Verslag Divosa Najaarscongres 2025
Laatste update: 27 november 2025René ten Bos ‘Als je dichtbij mensen wil zijn, moet je jezelf een beetje leegmaken’
‘We werken allemaal dagelijks in fundamenteel niet-democratische contexten, waar we worden geacht onze bek dicht te houden. Dat is een vrolijke noot om mee te beginnen, toch? René ten Bos, filosoof en hoogleraar aan de Radboud Universiteit, zet direct de toon tijdens de afsluiting van het Divosa Najaarscongres. Hij krijgt de lachers op zijn hand. ‘Maar dat is niet waar ik het over wilde hebben.’
In het kort
- Democratie draait om praten, maar we vinden het lastig als iedereen meepraat.
- In contact komen met het volk, doe je door jezelf leeg te maken. Mensen zitten niet te wachten op volle koppen, op jouw goede ideeën, hoe goedbedoeld ook.
- Een van de belangrijkste soliderende gestes is vriendelijkheid. Je kunt het heel vriendelijk oneens zijn.
Ten Bos zegt dat we allemaal wel weten dat democratie waarschijnlijk het beste systeem is om complexe vraagstukken op te lossen. ‘Maar tegelijkertijd zijn mensen avers van complexiteit. Ze willen juist dat het simpel is. Je moet mensen verleiden om in complexiteit te gaan.’
Participatie vinden we lastig
Maar: 'We ontmoedigen mensen systematisch om mee te doen aan participatie. We praten wel graag over participatie, maar vinden het in feite heel lastig als iedereen meepraat. Het is niet efficiënt.’ En dat terwijl democratie draait om praten, volgens Ten Bos. ‘Dat betekent ook dat dat praten nooit afloopt. In een democratie wordt er ook nooit een laatste woord gesproken. En dat vinden sommige mensen heel vervelend.’
Contact met het volk
‘Een vraag om te stellen is: hoe kom je in contact met het volk? Ik heb er geen moeite mee. Misschien omdat ik uit het volk kom. Mijn vader was de zoon van een textielarbeider. Dat is een achtergrond van dikke buiken, zware Van Nelle roken en pinda’s eten. Dit is geen pleidooi om met het volk in contact te komen door te gaan roken en zwaarlijvig te worden, maar het helpt wel.’ Weer klinkt er gelach in de zaal. ‘Een Oostenrijkse filosoof schrijft al jaren dat we veel van die solidariserende activiteiten aan het wegnemen zijn. Dat is lastig, want het vergroot de afstand tot het volk.’
Mensen zijn geïnteresseerd in de vraag of jij geïnteresseerd bent in hen, in plaats van alleen maar in je eigen ideeën
Volle koppen
Daarna vertelt René over wijksafari's waarmee we de afstand proberen te verkleinen. ‘Weet je daardoor wat er in een wijk speelt?’ Het probleem volgens Ten Bos: ‘De koppen van de mensen die op wijksafari gaan, zitten vol. Over wat ze moeten doen en van plan zijn. Als je vol zit met ideeën over hoe een goede wereld in elkaar zit en je gaat vervolgens de ideeën naar de mensen brengen, dan heb je misschien wel goede bedoelingen, maar dat is niet waar die mensen op zitten te wachten. Als je dichtbij mensen wil zijn, moet je jezelf een beetje leegmaken.’
Vriendelijk oneens
‘Dichtbij zijn, veronderstelt een soort intimiteit die ik zie als de vijand van de eenzaamheid. Iedere samenleving moet fundamenteel de strijd aangaan tegen eenzaamheid. Dat los je niet op als je vol zit met eigen ideeën. Mensen zijn geïnteresseerd in de vraag of jij geïnteresseerd bent in hen, in plaats van alleen maar in je eigen ideeën. Hoe goed die ook zijn. Dat betekent dat je het over andere dingen moet hebben. Een van de belangrijkste soliderende gestes is, is iets heel simpels als vriendelijkheid. We vinden het heel moeilijk om solidair te zijn met mensen met wie we het niet eens zijn. Maar je kunt het heel vriendelijk oneens zijn.’
Autobaan
Dan vertelt Ten Bos een verhaal uit zijn jeugd, over een van zijn vrienden: ‘We komen allebei uit Twente, daar moest een autobaan aangelegd worden. Ik was daar tegen, vóór het bos. Toen zei mijn vriend: "René, waarom maak je je nou zo druk om die autobaan?” Dat vond ik zo vriendelijk en humorvol. En hij zei doodleuk: "Als je een autobaan door het bos trekt, heb je niet één bos, maar twee bossen.” Dames en heren, en dan hou ik op, dit verhaal heeft een levenslange vriendschap opgeleverd. Dwars door alle politieke scheidslijnen heen.’
Over René ten Bos
René ten Bos (1959) is filosoof en hoogleraar aan de Faculteit Managementwetenschappen van de Radboud Universiteit. Daarnaast is hij Dean van het Honours Programma aan dezelfde universiteit en Honorary professor aan de University of St. Andrews.
Van 2017 tot 2019 was hij Denker des Vaderlands, en in 2020 werd hij benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Ten Bos is auteur van meerdere invloedrijke boeken. Met 'Bureaucratie is een inktvis' won hij in 2015 de Socrates Wisselbeker. Zijn meest recente boek, 'Het laatste woord' (2024), onderzoekt hoe diepgewortelde overtuigingen, zekerheden en taal ons denken vormgeven.
Naast zijn boeken schrijft Ten Bos regelmatig columns, essays en artikelen voor zowel academische als publieksbladen. Hij is al jarenlang columnist voor Het Financieele Dagblad en publiceerde eerder in De Volkskrant, De Groene Amsterdammer en Trouw.
