Inleiding

Overgangen in de participatieketen verlopen lang niet altijd vlekkeloos. Tijdens bijeenkomsten zoals Inspiratielabs on Tour bezoeken we vanuit Simpel Switchen in de Participatieketen verschillende gemeenten en UWV-vestigingen om te zien hoe zij omgaan met knelpunten en oplossingen.

Deelnemers halen hier interessante informatie op maar dragen ook telkens hun steentje bij aan concrete stappen om de overgangen in de participatieketen te versoepelen. De verslagen van die bijeenkomsten lees je in deze publicatie, die steeds wordt aangevuld.

Gemeente Alphen aan den Rijn Een op preventie gerichte actieve samenwerking tussen de gemeente en UWV: hoe doe je dat?

Elk jaar stromen er na afloop van hun WW-periode ongeveer 17.000 mensen door naar de bijstand. Tijdens hun WW hadden ze contact met het UWV, daarna is dat dat de gemeente. Behalve in Alphen aan den Rijn, waar de gemeente en UWV al jaren actief samenwerken om samen op te trekken en om burgers al eerder de bredere ondersteuning van de gemeente aan te kunnen bieden. Tijdens het Inspiratielab on Tour op 5 september, vertelden ze over hun aanpak en de bijkomende voordelen.

In het kort

  • Zorg voor een UWV-loket in het gemeentehuis.
  • Maak dienstverlening richting uitkeringsgerechtigden integraal om te zorgen voor overzicht en duidelijkheid.
  • Zelf aan de slag: download de toolkit en kijk wat je nog meer kunt doen.

Achtergrond

Als je in de WW komt, krijg je nog maar 70% van je laatstverdiende loon. Dat is een flinke teruggang in inkomen. Plus: je zit thuis en er zijn misschien redenen waarom je werkloos bent geworden (taalproblemen, psychische nood, zorgvragen, gezinsgerelateerde zaken) die ook belemmeringen zijn om weer aan het werk te gaan. Het UWV richt zich op re-integratie richting werk, en verstrekt inkomen (de WW), maar is niet domeinoverstijgend. Gemeenten zijn dit wel.

In Alphen aan den Rijn hebben ze daar een oplossing voor. Door een samenwerking tussen gemeente en UWV is de klant al vanaf het begin in beeld. Zo kunnen eventuele vragen bij uitkeringsgerechtigden zo vroeg mogelijk worden opgepakt, zodat mensen stabiliseren en zo snel mogelijk richting werk kunnen.

UWV-loket in gemeentehuis

De UWV en gemeente in Alphen werken al een aantal jaren samen. Zo spreekt UWV klanten op locatie in het gemeentehuis van Alphen. Op het serviceplein zitten alle diensten in het gemeentelijk sociaal domein een bureautje van elkaar vandaan. Letterlijk ontschot dus.

Zorg voor integrale dienstverlening

UWV-personeel op locatie in het gemeentehuis is getraind om een brede klantfoto (een klantprofiel) te maken en te kijken welke hulp (van de gemeente) iemand nog meer nodig heeft om volwaardig te kunnen deelnemen aan de samenleving. Mocht iemand ook behoefte hebben aan ondersteuning vanuit de gemeente – bijvoorbeeld een inkomenscheck, taaltraining, of een training in digitale vaardigheden – kan die meteen bij het serviceplein worden aangeboden.

Een opmerkelijke slimmigheid aan die aanpak is dat daarmee restricties vanuit de Algemene verordening gegevensbescherming (Avg) worden omzeild. De gemeente mag volgens de privacywetgeving de kaartenbak van het UWV namelijk niet gebruiken en vice versa. Op deze manier kunnen UWV-klanten echter wél vroegtijdig de weg vinden naar de gemeentelijke dienstverlening.

Zelf aan de slag: download de toolkit

Als gemeente of UWV kun je zelf ook aan de slag om de samenwerking tussen gemeente en UWV vorm te geven. Bekijk in de toolkit op www.samenvoordeklant.nl welke materialen en mogelijkheden er zijn en kijk wat jij kunt doen.

Gemeente Helmond Hoe kunnen we onnodige drempels in de uitkeringsaanvraag wegnemen?

Hoe kunnen we onnodige drempels in de uitkeringsaanvraag wegnemen? Die vraag stond centraal bij het tweede Inspiratielab On Tour waarbij we met ketenpartners en professionals van gemeenten en UWV een bezoek brachten aan de gemeente Helmond. Senzer, werkbedrijf voor de arbeidsmarktregio Helmond-De Peel, en ISD IJsselgemeenten deelden er hun aanpak.

In het kort

  • Zorg voor een digitaal aanvraagformulier.
  • Maak slimme koppelingen met bijvoorbeeld Suwinet.
  • Beperk de uitvraag van gegevens. Veel gegevens heb je al in huis.

Achtergrond

Het aanvragen van een uitkering is voor veel mensen een tijdrovend proces. De hoeveelheid in te vullen formulieren en aan te leveren bewijsstukken maken het daarbij ook niet bepaald gemakkelijk. Ook voor de gemeente is het een tijdrovend proces. Al die tijd moet de klant financieel zien te overbruggen, terwijl zijn vaste lasten doorlopen.

Senzer en IIsselgemeenten lieten de oude werkwijze los en kozen als vertrekpunt: de snelste weg naar werk is het wegnemen van financiële onzekerheid.

Maak slimme koppelingen

Met een digitaal aanvraagformulier hebben ze de afhandelingstermijn en de administratieve belasting weten terug te brengen. Door slimme koppelingen met bijvoorbeeld Suwinet, BRP en DUO zijn veel gegevens al beschikbaar en hoeven ze niet uitgevraagd te worden. Op die manier is er meer tijd voor het persoonlijk contact met de klant na de digitale aanvraag.

Beperk uitvraag gegevens

De belangrijkste conclusie van de bijeenkomst was unaniem: we vragen nog veel te veel gegevens. Beperk de gegevens bij de aanvraag tot de kern. De klant heeft DigiD nodig om in te loggen, verder zijn alleen een kopie ID-bewijs en bankafschriften nodig. Suwinet met alle achterliggende bronnen heb je in huis, die gegevens hoef je niet op te vragen.

Voor de bankafschriften werd de suggestie gedaan om in landelijk verband te kijken of en hoe PSD2 daarvoor ingezet kan worden. Verbazend maar hoopgevend is ook dat het deze twee organisaties is gelukt om de leveranciers deze oplossing te laten bouwen. 'Dat kan niet' is dus geen optie meer.

Gemeente Amersfoort Hoe maken we het makkelijker om parttime te werken in de bijstand?

Hoe maken we het makkelijker om parttime te werken in de bijstand? Die vraag stond centraal bij het derde Inspiratielab On Tour. Professionals van gemeenten, UWV en andere ketenpartners spraken over de ervaringen van de gemeente Amersfoort met persoonlijke gesprekken als iemand begint met parttime werk. Ook gingen ze op zoek naar meer verbeteringen.

In het kort

  • Bied een persoonlijk inkomstengesprek.
  • Benader mensen positief.
  • Denk met de klant mee. Bijvoorbeeld door zo snel mogelijk uit te betalen.

Achtergrond

Wanneer klanten vanuit de bijstand gaan werken, maar niet genoeg verdienen om uit de uitkering te komen, wordt hun inkomenssituatie ingewikkeld. Waar ze vroeger konden rekenen op de uitkering aan het eind van de maand, krijgen ze hun aanvullende uitkering nu vaak pas laat: nadat ze een loonstrookje hebben ingeleverd en hun inkomsten verrekend zijn. Dat kan tot problemen leiden als ze dat geld eerder nodig hebben om vaste lasten te betalen. Soms worden inkomsten achteraf verrekend of wordt er een schatting van de inkomsten gemaakt, waardoor klanten aan het eind van de uitkering of baan te maken krijgen met vorderingen. Ook dat geeft veel gedoe en stress.

