Meer vrouwelijke statushouders zijn gaan werken. In vergelijking met mannen hebben ze nog wel een flinke achterstand. Het toenemende aantal werkenden zorgt voor een daling van het aandeel statushouders en gezinsmigranten dat in de bijstand zit. Onder de mensen die niet werken maar onderwijs volgen, groeit het aandeel dat onderwijs op hoger niveau volgt. Dit blijkt uit de Factsheet statushouders en gezinsmigranten: rapportage inburgering, onderwijs, werk en bijstand van de Divosa Benchmark Statushouders & Inburgering over statushouders en gezinsmigranten die zich sinds 2014 in Nederland vestigden. Verder blijkt dat inmiddels bijna 45% van de statushouders is geslaagd voor het inburgeringsexamen; dit percentage is ten opzichte van begin 2022 nauwelijks gestegen. Het percentage geslaagde gezinsmigranten is wel verder toegenomen, naar 49%. 

Van de groep statushouders die sinds 2014 in Nederland is komen wonen, werkt inmiddels 35%. Na stabilisatie tijdens de coronaperiode zet de stijgende lijn zich weer voort. Het aandeel werkende vrouwelijke statushouders is in de eerste helft van 2022 sterker toegenomen dan bij mannen. Er is wel nog steeds een duidelijk verschil te zien in arbeidsparticipatie van mannen (47%) ten opzichte van vrouwen (17%).

Ook gezinsmigranten zijn weer meer gaan werken: inmiddels is 57% van de gezinsmigranten die zich sinds 2014 hebben gevestigd in Nederland, aan het werk. In beide groepen heeft het merendeel een baan van 0,8 fte of meer: van de statushouders 60% en van de gezinsmigranten 64%. 

Aandeel in de bijstand neemt af

Het percentage statushouders en gezinsmigranten dat in de bijstand zit, neemt verder af. In juni 2022 heeft 55,1% van de statushouders een bijstandsuitkering. De daling wordt veroorzaakt door het hogere percentage statushouders dat betaald werk heeft.

Van de groep gezinsmigranten zit 6,6% in de bijstand. Gezinsmigranten zitten hiermee veel minder vaak in de bijstand dan statushouders. De verklaring hiervoor is dat gezinsmigranten alleen naar Nederland mogen komen als hun in Nederland wonende familielid, waarbij ze zich vestigen, aan bepaalde inkomenseisen voldoet.

Inburgering statushouders vlakt af

De groei van geslaagden voor het inburgeringsdiploma vlakt af. De beperkte mogelijkheden om les te volgen en/of examen te doen tijdens de coronaperiode, lijken hier de oorzaak van. In 2021 was 44% van alle statushouders (die sinds 2014 in Nederland wonen) geslaagd, in 2022 was dit 44,1%.

De verwachting is dat uiteindelijk twee derde zal slagen. Van de cohorten uit 2014 en 2015 – de groepen statushouders die in die jaren zijn gehuisvest in een Nederlandse gemeente – is namelijk 66% inmiddels geslaagd. Dat percentage lijkt niet verder op te lopen. Van de groep gezinsmigranten heeft bijna 49% het inburgeringsexamen gehaald. 

Steeds groter aandeel volgt onderwijs op hoger niveau

Iets meer dan 20% van de statushouders in de leeftijdscategorie 18-33 jaar volgt onderwijs. Bij gezinsmigranten ligt dit percentage op bijna 10%. Het overgrote deel van de statushouders volgt onderwijs op mbo 2- tot mbo 4-niveau. Wel wordt door een steeds grotere groep onderwijs op een hoger niveau gevolgd. Voor gezinsmigranten geldt dat bijna de helft van de onderwijsvolgenden onderwijs volgt op hbo-/wo-niveau.

In de groep statushouders is het aandeel onderwijsvolgende vrouwen sinds de tweede helft van 2021 iets groter dan het aandeel onderwijsvolgende mannen. In de groep gezinsmigranten volgen mannen vaker onderwijs.

Verschil statushouders en gezinsmigranten

Statushouders zijn asielmigranten die een verblijfsvergunning hebben gekregen. Mensen die zich als nareiziger of gezinshereniger vestigen bij een statushouder, vallen onder de groep statushouders. Gezins- en overige migranten zijn naar Nederland gekomen om bij een gezinslid te verblijven of zijn bijvoorbeeld als geestelijk bedienaar naar Nederland gekomen. 

Wet inburgering 2021

Gemeenten hebben sinds begin 2022 de regierol op de inburgering teruggekregen. Vlak na de invoering van het nieuwe inburgeringstelsel bleek dat verschillende nieuwkomers ten onrechte een kennisgeving hadden ontvangen dat zij onder de Wi2021 moesten inburgeren. DUO heeft toen de toewijzing van inburgeringsplicht tijdelijk stopgezet. Hierdoor konden gemeenten nog niet starten met de uitvoering. In de cijfers van de nu gepubliceerde factsheet (tot en met juni 2022) zal daarom nog niets te zien zijn over de uitvoering van de Wi2021. De cijfers gaan over de laatste ontwikkelingen onder de Wet inburgeing 2013.

Meer informatie

Divosa benchmark

Aan de Divosa Benchmark Statushouders & Inburgering doen 180 gemeenten mee. In deze gemeenten woont 61% van de Nederlandse bevolking.

De Divosa Benchmark is een samenwerking van Divosa, BMC en Stimulansz.

Doet jouw gemeente al mee? Meld je aan op divosa-benchmark.nl.

Contactpersoon