Als gemeente bepaal je naar welke taalschool inburgeraars gaan. Door bijvoorbeeld via een aanbestedings- en inkooptraject een taalaanbieder te contracteren. Daarnaast zorg je dat het taalaanbod goed aansluit bij hun leven, capaciteiten en verwachtingen. En je houdt samen met de Inspectie van het Onderwijs en Blik op Werk toezicht op de kwaliteit. Blik op Werk is het keurmerkinstituut; zij controleren onder andere het onderwijs, de financiën en de administratie. Juriste Maritt van Gerwen en directeur-bestuurder Robertjan Uijl vertellen over hun werkwijze en de aangescherpte eisen om fraude te voorkomen.

Toezicht aangescherpt

Gemeenten mogen alleen een cursus (B1- en Z-route voor asielmigranten) inkopen bij een instelling met het Blik op Werk keurmerk. Cursisten die gebruik maken van een DUO-lening zijn ook verplicht te kiezen voor een instelling met het Blik op Werk keurmerk. Het keurmerk van Blik op Werk garandeert een goede kwaliteit van de taalschool. Robertjan vertelt: 'Gemeenten hoeven dus niet iedere taalschool zelf te controleren. Ze kunnen vertrouwen op ons keurmerk.' Sinds 2018 is het toezicht op taalscholen aangescherpt. 'We kijken nu ook naar de financiën en de administratie van scholen. Dit was nodig omdat sommige taalscholen zich schuldig maakten aan fraude door bijvoorbeeld bij DUO lessen te declareren die helemaal niet plaatsvonden,' vult Maritt aan. Als Blik op Werk fraude constateert, als inburgeraars ontevreden zijn, als de slagingspercentages te laag zijn, als de kwaliteit van het onderwijs onvoldoende is of als de taalschool niet meewerkt aan de controles, dan schorst of trekt Blik op Werk het keurmerk in.

De werkwijze

Het is belangrijk dat Blik op Werk en de gemeenten samenwerken. Zo krijgen klantmanagers ook een indruk hoe een taalschool functioneert, omdat ze met de inburgeraar regelmatig de voortgang bespreken. 'Daarnaast willen we aanvullende kwaliteitscriteria in onze handleiding toevoegen, als we merken dat het overgrote deel van de gemeenten dezelfde criteria in hun aanbestedingen opnemen. Zo kunnen we nog beter aansluiten op de behoeften van gemeenten,' vult Robertjan aan. 'Wil een taalschool ons keurmerk, dan doen we een uitgebreide screening. Bij goedkeuring krijgt de school het Aspirant-Keurmerk voor één jaar. Gedurende de periode van het Aspirant-Keurmerk controleren we de school op kwaliteit, financiën en betrouwbaarheid. Daarbij kijken we niet alleen naar de inhoud van het onderwijs, maar ook naar de docenten. Ook kijken we hoe het in de klas eraan toegaat. Dit doen we meerdere keren en op verschillende momenten. Vanaf het moment dat een taalaanbieder beschikt over het keurmerk volgen verschillende controles in ieder hun vaste cyclus.'

Als gemeente ben je verplicht bij het inkoopproces te eisen dat een taalaanbieder het keurmerk heeft. Zo houd je minder goede aanbieders op voorhand buiten de deur. Ook kun je als gemeente aanvullende kwaliteitseisen stellen die je kunt verwoorden in je programma van eisen voor de aanbesteding.

Best practices samenwerking gemeenten en taalaanbieders

Inburgering

Samenwerking tussen gemeenten en aanbieders van de leerroutes is een belangrijke succesfactor van de inburgering. Maar: zowel vanuit gemeenten als taalaanbieders zijn er vragen over de samenwerking. Hoe doe je dat? Divosa organiseerde samen met de verschillende koepelorganisaties van taalaanbieders (MBO raad, NRTO, BVNT2 en Het Begint met Taal) op 27 februari 2024 een online uitwisselingssessie over deze samenwerking. ‘Zorg voor een proactieve houding, onderhoud korte communicatielijnen en zoek samen naar oplossingen.’

lees meer
Pilot Lochem - foto Edwin Walvisch

Meer informatie

Q&A

Hulpmiddelen

  • Hulpmiddelen over kwaliteit en inkoop
    Divosa ondersteunt samen met partners gemeenten bij de uitvoering van de Wet inburgering met hulpmiddelen als handreikingen, onderzoeken en video's.
     

Nieuwsbrief

Petra Ginjaar

programmamanager Inburgering