Vandaag publiceert Divosa de jaarlijkse factsheet over bijstandsbudgetten. De factsheet brengt in beeld wat de ontwikkelingen zijn op het gebied van bijstandsbudgetten en wat deze betekenen voor gemeenten. De Factsheet Bijstandsbudget 2021 biedt een historisch overzicht van de bijstandsbudgetten (BUIG) sinds 2015. Daarnaast gaat de publicatie in op onderzoeken die worden uitgevoerd naar de verdeling van de budgetten. Divosa blikt in de factsheet terug op 2021, kijkt naar de cijfers van 2022 en vooruit naar 2023.

Bekijk de Factsheet Bijstandsbudget 2021

Gemeenten krijgen een budget van het Rijk om de bijstandsuitkeringen van hun inwoners te betalen. Het bijstandsbudget (officieel: de gebundelde uitkering, maar ook bekend als Macrobudget BUIG) is bedoeld voor de reguliere bijstandsuitkeringen, maar ook voor de uitkeringen in het kader van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte zelfstandigen (IOAZ) en het levensonderhoud voor startende ondernemers (Besluit bijstandverlening zelfstandigen, Bbz). Daarnaast is het budget bedoeld om de loonkostensubsidies in het kader van de Participatiewet te betalen.

Ook in 2021 een overschot op het macrobudget BUIG

Net als 2020 was 2021 vanwege de coronacrisis een bijzonder jaar. Hoewel de negatieve effecten op de bijstand gering waren (sterker nog, er was sprake van een stevige daling tot onder het niveau van begin 2020), was het voorlopige budget nog fors opgehoogd. Uiteindelijk werd het definitieve budget ten opzichte van het voorlopige budget 460 miljoen euro naar beneden bijgesteld. Toch was er een macro-overschot van 244 miljoen euro. Ondanks dit grote macro-overschot had nog ruim een kwart van de gemeenten een tekort.

In 2022 nieuwe financiering loonkostensubsidies: aandeel per gemeente loopt uiteen

Het macrobudget voor 2022 is ook vastgesteld. Het definitieve macrobudget van 2022 ligt 364 miljoen euro lager dan in 2021. In 2022 is de nieuwe financiering van loonkostensubsidies (LKS) in werking getreden. In het definitieve landelijke macrobudget van 2022 is het aandeel LKS-budget 5%. Het gemiddelde LKS-budget per gemeente is 7%. Ruim een kwart van de gemeenten heeft een LKS-budget dat meer dan 10% uitmaakt van het totale BUIG-budget, oplopend tot ongeveer 25% van het budget.

Vooruitblik op 2023 en verder

Voor 2023 is het voorlopige macrobudget vastgesteld op 6.014,9 miljoen euro. Hiermee is het budget bijna gelijk aan het definitieve budget van 2022. In het CEP van 9 maart 2023 stelt het CPB dat de werkloosheid zal toenemen met 50 duizend in 2023, en nog eens met 20 duizend in 2024. Verwacht wordt dat een verdere daling van het bijstandsbestand in de loop van 2023 zich niet zal voordoen.

Of de door het CPB verwachte toename van de werkloosheid ook zal leiden tot een hogere instroom in de bijstand, valt nog te bezien. De omvang van het bijstandsbestand volgt immers met vertraging en slechts ten dele de omvang van de werkloosheid.

Terugblik op de budgetten sinds 2015: duidelijke verschillen tussen gemeenten op basis van indeling naar inwoneraantal

Wanneer we kijken naar de ontwikkeling van het BUIG-budget in de periode 2015 - 2021, valt op dat er sinds 2018 sprake is van een macro-overschot. Gemeenten met meer dan honderdduizend  inwoners hebben gezamenlijk een lager overschot dan andere gemeenten. Zo heeft zelfs een derde van deze gemeenten in de periode vanaf 2015 geen overschot op het BUIG-budget gehad. Ook bij de kleinste gemeenten met een historisch verdeelmodel zien we nog veel tekortjaren.

Op dit moment worden onderzoeken uitgevoerd naar het objectief verdeelmodel. Divosa kijkt uit naar de resultaten en ziet in dit kader ook in 2023 toe op de behartiging van de belangen van onze leden. Gelet op de meerjarige tekorten bij kleine gemeenten gefinancierd op historisch aandeel, pleit Divosa voor nader onderzoek naar de passendheid van deze financiering.

Informatie

Contactpersoon