De renovatie van sociale huurwoningen in Utrecht-Overvecht biedt kansen om vooral kwetsbare inwoners op een natuurlijke en laagdrempelige manier te bereiken. Sociaal renoveren is onderdeel van de wijkaanpak ‘Samen voor Overvecht’ om inwoners kansen te bieden en de leefbaarheid in Overvecht te vergroten. Het Strategisch Beraad Sociaal Domein (zie kader) ging onlangs op werkbezoek in Overvecht.

Utrecht, ‘het’ wijk Overvecht, de Thema-dreven. Sinds 2018 gaat er een renovatietrein door Overvecht. De Thema-dreven zijn het derde project. Hier worden  432 woningen stapsgewijs grondig gerenoveerd. De 432 woningen gaan niet alleen van het gas af, maar krijgen ook een nieuwe badkamer, keuken en toilet. Ook het leidingwerk en de lift worden vervangen en de gevels aangepakt.

De Thema-dreven zijn een van de vele hoogbouwflats in Overvecht die onder handen worden genomen. De fysieke renovatie biedt kansen om op een natuurlijke en laagdrempelige manier in contact te komen met inwoners om te kijken welke hulp zij nodig hebben of wat zij kunnen bijdragen aan de buurt. Gemiddeld veel inwoners kampen er namelijk met schulden, problemen met opvoeden en ggz-problematiek. En vaak hebben ze het vertrouwen in de overheid verloren.

Dat geldt voor de hele wijk Overvecht, maar in het bijzonder voor de Thema-dreven. In de naoorlogse wijk Overvecht wonen ongeveer 35.000 mensen. In deze meest multiculturele wijk van Utrecht wonen relatief veel jongeren en ouderen. 66% van de woningvoorraad bestaat uit sociale woningen, waarvan veel anonieme 10-hoogflats, 20% bestaat uit koopwoningen.

Vervuiling

‘Ongeveer vijftien jaar geleden ging het bergafwaarts met Overvecht vergeleken met de andere wijken in Utrecht’, vertelt Marco van den Berg, manager wijkaanpak Samen voor Overvecht, aan de leden van het Strategisch Beraad Sociaal Domein. ‘Zo is er sprake van vervuiling van de openbare ruimte en laat de sociale cohesie te wensen over. Relatief veel jongeren hebben geen startkwalificatie, en een hoog aandeel van de inwoners zit in de bijstand en is arbeidsongeschikt. Mensen zijn vaker ongezond, hebben meer schulden en leven vaker in langdurige armoede. Dat alles vormt een voedingsbodem voor ondermijning en groeiende criminaliteit.’

De afgelopen twaalf jaar heeft de gemeente extra geïnvesteerd in Overvecht met afwisselend fysieke en sociale aanpakken. Met de wijkaanpak Samen voor Overvecht is voor het eerst een brede aanpak ontwikkeld. Geld, kennis en capaciteit van de gemeente en partners wordt gericht op de ambities: plezierig wonen in een meer gemengde wijk, meer perspectief voor de jeugd, meer veiligheid en minder criminaliteit en zorg en ondersteuning dichtbij op maat.

Om de kansen te keren in Overvecht zijn we als gemeente lokale coalities gaan bouwen

‘Duidelijk is dat we er niet komen met losse aanpakken’, vertelt Rachel Streefland, wethouder Asiel en Integratie, Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen, wijkaanpak Samen voor Overvecht, wijkwethouder Overvecht, Erfgoed, Werven, Personeel en Organisatie. ‘Om de kansen te keren in Overvecht zijn we als gemeente daarom lokale coalities gaan bouwen met partners uit zowel het fysieke, sociaal als veiligheidsdomein en inwoners. Denk aan woningcorporaties, welzijnsinstellingen, scholen, gezondheidszorg, sociaal raadslieden, ondernemers en wijkagenten.’

Rachel Streefland, wethouder Asiel en Integratie, Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen, wijkaanpak Samen voor Overvecht, wijkwethouder Overvecht, Erfgoed, Werven, Personeel en Organisatie.