Inhoud
Verslag Divosa Najaarscongres 2025
Laatste update: 27 november 2025Dichterbij dan je denkt
De gemeente geeft smoel aan de overheid. Niet een anonieme bestuurslaag, maar een herkenbare en nabije overheid. Gemeenten zijn zichtbaar in de wijk, aanwezig op het plein en luisterend in het gesprek. Daarmee vormen zij het gezicht van verbinding: een overheid die ziet, luistert en meedoet.
Dichtbij bij mensen zijn in het sociaal domein! Hoe doe je dat? Die vraag staat centraal. Want dichtbij zijn vraagt om een flexibele houding. Gemeenten nemen niet alles over, maar kiezen bewust waar zij aanwezig zijn. Soms betekent dat actief vooropgaan en oplossingen aandragen. Soms juist ruimte laten, vertrouwen geven en achter inwoners en samenwerkingspartners gaan staan. Het is een voortdurende zoektocht: hoe geven we vorm aan een overheid die nabij is, zonder alles zelf te willen bepalen? Hier lees je het uitgebreide verslag van het Divosa Najaarscongres in Lelystad.
Annemieke Messelink-Dijkstra ‘Het is er allemaal al’
Sinds 2022 werkt Annemieke Messelink-Dijkstra als wethouder in Lelystad. In die jaren groeide haar portefeuille uit tot het volledige sociale domein en leerde zij de stad op een nieuwe manier kennen. Niet door meer systemen, maar door beter te kijken naar wat er al aanwezig is in de samenleving. Het gaat om erkennen, aansluiten en aanwezig zijn – niet om overnemen.
In het kort
- De samenleving draagt zichzelf: veel is er al, lang voordat de overheid iets organiseert.
- Aansluiten werkt beter dan overnemen: geef ruimte, kijk wat nodig is, wees aanwezig.
- Taal doet ertoe: woorden als regie, nabijheid en vertrouwen brengen een andere houding met zich mee.
In haar eerste termijn als wethouder ontmoette Annemieke talloze initiatieven en bewoners die elkaar al lang ondersteunen, vaak zonder dat daar overheid of professionals voor nodig zijn. Dat inzicht werd een keerpunt: de kracht van de stad zit in de mensen die dagelijks iets voor elkaar betekenen.
Anders kijken geeft ruimte
Boeken zoals die van Tim ’S Jongers hielpen haar anders te denken over het sociale domein. ‘Niet automatisch uitgaan van kwetsbaarheid, maar erkennen dat mensen soms kwetsbaar worden gemaakt. Jezelf niet afvragen of inwoners onze hulp kunnen vinden, maar of onze hulp wel past bij hun leven. Het gaat om aansluiten bij de leefwereld − niet om mensen in een systeem te duwen.’
Wat bijen ons leren
Een tweede belangrijke les kwam uit het boek ‘Het bijeffect’ van Roman Hagendorn. Zijn ervaring als imker liet zien hoe goedbedoeld ingrijpen soms juist beschadigt. Dat je een bijenvolkje achterlaat in chaos, ondanks alle goede bedoelingen om ze goed te verzorgen. Ook in de stad blijken veel initiatieven zichzelf prima te redden wanneer ze de ruimte krijgen. ‘De kunst is om te zien wat werkt en niet onnodig te verstoren.’
De kunst is om te zien wat werkt en niet onnodig te verstoren
Een stad vol betrokkenheid
‘De brede beweging van inwoners, zoals de coalitie Een tegen eenzaamheid met in Lelystad meer dan 110 partners, laat zien hoeveel mensen bereid zijn om voor elkaar te zorgen. Het gedachtegoed van presentie − er eenvoudigweg zijn voor een ander − sluit daar naadloos op aan. Aanwezigheid kan al verschil maken, zonder dat alles direct opgelost hoeft te worden.’
Wat dit betekent voor beleid
In Lelystad heeft dit geleid tot bewuster taalgebruik en tot het terugleggen van regie bij ouders, gezinnen en inwoners. Niet uit terugtrekking, maar uit vertrouwen. Professionals en overheid zijn aanvullend, want: het is er allemaal al.’
Over Annemieke Messelink-Dijkstra
Sinds juli 2022 is Annemieke wethouder in Lelystad, met portefeuilles zoals Werk en Inkomen, Jeugd(zorg), Armoede en Schulddienstverlening, Wmo, Vitaliteit en Gezondheid en Welzijn. Ze vertegenwoordigt de gemeente als aandeelhouder in het Werkbedrijf en JEL en zit in diverse besturen, waaronder GR IJsselmeergroep, AVA Concern voor Werk NV, VNG Flevoland en GGD. Annemieke brengt daarmee bestuurlijke ervaring en brede betrokkenheid bij sociaal beleid mee.
Victor Everhardt 'De shovels stonden al klaar'
Het regent buiten. In een klein kantoortje − koffie, een waterfles, een rommelig prikbord en een vergeelde uitnodiging voor de buurtborrel − zitten toenmalig wethouder Victor Everhardt en zijn collega tijdens het wijkspreekuur al ruim drie kwartier te wachten op inwoners. Dan komen drie zeventigers binnen. Ze maken zich zorgen over het geluid van het nieuwe voetbalveld dat vlak bij hun flat komt. Spelende kinderen? Prima. Maar kan dat niet een veldje verderop?
In het kort
- Zorgvuldige participatieprocessen zijn geen garantie voor tevredenheid
- Zelfs succesvolle lokale initiatieven stranden op harde systeemgrenzen, zoals de btw-regel die de zorgcoöperatie in Peel & Maas de das omdeed.
- Voor een succesvol samenspel met inwoners moeten gemeenten durf tonen door eigen regels aan te passen, fouten toe te geven of de confrontatie met Den Haag aan te gaan.
