Miljoenennota 2026: even ademruimte, zorgen voor lange termijn
De Miljoenennota 2026 brengt gemeenten zowel kansen als uitdagingen. Er zijn meevallers, zoals extra middelen voor jeugdzorg, zorg en beschut werk, die in 2025 en 2026 financiële ademruimte geven. Tegelijkertijd tempert een lagere raming van het Gemeentefonds de structurele financiële groei op de langere termijn, wat gemeenten dwingt tot scherpe keuzes in hun toekomstige begrotingen.
Daarnaast maakt Divosa zich zorgen over de langere termijn. Zo is de vergrijzing nu al realiteit. Zonder ingrijpen stijgt de druk op werkenden en krimpt de ruimte voor investeringen. Dit vereist ingrijpende keuzes.
Financiën sociaal domein
Er wordt extra financiële ruimte geboden aan gemeenten voor het sociaal domein, met nadruk op de terreinen bestaanszekerheid en werk & inkomen. Zo wordt de eerder aangekondigde bezuiniging op de onderwijskansenregeling teruggedraaid. Daarnaast ontvangen gemeenten in 2025 een compensatie van € 728 miljoen voor tekorten in de jeugdzorg. Dit geld kunnen gemeenten inzetten voor het versterken van lokale teams, kind- en gezinsbescherming en een integrale aanpak van hulp en ondersteuning. Tegelijkertijd is het accres, de automatische groeiruimte van het Gemeentefonds, neerwaarts bijgesteld. Dit betekent op de lange termijn minder structurele middelen en vraagt gemeenten om een zorgvuldige financiële planning.
Ook zijn er meevallers in de zorguitgaven (Zvw en Wlz), waarvan een deel wordt ingezet voor lastenverlichting. De geplande korting op het regionaal openbaar vervoer wordt uitgesteld, wat de bereikbaarheid van werk en voorzieningen ten goede komt.
Specifiek voor medewerkers van werkontwikkelbedrijven is via het amendement Van Kent in 2025 € 40 miljoen beschikbaar gesteld. Er komt in 2026 € 36,7 miljoen extra beschikbaar voor beschut werk, oplopend tot € 90 miljoen op lange termijn.
Vergrijzing vraagt nú om keuzes
De Miljoenennota 2026 laat zien dat vergrijzing de arbeidsmarkt verkrapt en de zorg- en AOW-uitgaven doet stijgen. De effecten van deze demografische veranderingen zijn duidelijk zichtbaar in de hogere kosten op de SZW-begroting, vooral voor ouderenvoorzieningen, AIO en AOW.
Zonder ingrijpen stijgt de druk op werkenden en krimpt de ruimte voor investeringen. Divosa benadrukt: investeer tijdig in uitvoerbare regelingen, preventie en een sterke lokale infrastructuur. Gemeenten moeten de middelen en ruimte krijgen om inwoners te ondersteunen in een veranderende demografische realiteit.
Investering in beschut werk
Het kabinet investeert in beschut werk: er komt in 2026 € 36,7 miljoen extra beschikbaar voor beschut werk, oplopend tot € 90 miljoen op lange termijn. In 2025 is er al € 36 miljoen beschikbaar. De verplichte loonwaardemeting wordt afgeschaft. Dit wordt een standaardpercentage, al moet hier de wet nog wel op worden aangepast. Dit is naar verwachting in 2028 geregeld.
Deze investering is nodig omdat uit onderzoek bleek dat de financiering van beschut werk niet voldoende was. Dit is goed nieuws voor de inclusieve arbeidsmarkt, gemeenten, werkbedrijven en in het bijzonder inwoners met een arbeidsbeperking. Ook wordt de verkorting van de WW-duur uitgesteld tot 2028. Deze maatregelen kunnen de instroom in de bijstand licht dempen, maar de gemeentelijke rol bij re-integratie en het bieden van maatwerk blijft onverminderd belangrijk.
Compensatie medewerkers werkontwikkelbedrijven
Door fiscale maatregelen gingen parttime werkenden bij werkontwikkelbedrijven er financieel op achteruit. Dat was onuitlegbaar. Het kabinet repareert deze ontwikkeling. Specifiek voor medewerkers van werkontwikkelbedrijven is via het amendement Van Kent in 2025 een compensatie van € 40 miljoen beschikbaar gesteld. Alle medewerkers onder de cao’s SW en Aan de Slag ontvangen een gelijke compensatie voor de negatieve gevolgen van belastingmaatregelen. Voor 2026 – 2028 wordt aanvullende tegemoetkoming gereserveerd.