De gemeente Amersfoort zoekt de oplossing in een persoonlijk gesprek als iemand begint met parttime werk en eenvoud.

Bied een persoonlijk inkomstengesprek

Veel problemen zijn te voorkomen met een face-to-face inkomstengesprek zodra bekend is dat iemand parttime gaat werken. Vertel daarin wat er van de klant wordt verwacht en leg uit hoe en wanneer de gemeente het loon verrekent met de uitkering. In het gesprek kun je nagaan of de klant te maken krijgt met een inkomensgat. De gemeente kan dan eventueel een overbruggingspremie bieden om de overgang naar het nieuwe financiële ritme te versoepelen. Vaak is dat niet eens nodig als klanten weten wat er gaat gebeuren en daar rekening mee kunnen houden. Vooraf weten wat er gaat gebeuren is dus cruciaal. 

Benader de klant positief

Focus niet alleen op de verplichtingen van de klant. Bedenk dat iemand al een stap heeft gezet door parttime aan het werk te gaan. Feliciteer de klant met de baan en vraag hoe je hem kan helpen om aan het werk te blijven.

Denk met de klant mee

Ondersteun de klant door mee te denken en te helpen. In financieel opzicht door zo snel mogelijk te betalen en manieren vinden om het werk lonend te maken binnen iemands hele financiële plaatje, inclusief toeslagen. Maar denk ook aan andere zaken die van belang zijn als iemand gaat werken zoals vervoer naar werk of kinderopvang. Vertel ook wat er gebeurt als de klant met het werk zou stoppen. Geef afspraken en informatie op papier mee, zodat de klant alles later na kan lezen.

Maak het eenvoudig

Inkomstenverrekening is ook voor professionals complex. Het advies van Amersfoort: maak het jezelf en de klant niet te moeilijk en kies voor één verrekeningssysteem, bijvoorbeeld verrekenen in de maand.  Zet daarnaast wel maatwerk in als dat echt nodig is. Benut de financiële expertise van medewerkers van de uitkeringsadministratie door hen ook te betrekken bij het inkomstengesprek. Gemeenten hoeven niet allemaal zelf het wiel uit te vinden. Projectteam Simpel Switchen gaat daarom een Toolkit parttime werk organiseren waar gemeenten handige materialen kunnen delen.

Gemeente Leeuwarden Hoe bieden we mensen die parttime werken vanuit de uitkering een stabiele financiële basis?

Als je vanuit de uitkering de stap maakt naar parttime werk, kan dit zorgen voor financiële instabiliteit. Je inkomen is met een volledige uitkering laag maar stabiel. Als je deeltijd gaat werken is je inkomen nog steeds laag, maar wordt het instabiel. Tijdens het vijfde Inspiratielab On Tour, onderdeel van het project Simpel Switchen in de Participatieketen, presenteert Leeuwarden hun oplossing: Surplus.

In het kort

  • Biedt zekerheid door een vast inkomen op een vast moment in de maand.
  • Zorg voor vertrouwen door heldere communicatie en goede bereikbaarheid.
  • Advies: begeleid naar financiële zelfredzaamheid.

Achtergrond

Mensen die parttime werken vanuit de uitkering hebben het administratief gezien niet gemakkelijk. Je geld komt in twee delen (loon en uitkering), je bent afhankelijk van wanneer de werkgever je loonstrook opstuurt, het betaalritme van het salaris - dat vaak wekelijks of vierwekelijks komt - en ook nog van de verwerkingssnelheid van de gemeente om de aanvullende uitkering te berekenen.

Het zorgt ervoor dat mensen het overzicht op hun financiën verliezen en dat soms zelfs schulden ontstaan. Dat probleem heeft de gemeente Leeuwarden opgelost met Surplus als tussenrekening: dat is werken zonder gedoe. Klanten houden zo een stabiel inkomen op een vast moment in de maand.

Biedt zekerheid door een vast inkomen

Met Surplus wil de gemeente uitkeringsgerechten die parttime werken ontzorgen door ze financiële rust en zekerheid te bieden. Surplus zorgt voor een vast inkomen (de uitkeringsnorm) zonder verrekeningen achteraf.

Het uitgangspunt is simpel: als een klant parttime werkt, weet je als gemeente vooraf al wat de hoogte is van de maandelijkse inkomsten. Namelijk: de geldende uitkeringsnorm plus een eventuele vrijlating. Het enige dat we nog niet weten, is hoe dit inkomen is samengesteld. Welk deel is loon, welk deel is aanvullende uitkering? Dat dit vooraf niet bekend is, is in de huidige verrekeningssystematiek vaak het probleem van de klant.

Met Surplus draait de gemeente dit om. Als je vooraf het totale inkomen toch al weet, waarom dit dan niet op een vast moment in de maand aan de klant overmaken? Zodra je weet wat het verrekenbare inkomen is, kun je dit administratief, dus zonder dat de klant hier last van heeft, met de betaalde uitkeringsnorm verrekenen.

Dit gebeurt door de werkgever het loon naar de gemeente te laten overmaken; de klant heeft daarvoor zijn werkgever gemachtigd. De gemeente stelt op basis van de loonstrook de verrekenbare inkomsten vast. Deze worden administratief, dus achter de schermen, door de gemeente verrekend, zodat alles uiteindelijk goed in het systeem staat. Dit voorkomt achteraf verrekeningen en debiteuren/schulden na het beëindigen van de uitkering.

Zorg voor vertrouwen

Bij de introductie van Surplus bleek hoe belangrijk het is om het vertrouwen van de klant te krijgen. Veel klanten met werk hebben negatieve ervaringen met de sociale dienst en zijn bang over te gaan naar een nieuw systeem. In Leeuwarden wordt daarom ook veel tijd uitgetrokken om met de klant door te spreken wat Surplus voor zijn situatie betekent. De consulent geeft zijn e-mailadres en is bereikbaar voor vragen. Een vaste contactpersoon, bereikbaarheid, duidelijke informatie zijn voorwaarden om vertrouwen te krijgen. Eenmaal gebruiker van Surplus komt dat vertrouwen vanzelf, omdat het zekerheid en overzicht biedt. Klanten zijn er erg mee geholpen.

Meer mogelijkheden voor financiële stabiliteit

Een tussenrekening als Surplus biedt stabiliteit. Als gemeente kun je dit verder versterken door te sturen op financiële zelfredzaamheid van de klant. Die kan versterkt worden door budgetbegeleiding, budgettraining en dergelijke. Lokaal zijn daar tal van mogelijkheden voor, denk bijvoorbeeld aan de inzet van vrijwilligers.

Exitgesprek gericht op de financiële toekomst

Ook een exitgesprek kan onderdeel zijn van de reguliere dienstverlening. In dat gesprek wordt met de klant gekeken naar de nieuwe financiële situatie, wat dat betekent voor toeslagen, subsidies, regelingen en belastingen. Wanneer een klant problemen heeft met het organiseren van zijn financiële huishouding, kan de consulent zorgen voor de inzet van de juiste hulp. Dat kan in de vorm van een vorm van budgetbeheer, een overbruggingsperiode in bijvoorbeeld Surplus, inzet van een financieel maatje en dergelijke.

Gemeente Lelystad Hoe bieden we uitkeringsgerechtigden die gaan werken de zekerheid van een gemakkelijke terugkeer?