Het wrange was, vertelt Everhardt op het Divosa Najaarscongres, dat er een zorgvuldig participatieproces aan dit veldje voorafging. Drie avonden waarop de buurt zélf de locatie bepaalde. De raad was unaniem enthousiast. Maar uitgerekend deze drie bewoners hadden die avonden gemist. En nu, op deze regenachtige avond, stonden de shovels al klaar.
Koffie, vlaai en een harde grens
Wat zegt dit over dertien jaar participatiesamenleving? Als Divosa-voorzitter ziet Everhardt prachtige initiatieven, zoals in het Limburgse Peel & Maas, waar bewoners en gemeente intensief in elkaar investeerden. Veel gesprekken, veel koffie − en natuurlijk vlaai. Bewoners richtten er zélf een zorgcoöperatie op om hulp in het huishouden gezamenlijk in te kopen. ‘Het ultieme van, voor en door bewoners,’ noemt Victor Everhardt het.
Maar toen botsten zij op een harde systeemgrens. Omdat bewoners zelf inkochten, moest er 9% btw worden afgedragen. De zorg werd duurder. De bewoners vochten het aan, maar verloren. De gemeente moest opnieuw de inkoop op zich nemen.
Als we werk willen maken van participatie, moeten we beginnen bij het samenspel
Begin bij het samenspel
‘Als we werk willen maken van participatie, moeten we beginnen bij het samenspel,’ stelt Victor Everhardt. Dat betekent: vooraf duidelijkheid over de regels, maar ook regels durven aanpassen als ze in de praktijk niet werken. ‘Je kunt niet alles voorkomen,’ zegt hij over de btw-kwestie. ‘Maar als voorzitter ga ik graag het gevecht aan in Den Haag om die beklemmende systeemdingetjes weg te nemen.’
Ook gemeenten moeten volgens hem in de spiegel kijken. Nemen we tijd voor echte verbinding? Hoe reageren we op onvermijdelijke fouten? En belonen we medewerkers die goed contact met inwoners maken?
Met de pet in de hand
Terug naar dat kantoortje op de regenachtige avond. De bewoners zijn vertrokken. Victor Everhardt en zijn collega kijken elkaar aan. ‘Dit kan toch eigenlijk niet, zegt mijn collega en die woorden passen precies bij mijn knoop in mijn maag.’ Is het tij nog te keren?
Uiteindelijk is het veldje tóch nog verplaatst. De extra kosten kwamen uit de pot ‘onvoorzien’. Everhardt ging zelf langs bij de bewoners die er wel waren op de bewonersavonden. ‘Met de pet in de hand – want dat hoort zo als je een plan ter elfde ure aanpast.’ Hij trof begrip. En de gemeenteraad? ‘Die vindt nog steeds dat dit proces door een ringetje te halen was.’ besluit hij met een glimlach.
Over Victor Everhardt
Sinds 1 januari 2025 is Victor Everhardt voorzitter van Divosa. Met ruime ervaring in het gemeentelijk en sociaal domein zet hij zich in om iedereen naar vermogen te laten deelnemen aan de samenleving. Voorheen was Victor directeur/bestuurder bij Platform31 / IVO en voorzitter van D66. Daarvoor bekleedde hij diverse wethoudersposities in Amsterdam en Utrecht, met portefeuilles op het gebied van sociale zaken, economie en volksgezondheid.
Victor weet als geen ander met welke uitdagingen gemeenten te maken hebben en hoe samenwerking bijdraagt aan duurzame oplossingen. Zijn focus ligt op inclusie, duurzaamheid en maatschappelijke veerkracht, waarbij hij verschillende belanghebbenden verbindt om gezamenlijk impact te maken.
Daan Roovers Kleine filosofie van een leefbare buurt
‘Als je ChatGPT vraagt hoe een moderne stad met verschillende soorten mensen eruitziet, dan krijg je een plaatje: je ziet wel verschillende mensen, maar ze lopen allemaal in één rij dezelfde kant op,’ lacht Daan Roovers, filosoof, aan het begin van haar verhaal. De zaal lacht met haar mee. ‘Dit is natuurlijk geen realistisch beeld. De samenstelling van een stad is niet zo eenvormig. Aristoteles zei erover: “Het is leven te midden van vreemden die je op de een of andere manier nabij zijn.”’
In het kort
- In ‘garderobegezelschappen’ ontmoeten mensen elkaar enkel voor de duur van een gebeurtenis en gaan daarna weer uiteen.
- ‘Skyboxificatie’ creëert parallelle circuits, waar mensen hun eigen sociale omgeving creëren en elkaar niet meer ontmoeten.
- Voetbal: clubvoetbal én veldjesvoetbal, geeft ons kwaliteiten in voorbereiding op een sámenleving.
‘Het klassieke idee van hoe mensen zich verbinden en samenleven is het Griekse Agora. Een markt, waar mannen kwamen om rond te wandelen, te converseren en bijeen te zijn. Niet helemaal toevallig de naam van de plek waar we vandaag zijn,’ refereert Rovers aan het Agora Theater in Lelystad dat als decor dient voor het Divosa Najaarscongres.
Samenleving voor de duur van de voorstelling
‘Nu hebben we te maken met ‘garderobegezelschappen’, een concept van de Poolse filosoof Zygmunt Bauman. Mensen ontmoeten elkaar op plekken zoals bij een voetbalwedstrijd of het toneel. Voor de duur daarvan zijn ze bij elkaar − ze zien hetzelfde, klappen en gaan na afloop weer uiteen. Het voordeel hiervan is dat mensen bij elkaar komen, er zijn ontmoetingsplekken. Maar die verdwijnen weer als de wedstrijd of het theater voorbij is. Het is een samenleving voor de duur van de voorstelling.’
