Neem een kijkje in het Divosa Museum. Twaalf mijlpalen uit de geschiedenis vertellen je het verhaal van onze vereniging.
Verslag Divosa Voorjaarscongres 2024
Laatste update: 05 juni 2024Michiel van Willigen ‘Een jeugdvraag heeft niet altijd een jeugdzorgoplossing nodig’
Wethouder Michiel van Willigen heeft de beleidsterreinen jeugd, sociale basis, primair, voortgezet en passend onderwijs, sport, gezondheid en armoede en schulden in zijn portefeuille. ‘Maar in Zwolle hebben we afgesproken om niet die terreinen, maar onze ambitie te formuleren. Ik ben wethouder Kansengelijkheid.’

In het kort
- Houd focus op de lange termijn
- Haal de schotten in je begroting weg
- Geef vertrouwen aan een sterk sociaal team
Van Willigen studeerde Landinrichting in Wageningen en hield zich jarenlang bezig met waterbeheer. Waarom hij dit vertelt? Vanwege de gelijkenissen die hij ziet met het sociaal domein. ‘Halverwege de jaren negentig hadden we te maken met bijna-overstromingen, waar we op reageerden met het verhogen en verstevigen van de dijken. We maakten ons zorgen om de wateroverlast die een dijkdoorbraak zou veroorzaken. We hadden de blik gericht op de achterkant. En vergaten goed na te denken over de voorkant, over de afvoer van water, over het veiligheidsaspect. Daarvoor stelden we pas later langetermijnplannen op.’
Leiderschap kenmerkt zich door het voor ogen houden van je einddoel.
Einddoel voor ogen
Transformatie is alleen mogelijk met langetermijnplannen. En leiderschap kenmerkt zich door het voor ogen houden van je einddoel, aldus Van Willigen. ‘Wat wil je uiteindelijk bereiken? Wat betekent het als je zegt: “Alle kinderen moeten veilig en gezond opgroeien”?’ Van Willigen werd raadslid in 2014 en wethouder in 2018. ‘En van meet af aan was de blik in Zwolle vooruit gericht in plaats van alleen op de kortetermijntekorten.’
Doen wat nodig is
Van Willigen noemt de twee Zwolse hoofddoelen met het oog op kansengelijkheid: Nul uithuisplaatsingen en meer eigen inzet van het sociaal wijkteam. ‘Dat is onze richting en daarop hebben we onze inrichting aangepast. Bij een integraal beleidsstuk hoort ook een integrale inrichting van de werkvloer. Én de vrijheid en het vertrouwen voor de werkvloer om te doen wat nodig is.’
Dankzij het scheidingsteam is het aantal uithuisplaatsingen enorm afgenomen.
De-escalatie
Een jeugdvraag heeft niet altijd een jeugdzorgoplossing nodig, illustreert Van Willigen. ‘We kwamen erachter dat 70 procent van de casuïstiek van jeugdbescherming gerelateerd is aan (v)echtscheidingen en relatieproblemen. In die wetenschap hebben we een speciaal scheidingsteam opgezet: een multidisciplinair team waarin bijvoorbeeld ook een mediator en een advocaat zitten. In maar liefst 96 procent van de gevallen zorgt dit team voor de-escalatie van de situatie, waardoor het aantal uithuisplaatsingen enorm is afgenomen.’
Verbluffende resultaten
Hoe pak je zoiets aan?, is dan de grote vraag. ‘In Zwolle zijn we gestart met proeftuinen in de wijk, waarin onder meer het wijkteam, sportverenigingen en jeugdhulp samenwerken aan oplossingen. Dat kost wat – we hebben er een miljoen euro in gestoken – maar dan heb je ook wat. We hoeven niet altijd jeugdhulp in te zetten, het wijkteam kan heel veel zelf. En de resultaten zijn verbluffend’, zegt Van Willigen. Er zijn minder kinderen in specialistische jeugdhulp, er is sprake van kortere en minder intensieve jeugdhulp, het aantal uithuisplaatsingen is sterk omlaag gegaan en per casus zijn de kosten voor specialistische jeugdhulp met 7000 euro gedaald.
Ontschotten kan prima; dat gesprek kun je best voeren met je gemeenteraad.
Weg met de schotten
Integraal werken wordt vaak bemoeilijkt door schotten. ‘Maar we kunnen prima heel veel budgetten bij elkaar pakken’, spreekt Van Willigen uit ervaring. ‘Dat gesprek kun je best voeren met je gemeenteraad.’ In Zwolle heeft dat een zekere rust gebracht. ‘We nemen meer tijd om met inwoners te praten, waardoor we meer aandacht hebben voor hun hulpvraag en de context daarvan. En we merken dat daardoor ook meer vertrouwen ontstaat bij onze inwoners.’
Michiel van Willigen
Michiel van Willigen is wethouder jeugd, sociale basis, onderwijs, sport, gezondheid en armoede en schulden in gemeente Zwolle. Hij kwam in 2010 via de ChristenUnie in de gemeenteraad van Zwolle en werkte onder meer aan de decentralisaties in het sociaal domein en aan de Hervormingsagenda Jeugd. Van Willigen is deelnemer aan de VNG-commissie Zorg, Jeugd en Onderwijs. Ook hield hij zich bezig met het beheer van de openbare ruimte, en daarbij met duurzaamheid.
Van Willigen is initiatiefnemer van Autodelen Zwolle, waarbij meerdere gezinnen sinds 2007 auto's delen. Zijn belangrijkste drijfveer als bestuurder is te werken aan een sterke sociale basis voor alle Zwollenaren via een positieve gezondheidsaanpak.
Inhoud
Verslag Divosa Voorjaarscongres 2024
Laatste update: 05 juni 2024Dwars!
De roep om nabijheid en vertrouwen is in onze samenleving urgenter dan ooit. Niet iedereen voelt zich door de overheid gehoord en gezien. Gemeenten willen dat veranderen en werken aan een andere manier van denken en doen. Maar het mag nog dwarser. De dienstverlening moet eenvoudiger en integraler, dwars door de domeinen heen. Op het Divosa Voorjaarscongres 2024 ontdekken professionals en leidinggevenden in het sociaal domein wat zij daaraan kunnen doen. Volg hier het liveverslag. We vullen het verslag in de loop van de komende twee dagen aan met tekst en beeld.
Divosa is jarig!
In 2024 bestaat Divosa 90 jaar en dat vieren we natuurlijk met onze leden. Niet alleen omdat Divosa zelf al zo lang bestaat, maar ook omdat leidinggevenden en professionals in het sociaal domein zich al 90 jaar aan elkaar verbinden, om samen hun dienstverlening aan kwetsbare inwoners te verbeteren. Twaalf mijlpalen uit de geschiedenis vertellen je het verhaal van onze vereniging.

Samen wonen en leven in hartstad Zwolle
In Zwolle hoort iedereen erbij en doet iedereen mee. Deze gedachte vertaalt zich door in de vele wooncommunity's die de stad rijk is. Medewerkers van de gemeente en bewoners vertellen erover op het Divosa Voorjaarscongres 2024: Dwars!
Dorrit de Jong 'Mensen hebben behoefte aan contact met elkaar'
‘Het lijkt dwars, maar eigenlijk is het van alle tijden: mensen hebben behoefte aan contact met elkaar’, zegt de Zwolse wethouder voor Zorg, Welzijn, Wonen en Diversiteit Dorrit de Jong, de eerste spreker op het Divosa Voorjaarscongres. In diverse wijken geeft de gemeente daar vorm aan, met zogeheten community's waarin verschillende groepen inwoners met elkaar samenleven, naar elkaar omzien, groeien en tegelijk hun eigenheid behouden.