Aan de slag gaan op tijdelijk werk vanuit een uitkering levert mensen onzekerheid op. Als je baan stopt, moet je opnieuw een uitkering aanvragen. De aanvraagprocedure kan meerdere weken in beslag nemen. Gedurende die tijd heb je geen inkomen, maar lopen vaste lasten wel gewoon door. Lelystad wil werken stimuleren en mensen de zekerheid bieden gemakkelijk terug te kunnen keren in de uitkering. Tijdens het Inspiratielab On Tour in Lelystad, onderdeel van het project Simpel Switchen in de Participatieketen, presenteert de gastgemeente daarvoor een oplossing: een verkorte aanvraag die tot 6 maanden na uitstroom kan worden ingezet.

In het kort

  • Zet een verkorte aanvraag in tot 6 maanden na uitstroom van de uitkering.
  • De burger verklaart, de gemeente controleert achteraf.
  • Geef de burger meer regie over de uitkeringsaanvraag.

Achtergrond

Mensen die willen werken vanuit de uitkering zien daar vaak tegenop. Ze raken de zekerheid van hun uitkering kwijt als ze zijn aangewezen op tijdelijke contracten. Bij terugval op de uitkering moet de hele aanvraagprocedure vaak weer opnieuw worden doorlopen. Opnieuw al die administratieve belasting. Ook duurt het dan weer weken voordat je inkomsten hebt, terwijl de vaste lasten doorlopen.

De gemeente Lelystad wil mensen stimuleren aan het werk te gaan. Ook korte contracten zijn belangrijk voor werkervaring en dragen eraan bij om uiteindelijk een meer duurzaam contract te krijgen. Maar het vooruitzicht om na werk weer de hele aanvraag te doorlopen stimuleert zeker niet. Dat moet makkelijker kunnen. Daarom ontwikkelde de gemeente een verkorte aanvraag.

Snelle terugkeer naar uitkering door voor-ingevuld formulier

Mensen die binnen 6 maanden weer een beroep doen op de uitkering, kunnen een verkorte aanvraag doen. De gemeente heeft daarvoor een formulier ontwikkeld met enkele basale gegevens van de klant. Het formulier bevat slechts drie vragen die gaan over de woonsituatie, het inkomen en het vermogen van de klant. Deze zijn voor-ingevuld op basis van de laatst bekende gegevens. Zo hoeft de klant alleen maar de wijzigingen aan te geven.

Als er geen wijzigingen zijn, hoeft de klant geen aanvullende documentatie in te leveren. Binnen 5 werkdagen beslist de gemeente en loopt de uitkering (zo nodig) weer.

Puntsgewijs:

  • Maak gebruik van een kort voor-ingevuld formulier waarop mensen de informatie die bij de gemeente bekend is controleren en eventuele wijzigingen kunnen doorgeven.
  • Drie vragen zijn voldoende: vraag alleen naar eventuele wijzigingen in woonsituatie, inkomen en vermogen.
  • Vraag alleen bij wijzigingen aanvullende documentatie op. Wanneer er niets is gewijzigd, is het niet nodig dat de klant allerlei documenten aanlevert.
  • Controleer achteraf, eventueel steekproefsgewijs.

Vertrouwen versus controle

De werkwijze van Lelystad brengt een discussie op gang over het waarborgen van rechtmatigheid. Snelheid en zekerheid voor burgers zijn mooi, maar hoe voorkomen we fraude? We willen werken vanuit vertrouwen, maar ook niet naïef te werk gaan.

De gezamenlijke conclusie is dat er in deze gevallen – waarbij de burger al bij de gemeente bekend is en nu zijn goede wil toont door de stap naar werk te zetten – een verschuiving kan plaatsvinden naar een werkwijze waarbij de burger verklaart, en de gemeente achteraf (eventueel steekproefsgewijs) controleert. Daarbij kan de gemeente grotendeels gebruik maken van gegevens die al bekend zijn. Een conclusie die in een eerder Inspiratielab in Helmond ook al werd getrokken.

Regie voor de burger

Daarna gaan de deelnemers zelf aan de slag met het wegnemen van drempels in de uitkeringsaanvraag. Voortbouwend op de werkwijze van Lelystad ontstaat het idee van meer regie voor de burger bij de uitkeringsaanvraag.

Het meest vergaande idee is dat van een aan/uit-knop waarmee burgers die zijn uitgestroomd naar tijdelijk werk de uitkering zelf weer opnieuw aan kunnen zetten als de baan stopt. Ze moeten daarvoor verklaren dat er in de bij de gemeente bekende woonsituatie, inkomen en vermogen niets is gewijzigd. De gemeente controleert dit achteraf, eventueel steekproefsgewijs.

Is dit idee te realiseren? Volgens de aanwezige gemeenten wel: technisch is dit niet moeilijk. Het is vooral een kwestie van de eigen organisatie mee krijgen. Er is een omslag nodig van een eenzijdige focus op rechtmatigheid vooraf, naar meer ruimte voor vertrouwen en een controle op rechtmatigheid achteraf. En dat is precies waar de aanwezigen na dit Inspiratielab mee aan de slag willen.

Gemeente Maastricht Integraler werken

Hoe zorgen we ervoor dat burgers weten bij wie ze terecht kunnen met vragen over werk en inkomen? Hoe zorgen we ervoor dat ze niet van het kastje naar de muur gestuurd worden? Over die vragen bogen het ministerie van SZW, gemeenten, SVB, DUO en andere ketenpartners zich op het Inspiratielab on Tour in Maastricht. Ze lieten zich inspireren door de aanpak van Sociale Zaken Maastricht Heuvelland om te ontkokeren. En ze bedachten manieren om zelf integraler te gaan werken.

In het kort

  • Zorg ervoor dat burgers met al hun vragen over werk en inkomen terechtkunnen op één (fysieke) locatie.
  • Creëer meer kansen op werk door regionale samenwerking.
  • Werk samen met ketenpartners om mensen die waarschijnlijk een beroep gaan doen op de bijstand vroegtijdig zelfredzamer te maken.

Achtergrond

Dienstverlening aan burgers is sterk verkokerd. Gemeentelijke afdelingen en ketenpartners lijken elkaar maar heel moeizaam te vinden bij vragen rondom werk en inkomen van burgers. Vanuit de burger is dit moeilijk te begrijpen: ‘Het is toch allemaal overheid? Waarom wordt mijn vraag dan opgeknipt en door verschillende instanties opgepakt?’ Samenwerking kan de dienstverlening aan de burger aanzienlijk verbeteren. Maastricht startte en omarmde daarom initiatieven waarin verschillende overheden hun dienstverlening samen afstemmen op wat de burger nodig heeft.

Bereid mensen voor op meedoen op de arbeidsmarkt

Ketenpartners die zien aankomen dat iemand een beroep op de Participatiewet gaat doen, kunnen dat delen met gemeenten. Zo nodigde SVB in Maastricht mensen met een ANW-uitkering uit om met de gemeente in gesprek te gaan over hun toekomstperspectief als de uitkering over enkele jaren stopt. Sommigen van hen begonnen daardoor al vroeg met een opleiding of taallessen. Dat betekent dat ze eerder zelf hun inkomen kunnen verdienen.

Eén deelneemster begon aan een leer-werktraject op de dag dat haar dochter 18 werd.

Breng alle hulp rond werk & inkomen onder één dak bij de gemeente

Houd met ketenpartners regelmatig spreekuren op het werkplein van de gemeente en organiseer hotlines naar instanties die niet ter plekke zijn. In Maastricht zijn SVB, UWV, DUO en Het Juridisch Loket elke maandag op het werkplein te vinden. Daardoor kunnen deelnemende instanties mensen direct doorgeleiden naar iemand die ze meteen kan informeren of helpen. Een tip uit de zaal: leg verbinding met onafhankelijke cliëntondersteuning. Gemeenten kunnen daar geld voor krijgen.