Eigen sociale omgeving creëren
Filosoof Michael Sandel is wat kritischer volgens Roovers en typeert ons huidige samenleven als ‘skyboxificatie’. ‘Hoewel we bijvoorbeeld in een stadion naar dezelfde wedstrijd kijken, zijn er steeds meer parallelle circuits. Je hebt het vak voor het volk, het vak voor de uitfans, voor de thuisfans en je hebt de skybox. Bovendien heeft iedereen er een eigen route naartoe: een eigen ingang, eigen catering, eigen toilet. Je hoeft elkaar niet meer tegen te komen. Het principe van de skybox dringt steeds meer door in de samenleving als geheel. Als je bijvoorbeeld woningbouw of schoolkeuze helemaal aan de markt overlaat, dan hoeven mensen elkaar niet meer tegen te komen. Iedereen kan dan z’n eigen sociale omgeving creëren. Dat is een bedreigend fundament voor de samenleving.’
Een stad zoals die geleefd wordt
‘Dit houdt verband met ville en cité,’ zegt Roovers. ‘Met ville bedoel ik een stad zoals die gebouwd is en met cité een stad zoals die geleefd wordt. Neem nou voetbalveldjes. Als moeder van twee zoons heb ik daar veel op rondgehangen. Ik steek er weleens iets van op, vooral van de organisatie. Je hebt het clubvoetbal: het is aan de rand van de stad, ieder team heeft elf spelers, er is een scheidsrechter en zijn tenues. Er is een competitie, je moet op tijd komen en je moet je afmelden als je niet kunt. Het is strak georganiseerd. Veldjesvoetbal ziet er heel anders uit. Het is vaak dichter in de buurt. Er zijn geen lijnen op het veld en je weet van tevoren nooit wie er is. Meestal zijn er geen 22 mensen; soms een oneven aantal, dus je hebt geen gelijke teams. Je speelt met wie er is en als je vertrekt, speelt de rest gewoon door met een speler minder. Er zijn veel minder regels.
Als het gaat over een leefbare buurt, zorg dan voor voetbalveldjes midden in de wijk
Wat voetbal ons leert
Wat leert voetbal ons over samenleven, over leven in de stad en voor de rest van ons leven? Bij clubvoetbal leer je op tijd komen, luisteren, discipline, je afmelden, teamspirit. Dit zijn nuttige kwaliteiten, vooral als voorbereiding op de arbeidsmarkt. Je leert je te voegen in een soort structuur. Maar wat leer je bij het spontane voetbal? Daar leer je je aanpassen aan de omstandigheden en het te doen met de dingen die je hebt. Je leert ook zelf de regels te bepalen en te handhaven. En je leert te voetballen met de mensen uit de buurt, want wie komt, die is er. Wat je daar leert zijn de buitengewoon nuttige kwaliteiten op de voorbereiding van een diverse sámenleving.
Een leefbare buurt
Een van mijn meest dierbare filosofen, Albert Camus, zei; “Alles wat ik aan ethiek heb geleerd, heb ik ontleend aan het voetbalveld.” Dus als het gaat over een leefbare buurt, dan is een van de belangrijkste lessen die ik mee wil geven: zorg voor voetbalveldjes midden in de wijk.’
Over Daan Roovers
Daan Roovers is filosoof en docent, gespecialiseerd in kritisch denken en publieke filosofie. Van 2019 tot 2021 was ze Denker des Vaderlands en hoofdredacteur van Filosofie Magazine. Ze zet zich in om filosofie toegankelijk te maken en onderzoekt onderwerpen als polarisatie, participatie en vrijheid van meningsuiting. Ze was lid van de Raad voor het Openbaar Bestuur en maakt deel uit van de denktank Nederland 2040. Sinds juni 2023 zit ze in de Eerste Kamer namens GroenLinks-PvdA, met focus op onderwijs, wetenschap en democratisering.
Monique Kremer ‘Vertrouwen begint bij een betrouwbare overheid’
Monique Kremer, bijzonder hoogleraar Actief Burgerschap aan de Universiteit van Amsterdam, bespreekt het cruciale thema van vertrouwen tussen burgers en overheid. Aan de hand van het verhaal van Fatiha − een vrouw met zowel negatieve als positieve ervaringen met overheidsinstanties − maakt ze duidelijk waarom vertrouwen kwetsbaar is en hoe dit herwonnen kan worden.
In het kort
- Vertrouwen in de overheid is laag, vooral bij mensen die hulp het hardst nodig hebben.
- Complexe regels en hoge eisen maken het lastig om hulp te krijgen.
- Sterke, goed ondersteunde gemeenschappen zijn cruciaal, maar er zijn weinig initiatieven rond werk en inkomen.
- De overheid moet eenvoudiger, transparanter en betrouwbaarder worden.
- Sociale netwerken en betrokkenheid van welvarende burgers kunnen bestaansonzekerheid verminderen.
‘Fatiha kwam uit Marokko, werkte jarenlang in de schoonmaak en had te maken met een gewelddadige partner. Toen Jeugdzorg betrokken raakte bij het gezin, ontving ze een brief waarin stond dat ze ‘moest tekenen’. Ze vertrouwde dit niet en vroeg hulp bij haar buurvrouw. Die las de brief en legde uit dat haar kinderen uit huis geplaatst konden worden. Deze ervaring zorgde voor wantrouwen in instanties. Door hulp van de gemeente en vrijwilligerswerk lukte het Fatiha om een betaalde baan te krijgen. Deze positieve ervaring herstelde haar vertrouwen in de overheid deels. Ze zegt: “Ik heb gewoon geluk gehad met de overheid, want ik ben assertief en betrokken. Maar dat is niet bij iedereen zo.”’
Het ingewikkelde systeem begrijpen en benutten
Kremer baseert haar analyse op haar onderzoeken onder mensen die worstelen met bestaansonzekerheid. Een belangrijk begrip is ‘instantiekapitaal’: de kennis en vaardigheden die nodig zijn om het ingewikkelde systeem van uitkeringen en toeslagen te begrijpen en te benutten. ‘Veel mensen, vooral nieuwkomers en kwetsbaren, missen dit kapitaal. Dit leidt tot extra ongelijkheid.’