In het kort
- In community's in de wijk zien inwoners naar elkaar om.
- De gemeente Zwolle geeft daar succesvol vorm aan.
- Gemeenschappen vormen een antwoord op belangrijke maatschappelijke vraagstukken, zoals vergrijzing, eenzaamheid en kwetsbaarheid.
Ouderen, jongeren, studenten, mensen met een psychische aandoening, niet iedereen kan altijd op eigen benen staan. Vroeg of laat kunnen zich hulpvragen aandienen, zeker in een tijd van vergrijzing en waarin zelfstandig wonen aan de ene kant meer wordt aangemoedigd maar niet voor iedereen is weggelegd.
Community's
De gemeente Zwolle heeft op diverse plaatsen in de stad zogeheten community's (zeg maar gemeenschappen) opgezet, waarin bewoners bijvoorbeeld samen een moestuin onderhouden, koken of spontaan samenkomen in een gemeenschappelijke ruimte. ‘Kortom, samen maken ze er iets moois van.’
Studenten helpen jongeren
De Zwolse wethouder Dorrit de Jong liet op het congres diverse voorbeelden zien, zoals Community 4.2 waarin jongeren en studenten onder een dak wonen en de studenten de jongeren waar dat nodig is ondersteunen. Ook is er een gemeenschap opgezet voor inwoners met een Indisch-Molukse achtergrond. In de community's komen dus diverse werelden samen en ook wordt ingespeeld op bredere maatschappelijke vraagstukken, zoals eenzaamheid. ‘Op die manier werken we aan de bouw en ontwikkeling van de stad.’
Samenwerking
Om de community's goed te laten functioneren werkt de gemeente nauw samen met woningcorporaties, welzijns- en zorginstellingen. ‘Samenwerken zit in het dna van Zwolle.’ De betrokken organisaties werken al meer dan tien jaar samen in een platform. Daar komen de ideeën tot stand. Zo zijn we ook steeds meer in de regio actief en ontstaan er in omliggende gemeenten ook community's. Daarbij luisteren we ook goed naar wat inwoners zelf aangeven. Dat maakt Zwolle ook dwars. Een community wordt zo ook echt een community. Zwolle is een warme stad voor iedereen.’
Dorrit de Jong
Dorrit de Jong is sinds 2021 wethouder Inclusieve Samenleving in Zwolle. Haar portefeuilles zijn onder andere wonen, zorg, maatschappelijke opvang, ouderen en vluchtelingen. In haar werk legt ze nadrukkelijk verbindingen tussen deze dossiers. Zo zet ze zich in voor nieuwe woonvormen voor inwoners met een zorgvraag (de Zwolse communities), de opvang en huisvesting van kwetsbare doelgroepen en is ze een van de bestuurlijke trekkers van het IZA regioplan in de regio. Ook is De Jong duo-locoburgemeester van de gemeente Zwolle.
Na haar studie politicologie werkte De Jong een aantal jaren bij adviesbureau Berenschot als organisatieadviseur in het sociaal domein. Ook werkte ze als politiek secretaris voor GroenLinks in de Tweede Kamer en was gemeenteraadslid in Amsterdam.
Özcan Akyol ‘Blijf trouw aan jezelf’
Voorafgaand aan het Divosa Voorjaarscongres ging Özcan Akyol, Eus in de volksmond, bij zichzelf te rade: ben ik dwars? Of ácteer ik alleen maar dat ik dwars ben? ‘Dat laatste zou een beetje zielig zijn.’ Na enig nadenken concludeerde hij: ik ben dwars en dat ben ik altijd al geweest. ‘Met dwars zijn kun je echt iets teweegbrengen.’

In het kort
- Met dwars zijn kun je echt wat bereiken
- Als inwoners jullie ‘eigenheid’ niet begrijpen, ontstaat er een kloof
- Laat zien dat je mens bent, anders ben je het systeem
Özcan trapt luchtig af. ‘Mensen hebben weleens medelijden met me. Mijn ouders zijn analfabeet en spreken geen Nederlands. “Wat sneu, dan kunnen ze je boeken niet lezen.” Maar ik vind het niet zo erg. Mijn werk is autobiografisch, ik kan schrijven wat ik wil zonder aan hen verantwoording af te leggen.’
Ik zat elke avond naast mijn moeder op de bank om GTST te vertalen
Goede tijden slechte tijden
Dat is een kant van het verhaal. De andere kant is dat Özcan zich als kind al realiseerde dat hij vaak voor zijn ouders moest zorgen. Een bezoek aan de huisarts, een ouderavond, een brief van de gemeente: Özcan moest tolken. Ook alle afleveringen van Goede tijden slechte tijden. ‘We hadden geen schotel, dus geen Turkse programma’s binnen handbereik. Maar mijn moeder wilde toch graag een eigen favoriete programma. Ze koos GTST. Dus zat ik elke avond naast haar op de bank om alle belevenissen in Meerwijk woordelijk voor haar te vertalen. Kon ik als 9-jarige mooi langer opblijven.’
Arts of advocaat
Op school vertaalde Özcan de gesprekken tussen zijn docent en zijn ouders. ‘Dan zei de docent: “Je bent slim. Misschien wel slimmer dan de andere kinderen. Maar in rekenen ben je niet goed.” Wat ik doorgaf als: “Als ik zo doorga, mag ik waarschijnlijk een klas overslaan.” Mijn vader stak twee duimen in de lucht. Hij wilde niets liever dan een arts of advocaat in de familie.’
Antidepressiva
Özcan geeft een schrijnend voorbeeld van twee werelden die elkaars taal niet spreken. Zijn moeder heeft een afspraak bij de huisarts. Özcan gaat mee om te tolken. ‘Zeg tegen de dokter dat ik last heb van alles’, sommeert zij hem. ‘Dat kan niet’, zegt de dokter. ‘Mensen hebben last van hun buik of hun rug of hun hoofd, maar niet van alles’. ‘Dus ik zei tegen de huisarts: ‘Ik weet het, maar schrijf haar gewoon paracetamol voor. Dan is mijn moeder blij en zijn wij van het gezeik af.’
Twintig jaar later. Özcans moeder heeft inmiddels een huisarts die Turks spreekt. Wanneer zij het gezin van Özcan een bezoekje brengt, ziet hij een doosje antidepressiva in haar tas. ‘Ze heeft me er niet over verteld. Daarover praten we niet. Maar het was me in een keer duidelijk: al die tijd heeft zij last gehad van alles.’
Ik haalde atheneumadvies en mijn juf vroeg: ‘Bij wie heb je afgekeken?’
Klassenmigrant
Özcan noemt zichzelf een klassenmigrant – ‘net als veel mensen hier in de zaal; het gaat niet alleen over etniciteit’. ‘Ik groeide op in de lagere klasse, ontwikkelde me tot de middenklasse en behoor nu misschien wel tot de culturele elite.’ Dat ging niet zonder slag of stoot. In groep 8 rondde hij zijn eindtoets af met atheneumadvies. Waarna zijn juf hem vroeg: ‘Bij wie heb je afgekeken?’. ‘Bij wie had ik moeten afkijken? Ik had het hoogste advies van mijn klas? Maar dat antwoord had ik toen niet paraat.’
De juf wilde hem naar het vbo sturen, maar kreeg met Özcans vader te maken – ‘hem werd een arts of advocaat afgepakt’. De uitkomst van die clash: mavo-advies. ‘Ik vond het leuk op school, ging door naar het mbo en daarna – inmiddels in de ban van lezen en boeken – naar de hogeschool voor Journalistiek en de universiteit voor een studie Nederlands.’ Nog tijdens zijn studie kreeg hij een contract bij een uitgeverij.
Met dwars zijn kun je echt iets teweegbrengen
Dwarsdenker
In zijn werk kaart Özcan vaak aan ‘wat niet klopt’. In de vorm van ironische columns bijvoorbeeld. ‘In een van die columns, van jaren geleden alweer, schreef ik dat ik het sinterklaasfeest niet inclusief vond, omdat er geen chocoladeletters bestaan met twee puntjes op de O. Bakkers in het hele land stuurden me daarna chocoladeletters toe, mét puntjes. Maar ik heb ook veel boze berichten ontvangen – kom niet aan het sinterklaasfeest. Met dwars zijn kun je echt iets teweegbrengen, heb ik gemerkt.’
Als inwoners je eigenheid niet meer begrijpen, ontstaat er een kloof
Maar Özcan is nooit dwars om het dwars zijn. ‘Ik zet het in om bewustzijn te creëren.’ Ook wordt hij vaak als ‘heel eigen’ gepresenteerd. ‘Maar ik heb niets anders.’ Het heeft te maken met het bewegen tussen werelden, tussen klassen. ‘Als jullie aan het werk zijn, zijn jullie ook “eigen”. Ben je anders dan wanneer je ’s avonds thuis op de bank zit. Praat je anders, doe je anders.’
‘Maar let op’, waarschuwt hij: ‘Als inwoners jullie eigenheid niet meer begrijpen, ontstaat een kloof.’
Wees mens
De les van Özcan: ‘Ja, er zijn conventies. Maar soms moet je die naast je neerleggen. Laat zien dat je mens bent, anders ben je het systeem. Blijf trouw aan jezelf en geloof ik wat je doet. Voor de inwoners en voor jezelf. Anders word je ongelukkig.’
Özcan Akyol
Özcan Akyol (1984), ook wel bekend als Eus, is een Nederlandse schrijver, columnist en presentator. Hij debuteerde in 2012 met de semi-autobiografische schelmenroman Eus en ontwikkelde zich daarna tot een creatieve duizendpoot. Als televisiepresentator werd hij bekend door succesvolle programma's als Sterren op het Doek en De Geknipte Gast. Ook presenteerde hij voor de NTR het programma Dwarse denkers. Özcan is columnist voor verschillende kranten en tijdschriften, waarin hij schrijft over verschillende thema's: van binnenlandse politiek tot ons onderwijssysteem.
Los hiervan presenteert Akyol zich als literatuurpropagandist, zoals NRC Handelsblad hem noemde en bezoekt hij elke week minimaal één middelbare school in Nederland om jongeren te enthousiasmeren voor het lezen van boeken.
Teun Toebes ‘Het gaat niet om de kwaliteit van zorg, maar om de kwaliteit van leven’
‘Human forever’ is op dit moment de meest bekeken maatschappelijke documentaire. De maker is Teun Toebes, 24 jaar en kerngezond. Drie jaar woonde hij op een gesloten afdeling voor mensen met dementie. Ook trok hij de wereld rond om te ontdekken hoe er met deze mensen wordt omgegaan. Dat moet beter. ‘Laten we verantwoordelijkheid nemen voor de kwaliteit van leven.’