Werk samen aan perspectief op werk

Bundel krachten met gemeenten, WSP’s, UWV, onderwijs en andere organisaties om meer mensen die geen aansluiting vinden op de arbeidsmarkt sneller en effectiever te bemiddelen. Probeer daarbij bestaande initiatieven te benutten, intensiveren en verbinden. In Zuid-Limburg worden alle werkfitte kandidaten (de bovenkant van gemeentelijke bestanden en de onderkant van het UWV-bestand) gezamenlijk bemiddeld door medewerkers van alle sociale diensten en UWV. Ze kunnen elkaars re-integratiemiddelen en scholing inzetten. In de backoffice zijn de klantbestanden samengevoegd tot één bestand waar werkgevers en WSP’s in de regio in kunnen zoeken zodat er meer matches mogelijk worden.

Zelf aan de slag

De deelnemers aan het Inspiratielab hebben, geïnspireerd door de voorbeelden van Maastricht-Heuvelland, ook de nodige ideeën om dienstverlening te ontkokeren. Er is veel enthousiasme voor het idee van een burgerservicepunt: een fysieke plek waar burgers met al hun vragen over werk en inkomen terechtkunnen. Heeft een burger bijvoorbeeld een inkomensvoorziening nodig, dan moet het burgerservicepunt deze snel kunnen toekennen. De afzonderlijke overheidsinstanties kunnen dan achter de schermen vaststellen op welke voorziening er recht is, en deze met elkaar verrekenen.

Er zijn al gemeenten die – als voorloper hierop - experimenteren met een lifecoach of klantregisseur. Deze vaste contactpersoon is voor de burger de toegang tot antwoorden over werk en inkomen. Als de klantregisseur het antwoord op een vraag niet weet, gaat hij te rade bij gespecialiseerde collega’s binnen de gemeente of bij ketenpartners. De klantregisseur geeft deze informatie vervolgens aan de burger door. Voorwaarde is dan wel dat er hotlines komen naar medewerkers bij ketenpartners (namen, rugnummers en contactgegevens).

Het ministerie stelt daarop voor om een landelijke kennisbank sociale domein in te richten, waar professionals toegang hebben tot de lokale sociale kaart, inclusief namen en telefoonnummers van betrokken medewerkers bij alle ketenpartners.

Gemeente Wageningen Positieve prikkels werken

Wat als we vanuit vertrouwen, met een positieve manier van aanspreken, frisse blik en vanuit de laatste inzichten vormgeven aan de begeleiding van bijstandsgerechtigden? Vanuit die gedachte heeft de gemeente Wageningen afgelopen twee jaar haar bijstandsexperiment vormgegeven. Een deel van het experiment werd hierbij ook gericht op het stimuleren van parttime werk. Een positieve benadering van mensen en het uitgangspunt dat ook parttime werken mag lonen blijkt een boost te geven aan het aantal mensen dat parttime aan de slag gaat. Met Wageningen keken we naar de zich aftekenende uitkomsten van dit experiment. En wat dit betekent voor mensen in de bijstand en voor de organisatie nodig is om dit goed te organiseren.

In het kort

  • Parttime werken wordt vooral aantrekkelijker voor mensen als ze er in inkomen op vooruitgaan.
  • Parttime werken moet ook lonen in plaats van veel gedoe opleveren.
  • Met een goed voorlichtingsgesprek bij de start kun je mensen goed voorbereiden op de overgang naar de nieuwe situatie.
  • Zorg dat mensen elke maand over hun inkomen kunnen beschikken en dat er door verrekeningen met de bijstand geen (tijdelijke) gaten ontstaan.

Achtergrond

Parttime werken vanuit de uitkering levert uitkeringsgerechtigden veel op: ze doen werkervaring op, komen sneller aan een voltijdbaan en doen een nieuw netwerk op. Ook voor gemeenten is het een gunstige ontwikkeling. De bijstandslasten dalen en de gemeente kan voldoen aan de grote vraag naar parttime werknemers bij werkgevers.

Wat niet onderschat moet worden is dat parttime werken vanuit de bijstand een wissel kan trekken op mensen. Hoewel ze meestal zelf ook blij zijn met het werk, moeten ze vaak in het begin erg wennen. Ook is het niet altijd even lonend, terwijl het dat wel zou moeten zijn. Tot slot krijgen ze vaak te maken met onzekerheid. Wanneer krijg ik mijn geld? Hoeveel is het deze maand?

Parttime werken neemt toe, vooral als dit voor mensen zelf ook loont

Wageningen onderzocht als onderdeel van haar tweejarige experiment 'Vertrouwen werkt' onder andere wat de beste stimulans voor deeltijdwerk is. Dit omdat blijkt dat parttime werk voor een belangrijk deel van mensen in de bijstand het maximaal haalbare is én omdat voor een deel van de mensen in de bijstand parttime werk een noodzakelijke tussenstap is naar volledige uitstroom.

In het project lukte het goed om meer mensen parttime te laten werken. En vooral met de financiële prikkel uit 'Verdienen Loont' liep dat goed op. De voorlopige cijfers suggereren dat het mogelijk moet zijn het percentage parttime werk in de bijstand te laten verdubbelen. Dat maakt het ook de moeite waard om alle knelpunten op te lossen.

Maak werken lonend met een premie

Wageningen vindt dat in de Participatiewet een fatsoenlijke regeling moet komen voor het bijverdienen met parttime werk voor iedereen in de bijstand. Omdat parttime werk zoveel kansen lijkt te bieden gaat Wageningen in 2020 door het een voortgezet experiment, specifiek rond parttime werk. Om hierbij een financiële prikkel te kunnen bieden, gaat Wageningen daarbij gebruik maken van een oplossing via een premieregeling die Amsterdam ook gebruikt. Iemand met een uitkering mag dan 50% van de inkomsten houden, met een maximum van €200 per huishouden per maand. Dit wordt dan eens per half uitbetaald in de vorm van een premie. Deze regeling is gebaseerd op de stimuleringspremie voor arbeidsinschakeling die nu al mogelijk is binnen de wettelijke kaders.

Bereid mensen goed voor met een goed-geregeld-gesprek

Persoonlijk contact en een vast aanspreekpunt bij problemen kan veel ellende voor uitkeringsgerechtigden voorkomen. En vooral een goed voorlichtingsgesprek voordat iemand parttime gaat werken. In veel gevallen kan diegene daardoor zelf al goed inspelen op de nieuwe situatie.

In het gesprek kan de klantmanager nagaan of iemand iets extra’s nodig heeft: een overbruggingskrediet, een telefoontje naar de verhuurder of het energiebedrijf voor een latere betaaldatum of hulp van sociaal raadslieden of een budgetcoach. Als aanvulling op het startgesprek is er goed en duidelijk voorlichtingsmateriaal nodig: een folder of schema op papier.

Voorkom betaalproblemen

Soms krijgen mensen met een uitkering die werken vanuit de uitkering toch te maken met een inkomensgat. Dat gebeurt vooral in het begin of bij wissende inkomsten. Er zijn diverse manieren om dat te ondervangen, zoals: de eerste maand niet verrekenen (en dat geld terugvorderen bij uitstroom of kwijtschelden als uitstroompremie) of 'bevoorschotten' van het onzekere deel.

Andere gemeenten winnen tijd door de betaaldatum naar later in de maand te laten schuiven of achteraf te verrekenen. Of ze verrekenen wel op de maand op basis van een schatting en corrigeren dat eventueel de volgende maand. In sommige gevallen is het beter om een tussenrekening zoals Surplus te gebruiken waar de werkgever het loon stort. De uitkeringsgerechtigde krijgt op tijd zijn geld en de gemeente verrekent op de achtergrond.