Op het moment dat je maatwerk gaat toepassen in je regelgeving, wordt het alleen maar complexer
Ontrafelen
‘Vertrouwen in de overheid is niet alleen geloven dat die het goed bedoelt, maar ook het gevoel hebben gehoord te worden en effectieve hulp te krijgen. Veel mensen ervaren juist het tegenovergestelde − zij krijgen wel een luisterend oor, maar niet altijd de ondersteuning die ze nodig hebben. Bovendien zorgt de complexiteit van het systeem ervoor dat mensen voortdurend moeten bewijzen dat ze hulp nodig hebben en tegelijkertijd zelfredzaam moeten lijken. Dit maakt de interactie stressvol en ontmoedigend. Het tegengaan van die complexiteit, het ontrafelen van die jungle, is heel erg belangrijk. Net zoals dat burgers geen last moeten hebben van allerlei ingewikkeldheden.’
Minder complexiteit, meer transparantie en stabiele relaties
Kremer pleit voor het verminderen van die complexiteit en het verhogen van transparantie. ‘Bijvoorbeeld door een ‘track-&-trace’-systeem waarmee burgers kunnen volgen wat er met hun aanvragen gebeurt. Daarnaast is het belangrijk dat professionals stabiele contactpersonen zijn, zodat er ruimte is om vertrouwen op te bouwen. Het steeds wisselen van klantmanagers ondermijnt dit proces.’
Sterke gemeenschappen ontstaan niet vanzelf; ze hebben onderhoud en soms ook steun vanuit de overheid nodig
Maatschappelijke initiatieven
‘Naast de overheid spelen gemeenschappen een grote rol bij het ondersteunen van mensen met bestaansonzekerheid. Het bruist in Nederland van allerlei maatschappelijke initiatieven, zoals energiecoöperaties en zorgcoöperaties, die veel positieve impact hebben. Toch zien we dat op het gebied van bestaansonzekerheid, werk en inkomen veel minder initiatieven zijn. Dit is begrijpelijk, want dit terrein is complex en vraagt om gerichte aandacht.’
‘Sterke gemeenschappen ontstaan niet vanzelf; ze hebben onderhoud en soms ook steun vanuit de overheid nodig. Kremer waarschuwt voor de ‘inclusiekramp’: het idee dat gemeenschappen altijd gemengd moet zijn. Soms is het juist krachtig als mensen met dezelfde achtergrond elkaar vinden en versterken. Welvarende burgers en werkgevers zouden meer betrokken kunnen worden bij het opbouwen van sociale netwerken, zodat de ondersteuning breder en effectiever wordt.’
Samenwerken aan vertrouwen en gemeenschap
Tot slot benadrukt Kremer dat vertrouwen en een sterke gemeenschap hand in hand gaan met een betrouwbare overheid. ‘Door de complexiteit te verminderen, voorspelbaarheid te vergroten en stabiele relaties te bevorderen, kan het vertrouwen terugkomen − juist bij degenen die het het hardst nodig hebben.’
Meer informatie
Over Monique Kremer
Monique Kremer is bijzonder hoogleraar Actief Burgerschap aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). Daar houdt zij zich onder andere bezig met ‘alledaagse attentheid’ en onderlinge verbindingen in de superdiverse wijk. Daarnaast onderzoekt ze bestaans(on)zekerheid in de grote stad. Sinds 2020 is ze voorzitter van de Adviesraad Migratie, lid van de Raad van Toezicht van het Verwey-Jonker Instituut en de Raad van Advies van het UWV Werkbedrijf. Ze is vaste columnist bij Sociale Vraagstukken, en publiceerde diverse boeken, waaronder Brandbrief aan de verzorgingsstaat (2025).
Het congres volgens deelnemers
'Waar denk je aan bij "Dichterbij dan je denkt?"' en: ‘Welke uitspraak of sessie bleef je bij?’ We vroegen het aan een aantal deelnemers op het Divosa Najaarscongres in Lelystad. Bekijk hun antwoorden en proef de sfeer.
Floor Ziegler en Teun Gautier ‘Er was geen participatieavond. Iedereen kwam gewoon naar het park’
Toen Floor Ziegler lang geleden naar Amsterdam-Noord verhuisde, verklaarden mensen haar voor gek. Het was er kaal, er was niks. Maar precies die spanning zocht ze. Ze stampte de Noorderparkkamer uit de grond en programmeerde klassieke muziek. Een misser: de bewoners vonden het paviljoen lelijk en hielden niet van klassieke muziek.
In het kort
- Floor Ziegler laat zien hoe bewoners bloeien als je begint bij hun drijfveren en bij wat er al is.
- Bewonersinitiatieven werken vanzelf integraal, terwijl overheden vaak verkokerd en langs hen heen opereren.
- Gemeenten moeten aansluiten, faciliteren en vooral niet vergeten: kijk eerst naar wat er al bestaat.
Floor gooide het roer om. ‘Als je vraagt naar hobby’s, blijkt iedereen wel iets te kunnen,’ vertelt ze tijdens het Divosa Najaarscongres. Ze zocht naar haakjes die aansloten bij de drijfveren van bewoners: hondenshows en creatieve brievenbussen waar je briefjes met je gevoelens in kon stoppen. Wijkheld Kees kende iedereen en wist dat mensen graag hun spulletjes verkochten op de markt. Toen die markt er kwam, stond de héle buurt er. Het effect ging dieper dan gezelligheid. ‘Het gaat om zien en erkennen,’ stelt Floor. ‘Mensen vinden het fijn om zichzelf te kunnen zijn.’
