Statushouders naar werk toe leiden is geen kwestie van vacatures opvullen, weten Eline van Berkum en Carla van Sluisdam uit Rhenen. Vanuit het initiatief JobHulpMaatje werken zij met een persoonlijke benadering die mensen duurzaam aan het werk helpt. Doorvragen en letten op details is de kern van hun aanpak. In de Community of Practice Inburgering - Foodvalley ontwikkelen ze ideeën om statushouders nog beter te laten participeren. 

Eline van Berkum en Carla van Sluisdam werken beiden als coördinator bij JobHulpMaatje Rhenen, een initiatief dat vijf jaar geleden is opgezet. Eline: ‘Het is een aanvullende dienst op wat de gemeente aanbiedt en de andere diensten die er al zijn, zoals SchuldHulpMaatje. Het idee was om een preventieve poot op te zetten voor mensen die anders in de problemen komen omdat ze geen werk hebben.’  

‘Bij JobHulpMaatje helpen wij en onze vrijwilligers iedereen met een werkzoekvraag of participatievraag bij het zetten van een volgende stap. Dat hoeft niet meteen betaald werk te zijn,’ benadrukt Eline. ‘Soms is vrijwilligerswerk of het weghalen van drempels in de thuissituatie een goede eerste stap.’

Vooroplopen

Uit cijfers van de Divosa Benchmark Statushouders & Inburgering (een samenwerking van Divosa, BMC en Stimulansz) blijkt dat de gemeente Rhenen er positief uitspringt als het gaat om het percentage statushouders dat aan het werk is en het percentage bijstandsuitkeringen aan statushouders in vergelijking met andere gemeenten. 

De cijfers in bovenstaande grafieken hebben betrekking op de periode 2018-2022 [1]. Recente cijfers komen binnenkort beschikbaar. In de lijn 'grootteklasse' wordt de vergelijking met gemeenten met een vergelijkbaar aantal inwoners weergegeven. De lijn 'benchmark' geeft het gemiddelde weer van de circa 200 gemeenten die deelnemen aan de Benchmark.

 

De gemeente Veenendaal voert de inburgering en participatiewet in Rhenen uit in opdracht van de gemeente Rhenen. JobHulpMaatje is één van de belangrijke lokale partners van de inburgeringsconsulenten uit Veenendaal bij het begeleiden van statushouders naar werk. 

Eline: ‘Of deze positieve cijfers terug te voeren zijn naar onze manier van werken vind ik lastig te zeggen. De inburgeringswet en de uitvoering daarvan zijn natuurlijk nog niet zo lang bezig. We zijn ook een kleine gemeente. We hebben korte lijnen met elkaar, iedereen is goed op de hoogte van wie wat doet in de keten. Een klantmanager van de gemeente zei onlangs wel dat we met onze aanpak vooroplopen.’

Persoonlijke aanpak

Die aanpak gaat uit van de persoon die tegenover ze zit, legt Carla uit. ‘De mensen die bij ons komen hebben uiteenlopende achtergronden. Wat betreft taalniveau, hoe lang ze al in Nederland zijn, hoe ver ze met hun inburgering zijn. Het is een diverse groep waarvoor een aanpak op maat nodig is.’

Als eerste worden mensen daarom uitgenodigd voor een uitgebreid intakegesprek. Eline: ‘Dat doen we vanuit een holistische visie. We kijken naar de hele persoon en zijn of haar omstandigheden. We vragen breed uit wat er speelt in iemands leven, hoe de thuissituatie is en wat iemand graag zou willen. Als we horen dat iemand in scheiding ligt, dan is dat iets waar we rekening mee kunnen houden.’ 

Het is een diverse groep waarvoor een aanpak per persoon op maat nodig is
Carla van Sluisdam, werkzaam als coördinator bij JobHulpMaatje Rhenen

Details

Dat deze gesprekken aan de voorkant zo belangrijk zijn, blijkt later in de praktijk. ‘The devil is in the details’, zegt Eline. ‘Het zijn soms de kleine dingen waardoor het mensen niet lukt om een stap te zetten. Daarom zijn we daar zo op gericht.’

Bij het zoeken naar een geschikte werkplek kunnen praktische zaken drempels opwerpen waar je je bewust van moet zijn, legt ze uit. ‘Mensen die aan het inburgeren zijn gaan drie dagdelen naar school. De taalscholen zitten niet in Rhenen, maar in omliggende plaatsen zoals Veenendaal of Ede. Daar komt dus extra reistijd bovenop. En dan zitten mensen vaak ook nog met schoolgaande kinderen waar je rekening mee moet houden. Al die dingen moet je heel duidelijk in kaart brengen om te weten wat een praktische vervolgstap voor iemand kan zijn.’ 

Foto Interesse Vragenlijst

Het uitvragen zelf kan lastig zijn in een gesprek met iemand die de taal niet goed spreekt en de Nederlandse cultuur nog niet goed kent. Om een goed beeld te krijgen van wat een statushouder kan en wil doen, maakt JobHulpMaatje gebruik van de Foto Interesse Vragenlijst.

Carla: ‘Op die lijst staan foto’s van verschillende beroepen. Aan de reacties en de gezichtsuitdrukkingen zien we vaak meteen waar iemand op aanslaat. Als we rechtstreeks aan iemand vragen: ‘Wat voor werk wil je doen?’, dan komt er niet altijd een antwoord. Het is een te brede vraag en ze hebben vaak onvoldoende kennis van het Nederlands om zich goed uit te drukken.’