Inlichtingenbureau Hoe zorgen we voor minder stress en rompslomp bij het verrekenen van inkomsten uit parttime werk?

Hoe zou het zijn als we het verrekenen van inkomsten bij mensen met een uitkering voor iedereen een stuk makkelijker zouden maken? Kunnen we het proces bijvoorbeeld automatiseren? Het inlichtingenbureau probeert op deze vragen antwoorden te vinden met een pilot onder 6 gemeenten. Tijdens het Inspiratielab on Tour van 3 december vertelden ze over hun bevindingen.

De boekhouding van mensen die parttime werken naast een uitkering is ingewikkeld: door de maand heen zijn er op verschillende momenten inkomsten, die in hoogte variëren en die vaak niet sporen met momenten waarop de vaste lasten betaald moeten worden. Die inkomsten moet ook nog tijdig worden doorgegeven aan de sociale dienst om met de uitkering te verrekenen. Soms klopt de opgave van de werkgever niet, omdat bijvoorbeeld toch meer uren zijn gewerkt. Tot slot gaat het verrekenen niet altijd goed en dan moet de financiële administratie herstellen.

In de pilot onderzoeken we hoe uit de gegevens in de polisadministratie de netto-inkomsten kunnen worden afgeleid, zodat de gemeente die kan verrekenen zonder dat werknemers loonstroken hoeven aan te leveren.

Tegelijkertijd heeft het vragen naar loonstroken iets wonderlijks: mensen worden gevraagd deze aan te leveren terwijl de gegevens erop in veel gevallen allang bij de overheid bekend zijn. Immers: wanneer de werkgever loonaangifte doet bij de Belastingdienst, wordt dezelfde informatie als op de loonstrook ook doorgegeven.

Het Inlichtingenbureau werkt met 6 gemeenten samen in een pilot om de gegevens uit deze loonaangifteketen – of: de ‘polisadministratie’ – wél te gebruiken voor de verrekening van inkomsten door de gemeente. Dit kan op termijn een grote administratieve verlichting zijn voor wie deeltijd werkt.

Gegevens zijn al bruikbaar, maar nog veel te doen

Het doel van de pilot is volgens Marije Timmer, projectleider vanuit het Inlichtingenbureau, om de inkomstenverrekening voor zowel gemeente als mensen met een uitkering eenvoudiger te maken. ‘In de pilot onderzoeken we hoe uit de gegevens in de polisadministratie de netto-inkomsten kunnen worden afgeleid, zodat de gemeente die kan verrekenen zonder dat werknemers loonstroken hoeven aan te leveren.’ Gemeenten ontvangen met dat doel bestanden waarin de gegevens per uitkeringsgerechtigde staan weergegeven.

In december waren er al 5 van deze bestanden met inkomensgegevens geleverd aan de zes deelnemende gemeenten. De gemeente Amsterdam vertelt: ‘De bestanden zijn alleen al heel erg nuttig om eens naast je eigen lijstwerk van verrekeningen te leggen. Soms bleek dat we inkomsten verrekenden voor mensen die veel minder bleken te verdienen, of andersom. Ook komen verschillen in werkwijzen en keuzes in verrekening tussen medewerkers aan het licht. Dat helpt om onderling het gesprek te voeren: hoe komt het dat medewerkers op verschillende bedragen uitkomen?’

Ook komen verschillen in werkwijzen en keuzes in verrekening tussen medewerkers aan het licht. Dat helpt om onderling het gesprek te voeren: hoe komt het dat medewerkers op verschillende bedragen uitkomen?

Als de werkwijze van de uitkeringsadministratie gebruik kan maken van een stabiel referentiebedrag, maakt dat de inkomstenverrekening voor mensen met een uitkering al betrouwbaarder en voorspelbaarder. In de pilot blijkt dat in ongeveer 40% van de gevallen een werkgever tijdig en volledig loonaangifte doet, dus dat voor deze 40% de bestanden van het inlichtingenbureau al bruikbaar zouden kunnen zijn als basis voor de inkomstenverrekening. Wanneer deze ‘stabiele’ gevallen in de toekomst automatisch verrekend kunnen worden, blijft er voor de administratie meer tijd over voor (contact met) de mensen met een uitkering bij wie de verrekening complexer is.

Uitdagingen

De pilot kent nog wel een aantal uitdagingen. Timmer: ‘Als 40% op tijd is, betekent het dat de rest van de werkgevers dus nog niet tijdig de polis vult. Gelukkig sluiten steeds meer werkgevers zich aan bij het sneller aanleveren, maar dat kan nog beter.’ Voor werknemers die vierwekelijks loon krijgen, lopen de periodes van de polisadministratie en de gemeentelijke administratie ook niet synchroon. ‘Dat blijft een uitdaging.’

Daarnaast hoopt Timmer dat de polis nog vollediger wordt. Zaken als reiskostenvergoeding of een Individueel Keuzebudget (IKB), maar ook de premies Werkhervattingskas (WHK/WGA) zijn nu niet of niet compleet opgenomen in de polisadministratie, waardoor de automatische berekening nog niet altijd correct is.

De pilot is daarmee ook een zoektocht naar een gestandaardiseerde berekening van het nettoloon. Timmer: ‘Dat stelt ons voor interessante vragen: accepteren we die marges of accepteren we dat sommige situaties niet te automatiseren zijn?’

Het Inlichtingenbureau hoopt ook na de pilot, wanneer er 6 bestanden geleverd zijn aan de pilotgemeenten, verder te bouwen aan deze gegevensuitwisseling met gemeenten. ‘Een zoektocht is bijvoorbeeld nog: hoe vaak moeten we mutaties doorgeven aan gemeenten? Dat moet niet te vaak, maar wel vaak genoeg. Dat gaan we nog ontdekken.’

Perspectieven

In deelsessies denken de deelnemers aan de bijeenkomst vervolgens na over hoe zij nu al gebruik zouden kunnen maken van deze gegevens, en denken we vooruit naar wat er mogelijk zou zijn wanneer de polis gebruikt zou worden als basis voor verrekenen. Hoe ziet dat er praktisch uit?

Met deze bestanden is het zelfs al mogelijk dat iemand die werkt alleen een bedrag doorgeeft. De gemeente kan dat immers met het bestand controleren.

Deelnemende gemeenten zien hiervoor veel mogelijkheden. Het zou mooi zijn als er uiteindelijk geen loonstroken meer opgevraagd hoeven te worden, alleen af en toe of ter controle. Wanneer de gemeente achteraf gaat verrekenen, en de 1e maand uitkering als uitstroompremie ‘gunt’ aan iemand met een uitkering, kan dat al vrij snel tot de mogelijkheden behoren.

Eén van de pilotgemeenten vult aan: 'Met deze bestanden is het zelfs al mogelijk dat iemand die werkt alleen een bedrag doorgeeft. De gemeente kan dat immers met het bestand controleren.'

Gemeente Enschede en VNG realisatie Automatische inkomstenverrekening en het belang van goede informatievoorziening

Het verrekenen van parttime inkomsten met de bijstand is voor gemeenten en mensen met een uitkering een arbeidsintensieve klus. Hoe zou het zijn als we dit een stuk makkelijker kunnen maken? Door inkomstenverrekening te automatiseren bijvoorbeeld. Tijdens het Inspiratielab On Tour van 27 januari ontdekten we dat deze vergezichten dichterbij zijn dan we misschien denken.