Een oliemannetje van de gemeente
Vier randvoorwaarden zijn volgens haar belangrijk voor het succes: een thema, een verbinder, een plek en financiering. Bij de Noorderparkkamer zorgde een ambtenaar op de achtergrond als ‘oliemannetje’ dat de chaos van zes verschillende subsidies en vergunningen in goede banen werd geleid. Het bewijst voor Floor dat je geen ingewikkelde participatietrajecten nodig hebt, zolang je maar echt verbindt. ‘Er was geen participatieavond,’ zegt ze nuchter. ‘Iedereen kwam gewoon naar het park.’
Buurtinitiatieven op elke straathoek
Die energie werkte aanstekelijk: op elke hoek ontstonden nieuwe buurtinitiatieven. In de Modestraat richtten ouderen hun eigen ‘rebellenclub’ op – met de slogan Fuck de geraniums – en ontwierpen hun eigen kleding. In de Kleurenstraat verfde Floor Ziegler samen met bewoners ’s nachts het zwerfvuil roze om het probleem zichtbaar te maken.
Mensen vinden het fijn om zichzelf te kunnen zijn
De blinde vlek van de overheid
Tijdens een wandeltocht door Nederland ontdekte Floor Ziegler dat dit niet uniek is voor Amsterdam-Noord. In elke straat ontmoette ze wel iemand die een voedselbank in de garage runde of de honden voor de buren uitliet. Iedereen kende de sleutelfiguren, maar over de overheid moest je niet beginnen. Later liepen ook bestuurders en ombudsmannen mee. Floor Ziegler: ‘Een hele onderwereld aan lokale initiatieven blijft voor bestuurders verborgen, omdat deze mensen nooit op participatieavonden komen en in de systeemwereld simpelweg niet worden gezien.’
‘Die blinde vlek is precies waar het vaak misgaat,’ vult Teun Gautier aan. Waar de overheid vaak verkokerd denkt, werken bewonersinitiatieven altijd integraal. Hij pleit daarom voor ‘publiek-civiele samenwerking’, waarin gemeenten en bewonersinitiatieven zogeheten tussencoalities smeden. De kerngedachte daarbij: kijk altijd eerst wat er al is.
Wat er misgaat als je niet begint bij wat er al is
Waarom dat zo belangrijk is, illustreert Teun Gautier met een pijnlijk voorbeeld. Een lokale gymvereniging bood ouderen voor een zacht prijsje lessen aan, tot volle tevredenheid. Maar toen de gemeente officieel ‘beweegbeleid’ invoerde, werd een professionele aanbieder gesubsidieerd. Die was duurder, en gezien het succes van de lokale gymvereniging eigenlijk ook overbodig. Het gevolg: de professionele variant was wel ‘gratis’ voor ouderen en zij stapten daarom over. Hierdoor verloor de lokale vereniging leden en moest de contributie verhogen. Goedbedoeld beleid dat een bestaand, goed werkend initiatief kapotmaakte.
Hoe gemeenten wel kunnen aansluiten bij de leefwereld
Om de kloof tussen systeemwereld en leefwereld te overbruggen, adviseren Floor Ziegler en Teun Gautier gemeenten een actieve, ondersteunende rol te pakken. Door aan te sluiten bij landelijke netwerken van bewonersinitiatieven zoals ‘We doen het samen’, het creëren van een fysieke ontmoetingsplek in elke gemeente – een ‘Huis van Actief Burgerschap’ – en het faciliteren van leergangen voor ambtenaren. Maar boven alles roepen zij gemeenten op: begin áltijd bij wat er al is.
Over Floor Ziegler en Teun Gautier
Floor Ziegler heeft een achtergrond in de klassieke muziek als producent, zakelijk leider en organisator. Floor betrekt bewoners actief bij maatschappelijke vraagstukken en verbindt mensen, plekken en ideeën. In Amsterdam richtte ze de Noorderparkkamer op, waar verschillende groepen mensen aan meededen. Ze gelooft in samen creëren met bewoners en heeft tientallen initiatieven begeleid door direct contact en samenwerking.
Teun Gautier is uitgever van origine en heeft sporen in de politieke en bestuurlijke wereld. Teun is bestuurder van de StadmakersCoöperatie, voorzitter van Zamaneh media en De Coöperatie (journalistiek).
Floor en Teun richtten samen de StadmakersCoöperatie op. Daarnaast zijn zij betrokken bij de We Doen Het Samen-coalitie, een netwerk van koepels van bewonersinitiatieven, en zijn zij mede-oprichters van het Huis van Actief Burgerschap. Samen schreven zij het boek Een Wereld van Gemeenschappen.
Joost Hoebink en Victor Everhardt Aan de slag met de plannen die er al liggen
Met een mix van ambitie en energie blikte voorzitter Victor Everhardt terug op het Divosa Najaarscongres 2025. Tevreden zegt hij: ‘We praatten in de eerste pauzes gelijk al met elkaar door.’ En ook in de workshops kwamen de juiste thema’s op tafel: ‘We hebben de onderwerpen beet waar we mee verder willen.’ Volgens Victor laat de energie van deze dag zien dat de vereniging klaar staat om door te pakken: ‘Morgen beter dan vandaag.’ En dat vraagt vooral om één ding: ‘Uitvoeren van al die plannen die er al liggen!’
In het kort
- Bestaande adviezen en rapporten daadwerkelijk uitvoeren, stoppen met nieuwe commissies optuigen, met langdradige trajecten en onderzoeken.
- Het is tijd om concrete ideeën te verzamelen en actief in gesprek te gaan om veranderingen te realiseren.
Op de vraag welke boodschappen Victor moet meenemen naar Den Haag, kwam een rijk palet aan wensen en prioriteiten naar voren. Deze signalen vormen volgens hem een waardevolle basis voor het boodschappenlijstje naar het Haagse en geven richting aan het werk van de vereniging voor de komende periode: ‘We hebben vier jaar om zaken te gaan doen.’ Hij benadrukt dat er concrete input nodig blijft vanuit het veld: ‘Help onszelf om goed duidelijk te maken waarom er iets moet veranderen en wat er dan precies anders moet.Je hoeft niet bij mij langs te komen om mij dat te laten weten, ik kom graag bij jullie langs.’
