Het stelsel voor arbeidsongeschiktheid is hard toe aan vereenvoudiging. Het perspectief van inwoners moet daarbij het uitgangspunt zijn. De adviescommissie OCTAS (Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel) komt met drie varianten die versimpeling mogelijk maken en mensen meer zekerheid en aandacht moeten geven. Donderdag werden de bevindingen van de commissie overhandigd aan minister Van Gennip (SZW).

Divosa is blij dat de commissie niet het stelsel, maar de mens centraal heeft gesteld, en de oproep doet om actief met de mensen om wie het gaat in gesprek te gaan en te blijven. Voer het debat in alle openheid! Gezien de beperkte tijdspanne die de commissie had, is het begrijpelijk, maar wel jammer, dat de scope van het rapport beperkt is gebleven tot mensen met een recent arbeidsverleden. Voor de gemeentelijke uitvoering en de inwoners die hierop zijn aangewezen, biedt het rapport daarmee weinig concrete handvatten.

Lange adem

Volgens de commissie is er geen ‘ideaal’ stelsel: elke variant gaat in op specifieke knelpunten, maar kent ook weer nadelen. Er is geen quick fix: het kan jaren duren voordat de problemen zijn opgelost. In het rapport noemt de commissie het huidige stelsel een ‘doolhof zonder richtingaanwijzers’. De huidige regelingen zijn zo ingewikkeld dat mensen bang zijn voor gevolgen van werkhervatting voor hun inkomen. Daar komt bij dat het voor mensen die kampen met hun gezondheid, het sowieso al moeilijk is om hier rationeel mee om te gaan. Ze hebben ‘soms een dagtaak aan het regelen van werk, zorg en inkomen’.

Huidige stelsel beter

De eerste variant die de commissie noemt, is een verbetering van het huidige stelsel, een stelsel dat volgens de commissie vaak goed werkt maar te complex is. Het moet menselijker en begrijpelijker. Zo moet de WIA eenvoudiger worden door onder meer uit te gaan van één in plaats van de huidige drie regelingen. Door het vervallen van het duurzaamheidscriterium krijgt de uitvoering meer lucht en kunnen ernstig zieken een snelle aanvraag doen. Deze eerste variant kan relatief snel worden ingevoerd.

Werk staat voorop

In de tweede variant komt de keuringsarts pas in een laat stadium in beeld. Werk staat hier voorop, de nadruk ligt op wat mensen wel kunnen. Alles wordt uit de kast gehaald om mensen aan het werk te krijgen. Ze krijgen na twee jaar loondoorbetaling bij ziekte een re-integratie-uitkering, gedurende drie tot vijf jaar. Wie echt niet kan werken, krijgt een arbeidsongeschiktheidsuitkering.

De derde variant voorziet in een gelijke regeling voor alle werkenden, dus zowel werknemers als zelfstandigen, ongeacht hoe ziek je bent. Ze worden op dezelfde manier beoordeeld, ondersteund en begeleid naar eventuele re-integratie. Deze variant Basis voor werkenden voorziet in een verplichte aanvullende verzekering.

Wajong

Voor mensen zonder (recent) arbeidsverleden en mensen die op jonge leeftijd gehandicapt worden, zijn er geen varianten uitgewerkt. Door tijdnood is dat niet gelukt. Voor deze groep blijft het huidige stelsel intact. Dat betekent de Wajong voor vroeggehandicapten die niet kunnen werken. Wie daar niet onder valt, blijft aangewezen op de Participatiewet. 

In een probleemanalyse die de commissie vorig jaar publiceerde stond ook al dat het huidige stelsel te complex is: voor inwoners en professionals is soms geen doorkomen aan. Commissievoorzitter Roos Vermeij zei in een toelichting op het eindrapport dat dat soms ook voor de commissieleden zelf geldt. In een eerste reactie zei minister Van Gennip dat de commissie het heel goed heeft gedaan. ‘Jullie hebben niet het stelsel maar de mensen centraal gesteld.’

Wat vindt Divosa?

Divosa onderschrijft de noodzaak tot vereenvoudiging. Het stelsel van sociale zekerheid moet eenvoudiger worden om bestaanszekerheid beter te waarborgen. Inwoners moeten erop kunnen vertrouwen dat een beroep op ondersteuning niet tot gevolg heeft dat hun problemen groter worden. Divosa wil verder benadrukken dat waar vereenvoudiging leidt tot verschraling een zorgvuldige afweging gewenst is.

Divosa brengt het perspectief van de gemeentelijke uitvoering in en is nauw bij alle ontwikkelingen betrokken, vanuit het Topberaad Inkomen, in het programma Vereenvoudiging Inkomensondersteuning voor Mensen (VIM), het Programma Participatiewet in Balans, en eerder de Commissie sociaal minimum en de IBO-rapportage over vereenvoudiging van het stelsel voor sociale zekerheid. Divosa vindt het belangrijk dat het stelsel van sociale zekerheid in de volle breedte wordt meegenomen en dat de samenhang tussen de diverse  onderwerpen actief wordt gezocht. Gemeenten hebben veel met arbeidsongeschikten  te maken. Zij moeten hun weg zien te vinden door allerlei ingewikkelde wetten en inkomensregelingen.
 

Contactpersoon

Marcelle Breemans

programmamanager van de Programmaraad Regionale Arbeidsmarkt