Gemeenten benutten vroegsignalering schulden, maar slagkracht blijft uitdaging
Opnieuw ontvangen gemeenten meer signalen van betalingsachterstanden op de huur, energie, zorgverzekering en/of het drinkwater, van circa 82.500 per maand in 2024 naar ruim 92.000. Gemeenten zetten steeds meer middelen in om inwoners met betalingsachterstanden vroegtijdig te bereiken, waarbij telefonisch contact en huisbezoeken het meest effectief zijn. Dit blijkt uit de nieuwste editie van de Divosa Monitor Vroegsignalering schulden, waarin de vroegsignaleringsaanpak van 158 gemeenten in kaart is gebracht.
Gemeenten zijn positief dat ze door vroegsignalering eerder in contact komen met inwoners met betalingsachterstanden, maar inwoners met kleine schulden blijven regelmatig onopgemerkt.
Drempelbedrag
De Monitor Vroegsignalering Schulden, opgesteld door Divosa, laat zien dat zeven op de tien gemeenten een drempelbedrag van gemiddeld 50 euro hanteert. Een deel van de inwoners blijft hierdoor vaak onopgemerkt. Divosa pleit ervoor dat gemeenten geen drempelbedragen gebruiken, zodat alle inwoners tijdig hulp kunnen krijgen.
In de praktijk spelen twee factoren een rol bij het hanteren van drempelbedragen. Ten eerste de beschikbare capaciteit: gemeenten hebben niet altijd genoeg medewerkers om alle signalen op te volgen. Ten tweede de kwaliteit en proportionaliteit van de signalen: een lage betalingsachterstand roept vragen op over de noodzaak van vroegsignalering.
Als de signalen van voldoende kwaliteit zijn, is een drempelbedrag niet nodig. Idealiter zijn gegevens volledig en betrouwbaar, en hebben vastelastenpartners via hun sociaal incassotraject al voldoende gedaan om de achterstand bij hun klanten aan te pakken, zodat gemeenten zich kunnen richten op inwoners van wie de signalen het meest urgent zijn.
Meer dan een miljoen signalen
Dit jaar ontvingen gemeenten 10 procent meer signalen dan in dezelfde periode vorig jaar (ruim 92.000 per maand). Als deze trend zich doorzet, betekent dit dat gemeenten meer dan 1,1 miljoen signalen ontvangen over heel 2025. Deze groei benadrukt nogmaals hoe belangrijk het is dat signalen efficiënt en effectief worden aangeleverd en opgevolgd, zodat inwoners die hulp nodig hebben tijdig bereikt worden.
Meer contactvormen, maar niet meer capaciteit
Gemeenten zetten steeds meer contactvormen in, zoals brieven, huisbezoeken, telefoongesprekken, WhatsApp, sms en e-mail. Meer contactpogingen vergroten het bereik en verlagen herhaling van de terugkerende betalingsachterstanden. Telefonisch contact bereikt de meeste inwoners, terwijl huisbezoeken het meest effectief zijn voor hulpacceptatie. Hoewel persoonlijk contact de hulpacceptatie vergroot, blijft de capaciteit voor vroegsignalering gelijk (gemiddeld 0,28 fte per 10.000 inwoners). Hierdoor ontstaat een spanningsveld tussen de ambities van gemeenten en de beschikbare menskracht. Divosa benadrukt het belang om de extra middelen van SZW – 18,7 miljoen euro in 2025 en naar verwachting ook voor de jaren 2026 tot en met 2028 – daadwerkelijk te benutten voor vroegsignalering.
Vroegsignalering wel succesvol
Hoewel er nog stappen te maken zijn, ziet een meerderheid van de gemeenten vroegsignalering als succesvol. Inwoners vinden sneller hun weg naar hulp en financiële problemen worden eerder gesignaleerd.
Meer informatie
- Rapport: Gemeentelijke vroegsignaleringsaanpak onder de loep 2025 (Divosa • september 2025)
- Nieuwe Leidraad Vroegsignalering (VNG • september 2025)