Daarnaast wees hij erop dat er al veel waardevolle adviezen liggen, zoals van de commissie sociaal minimum en de commissie Borstlap. Het is tijd om deze aanbevelingen in praktijk te brengen. Zijn boodschap aan het nieuwe kabinet is helder: ‘Stop met nieuwe commissies en onderzoeken en ga aan de slag met wat er al ligt.’
Sander Heijne ‘De kiezer heeft altijd gelijk. Is dat wel zo?’
De Nederlandse democratie is in zwaar weer, stelt journalist en schrijver Sander Heijne. ‘We zakken stap voor stap op de ranglijstjes die de kwaliteit van de democratie meten,’ zegt hij. ‘Dat moet ons zorgen baren. Want er is geen beter systeem uitgevonden. We moeten onze democratie niet alleen behouden, maar ook versterken.’ Want het is verleidelijk om met het verdedigen van de democratie ook de status quo te verdedigen, terwijl onze democratie al in 1848 is vormgegeven. De wereld is compleet veranderd.
In het kort
- We moeten onze democratie niet alleen behouden, maar ook versterken.
- De gedemocratiseerde macht sluit niet aan bij de werkelijke macht en het mensbeeld van de homo sapiens staat onder druk.
- Gemeenten kunnen lokaal experimenteren met vormen die het rationele brein aanspreken.
En ondertussen wordt de rechtsstaat − de ruggengraat van de democratie − steeds vaker ter discussie gesteld. Sander Heijne wijst op de uitslag van de laatste verkiezingen: 45 procent van de kiezers stemde op partijen die burgerrechten willen inperken. ‘Als we dat pad verder gaan, is het een kwestie van tijd voordat we geen democratie meer zijn,’ waarschuwt hij.
Macht zit niet bij politici
De democratie loopt vast, omdat we problemen niet meer oplossen zoals we dat ooit konden. Lelystad en de Afsluitdijk golden ooit als bewijs dat democratie tot enorme, collectieve prestaties in staat is. Tegenwoordig lukt het ons nauwelijks nog iets groots te realiseren.
Een belangrijke oorzaak is dat de macht die we hebben gedemocratiseerd niet meer aansluit bij waar de werkelijke macht nu ligt. Veel cruciale beslissingen vallen in de bestuurskamers van bedrijven, stelt Sander Heijne. Bestuurders van energiebedrijven hebben bijvoorbeeld meer invloed op het klimaat dan politici. Het gebrek aan politieke zeggenschap bleek ook pijnlijk duidelijk bij de interventie van de minister van Economische Zaken rond technologiebedrijf Nexperia. ‘Een Nederlandse minister heeft niet zo gek veel te zeggen over het land waarvan hij denkt dat hij het bestuurt,’ concludeert Sander Heijne.
Ons brein is geneigd om herhaalde beweringen als waar te beschouwen, ook als die niet waar zijn
Een mensbeeld dat kraakt
Daar komt een tweede probleem bij: ons hele systeem is gebouwd op het verouderde mensbeeld van de homo sapiens: de rationele burger die, mits voldoende geïnformeerd, altijd verstandige keuzes maakt. Dit mensbeeld staat onder druk. ‘Ons brein is geneigd om herhaalde beweringen als waar te beschouwen, ook als die niet waar zijn,’ legt Sander Heijne uit. Campagnestrategen spelen hier met sociale media op in. De vraag is dan ook: ‘Als mensen op basis van dat soort manipulatie stemmen, is dat dan een uitdrukking van wat ze echt willen, of heeft hun stem nauwelijks democratische betekenis?’
Een groot vel vol namen
Een vraag die Sander Heijne onlangs kreeg, raakte hem: Waarom noemen jullie het democratisch dat burgers eens in de anderhalf jaar een vel vol namen krijgen en één vakje mogen aankruisen dat vervolgens in een kliko verdwijnt? Volgens hem raakt die vraag aan de kern. Democratie gaat over invloed op je leefwereld − niet over één symbolisch moment in het stemhokje. Besluiten moeten gedragen worden door de bevolking. Mensen moeten het gevoel hebben dat de overheid er voor hen is.
Lokaal experimenteren
‘We moeten erkennen dat onze aannames over macht en over het menselijk brein niet meer kloppen,’ zegt Sander Heijne. ‘En dan moeten we gaan experimenteren. Begin klein, begin lokaal.’ Hij ziet kansen in e-learnings die inwoners stap voor stap meenemen in bestuurlijke keuzes, of budgetten in de vorm van fiches waarmee burgers kunnen schuiven tussen bijvoorbeeld het fietspad of de bibliotheek. De sleutel ligt in de aanpak: ‘We kúnnen rationeel denken − als je ons brein maar op de juiste manier aanspreekt.’
Over Sander Heijne
Sander Heijne is een scherpe en inspirerende spreker die complexe thema’s als marktwerking, bureaucratie en de invloed van technologie op de arbeidsmarkt op een toegankelijke manier weet te duiden. Als hoofdredacteur van Vrij Nederland en veelgevraagd spreker neemt hij zijn publiek mee in de effecten van marktwerking op het dagelijks leven en biedt hij concrete handvatten voor verandering.
Met zijn combinatie van gedegen onderzoek en heldere verhalen maakt Heijne lastige onderwerpen begrijpelijk en relevant. Zijn lezingen zetten aan tot nadenken − én tot actie.
