Bij Werkzaak Rivierenland winden ze er geen doekjes om: de inclusieve samenleving die we zeggen te willen, kan niet zonder een inclusieve arbeidsmarkt die kansen biedt aan iedereen. Loonkostensubsidie (LKS) wordt daarbij gezien als de ‘grote gelijkmaker’ om zoveel mogelijk mensen aan zinvol en passend werk te helpen. En met succes: Rivierenland weet een relatief hoog percentage mensen te begeleiden vanuit de uitkering naar werk. Werkzaak-directeur Elfriede Boer: ‘In onze visie voeg je met loonkostensubsidie op drie plekken waarde toe: bij de werkgever, bij de gemeente én bij de werkzoekende. Iedereen wint met werk!’

Werkzaak Rivierenland bedient acht gemeenten in de gelijknamige arbeidsmarktregio, met Tiel, West Betuwe en Culemborg als de wat grotere steden. ‘We pakken alle vraagstukken rondom werk op,’ zegt Boer, ‘maar we verstrekken ook de uitkeringen. Dat maakt ons vrij bijzonder: vaak is dat gescheiden in werk en inkomen.’

Vanaf de oprichting van Werkzaak in 2016 is de inzet geweest om zoveel mogelijk mensen bij werkgevers in de regio aan het werk te krijgen, met loonkostensubsidies als instrument om dat mogelijk te maken.

Volwaardige baan, volwaardig inkomen

Als het ook maar enigszins kan, is het streven een ‘gewoon’ arbeidscontract voor de werkzoekende. Boer: ‘We hebben voor werkgevers ook maar één tarief: het wettelijk minimumloon. Meer smaken zijn er niet. We hebben goede mensen en instrumenten om iemands loonwaarde vast te stellen. Het verschil in productiviteit leggen we bij. Met behulp van de loonkostensubsidie kunnen we zo veel mensen aan een volwaardige baan helpen, met een volwaardig inkomen en bijbehorende rechten en plichten.’  

Stevige inzet op loonkostensubsidie

Bij Werkzaak Rivierenland maakt ruim 16 procent van de klanten gebruik van een loonkostensubsidie in het kader van de Participatiewet. In 2021 lag het benchmarkgemiddelde op 6,2 procent. Dit is een verhoudingsgetal dat de omvang van het aantal mensen met een loonkostensubsidie afzet tegen het aantal mensen in de bijstand.

Huiverig voor hoge kosten

Veel gemeenten zijn in het verleden huiverig geweest voor de op het oog hoge kosten van uitvoering en begeleiding die loonkostensubsidie met zich meebrengt en het risico dat die zich niet terugbetalen. ‘Maar wij geloven er in dat investeren in mensen loont, en dat hebben we de afgelopen jaren ook aangetoond: we hebben een groot tekort weten om te zetten naar positieve cijfers’, zegt Boer.

Ze vervolgt: ‘Met loonkostensubsidies voeg je op drie plekken waarde toe. Werkgevers zitten echt te springen om medewerkers, waarmee ze omzet en winst kunnen maken. Werkgevers betalen met LKS het juiste bedrag voor de waarde van de arbeid die wordt gedaan. De gemeente geeft minder uit aan uitkeringen. En de werkzoekende krijgt iets heel waardevols: werk. Als je deze drie poten zichtbaar weet te maken, dan is iedereen erbij gebaat en wordt het al gemakkelijker.’   

We kunnen gewoon laten zien dat we geld overhouden

De Divosa Benchmark Werk & Inkomen helpt bij het onderbouwen van de aanpak naar de gemeenten toe, aldus Boer. ‘We kunnen gewoon laten zien dat we geld overhouden doordat er minder aan uitkeringen wordt betaald. Maar het belangrijkste is dat onze gemeenten durven te investeren. Het participatiebudget besteden we volledig aan werkzoekenden, in de vorm van werkcoaches en instrumentarium om mensen werkfit te maken en te houden.’

Sinds 2022 financiert het Rijk de loonkostensubsidie op basis van de werkelijk gemaakte kosten. Daardoor vervalt het risico bij gemeenten dat uitgekeerde LKS niet ‘terugverdiend’ wordt met lagere uitkeringen. Boer: ‘Dat is goed nieuws, omdat er nu méér gemeenten gebruik van zullen gaan maken. Maar eigenlijk loonde het voorheen ook gewoon al om mensen op deze manier uit te laten stromen naar betaald werk.’    