In het kort
- Onze kijk op mensen bepaalt alles en dat is nu geïnstitutionaliseerd.
- Neem de gesloten afdeling: we accepteren geen risico’s. Maar zo slopen we ook het leven eruit.
- Geld is niet de oplossing voor een beter leven. We moeten luisteren en leren om samen te leven.
‘Als ik een ding heb geleerd van mijn reis is het luisteren’, vertelt Toebes. ‘Mensen met dementie kennen dezelfde emoties als wij. Hoe mooi is dat. Toch worden ze niet voor vol aangezien. Dat komt niet door hun dementie maar door hoe wij met hen omgaan.’ Onze kijk op mensen bepaalt daarin alles. ‘Het ultieme product van die kijk is de gesloten afdeling’, stelt de zorgvernieuwer. ‘Wij accepteren geen risico’s. De collectieve veiligheid weegt zwaarder dan de individuele vrijheid.’
Dé code
Zo merkte Toebes tijdens zijn verblijf in het verpleeghuis dat er met hem anders werd omgegaan dan met de andere bewoners. ‘Ik had een privilege: dé code. Dat betekende dat ik naar buiten mocht. Boodschappen doen. Naar de universiteit.’ Andere bewoners hadden een tracker die bepaalde welke deuren open gingen en welke niet.
Als je het leven standaardiseert, dan sloop je het leven eruit.
‘De armoede van onze welvaart is dat we zoveel mogelijkheden hebben’, ziet Toebes. Onze aanname is dat meer geld leidt tot beter. Maar meer personeel en meer producten zijn niet de oplossing. ‘Dan krijg je klittenbandpoesjes op de muur of geprojecteerde vlinders op de vloer. Die dragen niet bij aan een betekenisvol leven. Niemand heeft dat thuis, het voelt meer als Disneyland.’ Het meubilair in verpleeghuizen draagt evenmin bij aan dat thuisgevoel. Overal ziet Toebes dezelfde soort meubels terug, dezelfde kleuren, dezelfde zilverkleurige koffiepotten met zwarte dop. ‘Als je het leven standaardiseert, dan sloop je het leven eruit.’
Plastic bloemen
Voor een beter leven zijn een cultuurverandering en een andere kijk op risico’s nodig. Daarvan trof Toebes voorbeelden aan tijdens zijn wereldreis. Neem Denemarken. De zaal krijgt een foto te zien van oudere mensen op tuinbankjes rondom een kampvuur. ‘Er staan echte bloemen in het gras, in tegenstelling tot de plastic bloemen in onze verpleeghuizen - ‘anders eten ze ze op’ - of nep waxinelichtjes.’ Hier wordt uitgegaan van vertrouwen.
Er zijn niet méér verpleeghuizen nodig.
‘Mensen met dementie vragen niet om kwaliteit van zorg, maar om kwaliteit van leven.’ Toebes pleit voor gelijkwaardigheid tussen bewoners en personeel in verpleeghuizen. Daar horen geen aparte cappuccino's en wc’s voor personeel bij. ‘Het gaat juist om samenleven. Kunnen luisteren, kijken, voelen.’ Daarvoor zijn niet méér verpleeghuizen nodig, maar wel meer sociale woonvormen waar we elkaar kunnen helpen, waar iedereen onderdeel is van het leven.
Gelukkig bestaan ook daarvan voorbeelden. Toebes heeft ze gezien, ook in Nederland. ‘Overal zetten mensen zich in voor een betere wereld. Laten we elkaar vasthouden en samen verantwoordelijkheid dragen voor kwaliteit van leven. Er is nog een wereld te winnen.’
Teun Toebes
Teun Toebes (1999) is zorgvernieuwer en heeft als missie om de levenskwaliteit van mensen met dementie wereldwijd te verbeteren. Hij strijdt al jaren voor een betere wereld voor mensen met dementie, omdat hij vindt dat ieder mens recht heeft op de best mogelijke levensstandaard, ongeacht leeftijd of diagnose. Als verpleeghuisbewoner heeft hij ruim drie jaar ervaren waarom deze verandering zo hard nodig is.
Om te ontdekken hoe we de toekomst mooier en inclusiever kunnen maken, reisde hij de afgelopen jaren de wereld rond voor de internationale documentaire ‘Human Forever’ om te zien wat we van andere landen kunnen leren. De film is in première gegaan tijdens een G20-top over dementie en gaat nu de wereld over. Toebes schreef ook de wereldwijde bestseller VerpleegThuis, Een Wereld te Winnen en de internationaal bekroonde documentaire Human Forever.
Erik Dannenberg 'We moeten dingen anders durven doen'
‘Soms moet je dwars zijn om relevant te blijven. Scherp zijn op wat er gebeurt, maar wel in verbinding met de politiek. En altijd zij aan zij met de inwoner en de leden van Divosa. Zo doet Divosa het al 90 jaar en zo moeten we het ook blijven doen’, zegt Divosa-voorzitter Erik Dannenberg.

In het kort
- Scherp zijn maar wel in verbinding blijven
- Benut de kracht van de samenleving
- Gemengde gevoelens over het hoofdlijnenakkoord
‘Als vereniging moet je jezelf steeds uitvinden. Dat geldt zeker ook in het sociaal domein. Dat betekent dat je moet zoeken naar nieuwe vormen van werken en samenwerking, in antwoord op maatschappelijke vraagstukken. Divosa zet zich daarvoor in en gaat het gesprek daarover met succes aan: het congres in Zwolle met een volgepakte zaal laat zien dat we springlevend zijn’, zegt Erik Dannenberg.
Zwolle
Voor Dannenberg is het zijn laatste voorjaarscongres. Eind dit jaar draagt hij het stokje over aan een nieuwe voorzitter. In een vraaggesprek met dagvoorzitter Ruben Maes gaf hij een inkijkje in 90 jaar Divosa en keek hij ook vooruit, op voor hem bekend terrein: Dannenberg woont in Zwolle en was als wethouder zelf betrokken bij de bouw van theater De Spiegel, waar het congres plaatsvindt.
Dwars durven zijn
‘We moeten soms dwars durven zijn’, zegt Dannenberg, verwijzend naar het thema van het Divosa Voorjaarscongres. ‘In een niet al te ver verleden deden we zelfs mee aan protesten als we het ergens niet mee eens waren, zoals met de voordeursregeling. Dat werd ons niet in dank afgenomen, maar we stonden wel voor onze zaak.’
Het moet anders
Ook anno 2024 zijn er tal van thema’s die om een onorthodoxe aanpak vragen. Neem de personeelstekorten in het sociaal domein en de veelheid aan taken van gemeenten. ‘Dat ga je niet oplossen met extra geld of met nog efficiënter werken. Het moet dus anders, denk bijvoorbeeld aan het indiceren van wijken in plaats van individuen. En kijk wat voor goed werk gemeenten als Zwolle verrichten door het opzetten van zogeheten community's in de wijk en zo de kracht van de samenleving benutten. Daar zit ergens de oplossing voor de uitdagingen waar we voor staan. Dat werkt veel beter dan allerlei loketjes en formulieren.’
Dwars door domeinen
Dannenberg noemde in dit verband ook een nieuw project bij Divosa, waarin letterlijk dwars door domeinen wordt heen gekeken en waarbij onder meer wordt onderzocht wat de impact is van zaken als ict. ‘Deze systemische kant moet je ook meenemen, wil je dingen kunnen veranderen. Vaak lopen processen aan de achterkant vast.’
Nieuwe kabinet
Dannenberg is erg benieuwd welke rol het nieuwe kabinet in het sociaal domein gaat spelen de komende tijd. Hij kijkt met gemengde gevoelens naar het hoofdlijnenakkoord dat een maand geleden tot stand kwam. Positief is de aandacht voor grondrechten, het toeslagenstelsel en bestaanszekerheid. Minder blij is de Divosa-voorzitter met het ‘wegmaaien’ van de maatschappelijke diensttijd en het terugdraaien van de verhoging van het minimumloon. Dannenberg verwacht wel dat het ministerie van SZW aan Eddy van Hijum een goede minister zal hebben. Dannenberg kent hem nog uit zijn tijd in Zwolle en noemt Hijum een bevlogen, pientere en bekwame bestuurder.