In het kort

  • Zorg voor goede informatievoorziening. Bijvoorbeeld met een online module voor proefberekening.
  • Automatische inkomstenverrekening en realtime terugkoppeling draagt bij aan simpel switchen.
  • Stel dedicated ‘informatieregisseurs’ aan die vragen van mensen kunnen beantwoorden.

Wigo4it Naar een digitaal ontmoetingsplein

Maak kennis met Katja: een 28-jarige net gescheiden moeder van wie de WW-uitkering binnenkort eindigt. In het Inspiratielab on Tour over het ‘digitale ontmoetingsplein’ nam Wigo4it ons mee in de onzekerheid en frustratie die Katja ervaart in de overgang van WW naar bijstand. De toekomstvisie van Wigo4it rondom het digitale ontmoetingsplein moet hiervoor een oplossing bieden.

In het kort

  • Mensen kunnen op het digitaal ontmoetingsplein via hun eigen ‘Digital Me’ de eigen gegevens beheren en makkelijk met de overheid delen.
  • Wanneer een burger wil weten welke overheidsinstanties welke gegevens van hem hebben, kan dat via een Digital Me, onafhankelijk van wie eigenaar is van die gegevens en waar gegevens worden bewaard. Zo kan de burger zelf regie voeren over de eigen gegevens.
  • In het land wordt gewerkt aan verschillende soortgelijke initiatieven. Samenwerking én sturing op deze samenwerking zijn nodig om verder te komen en om te voorkomen dat elke partij een eigen wiel moet uitvinden.
  • Het ministerie van SZW wordt door de aanwezige (lokale) overheden opgeroepen om hierin de lead te nemen.

De aanleiding: 3 kernproblemen

Wigo4it stelt ons voor aan het persona Katja. Katja, net gescheiden en moeder van 2 kinderen, ontvangt een WW-uitkering die binnenkort eindigt. Net gescheiden, moet zij dus de overgang van WW naar bijstand maken. ‘Een bijstandsmoeder met twee kinderen is vaak afhankelijk van twintig regelingen voor het inkomen, afkomstig van SVB, Belastingdienst, gemeente, waterschap, enzovoort’ (zie artikel van Larissa Zegveld over regelgeving in iBestuur online).

De emoties lopen uiteen van opluchting (‘er is een oplossing als mijn WW afloopt’) tot frustratie (‘waarom moet ik nu wéér al mijn gegevens aanleveren?’) en grote onzekerheid (‘hoeveel geld heb ik straks te besteden als ik een bijstandsuitkering krijg, en als ik daarna parttime ga werken?’).

Mensen lopen tegen 3 kernproblemen aan, analyseert Carina Palumbo van Wigo4it:

  • Interactie met meerdere overheidsinstanties: steeds weer opnieuw dezelfde gegevens aanleveren.
  • Gebrek aan (financieel) overzicht, terwijl je in kwetsbare situatie zit. Je weet niet hoeveel geld je gaat krijgen en wat de invloed is van overgangen en levensgebeurtenissen.
  • Informatie-overbelasting: informatie over uitkeringen, toeslagen en voorzieningen is niet centraal te vinden. Burgers moeten informatie van veel verschillende plaatsen halen en deze zelf met elkaar combineren om enig zicht te krijgen op hun financiële plaatje.

Van prototype naar werkelijkheid

Met Digital Me wil Wigo4it precies deze problemen aanpakken. ‘Dit is nog een prototype’, vertelt Palumbo. ‘Met Digital Me laten we zien hoe we de interacties tussen overheid en burger in de toekomst via een digitaal ontmoetingsplein willen organiseren.’ Wigo4it heeft niet de ambitie om dat alleen te doen: ‘We kunnen en willen dat niet alleen. Samenwerking met partners die ook op deze manier denken is essentieel.’

Digital Me

Hoe ziet dit prototype er dan uit? Digital Me moet mensen als Katja in de eerste plaats gemak bieden. Dat betekent: alle gegevens die bij overheidsinstanties over Katja bekend zijn, worden zichtbaar in Digital Me en kunnen in een persoonlijke kluis worden opgeslagen. Katja kan ze vanaf hier makkelijk met andere overheidsinstanties delen.

Ook moet Digital Me overzicht geven: de app maakt duidelijk wat de financiële consequenties van overgangen en andere levensgebeurtenissen zijn. Tot slot levert Digital Me gepersonaliseerde informatie op maat. Dus alleen informatie die relevant is voor de situatie van Katja.

Gedeelde visie, samenwerking nodig

De visie van Wigo4it wordt door de aanwezigen breed gedeeld. Gegevens over burgers zouden eigendom moeten zijn van mensen zelf. Zo kunnen zij ze ook makkelijk delen met andere (overheids)organisaties. Daarmee kunnen overheden de burger gericht, persoonlijk en op maat aanspreken. Daar ligt de toegevoegde waarde van Digital Me als concept. Ook is er brede ondersteuning voor de manier waarop Wigo4it de applicatie open-sourced (en dus beschikbaar voor iedereen) wil ontwikkelen. Wel wordt opgemerkt dat er nog een lange weg te gaan is om dit te realiseren.

Wigo4it blijkt zeker niet de enige partij die met dit onderwerp bezig is. Het gevaar op dubbel werk en steeds opnieuw uitgevonden wielen liggen op de loer. Bovendien moet voorkomen worden dat er straks een zeer gefragmenteerd landschap aan platforms en applicaties ontstaat, waardoor alles een beetje, en niks echt goed werkt. De aanwezigen doen daarom een oproep aan het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om de samenwerking te faciliteren en te coördineren.

De wil tot samenwerking is er, en partijen zoeken elkaar al op. Wat nog mist is een partij die hier regie op voert. Dat dit nodig is, is iets waar alle aanwezigen het over eens zijn.

Meer informatie?

Wil je meer informatie of ben je benieuwd naar het prototype van Digital Me? Neem dan contact op met Carina Palumbo van Wigo4it.

Regio Alblasserwaard / Vijfheerenlanden en Avres Doorbraakbudget - Mensen boven systemen

De aanschaf van een tweedehands fiets, financiering van een deel van de huur, boodschappen of pasfoto’s? Soms kunnen deze kleine dingen een negatieve spiraal doorbreken en een doorbraak in het leven van burgers forceren. Toch is het voor wijkteams vaak lastig om dit gefinancierd te krijgen. De regio Alblasserwaard/Vijfherenlanden werkt daarom met een doorbraakbudget: een regelvrij budget waar wijkteams zonder verantwoording af te leggen vrij over kunnen beschikken. Tijdens het Inspiratielab on Tour op 22 september, deelde de regio zijn ervaringen met het doorbraakbudget.

In het kort

  • Een beperkt budget om doorbraken voor burgers te forceren kan een enorme impact maken.
  • Maak het budget regelvrij: geen criteria, geen aanvraagprocedures, geen verantwoording achteraf.
  • Vertrouw op het oordeel van de professional: zij bepalen of inzet van het budget voor een burger nodig is.

Achtergrond

De regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden werkt sinds 2017 met het ‘doorbraakbudget’. Dit is een vrij beschikbaar budget waar sociaal wijkteams gebruik van kunnen maken om knelpunten in het brede sociaal domein op te lossen. Het doorbraakbudget lost op waar bestaande wet- en regelgeving tekortschiet. De aanpak is simpel: er is door de deelnemende partners een budget van in totaal €40.000,- beschikbaar gesteld aan de sociaal wijkteams. Wanneer zij problemen bij burgers signaleren die niet snel genoeg binnen de bestaande voorzieningen kunnen worden opgelost, kunnen zij – regelvrij en zonder aanvraagprocedures – een beroep doen op een deel van het budget. Het budget is regelvrij ingericht: de professional bepaalt of inzet van het budget nodig is. Er zijn geen toewijzingscriteria vooraf en geen verantwoordingsprocedures achteraf. Vertrouwen in het oordeel van de professional staat centraal in de aanpak.

