar als het langer wordt, krijgen ze het zelf ook benauwd. Als ze dan die hand uitgereikt krijgen, pakken ze hem uiteindelijk toch aan.’
Flos adviseert andere gemeenten het contact met wooncorporaties goed te onderhouden, omdat je volgens haar veel van elkaar kunt leren. ‘Door met elkaar te praten, kom je vaak toch een stapje verder. Zo hoor je bijvoorbeeld nieuwe manieren waarop je een inwoner wel kunt bereiken. Daarbij reageren sommige inwoners alleen op de wooncorporaties en anderen juist weer op ons. De samenwerking versterkt elkaar heel mooi.’
Meer informatie over, en aanmelden voor, de Monitor Vroegsignalering Schulden.