Alexandra Bartelds neemt na 17 jaar afscheid van Divosa. Zij was de afgelopen 11 jaar directeur van het verenigingsbureau.
Dannenberg greep het gesprek tot slot aan om vertrekkend directeur Alexandra Bartelds in het zonnetje te zetten. Bartelds is 17 jaar aan Divosa verbonden geweest en gaat later dit jaar aan de slag als directeur-bestuurder bij de stichting Leergeld Nederland. ‘Alexandra heeft haar sporen meer dan verdiend en heeft ongelooflijk veel voor Divosa betekend, ook in woelige tijden. We zien haar graag terug op de komende congressen van Divosa.’
Erik Dannenberg
Erik Dannenberg (1964) is sinds 1 januari 2017 voorzitter van Divosa. Hij heeft ruime ervaring in het sociaal domein. Na zijn studie Maatschappelijk werk is hij actief geweest in de hulpverlening aan mensen die verslaafd waren, dakloos waren geraakt en aan gezinnen met meerdere ernstige problemen; eerst in uitvoerende en al snel in leidinggevende rollen.
Van maart 2005 tot maart 2014 was Dannenberg wethouder in de gemeente Zwolle met diverse portefeuilles in het sociaal domein.
Ajuna Soerjadi en Wouter Smits ‘Blijf je bij AI altijd afvragen: wat is de impact op de mens?’
Je kunt het niet meer vermijden, want Artificial Intelligence (AI) verovert de wereld. Ook die van het sociaal domein. Maar polarisatie en uitsluiting liggen op de loer, ziet AI-expert Ajuna Soerjadi. ‘Stel de ongemakkelijke vragen en bespreek de ethische risico’s’, stelt ze in gesprek met concerndirecteur Wouter Smits.

In het kort
- AI kan het sociaal domein helpen om de drempel tot hulp te verlagen voor mensen met een hoger risicoprofiel.
- Blijf je altijd afvragen bij het gebruik van AI: wat is de impact op de mens?
- Voer daarover het gesprek en zorg ervoor dat je medewerkers worden opgeleid.
In Land van Cuijk, de gemeente waar Wouter Smits werkt, wordt AI steeds meer gebruikt. Mogelijkheden ziet Smits in het vergroten van de toegang tot voorzieningen. ‘We hebben zoveel informatie over inwoners. AI kan ons helpen om mensen met hogere risicoprofielen te identificeren, zodat we de drempels tot hulp kunnen verlagen. AI kan helpen bij het antwoord op de toenemende zorgvraag en vergrijzing.’
Het is uiteindelijk waardevoller voor de samenleving om in plaats van boeven vangen de mensen te identificeren die hulp nodig hebben.
Daarbij moeten we uitgaan van vertrouwen en ons niet richten op mogelijke fraudeurs, vindt de concerndirecteur. Soerjadi knikt: ‘Het is uiteindelijk waardevoller voor de samenleving om in plaats van boeven vangen de mensen te identificeren die hulp nodig hebben.’ Ze ziet dit al gebeuren. Zo heeft de Voedselbank een meertalige chat op haar website. Doordat mensen in hun moedertaal kunnen zoeken, wordt de drempel tot hulp lager.
Wat doen congresdeelnemers al met AI?
- Teksten omzetten naar bijvoorbeeld B1-niveau.
- Aanbesteding van jeugdzorg: Chatgpt deed de check of de reacties op de aanbesteding voldeden aan de eisen van de jeugdwet. ‘Maar dit moet je wel altijd checken.’
- Notulen samenvatten.
- Bestuurlijke notities onderbouwen met cijfers, opgevraagd uit Chatgpt. Ook met bronvermelding.
- Definities checken waar je met collega’s urenlang over zou kunnen discussiëren.
- Plaatjes maken voor presentaties. Bijvoorbeeld een combinatie van twee elementen.
Robots
AI is snel en kan onze productiviteit in het sociaal domein verhogen, vindt Smits. Hij voert geregeld het gesprek over AI binnen zijn organisatie. In eerste instantie kwamen daar vooral de mensen op af die de risico’s willen indammen, zag hij. Soerjadi herkent dit. ‘Gesprekken over AI worden doorgaans door twee kampen gevoerd: de ene groep is bang dat robots de wereld overnemen. De andere groep vindt AI fantastisch en verwacht dat dit al onze problemen zal oplossen.’ Beide aannames kloppen niet, aldus de jonge filosoof. Maar het gaat wel constant over de vraag: wat is de impact op mensen? ‘Je moet daarover praten.’
Bias
Dat is des te meer nodig omdat AI veel ethische risico’s met zich meebrengt. Neem de overheid die risicoprofielen heeft gemaakt waarmee mensen in kwetsbare groepen zijn benadeeld. Een ander voorbeeld is gezichtsherkenning: die werkt minder goed op een zwarte huid dan op een witte. Soerjadi: ‘Technisch is dit verklaarbaar, maar de vraag is of het ook te verantwoorden is.’ Bij het ontwikkelen en toepassen van AI moet je je constant afvragen wat de impact is op de mens en wie de mens eigenlijk is. Want AI richt zich namelijk niet op een inclusieve samenleving. ‘In AI zit een flinke bias en het vergroot vaak juist de verschillen in de wereld uit. Alles wat niet aan de norm voldoet - vrouwen, neem moslims - valt buiten de boot.’
Seks
Ga er verstandig mee om, vindt ook Smits. ‘Investeren in scholing en opleiding van medewerkers helpt daarbij.’ Soerjadi lacht: ‘Vergelijk AI met tieners en seks: verbieden heeft geen zin. Leer ze hoe ze het veilig moeten doen.’
Ajuna Soerjadi
Ajuna Soerjadi heeft een achtergrond in de filosofie en was de eerste Jonge Denker des Vaderlands. Ze heeft zich gespecialiseerd in de ethiek van kunstmatige intelligentie (AI), waarin ethische, juridische en technische perspectieven samenkomen. Na haar tijd als privacy officer heeft ze zich op de data-ethiek gestort.
Als oprichter van het Expertisecentrum Data-Ethiek helpt ze overheidsorganisaties bij het verantwoord inzetten van AI door middel van training en onderzoek. Ze werpt licht op vraagstukken rondom de impact van AI op waarden zoals gelijkwaardigheid en autonomie, hoe AI ons mensbeeld en de manier waarop we ons tot de wereld verhouden beïnvloedt en hoe onrechtvaardigheid doorwerkt in data. Ze werkt aan een samenleving waarin AI publieke waarden ondersteunt en iedereen de vruchten van AI kan plukken.
Wouter Smits
Wouter Smits is concerndirecteur in Land van Cuijk, sinds 2022 een fusiegemeente met 33 kernen. Binnen het directieteam van zijn gemeente is Smits verantwoordelijk voor het sociaal domein, informatie-advies en ICT & Informatiebeheer. Hiervoor werkte hij onder andere in verschillende (management)rollen bij de gemeente ’s-Hertogenbosch. Bij Divosa is Smits lid van de adviescommissie Bestaanszekerheid. Ook gaf hij een interview in de publicatie over beslissers in het sociaal domein: 'Eenvoud in complexiteit'.
Patrick Nullens ‘Dwars denken doet de samenleving goed’
Er mag meer ‘dwars’ worden gedacht, zegt buitengewoon hoogleraar Patrick Nullens. Dat betekent dat er niet alleen aandacht moet zijn voor harde zaken als data, doelen en cijfers, maar ook voor respect, empathie en waardebeleving. Leidinggevenden en daarmee ook de hele samenleving kunnen hier hun voordeel mee doen.