Hoe het doorbraakbudget is ingezet

Maya (naam is gefingeerd) belandde na een heftige scheiding met een hersenbloeding in het ziekenhuis. De lichamelijke schade was groot. Na 4 weken in het ziekenhuis was duidelijk dat Maya niet meer zelfstandig zou kunnen wonen. Er was echter niet direct plaats in een verpleeghuis. Maya moest nog een periode in haar eigen huis zien te overbruggen. Geld om de huur te betalen, was er echter niet. Haar ex-man weigerde mee te betalen, en zelf kon Maya niet meer werken. Om huisuitzetting te voorkomen, is vanuit het doorbraakbudget de helft van de huur betaald tot Maya in het verpleeghuis kon worden opgenomen. Omdat de helft van de huur vanuit het doorbraakbudget was voldaan, bleek de woningbouwvereniging bereid om de andere helft voor eigen rekening te nemen. Met het doorbraakbudget is zo een huisuitzetting – met alle kosten van dien – voorkomen

Opbrengsten

De uitkomsten van de pilot zijn opvallend. In totaal werd nog niet eens de helft van het totale beschikbare budget (40.000 euro) gebruikt om 63 mensen/huishoudens te helpen. Het ging hierbij veelal om kleine bedragen voor bijvoorbeeld boodschappen of vervoerskosten. Bert Hoeven van de regio Alblasserwaard Vijfherenlande: “Het is opvallend hoe voorzichtig de wijkteams met het budget omgaan. Ze zullen echt nooit te veel geld uitgeven. Als er een fiets nodig is, zullen ze altijd zoeken naar de goedkoopste optie via Marktplaats. We hoeven ons echt geen zorgen te maken dat ze het geld zomaar uitgeven.” Tegelijkertijd zijn de resultaten enorm: door inzet van het budget zijn huisuitzettingen voorkomen, konden kinderen onderwijs blijven volgen, en konden burgers blijven werken. Cliënten en professionals zijn erg tevreden en de regio heeft inmiddels besloten om het budget structureel te maken. Onderzocht wordt nu hoe andere en ook private partijen kunnen bijdragen aan het doorbraakbudget.

Werk vanuit vertrouwen

De kracht van het doorbraakbudget is dat het professionals de vrije ruimte geeft om te doen wat nodig is. Desnoods om regelgeving heen. Daarvoor is vertrouwen in professionals in de uitvoering nodig. Dit vraagt om lef van bestuurders. Zij moeten achter de aanpak staan en moeten het doorbraakbudget ook regelluw willen uitvoeren. Dat betekent zonder verordening, zonder beleidsregels of bezwaar- en beroepsprocedure. Het doorbraakbudget is niet juridisch ingeregeld en burgers kunnen er ook geen rechten aan ontlenen.

Regel de middelen voor het doorbraakbudget met meerdere partners

Wanneer de kosten voor het doorbraakbudget worden gedeeld door meerdere partijen, dan blijven de kosten voor elke deelnemer beperkt. Dat maakt het eenvoudiger om te starten en zaken uit te proberen. In de regio Alblasserwaard/Vijfherenland hebben gemeenten, de arbeidsmarktregio en Avres de kosten gedeeld. Het doorbraakbudget van 40.000 euro werd vervolgens verdeeld over de acht sociaal wijkteams in de regio.

Sociaal Werkkoepel Amsterdam en het Nibud Uitkering naar Werk Berekenaar

‘Wat betekent het voor mijn inkomen als ik ga werken?’ Deze vraag wordt de deelnemers aan de workshop ‘Uitkering naar Werk Berekenaar’ vaak gesteld door hun cliënten. Het is dan ook de rode draad van het webinar, georganiseerd door de Sociaal Werkkoepel Amsterdam en het Nibud, waar op 27 oktober maatschappelijk werkers, jongerenwerkers, klantmanagers, jobcoaches, consulenten beschut werk en inkomensconsulenten samenkwamen.

In het kort

  • Mensen die vanuit een uitkering (meer) gaan werken ervaren vaak onzekerheid over wat er gaat veranderen in hun financiële situatie.
  • De ‘Uitkering naar Werk Berekenaar’ geeft (onder andere) inzicht in hoeveel iemand er netto op voor of achteruit gaat als die (meer) gaat werken.
  • Het werkblad Goed Geregeld Gesprek is een tool waarmee professionals hierover in gesprek kunnen gaan met burgers die parttime gaan werken.

Achtergrond

Mensen die vanuit een uitkering (meer) gaan werken ervaren vaak onzekerheid over wat er gaat veranderen in hun financiële situatie. ‘Het gebrek aan inzicht in de nieuwe financiële situatie weerhoudt burgers ervan om de stap naar werk te zetten’, aldus Judith Duuren, directeur Werk bij de gemeente Amsterdam. Arjan Vliegenthart, directeur van het Nibud, vult aan hoe zonde dat is, omdat werken – en dus meedoen aan de samenleving – vaak meer voldoening oplevert dan van tevoren gedacht. ‘Niet alleen geld, maar ook sociale contacten en eigenwaarde zijn belangrijke motivaties om te gaan werken.’

De ‘Uitkering naar Werk Berekenaar’ en het werkblad ‘Goed Geregeld Gesprek’ zijn ontwikkeld om de burger inzicht in de nieuwe financiële situatie te bieden, zodat de stap naar werk makkelijker gezet kan worden. Tijdens het webinar werd professionals uitgelegd hoe de tools werken en hoe ze ingezet kunnen worden, zodat de vraag ‘wat verandert het in mijn inkomen als ik ga werken’, samen met de burger kan worden onderzocht en schulden kunnen worden voorkomen.

'Uitkering naar Werk Berekenaar'

De ‘Uitkering naar Werk Berekenaar’ geeft inzicht in hoeveel iemand er netto op voor of achteruit gaat als die (meer) gaat werken. Het Nibud heeft ervaringen van professionals en mensen uit de doelgroep opgehaald om tot deze nieuwe tool te komen. Dat was nog niet eenvoudig. Het Nibud wilde een tool die eenvoudig en redelijk snel in te vullen is, maar toch ook rekening houdt met de complexiteit van de regelgeving. Dat betekende: steeds weer afwegingen maken tussen gebruiksvriendelijkheid en volledigheid. 

Naast de volledigheid, het gebruiksgemak en de berekening van het netto-inkomen, is het uniek dat burgers deze berekenaar zelf kunnen invullen. Wel wordt een gesprek met een professional aangeraden. De tool is gericht op mensen die vanuit de uitkering gaan werken en kan worden toegepast bij verschillende uitkeringen, zoals bijstand, wajong, wia/wao etc. Ook als iemand meer gaat werken, is het mogelijk om met de tool te werken.

Een kanttekening bij de rekentool is dat het een benadering geeft van het netto-inkomen. Er is gekozen om te rekenen met een gemiddeld cao. De tool geeft daarom geen garantie dat het resultaat exact overeenkomt met de werkelijkheid, dit is goed om te weten als begeleider van de tool.

Jasja Bos, ontwikkelaar bij het Nibud, is blij dat veel mensen enthousiast aan de slag zijn gegaan met de tool. ‘We krijgen er veel vragen over en mede daardoor voeren we ook nog wijzigingen door, want we willen actueel blijven’, aldus Jasja.

Werkblad ‘Goed Geregeld Gesprek’

Er verandert veel in de financiële situatie als iemand vanuit een uitkering gaat werken. Een stap naar werk heeft vaak tot gevolg dat het overzicht in en inzicht in de financiële situatie verdwijnt. In de uitkering blijven, lijkt soms dus een veiligere optie.