Uitvoerbaarheid inburgering onder druk
De begrotingswijzigingen voor asiel en de voorgestelde wijzigingen in huisvestingswetgeving zal de uitvoerbaarheid van de Wi2021 vanaf 2026 verder onder druk zetten. De betaalbaarheid van de uitvoering van inburgering is onderdeel van de Tussenevaluatie van de Wi2021. De uitkomsten worden gebruikt door SZW en de ketenpartners om het stelsel door te ontwikkelen. Zoals al bekend wordt de korting op de SPUK inburgering van 10% pas vanaf 2028 toegepast. Huisvesting van statushouders moet mogelijk blijven, dit komt de gehele asielketen ten goede, en vooral de gemeentelijke uitvoering.
Uitbreiding flexwoningen statushouders
Het Rijk breidt de Stimuleringsregeling Flex- en Transformatiewoningen (SFT) uit met € 79 miljoen. Gemeenten ontvangen € 20.000 per gerealiseerde flexwoning, op voorwaarde dat 30% hiervan wordt toegewezen aan statushouders en Oekraïense ontheemden. Dit biedt een concrete kans om de huisvesting van deze groepen te versnellen.
Geen huurbevriezing
Het kabinet schrapt de voorgenomen bevriezing van de huren, wat de druk op de bestaanszekerheid van huishoudens met een laag inkomen kan vergroten. Wel verhoogt het kabinet vanaf 2026 de huurtoeslag voor de laagste inkomens. Deze huishoudens gaan er tot ruim € 6000 per jaar op vooruit.
Fonds voor energiearmoede
Er komt een meerjarig publiek energiefonds om huishoudens met een laag inkomen en hoge energiekosten te ondersteunen. Het kabinet stelt hiervoor € 60 miljoen beschikbaar, bovenop € 174,5 miljoen Europees geld. In 2027 wordt het fonds aangevuld met nog eens € 50 miljoen. Vanaf volgende winter kunnen inwoners ondersteuning uit het fonds krijgen.
Oplossing keteneffecten nabetalingen
Het kabinet wil de nadelige gevolgen van een piekinkomen door een nabetaling van een uitkering beperken. Deze nabetaling wordt niet meegerekend bij het toetsingsinkomen voor toeslagen en andere inkomensafhankelijke regelingen, zodat inwoners hun rechten behouden. Voor gemeenten levert dit minder administratieve correcties achteraf op, maar zij moeten hun processen hier wel vooraf op aanpassen.
Bezuiniging onderwijskansenregeling teruggedraaid
De Miljoenennota herstelt de onderwijskansenregeling, waardoor scholen met veel kwetsbare leerlingen structureel extra geld houden. Dit ondersteunt de gezamenlijke opgave van gemeenten en onderwijs om alle kinderen gelijke kansen te bieden en daarmee te werken aan een sterke pedagogische basis.
Basisvaardigheden (lezen, schrijven, rekenen, digitale vaardigheden) staan onder druk en de groep voor volwasseneneducatie groeit. Gemeenten krijgen hier echter geen extra middelen voor.
Extra middelen Zorg- en Welzijnakkoord
Het kabinet stelt voor 2027 en 2028 € 400 miljoen extra beschikbaar voor het aanvullend Zorg- en Welzijnakkoord om de samenwerking tussen zorg en het sociaal domein te versterken. Dit is een stap in de goede richting om de sociale basis te verbeteren. Voor 2026 is er echter nog geen geld beschikbaar, terwijl dat dringend nodig is. Bovendien hebben gemeenten en lokale partners weinig beleidsvrijheid.
Uitvoeringskracht gemeenten vergroten
Het kabinet zet zich blijvend in om de dienstverlening bij multiproblematiek te verbeteren. Zij wil de uitvoeringskracht bij gemeenten vergroten en de feedbackloop vanuit gemeenten structureel inrichten. Divosa deelt het belang van aandacht voor een lerend stelsel en de versterking van de uitvoeringskracht en geeft hier nu ook uitvoering aan via het programma Dwars door domeinen.
Rechtsbescherming zonder extra middelen
De Miljoenennota bevat investeringen die raken aan rechtsbescherming, zoals mensgerichte dienstverlening. Gemeenten willen hier meer op inzetten, maar zonder structurele steun van het Rijk moeten ze zelf gaten opvullen uit hun budgetten die al onder druk staan.