In het kort
- De focus op kapitaal, techniek en kennis is riskant.
- De linker- en rechterhersenhelft hebben we beide hard nodig.
- De moderne samenleving vraagt om een andere manier van leiderschap.
‘Veel bedrijven en organisaties opereren soms gevaarlijk eenzijdig. De focus op data, cijfers, analyses en concrete doelen kan ervoor zorgen dat andere relevante zaken over het hoofd worden gezien en daardoor geen aandacht krijgen. Goede prestaties winnen het dan van bijvoorbeeld kwetsbaarheid’, zegt de Belgische professor Patrick Nullens.
Zingeving
Nullens is buitengewoon hoogleraar Ethisch leiderschap en Menswaardige Economie aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht. Het instituut richt zich op vragen rondom zingeving, levensbeschouwing en de inrichting van een menswaardige samenleving. Nullens, van huis uit theoloog, ethicus en filosoof, is actief op het snijvlak van leiderschap en ethiek. Zijn leerstoel richt zich op de ontwikkeling van een alternatief leiderschapsmodel, ten behoeve van een mensgerichte organisatiecultuur en economie.
Welvaart
In de moderne samenleving draait het volgens Nullens vaak om drie dingen: kapitaal, techniek en kennis. ‘Die zijn maatgevend en bepalen voor een groot deel wat wij doen. Dat levert weliswaar een hoop op in termen van welvaart, maar er zit ook een groot risico aan, ook bij leidinggevenden. Als zij belangrijke zaken zoals bijvoorbeeld kwetsbare mensen niet opmerken, dan faalt het leiderschap’, zegt Nullens. Het kan zelfs gebeuren dat leiders zaken die eigenlijk goed zichtbaar zijn compleet negeren, zo blijkt uit experimenten.
Hersenhelften
De verklaring hiervoor is dit: de linker- en de rechterhersenhelft werken niet goed samen. Links staat voor focus, controle, grip, structuur terwijl rechts veel breder georiënteerd is, met bijvoorbeeld empathie en waardebeleving en ook geen moeite heeft met paradoxen. Het probleem in de moderne samenleving is dat de linkerhelft het ‘meesterschap’ heeft gekregen, terwijl de linker- en de rechterhersenhelft elkaar eigenlijk hard nodig hebben.
Leidinggeven gaat niet primair over de lakens uitdelen, maar over vragen als wie je dient.
Volgens Nullens is het zaak dat leiders ook die rechterkant aanboren, zeker in het licht van grote maatschappelijke uitdagingen als klimaat en de nieuwe economie. In de kern komt het neer op een integratie van aan de ene kant technisch kunnen en economische calculatie, en aan de andere kant empathie, respect voor het sacrale (het hogere), en verantwoordelijkheidsgevoel. Zo bezien gaat leidinggeven gaat dan ook niet primair over de lakens uitdelen, maar over vragen als wie je dient en of je het leiderschap ook wordt gegund. ‘Als dat laatste niet het geval is, ben je weg.’
Diversiteit
Over het sociaal domein ging het verhaal van Nullens niet. Wel geeft hij aan dat het tijd is om dwars te gaan denken, waarbij links en rechts elkaar aanvullen. Het zou volgens hem overigens niet goed zijn om leiderschap alleen aan de rechterhersenhelft over te laten, want sommige vraagstukken in een organisatie moet je nou eenmaal concreet benaderen. In een gezonde dwarse organisatie is sprake van diversiteit, zegt hij. ‘Binnen een team moet dat er gewoon zijn, anders loopt het vast. Alleen op de rechterkant varen werkt niet, want dan gaat het zweven.
Patrick Nullens
Patrick Nullens (1964) is buitengewoon hoogleraar Ethisch leiderschap en Menswaardige Economie aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht. Hij doceert tevens ethiek aan diverse opleidingen voor toezichthouders. Hij is wetenschappelijk medeverantwoordelijk voor het programma 'Verdiepte Governance', een onderzoeksproject gericht op cultuurverandering in de bestuurskamer. Bij de Galan Groep bekleedt Nullens een adviesrol op het gebied van governance, ethiek en strategie.
Als wetenschapper en adviseur richt Nullens zich voornamelijk op de veranderkracht van 'zachte' factoren, zoals vertrouwen, verantwoordelijkheid, moed, wijsheid en hoop. Hij is een veelgevraagd spreker die zich inzet om nieuwe wetenschappelijke inzichten helder en toegankelijk te verbinden met grotere levensvragen en sociale vraagstukken en dit binnen een context die vaak wordt gestuurd door technologische, bureaucratische en economische krachten.
Panelgesprek ‘Wat weerhoudt je ervan om dwars te zijn?’
Dwars denken, dwars zijn, dwars doen. Klinkt goed, maar hoe breng je het in de praktijk?, wil dagvoorzitter Ruben Maes weten van Rosine van Dam (lectoraat Armoede Interventies, HvA), Juri Hoedemakers (professioneel hofnar) en Marko Does (Werkplein Hart van West-Brabant).

Rosine van Dam krijgt als eerste het woord en vertelt over een campagne die zij en haar collega’s een tijd terug voerden. De onderzoekers plaatsten een advertentie op Marktplaats om mensen te wijzen op inkomensvoorzieningen waarvoor zij wellicht in aanmerking komen. ‘We hoopten op deze niet alledaagse manier een groep niet-gebruikers te bereiken en te kunnen doorverwijzen voor ondersteuning. Maar de advertentie werd vooral bekeken door mensen die al eens van een voorziening gebruikgemaakt hadden.’ Mislukte campagne? ‘Nee. Om erachter te komen wat wel en niet werkt, moet je soms iets dwars uitproberen.’
Ik heb nog nooit een wet gelezen.
Wees gewoon dwars
Er zijn allerlei manieren om dwars te denken en dwars te doen, aldus Marko Does. Waarin hij zelf dwars is? ‘Misschien hierin: ik heb nog nooit van m’n leven een wet gelezen, terwijl je zou kunnen zeggen dat dit wel bij mijn functie hoort. Ook de Participatiewet heb ik bewust niet gelezen. Want daarin staat niet de mens centraal, die ik juist wel centraal wil stellen. Dat doe ik dus al veertig jaar op mijn eigen manier.’ Does merkt dat dwarsheid per definitie weerstand oproept. ‘Maar om te bereiken wat je wilt bereiken, moet je soms toch gewoon dwars zijn.’
Als hofnar kan ik een spiegel voorhouden.
Organiseer tegenspraak
Juri Hoedemakers predikt het dwars zijn in organisaties. Als hofnar leert hij ze wat ze van tegenspraak kunnen leren en hoe ze dat kunnen organiseren. ‘Overal waar georganiseerd wordt, spelen afhankelijkheidsrelaties. En overal waar afhankelijkheidsrelaties bestaan, wordt niet de waarheid gesproken. Maar als hofnar mag ik dat wél doen, want ik hoor niet bij de organisatie. Ik kan me verschuilen achter de metafoor van de hofnar; die vormt een soort buffer. En in die rol kan ik een spiegel voorhouden en kritische vragen stellen. ‘Openlijk dwars zijn, mag dat hier wel?’
Creëer veiligheid
Wat weerhoudt je van dwars zijn in uw organisatie?, wil Ruben Maes van de zaal weten. ‘Veiligheid binnen de groep’, klinkt het vanaf het balkon. Van Dam begeleidt veel studenten die niet alleen elkaar, maar ook hun docenten feedback moeten geven. ‘Dat is spannend, daarom is de feedback niet herleidbaar. Maar om er wel van te leren, gaan ze er in kleine groepjes over in gesprek. Dat maakt het veilig.’ Hoedemakers onderstreept: ‘Niemand vindt feedback werkelijk een cadeautje, niemand zal zeggen: ‘Lekker, die negatieve feedback.’ Wat je er mee doet, dát is het cadeautje.’
Zoek nieuwe wegen
Maes herhaalt de vraag: ‘Wat weerhoudt je ervan om dwars te zijn?’ ‘Bestaande systemen’, roept iemand vanuit de zaal. Herkenning alom. Maar er zijn mooie voorbeelden van initiatieven die dwars door bestaande systemen proberen heen te breken. ‘Zoals Collectief Kapitaal’, zegt Van Dam. ‘Die beweging is op zoek gegaan naar nieuwe wegen. Weg van de gebaande paden. En met succes.’ Does vult aan: ‘Wij gaan als organisatie heel bewust op zoek naar nieuwe wegen. Daar hebben we laatst nog een hele week voor uitgetrokken, met behulp van serious gaming. Dat kostte best wat geld, maar het levert nog meer op.’
Het klinkt simpel, maar het is echt een kwestie van doen.
Maak tijd
Naast veiligheid en bestaande systemen is tijd is de derde factor die het dwars zijn belemmert. Does: ‘Klopt. En toch hebben wij 20 procent van onze werktijd als leertijd bestempeld. Eén dag in de week. Dat vinden mensen vaak veel. Maar eigenlijk is het normaal.’ En waar haal je die tijd dan vandaan, wil Maes weten. ‘Die heb je niet, die moet je maken’, aldus de Brabantse directeur. ‘Het klinkt simpel, maar het is echt een kwestie van doen’, weet ook Van Dam. ‘Maak tijd.’
Dwars zijn doe je zo
Juri Hoedemakers: ‘Forceer een dwars moment per dag, bijvoorbeeld aan het einde van de middag. Zet het in je agenda. En denk dan na wat je die dag misschien een beetje anders had kunnen doen. Zo wordt dat dwarse denken een deel van je routine.
Rosine van Dam: ‘Het kan ook in teamverband. Maak tijdens jullie teambijeenkomsten een vast agendapunt van de vraag: ‘Wat heb je de laatste week gesignaleerd? Waar moet iets gebeuren?’
Marko Does: ‘Vergeet de impact van taal niet. Als je positieve taal gebruikt om te benoemen wat je signaleert, dan krijg je ook positieve uitkomsten.’
Allet Dopmeijer 'Wie is de mens?'
Voordat de borrel in theater De Spiegel wordt geopend, betreedt Allet Dopmeijer van gemeente Zwolle het podium. Als gastvrouw van dit Divosa Voorjaarscongres blikt ze terug op de eerste congresdag. Voor haar ligt de rode draad besloten in een flink filosofische vraag: wie is de mens?