Dat komt niet alleen doordat de hoogte van het bedrag dat mensen te besteden hebben kan veranderen, maar ook doordat de momenten waarop deze bedragen binnenkomen veranderen. Zeker wanneer mensen aan de slag gaan in een flexcontract, of wisselende uren gaan werken. In die situaties is nooit zeker wanneer er inkomsten binnenkomen, en hoe hoog die dan zijn. Dat maakt budgetteren moeilijk, en de stap naar werk onzeker. ‘Die onzekerheid is het meest vervelend. Burgers willen weten waar ze aan toe zijn, zodat ze hun inkomsten en uitgaven kunnen plannen, en niet voor verrassingen komen te staan’, aldus Martine van Ommeren van Simpel Switchen.

Het werkblad 'Goed Geregeld Gesprek' is een tool waarmee professionals hierover in gesprek kunnen gaan met burgers die parttime gaan werken. Het werkblad geeft inzicht in de nieuwe financiële situatie en ondersteunt ook bij het maken van afspraken over de inkomstenverrekening door de gemeente.

Het werkblad zorgt er dan ook voor dat de burger weet hoe de financiële situatie er uit zal komen te zien de aankomende maanden als ze beginnen met werken. Als blijkt dat de burger in een financieel gat dreigt te vallen kan een professional tijdens het goed geregeld gesprek hier ook gelijk een oplossing voor proberen te vinden.

Combinatie ‘Uitkering naar Werk Berekenaar’ en werkblad ‘Goed Geregeld Gesprek’

De tool van het Nibud en het werkblad van Simpel Switchen zijn goed samen te gebruiken. Voor het invullen van het werkblad 'Goed Geregeld Gesprek' heb je namelijk het nettoloon en de hoogte van toeslagen nodig, die je kunt berekenen via de tool van het Nibud. Daarnaast geeft het werkblad een mooi vervolg aan het uitrekenen van het nettoloon met de 'Uitkering naar Werk Berekenaar'.

Tools gebruiken

Wil je de tools ook gaan gebruiken? Dat kan via onderstaande links.

Gemeente Utrecht Aan het werk zonder financiële zorgen: het Huishoudboekje

In het kort

  • Angst voor geldzorgen houdt mensen tegen de overgang van uitkering naar werk te maken. 
  • Schuldhulpverlening kost de maatschappij veel geld (100 duizend euro per gezin) dat met goede preventie bespaard kan worden. 
  • Het Huishoudboekje van de gemeente Utrecht biedt burgers een financieel zekere situatie die schulden voorkomt en de stap naar werk makkelijker maakt.

Waarom het huishoudboekje?

Schuldsituaties zijn verschrikkelijk voor gezinnen, en kosten de maatschappij veel geld – gemiddeld 100 duizend euro per gezin. Veel aanmeldingen bij buurtteams gaan over geld(zorgen). En er is veel meer vraag naar die ondersteuning dan de gemeente kan bieden. Utrecht heeft hier met het Huishoudboekje een slimme oplossing voor ontwikkeld.

Nina Kox, gemeente Utrecht: ‘Het huishoudboekje ontzorgt mensen financieel. Het inkomen, toeslagen en uitkeringen komen binnen op een rekening van de gemeente. Van hieruit worden de vaste lasten gegarandeerd betaald. Soms gaan die kosten voor de baten uit. De gemeente buffert daarom tot 1500 euro per persoon. De gemeente financiert deze buffer. Het is goedkoper om nu 1500 euro te financieren, dan straks die 100.000 euro te moeten betalen.’ Zo wordt escalatie van schulden voorkomen.

Er doen nu ruim 100 mensen mee aan het Huishoudboekje. Zij ervaren rust en hebben minder schulden

Voor alle Utrechters

Het Huishoudboekje is er voor alle Utrechters die ondersteuning nodig hebben bij het betalen van de vaste lasten. Kox: ‘denk aan statushouders, mensen met flexibele inkomsten of mensen die net uit budgetbeheer komen. Zij kunnen instromen zonder dat er een einddatum op zit. De ondersteuning is er zolang het nodig is.’ Er doen nu ruim 100 mensen mee aan het Huishoudboekje. Zij ervaren rust, en hebben minder schulden. Dat voorkomt bewindvoering.

Een instrument in de voorbereiding op werk

Utrecht zet het Huishoudboekje actief in bij het voorbereiden van mensen op de overgang van uitkering naar werk. Werkmatchers Magaidy en Feride vertellen: ‘Het is een mooi hulpmiddel om zorgen weg te nemen wanneer er sprake is van onrust in de financiële situatie. Dit neemt een belemmering weg, zodat de begeleiding naar werk makkelijker kan verlopen. Vroeger konden we alleen hulp bieden bij schulden, nu kunnen we ook al inspringen als het lastig is rekeningen te betalen omdat het inkomen niet stabiel is. Dus ook als er geen schulden zijn, kunnen we nu wat doen. Dat is fijn.’

Het Huishoudboekje wordt heel luchtig ter sprake gebracht. ‘Het is een extra service, het is vrijblijvend: je kunt er ook weer heel makkelijk uitstappen.’

De reacties van mensen zijn heel verschillend. Feride: ‘Sommigen vertrouwen de gemeente niet, anderen vinden het heel fijn. Maar áls het geregeld is, dan gaan mensen wel makkelijker aan het werk.’

Medewerkers delen hun ervaringen

Medewerkers van het Huishoudboekje Elma en Marian vertellen hoe het proces dan verder gaat: ‘Als mensen mee willen doen, krijgen ze een incheckgesprek. Als mensen zijn aangemeld, nemen wij telefonisch contact op: wat speelt er, waarom wil je meedoen aan het huishoudboekje? Als daar geen gekke dingen uitkomen, maken we een afspraak. Dan maken we een budgetplaatje en stellen we het leefgeld vast. Mensen tekenen dan een volmacht en overeenkomst. Het budgetplaatje wordt via de app gemaakt. Vanuit de app wordt het doorgestuurd naar de backoffice.’

Naar een nieuwe standaard

Deelnemers van het Inspiratielab on Tour delen de probleemanalyse van de gemeente Utrecht. Volgens de aanwezigen kunnen gemeenten veel nadrukkelijker en veel eerder in het traject – eigenlijk al vanaf de aanvraag –duidelijk benoemen wat er met het inkomen gebeurt rond de overgang naar werk. Dat hoeft helemaal niet zwaar te zijn als je goed let op welke taal je gebruikt. Vermijd het woord ‘zorg’, ook in ‘voorzorg’ of ‘nazorg’. Aandacht vragen voor oplossingen als het Huishoudboekje kan ook via bijvoorbeeld scholen, of een festival.

Randvoorwaarden en onderdelen van die nieuwe standaard:

  • algemene beschikbaarheid van de nieuwe standaard;
  • opnemen standaardwerkwijze voor inkomstenverrekening;
  • opnemen transitiebudget om specifieke belemmeringen weg te nemen.
  • gerichte aandacht voor de zorgen en vragen van mensen;
  • werken met kleine teams in de wijk.

Colofon

Divosa

Aidadreef 8 | 3561 GE Utrecht
Postbus 9563 | 3506 GN Utrecht
030 233 23 37
info@divosa.nl
www.divosa.nl

Tekst & redactie

Anneke Nunn
Yvette Bommeljé
Martine van Ommeren
Suzanne Visser
Sebastiaan de Kroon (Divosa)
Rob Vermeulen (Divosa)

Contentmanagement

Jasja van Moorsel (Divosa)

Versie

November 2020