Eline van Berkum en Carla van Sluisdam van JobHulpMaatje Rhenen. Fotograaf: Lize Kraan

Eline van Berkum en Carla van Sluisdam van JobHulpMaatje Rhenen. Fotograaf: Lize Kraan

Verwachtingsmanagement

In de vervolgstappen is verwachtingsmanagement heel belangrijk voor de statushouders, zegt Eline. ‘Wat we heel vaak zien is dat mensen bijvoorbeeld in hun thuisland gewend zijn om snel een eigen bedrijfje op te zetten. Als taxichauffeur, of als schilder. In Nederland komt er best veel bij kijken. Je moet een businessplan maken, je moet je inschrijven bij de Kamer van Koophandel. Dat moet je allemaal goed uitleggen.’ 

Wees daar ook proactief in, zegt Eline. ‘Statushouders kunnen niet weten wat ze niet weten. Het is aan ons om ze die informatie te geven.’ Carla vult aan: ‘Daarnaast zijn er nog de regels die gelden voor de extra inkomsten in combinatie met de uitkering die ze krijgen. Ze verwachten niet altijd dat er zoveel bij komt kijken.’

Statushouders kunnen niet weten wat ze niet weten. Het is aan ons om ze die informatie te geven.
Eline van Berkum, werkzaam als coördinator bij JobHulpMaatje Rhenen

Passende werkplek

Eline en Carla werken nauw samen met onder meer het WerkgeversServicepunt en het sociaal werkbedrijf om iedereen op een passende werkplek te krijgen, als diegene daar klaar voor is. ‘Wij denken daarin vaak andersom. Niet vanuit de vacatures, maar vanuit de mensen. Met alle informatie die wij over iemand hebben, kijken we naar een werkplek die goed bij ze past,’ zegt Eline. ‘Werkgevers vinden het fijn om met ons of andere begeleidende instanties in contact te zijn, merk ik. Ik zie dat er veel bereidheid is onder bedrijven en organisaties, maar dat ze niet altijd weten wat de mogelijkheden zijn.’ 

Carla: ‘Wij proberen ze daarin op weg te helpen. Taal op de werkvloer is bijvoorbeeld vaak een ding. Dan kunnen wij uitleggen dat er taalcoaches zijn die ingezet kunnen worden en op de werkvloer kunnen ondersteunen. Maar vaak kunnen werkgevers ook zelf meer dan ze denken. Bijvoorbeeld als er een formulier moet worden ingevuld. Ga even zitten met iemand, dan is het vaak zo gedaan.’

Vinger aan de pols

JobHulpMaatje houdt de vinger aan de pols zodra iemand is geplaatst bij een werkgever. Carla: ‘Loopt het nog goed, zijn er zaken die spelen waar we in kunnen helpen. We laten iemand niet ineens los.’  

Carla is naast haar werk voor JobHulpMaatje coördinator van het Netwerk voor Nieuwkomers in Rhenen waar ze statushouders koppelt aan taalmaatjes. ‘In dat netwerk hoor ik soms ook zaken die op de achtergrond spelen bij iemand thuis of op financieel vlak. Dan kan ik ze doorverwijzen naar het Centrum voor Jeugd en Gezin of de Formulierenbrigade. Vaak weten ze niet eens van het bestaan af. Het netwerk met elkaar onderhouden en interesse blijven tonen is heel belangrijk om die ondersteuning te kunnen bieden.’

Portfolio

In de Community of Practice (CoP) Foodvalley komen Eline en Carla samen met andere professionals uit de regio om van elkaar te leren over de uitvoering van de inburgeringswet. Carla: ‘Ik vind de CoP heel waardevol. We leren nieuwe mensen kennen, we verdiepen ons in onderwerpen die spelen.  Een van de dingen die we nu ontwikkelen is een participatiewegwijzer voor mensen in de Z-route.’ De participatiewegwijzer is een soort menukaart waarop mogelijke activiteiten staan voor de participatie-uren van de inburgeraar. Door te werken met afbeeldingen en kleuren kunnen de statushouders zelf kiezen en de activiteiten bijhouden.

De participatiewegwijzer moet op termijn onderdeel worden van een portfolio, waar ook gegevens vanuit het azc en de PIP zijn opgenomen. Het idee is dat inburgeraars meer eigenaarschap over hun participatie krijgen en een concreet document hebben dat ze kunnen laten zien aan de klantregisseur van de gemeente of bij sollicitaties voor werkstages. Eline: ‘Wat ik hoop is dat we door dit soort ideeën uit te wisselen en te ontwikkelen in de CoP er samen voor zorgen dat samenwerkende partijen zo op elkaar ingespeeld zijn dat het traject voor een inburgeraar soepel en effectief verloopt.’

Community’s of Practice Inburgering

De Wet inburgering 2021 geeft gemeenten een sleutelrol om inburgeraars te laten meedoen in de samenleving, het liefst via betaald werk. Als gemeenten en samenwerkingspartners wil je de opzet en uitvoering van inburgering verbeteren en met en van elkaar leren. Divosa organiseert Community’s of Practice Inburgering, verdeeld over het land. Er doen zo’n tweehonderd uitvoerders van de Wet inburgering 2021 mee, van meer dan honderd verschillende organisaties, zoals gemeenten, DUO, COA, taalscholen, maatschappelijke organisaties en uitvoeringsorganisaties voor participatie. De opbrengsten deelt Divosa met gemeenten, ketenpartners en het Rijk.

Voetnoot

  1. Door onvolledige gegevensuitwisseling zijn niet alle personen die zijn uitgestroomd uit een COA-opvanglocatie meegenomen in de cijfers. Dit resulteert in een onderschatting van de populatie voor de eerste twee kwartalen van 2022. Meer hierover lees je op deze pagina van het CBS.

Contactpersoon