‘Wie is de mens met wie je praat? Wie is de mens voor wie je praat? Wie ben jezelf als je met iemand praat?’ Deze vragen blijven door het hoofd gaan van de Zwolse concerndirecteur na afloop van het boordevolle congresprogramma. Dopmeijer, tevens bestuurslid van Divosa, refereert aan Teun Toebes. Hij stelde zich deze vraag ook en besefte dat hij meer rechten had dan de andere bewoners in het verpleeghuis. Je moet jezelf kennen én de ander. Eus wilde dat ook en daagde ons uit: we zijn allemaal klassemigranten die zich steeds opnieuw uitvinden en zich moeten verhouden tot de (nieuwe) context waarin we ons begeven.
‘Weet jij waar je staat? Wie ben jij nu als mens?’ Vragen die dwars door de ziel gaan. Dopmeijer roept eenieder in de zaal op om daarover na te denken. En ze snapt heus wel: zo’n portie zelfreflectie smaakt naar een borrel.
Divosa 90 jaar
Dit jaar is het Divosa Voorjaarscongres extra feestelijk, want Divosa bestaat 90 jaar. Op vrijdagochtend is het - nadat iedereen met een haka-dans letterlijk wakker is geschud - tijd om even stil te staan bij de afgelopen 90 jaar sociaal domein.

In het kort
- Al sinds de oprichting zetten leden van Divosa zich in om mensen in kwetsbare situaties te helpen.
- Divosa verbindt hen aan elkaar en slaat de brug tussen beleid en uitvoering.
- In de toekomst mag dat een tikkeltje dwarser en diverser.
Divosa-voorzitter Erik Dannenberg: ‘Divosa heeft vaak op de bres gestaan voor betere wetgeving en betere uitvoering, om mensen in armoede en kwetsbare situaties te helpen. Dat was ook de reden waarom directeuren van gemeenten in 1934 de handen ineen sloegen. Sindsdien is er geen moment geweest dat leden, directeuren en leidinggevenden, elkaar niet nodig gehad hebben.’
Roerige tijden
De leden van Divosa hebben roerige tijden gekend, blijkt ook uit de film die wordt getoond in de congreszaal. Door de ogen van diverse mensen doorlopen we het verleden, het heden en de toekomst van het sociaal domein. Het eerste deel van de film laat zien hoe we in de afgelopen decennia anders naar mensen zijn gaan kijken: van vertrouwen naar wantrouwen, van fraudeurs en profiteurs met een uitkering tot medelijden. En hoe gemeenten hun aanpak veranderden: van grip krijgen en hard aanpakken naar verzorgen en weer loslaten.
Failliet
Het mensbeeld wordt zichtbaar in het stelsel waarin we werken. Om het met de woorden van Marleen Damen, directeur Maatschappelijke ontwikkeling in Den Bosch, te zeggen: ‘Het systeem waarin we werken is failliet.’ Dannenberg bevestigt dat nadat het filmdoek sluit. ‘We hebben het zo complex gemaakt met al die regelingen. Als je alle regelingen optelt van de ministeries gezamenlijk, dan zou Nederland 180 miljoen inwoners moeten hebben. Terwijl in het leven van mensen problemen niet op zichzelf staan. We moeten werken vanuit belevingswereld van mensen.’ Daarvoor is het nodig dat professionals ruimte krijgen. Zij weten immers het beste wanneer ze mensen een duwtje in de rug moeten geven of een verbandtrommel.’
Padafhankelijkheid
Dannenberg ziet een grote behoefte aan een nieuw sociaal stelsel. ‘Je zou het helemaal opnieuw willen bouwen. Maar helaas zitten we met een padafhankelijkheid. We blijven maar voortbouwen op wat er al is.’ Hij refereert aan het onderzoek van Sharon Stellaard over boomerangbeleid in de jeugdzorg; blijkbaar is het moeilijk om ons te ontworstelen.
Ondanks het failliete stelsel is Marleen Damen ook trots. Trots op degenen die in het sociaal domein die verschil maken in het leven van mensen. ‘We kunnen niet alles oplossen met maatwerk, maar laten we blijven strijden om elke dag het beste te doen en daarmee het systeem een beetje te veranderen.’
Het Rijk zou meer moeten sturen vanuit maatschappelijke opgaven, minder vanuit ‘het hoe’.
Het is tijd om naar het tweede deel van de film te kijken, met de blik op de toekomst. De Divosa-voorzitter roept het Rijk op om meer te sturen vanuit maatschappelijke opgaven, minder vanuit ‘het hoe’. Laat dat aan de professionals in de frontlinie over. Divosa ondersteunt de gemeentelijke uitvoering. Gevoed door wat daar leeft voert Divosa het gesprek met de beleidsmakers in Den Haag. Dannenberg lacht: ‘Divosa heeft tijden gekend waarin dit gepaard ging met spandoeken op het Malieveld. In de jaren tachtig protesteerden ambtenaren tegen de voordeursregeling. Divosa is toen bijna omgevallen omdat SZW onze subsidie halveerde.’
100 jaar
Over tien jaar wordt Divosa 100. Wat wensen de leden Divosa toe voor de komende tien jaar? ‘Een buffer voor de uitvoering’, klinkt uit de zaal. ‘Dwarser zijn tegen het rijk’, vindt een ander. Waarop iemand reageert: ‘Ik wens dat die dwarsheid niet meer nodig is, dat het normaal geworden is.’ Maar ook verbreding en diversiteit worden als belangrijke thema’s genoemd. We gaan zien hoe de film van Divosa er over tien jaar uitziet.
Michiel van Willigen ‘Een jeugdvraag heeft niet altijd een jeugdzorgoplossing nodig’
Wethouder Michiel van Willigen heeft de beleidsterreinen jeugd, sociale basis, primair, voortgezet en passend onderwijs, sport, gezondheid en armoede en schulden in zijn portefeuille. ‘Maar in Zwolle hebben we afgesproken om niet die terreinen, maar onze ambitie te formuleren. Ik ben wethouder Kansengelijkheid.’