René ten Bos ‘Als je dichtbij mensen wil zijn, moet je jezelf een beetje leegmaken’
‘We werken allemaal dagelijks in fundamenteel niet-democratische contexten, waar we worden geacht onze bek dicht te houden. Dat is een vrolijke noot om mee te beginnen, toch? René ten Bos, filosoof en hoogleraar aan de Radboud Universiteit, zet direct de toon tijdens de afsluiting van het Divosa Najaarscongres. Hij krijgt de lachers op zijn hand. ‘Maar dat is niet waar ik het over wilde hebben.’
In het kort
- Democratie draait om praten, maar we vinden het lastig als iedereen meepraat.
- In contact komen met het volk, doe je door jezelf leeg te maken. Mensen zitten niet te wachten op volle koppen, op jouw goede ideeën, hoe goedbedoeld ook.
- Een van de belangrijkste soliderende gestes is vriendelijkheid. Je kunt het heel vriendelijk oneens zijn.
Ten Bos zegt dat we allemaal wel weten dat democratie waarschijnlijk het beste systeem is om complexe vraagstukken op te lossen. ‘Maar tegelijkertijd zijn mensen avers van complexiteit. Ze willen juist dat het simpel is. Je moet mensen verleiden om in complexiteit te gaan.’
Participatie vinden we lastig
Maar: 'We ontmoedigen mensen systematisch om mee te doen aan participatie. We praten wel graag over participatie, maar vinden het in feite heel lastig als iedereen meepraat. Het is niet efficiënt.’ En dat terwijl democratie draait om praten, volgens Ten Bos. ‘Dat betekent ook dat dat praten nooit afloopt. In een democratie wordt er ook nooit een laatste woord gesproken. En dat vinden sommige mensen heel vervelend.’
Contact met het volk
‘Een vraag om te stellen is: hoe kom je in contact met het volk? Ik heb er geen moeite mee. Misschien omdat ik uit het volk kom. Mijn vader was de zoon van een textielarbeider. Dat is een achtergrond van dikke buiken, zware Van Nelle roken en pinda’s eten. Dit is geen pleidooi om met het volk in contact te komen door te gaan roken en zwaarlijvig te worden, maar het helpt wel.’ Weer klinkt er gelach in de zaal. ‘Een Oostenrijkse filosoof schrijft al jaren dat we veel van die solidariserende activiteiten aan het wegnemen zijn. Dat is lastig, want het vergroot de afstand tot het volk.’
Mensen zijn geïnteresseerd in de vraag of jij geïnteresseerd bent in hen, in plaats van alleen maar in je eigen ideeën
Volle koppen
Daarna vertelt René over wijksafari's waarmee we de afstand proberen te verkleinen. ‘Weet je daardoor wat er in een wijk speelt?’ Het probleem volgens Ten Bos: ‘De koppen van de mensen die op wijksafari gaan, zitten vol. Over wat ze moeten doen en van plan zijn. Als je vol zit met ideeën over hoe een goede wereld in elkaar zit en je gaat vervolgens de ideeën naar de mensen brengen, dan heb je misschien wel goede bedoelingen, maar dat is niet waar die mensen op zitten te wachten. Als je dichtbij mensen wil zijn, moet je jezelf een beetje leegmaken.’
Vriendelijk oneens
‘Dichtbij zijn, veronderstelt een soort intimiteit die ik zie als de vijand van de eenzaamheid. Iedere samenleving moet fundamenteel de strijd aangaan tegen eenzaamheid. Dat los je niet op als je vol zit met eigen ideeën. Mensen zijn geïnteresseerd in de vraag of jij geïnteresseerd bent in hen, in plaats van alleen maar in je eigen ideeën. Hoe goed die ook zijn. Dat betekent dat je het over andere dingen moet hebben. Een van de belangrijkste soliderende gestes is, is iets heel simpels als vriendelijkheid. We vinden het heel moeilijk om solidair te zijn met mensen met wie we het niet eens zijn. Maar je kunt het heel vriendelijk oneens zijn.’
Autobaan
Dan vertelt Ten Bos een verhaal uit zijn jeugd, over een van zijn vrienden: ‘We komen allebei uit Twente, daar moest een autobaan aangelegd worden. Ik was daar tegen, vóór het bos. Toen zei mijn vriend: "René, waarom maak je je nou zo druk om die autobaan?” Dat vond ik zo vriendelijk en humorvol. En hij zei doodleuk: "Als je een autobaan door het bos trekt, heb je niet één bos, maar twee bossen.” Dames en heren, en dan hou ik op, dit verhaal heeft een levenslange vriendschap opgeleverd. Dwars door alle politieke scheidslijnen heen.’
Over René ten Bos
René ten Bos (1959) is filosoof en hoogleraar aan de Faculteit Managementwetenschappen van de Radboud Universiteit. Daarnaast is hij Dean van het Honours Programma aan dezelfde universiteit en Honorary professor aan de University of St. Andrews.
Van 2017 tot 2019 was hij Denker des Vaderlands, en in 2020 werd hij benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Ten Bos is auteur van meerdere invloedrijke boeken. Met 'Bureaucratie is een inktvis' won hij in 2015 de Socrates Wisselbeker. Zijn meest recente boek, 'Het laatste woord' (2024), onderzoekt hoe diepgewortelde overtuigingen, zekerheden en taal ons denken vormgeven.
Naast zijn boeken schrijft Ten Bos regelmatig columns, essays en artikelen voor zowel academische als publieksbladen. Hij is al jarenlang columnist voor Het Financieele Dagblad en publiceerde eerder in De Volkskrant, De Groene Amsterdammer en Trouw.
Colofon
Divosa
Aidadreef 8 | 3561 GE Utrecht
Postbus 9563 | 3506 GN Utrecht
030 233 23 37
info@divosa.nl
www.divosa.nl
Tekstredactie
Stefanie Peters
Iris Ruijs
Margit Timmen
Fotografie
Bas Losekoot
Video
Jasper van Huissteden
Website
Mathilde Kroon
Remco van Brink
Social media
Remco van Brink
Versie
november 2025