Lage caseload

Om voor alle partijen succesvol te zijn met loonkostensubsidies, is heel wat meer nodig dan werkgevers met vacatures, een zak subsidiegeld en een groep werkzoekenden, leert de ervaring in Rivierenland. Het draait daarbij vooral om aandacht. Boer: ‘Zelfs in de coronatijd zagen we dat de meeste werkzoekenden ook zonder ondersteuning prima hun weg vinden op de arbeidsmarkt. Het gaat juist om de mensen die wat kwetsbaarder zijn. Die hebben meestal heus wel een talent en ze willen er toe doen in de samenleving. Maar er is wel maatwerk nodig om dat voor elkaar te krijgen. Daar zijn we goed in en dat verklaart zeker een deel ons succes. Onze consulenten hebben met 55 mensen een lage caseload. Die hebben dus echt tijd om te bemiddelen en om interventies in te zetten.’ 

Nu zit ze helemaal op haar plaats en groeit ze zelfs door! En dat alleen omdat er gekeken is: wat kan je eigenlijk nog méér, behalve inpakken?

Op het juiste spoor door ‘diamond painting’

De consulenten leren ‘hun’ mensen én hun bijzonderheden goed kennen, en dat komt van pas bij het vinden van de juiste plaats bij de juiste werkgever. Boer schetst een voorbeeld: ‘We hadden een dame geplaatst bij een logistiek bedrijf voor inpakwerk. Maar dat gaf toch veel gedoe en ze had moeite zich goed te gedragen. Toen kwam haar praktijkbegeleider erachter dat ze in haar vrije tijd aan ‘diamond painting’ doet, iets dat een enorm beroep doet op je fijne motoriek. Met die kennis is een andere werkgever en een functie voor haar gezocht waar die fijne motoriek héél belangrijk is. Nu zit ze helemaal op haar plaats en groeit ze zelfs door! En dat alleen omdat er gekeken is: wat kan je eigenlijk nog méér, behalve inpakken? Daarmee groeit zelfvertrouwen en verbetert het gedrag.’

De werkcoaches van Werkzaak Rivierenland blijven de mensen die een baan met LKS hebben gevonden voor langere tijd volgen. Dat is van groot belang voor de duurzaamheid van geboekte resultaten, vindt Boer. ‘De werkcoaches kijken of er groei zit bij de medewerkers, ook in de loonwaarde natuurlijk. Vaak is dat het geval, maar een daling komt ook wel voor. Geregeld speelt verveling daarin een rol. En dit zijn wel mensen die soms de vaardigheden niet hebben om hier zelf het gesprek over aan te gaan. Daar kunnen de werkcoaches dan bij ondersteunen.’

Een inclusieve samenleving kan niet zonder inclusieve arbeidsmarkt

Elkaar niet opgeven

Bij het vinden van werkgevers in de regio die het willen proberen met mensen met loonkostensubsidie én bij het overtuigen van bestuurders in de gemeentes, brengt Elfriede Boer met veel passie haar maatschappijvisie in: een inclusieve samenleving kan niet zonder inclusieve arbeidsmarkt. ‘We mogen elkaar gewoon niet opgeven. Voor de groep mensen waar wij het voor doen, hangen de slingers meestal niet uit: mensen voelen zich vaak mislukt, op school, thuis, in werksituaties. Ze komen vaak echt van ver. En de terminologie die we daarbij gebruiken helpt ook niet mee. Je zult bijvoorbeeld maar tot het zogenaamde “granieten bestand” gerekend worden! En dat terwijl we gewoon zien dat investeren in mensen helpt! Zelfs mensen uit de moeilijkst bemiddelbare groep zien we soms nog uitstromen naar werk.’ 

Over de Divosa Benchmark

De Divosa Benchmark is een samenwerking van Divosa, Stimulansz en BMC Onderzoek. De Divosa Benchmark bestaat uit drie benchmarks: Werk & Inkomen, Armoede & Schulden en Statushouders & Inburgering. De informatie uit deze benchmarks hangt nauw met elkaar samen. Met de benchmarks kunnen gemeenten hun resultaten meten en vergelijken met andere gemeenten. Van elkaar leren en de uitvoering verbeteren staan hierin voorop.

Meer weten of deelnemer worden? Kijk op www.divosa-benchmark.nl.