In het kort
- Houd focus op de lange termijn
- Haal de schotten in je begroting weg
- Geef vertrouwen aan een sterk sociaal team
Van Willigen studeerde Landinrichting in Wageningen en hield zich jarenlang bezig met waterbeheer. Waarom hij dit vertelt? Vanwege de gelijkenissen die hij ziet met het sociaal domein. ‘Halverwege de jaren negentig hadden we te maken met bijna-overstromingen, waar we op reageerden met het verhogen en verstevigen van de dijken. We maakten ons zorgen om de wateroverlast die een dijkdoorbraak zou veroorzaken. We hadden de blik gericht op de achterkant. En vergaten goed na te denken over de voorkant, over de afvoer van water, over het veiligheidsaspect. Daarvoor stelden we pas later langetermijnplannen op.’
Leiderschap kenmerkt zich door het voor ogen houden van je einddoel.
Einddoel voor ogen
Transformatie is alleen mogelijk met langetermijnplannen. En leiderschap kenmerkt zich door het voor ogen houden van je einddoel, aldus Van Willigen. ‘Wat wil je uiteindelijk bereiken? Wat betekent het als je zegt: “Alle kinderen moeten veilig en gezond opgroeien”?’ Van Willigen werd raadslid in 2014 en wethouder in 2018. ‘En van meet af aan was de blik in Zwolle vooruit gericht in plaats van alleen op de kortetermijntekorten.’
Doen wat nodig is
Van Willigen noemt de twee Zwolse hoofddoelen met het oog op kansengelijkheid: Nul uithuisplaatsingen en meer eigen inzet van het sociaal wijkteam. ‘Dat is onze richting en daarop hebben we onze inrichting aangepast. Bij een integraal beleidsstuk hoort ook een integrale inrichting van de werkvloer. Én de vrijheid en het vertrouwen voor de werkvloer om te doen wat nodig is.’
Dankzij het scheidingsteam is het aantal uithuisplaatsingen enorm afgenomen.
De-escalatie
Een jeugdvraag heeft niet altijd een jeugdzorgoplossing nodig, illustreert Van Willigen. ‘We kwamen erachter dat 70 procent van de casuïstiek van jeugdbescherming gerelateerd is aan (v)echtscheidingen en relatieproblemen. In die wetenschap hebben we een speciaal scheidingsteam opgezet: een multidisciplinair team waarin bijvoorbeeld ook een mediator en een advocaat zitten. In maar liefst 96 procent van de gevallen zorgt dit team voor de-escalatie van de situatie, waardoor het aantal uithuisplaatsingen enorm is afgenomen.’
Verbluffende resultaten
Hoe pak je zoiets aan?, is dan de grote vraag. ‘In Zwolle zijn we gestart met proeftuinen in de wijk, waarin onder meer het wijkteam, sportverenigingen en jeugdhulp samenwerken aan oplossingen. Dat kost wat – we hebben er een miljoen euro in gestoken – maar dan heb je ook wat. We hoeven niet altijd jeugdhulp in te zetten, het wijkteam kan heel veel zelf. En de resultaten zijn verbluffend’, zegt Van Willigen. Er zijn minder kinderen in specialistische jeugdhulp, er is sprake van kortere en minder intensieve jeugdhulp, het aantal uithuisplaatsingen is sterk omlaag gegaan en per casus zijn de kosten voor specialistische jeugdhulp met 7000 euro gedaald.
Ontschotten kan prima; dat gesprek kun je best voeren met je gemeenteraad.
Weg met de schotten
Integraal werken wordt vaak bemoeilijkt door schotten. ‘Maar we kunnen prima heel veel budgetten bij elkaar pakken’, spreekt Van Willigen uit ervaring. ‘Dat gesprek kun je best voeren met je gemeenteraad.’ In Zwolle heeft dat een zekere rust gebracht. ‘We nemen meer tijd om met inwoners te praten, waardoor we meer aandacht hebben voor hun hulpvraag en de context daarvan. En we merken dat daardoor ook meer vertrouwen ontstaat bij onze inwoners.’
Michiel van Willigen
Michiel van Willigen is wethouder jeugd, sociale basis, onderwijs, sport, gezondheid en armoede en schulden in gemeente Zwolle. Hij kwam in 2010 via de ChristenUnie in de gemeenteraad van Zwolle en werkte onder meer aan de decentralisaties in het sociaal domein en aan de Hervormingsagenda Jeugd. Van Willigen is deelnemer aan de VNG-commissie Zorg, Jeugd en Onderwijs. Ook hield hij zich bezig met het beheer van de openbare ruimte, en daarbij met duurzaamheid.
Van Willigen is initiatiefnemer van Autodelen Zwolle, waarbij meerdere gezinnen sinds 2007 auto's delen. Zijn belangrijkste drijfveer als bestuurder is te werken aan een sterke sociale basis voor alle Zwollenaren via een positieve gezondheidsaanpak.
Soler Berk We moeten toe naar ‘rechtwaardigheid’
Dwars zijn betekent dat je samen voor ‘rechtwaardigheid’ gaat. Inderdaad, met een w. ‘Rechtwaardigheid betekent dat je op zoek gaat naar de meest rechtvaardige en menswaardige oplossing. Binnen het belastingen- en toeslagenstelsel is dat hard nodig’, zegt Soler Berk.

In het kort
- Toewerken naar ‘rechtwaardigheid’
- Nieuwe ‘ombudsman’ moet buikpijndossiers rond belasting en toeslagen oplossen
- Werken aan nieuwe verbindingen
Het mag meer in verbinding. Het is een eenvoudig zinnetje, maar daarachter gaat een hoop ellende schuil. Meer dan acht miljoen inwoners in Nederland ontvangen een toeslag, maar de mensen die hierover gaan staan (relatief) ver van hen af. Het gevolg: inefficiënte regels waardoor inwoners in grote problemen kunnen komen.
Eerstelijns rechtshulp
De eerstelijns rechtshulp (denk aan het indienen van een bezwaarschrift) is voor een hoop mensen niet voldoende. Daarom is Berk aan de slag gegaan met het uitdenken van een nieuw op te zetten instituut dat die leemte moet opvullen. Het moet een soort ombudsman worden, in jargon: Belangenbehartiger Belastingplichtigen en Toeslaggerechtigden.
Ontwerp is klaar
Berk is nu halverwege zijn opdracht. Het ontwerp voor het nieuwe instituut ligt klaar, de precieze inrichting volgt nog. Berk ging tijdens het maken van het ontwerp te rade bij allerlei instanties en ook ervaringsdeskundigen. Daarbij ontkwam hij niet aan herinneringen uit zijn eigen jeugd: een periode van armoede waarin hij zelfs met het hele gezin het huis werd uitgezet.
Wat moet de nieuwe Belangenbehartiger gaan doen?
- Rechtwaardig mensen helpen: De primaire taak van de Belangenbehartiger wordt het behandelen van casuïstiek. Het doel hiervan is om te komen tot de meest ‘rechtwaardige’ oplossing: binnen alle mogelijke rechtmatige oplossingen kijken naar de meest rechtvaardige en menswaardige.
- Troubadourschap (signaleringsfunctie): Mocht de casusbehandeling niet tot een oplossing leiden, dan is de wet mogelijk te hard of de automatisering of administratieve systematiek te rigide. Onder meer over die signalen rapporteert de Belangenbehartiger.
- Kritische vriend die praktische rechtsbescherming bevordert. Het doel van de Belangenbehartiger is om de uitvoerende diensten te helpen het steeds beter te doen. De Belangenbehartiger werkt in gelijkwaardigheid samen met de mensen die werken binnen de betrokken diensten en maatschappelijke organisaties om zoveel mogelijk tot een gezamenlijke, vriendschappelijke, oplossing te komen.
Ongelijkwaardigheid
‘De relatie tussen degenen die iets bepalen en degenen die iets nodig hebben, is niet gelijkwaardig’, aldus Berk. ‘Waarom is er geen garantie op bestaanszekerheid? Nu moeten mensen hun recht gaan halen, in plaats van dat ze het krijgen. Dat doet iets met je eigenwaarde. En je loopt ook nog het risico als fraudeur te worden aangemerkt. We repareren veel dingen, in plaats van dat we iets doen in het belang van de mensen. Uit diverse rapporten komt naar voren dat het systeem stuk is. Het moet veel meer in verbinding gaan.’
Buikpijndossiers
Het nieuwe instituut waar Berk nu verder mee gaat, moet ervoor zorgen dat dingen niet uit de hand of spaak lopen. Het kantoor wordt gevestigd in het ministerie van Financiën, waar de belangenbehartiger direct met medewerkers van het departement om de tafel gaat om buikpijndossiers in het belastingen- en toeslagenstelsel op te lossen.
Volgende stap in je leven
Volgens Berk moet er veel meer vanuit wenselijkheid, in plaats van haalbaarheid worden gedacht. En het geeft niets als iets een keer niet goed gaat. Het belangrijkste is dat mensen ontvangen waar ze recht op hebben. ‘Dan hoef je als inwoner niet de hele dag achter je geld aan te rennen. Dan heb je een solide basis en kun je in alle rust werken aan de toekomst en een volgende stap zetten in je leven’, zegt Berk. En afsluitend: ‘Zorg redt levens en preventie redt generaties’.
Soler Berk
Soler Berk is sinds oktober 2023 werkzaam als kwartiermaker belangenbehartiger voor Belastingplichtigen en Toeslaggerechtigden bij het ministerie van financiën. Zijn opdracht is om ondersteuning te bieden aan belastingplichtigen en toeslaggerechtigden die zijn vastgelopen in de verschillende processen. Hij is gevraagd een de belangenbehartiging op te zetten en een nieuwe organisatie in te richten. Waarbij de belangenbehartiger onafhankelijk is, een bondgenoot van burgers, maar juist ook een bondgenoot van de helpers binnen het maatschappelijk middenveld, diensten toeslagen en belastingdienst. Eén been in de samenleving en één been binnen de diensten.
Hiernaast is Berk lid van de gemeenteraad van Apeldoorn, initiatiefnemer van de landelijke Alliantie Kinderarmoede en was hij lid van de Commissie Sociaal Minimum.
Stine Jensen ‘Faalmoed is nodig om dwars te zijn’
De meeste mensen willen helemaal niet dwars zijn, denkt filosoof Stine Jensen. Mensen willen er liever bij horen. Om dwars te kunnen zijn, heb je faalmoed nodig. Het gaat erom dat je accepteert dat falen erbij hoort, dat je durft te wankelen. Dan ontstaat er ruimte om te oefenen.

In het kort
- Falen is het kijken naar jezelf door de ogen van anderen.
- Het maakt de kloof zichtbaar tussen winnaars en verliezers.
- Toon faalmoed en open de ruimte van speelsheid om te oefenen.
Stine Jensen praat niet alleen over falen, ze doet het ook. In een filmpje laat ze de momenten zien waarop haar dat overkwam. Een verspreking in De Wereld Draait Door, een kritische recensie van haar boek. Deze momenten van mislukking belandden in haar ‘faal-cv’, die via social media door vele mensen werd bekeken én toegejuicht. Falen is ook een soort entertainment, ziet ze. In 2019 was falen zelfs een hype. De faalfestivals en fuck-upnights schoten als paddenstoelen uit de grond. ‘Sinds de Toeslagenaffaire beweren sommigen zelfs dat we in een faaldemocratie leven.’
Keerzijde
Waarom krijgt falen zoveel aandacht? Behalve dat het voor entertainment zorgt, is het ook de keerzijde van onze prestatiesamenleving, ziet de filosoof. ‘Het maakt de kloof zichtbaar tussen arm en rijk, stad en platteland. Eigenlijk tussen winnaars en verliezers.’ De toenemende secularisatie draagt er bovendien aan bij: ‘Je kunt jezelf moeilijk vergeven, als je niet meer gelooft dat God dat doet. Je hebt zelf gefaald en schuld wordt dan een lastig begrip.’
Mislukken is een fijne term om falen te externaliseren.
Wat is falen eigenlijk? ‘Ik ben dol op het woord ‘mislukken’, lacht Jensen. ‘Een fijne term om te externaliseren: heb je een taart gebakken die vervolgens inzakt, dan heb jij niet een vergissing begaan maar is de taart mislukt.’ Het kernaspect van falen is het kijken naar jezelf door de ogen van anderen. Door te falen ontdek je de norm. Dat kan ook de norm zijn die je jezelf hebt opgelegd. Als politici falen omdat ze hebben gelogen, is blijkbaar de norm dat ze eerlijk moeten zijn en ethisch moeten handelen. Cultuur helpt om de norm bloot te leggen.
Wie is de Mol?
Je kunt ook instrumenteel falen, legt Jensen uit. Dat ondervond ze zelf toen ze meedeed aan het tv-programma ‘Wie is de Mol?’. ‘Fanatieke Mol-kijkers hadden berekend dat ik het meeste geld ooit uit de pot had gespeeld. Ik moest de mol zijn, maar ook de slechtste mol ooit.’ Jensen probeerde zich eruit te redden en zei dat ze expres onhandig deed. ‘Dat is instrumenteel falen. Je ziet het ook bij sporters die hinkelend de baan verlaten terwijl er niets aan de hand is. Of badmintonners die zich zwakker voordoen zodat ze in een minder sterke poule terechtkomen. Wat overigens verboden is.’
Door iets te proberen en steeds een beetje succes te ervaren, kun je beter leren falen.
Er zijn nu meer opbeurende pedagogische modellen waarin falen oké is, ziet Jensen. Ze demonstreert dat met een oefening die ze leerde van een gymleraar. Vrijwilliger Denis klimt het podium op en krijgt de opdracht om een veer op zijn hand te laten balanceren. Dat lukt hem goed. Hij ontvangt complimenten van Jensen, vervolgens maakt ze de opdracht steeds wat moeilijker. Denis eindigt met de veer op zijn hand, staand op één been en zwaaiend naar het publiek. ‘Ik had zin om ermee door te gaan’, evalueert hij na afloop.
Jensen hoopte al op dit antwoord: ‘Door te oefenen en dan succes te ervaren, kun je het steeds wat moeilijker maken. Dan heb je zin om het te blijven proberen. Zo kun je beter leren falen.’ Daarmee open je de ruimte van speelsheid en plezier, en dat is heel belangrijk.

Struikelvaardigheid
Faalmoed is een poging om de ruimte te overbruggen tussen falen en succes, besluit Jensen. ‘Blijven durven, ook al verlies je je evenwicht.’ In die ruimte oefen je je struikelvaardigheid, je wankelmoed, leer je vrolijk verliezen. Ze besluit met een citaat van haar favoriete filosoof, Søren Kierkegaard, die zelf veel last had van faalangst. Kierkegaard adviseerde: ‘Durven is even je evenwicht verliezen, niet durven is jezelf verliezen.’
Stine Jensen
Stine Jensen (1972) is filosoof, schrijver en programmamaker bij omroep HUMAN. Ze werd in Denemarken geboren en emigreerde op jonge leeftijd naar Nederland. Ze studeerde literatuurwetenschap (cum laude) en filosofie in Groningen, waarna ze verder ging aan de Universiteit van Maastricht en promoveerde op Waarom vrouwen van apen houden. Van het boek verschenen vertalingen in het Chinees en in het Frans. Jensen schreef diverse boeken, over mannelijkheid en vrouwelijkheid, liegen, liefde tussen Turken en Europeanen, Scandinavië, opvoeden, emoties en identiteit.
Congres in beeld
Hieronder vind je een een selectie van de foto's van het congres. Meer foto's bekijken? Je vindt ze op: www.flickr.com

Dwars denken volgens deelnemers
Wat is voor jou een manier om professioneel dwars te zijn? Die vraag stellen we deelnemers aan het congres. Bekijk hieronder hun antwoorden. We vullen de video's in de loop van deze dagen aan.
Colofon
Divosa
Aidadreef 8 | 3561 GE Utrecht
Postbus 9563 | 3506 GN Utrecht
030 233 23 37
info@divosa.nl
www.divosa.nl
Tekstredactie
Chrisje Meima
Sal Stam
Jolanda van der Braak
Fotografie
Bas Losekoot
Video
Lois Nieuwenhoven
Joshua Jacobs
Website
Jasja van Moorsel
Social media
Remco van Brink
Versie
juni 2024