Sociaal renoveren

Sociaal renoveren is dus een van de onderdelen van de aanpak Samen voor Overvecht. ‘Zodra een woning aan de beurt is voor renovatie, krijgen de bewoners voor ongeveer zes weken een logeerwoning aangeboden’, vertelt Ilse Zijlstra van woningcorporatie Mitros, terwijl de leden van het strategisch beraad hun tanden zetten in de beroemde Overvechtse pizza’s van Panino Fresco.

‘Mitros gaat vooraf bij alle bewoners op huisbezoek. We willen de bewoners goed informeren over de renovatie, maar ook ophalen waar zij tegen aan lopen. Hebben ze stress, zorgen of zijn er andere vragen of signalen? Deze zetten we − in overleg met de bewoner − door naar andere hulpinstanties zoals het buurtteam, de gemeentelijke afdeling Werk & Inkomen of welzijnsorganisatie Dock.’

‘De renovatie is sowieso erg ingrijpend en leidt tot stress bij veel bewoners’, merkt Zijlstra. ‘Kwetsbare inwoners hebben veel begeleiding nodig in deze periode. Vaak overzien bewoners niet wat er allemaal bij de renovatie komt kijken: plannen, op tijd de berging leeghalen, inpakken voor de logeerwoning. Andere zaken die we veel tegenkomen zijn werkloosheid, wantrouwen in de overheid, opvoedvragen, mensen die geen of beperkt Nederlands spreken of het zorgstelsel niet kennen. Langdurige eenzaamheid en armoede drukken zwaar op veel bewoners.’

Na de renovatie gaat Mitros nog een keer langs voor een afrondend huisbezoek. ‘Dan nemen we ook de bewonersverbinder mee of een medewerker van Dock’, vertelt Zijlstra. ‘Dit is een warme overdracht naar deze instanties. Zij kunnen samen met de bewoners op zoek naar passende hulp.’ Dat blijkt regelmatig hard nodig.

Ilse Zijlstra van Mitros. Op de achtergrond de gerenoveerde flats. (Foto: Ko Pau Woo)

Bewonersverbinders

Nadia Ahmidach is een van de bewonersverbinders die zo nodig het stokje overneemt van de woningcorporatie. ‘We helpen bewoners vooral praktisch op weg’, vertelt ze. ‘Niet alleen bij de overgang naar een logeerwoning, maar ook bijvoorbeeld bij het aanvragen van toeslagen of het vinden van werk of een dagbesteding. Belangrijk daarbij is dat de bewonersverbinder geen “eigen agenda” heeft: we staan mensen vooral met raad en daad bij.’

Ze geeft een voorbeeld: ‘Soms kom ik bij bewoners over de vloer en constateer dat er sprake is van vervuiling. Dan vraag ik zonder oordeel of het nodig is dat alle spullen meegaan naar de gerenoveerde woning en doe een suggestie waar iemand terecht kan voor hulp. Ik neem het niet van de bewoner over, maar ga wel naast mensen staan. Dan zeg ik: zullen we samen bellen? Vaak weten bewoners niet waar ze welke hulp kunnen krijgen; dan help ik ze op weg.’

Laagdrempelige aanpak

Juist die laagdrempelige aanpak werkt. Zoals bij Ivar (niet zijn echte naam, red.), die gevlucht is uit Afghanistan, moeilijk ter been is door een oude schotwond, en op de Thema-dreven in een isolement terecht kwam. Hij kampt met een posttraumatische stressstoornis, waardoor hij moeilijk met prikkels en stress kan omgaan. Door de hulp van Nadia heeft hij een zinvolle dagbesteding gevonden. Hij is zichtbaar opgelucht dat hij weer een doel heeft overdag: ‘Werken zit er niet in, maar ik heb nu wel veel meer sociale contacten.’

Bovendien heeft hij nu zijn weg naar de bewonersverbinders gevonden. Regelmatig gaat hij langs bij de buurtkamer op de Ankaradreef. Hier worden activiteiten georganiseerd voor en door bewoners. Ook zijn er spreekuren waar de woiningcorporaties, jongerenwerk en DOCK bij aanwezig zijn. ‘Steeds vaker komen bewoners langs, omdat ze van hun buurtgenoten gehoord hebben dat ze goed geholpen zijn door ons’, vertelt Nadia trots. De buurtkamer is volgens haar ‘een neutrale plek waar leef- en systeemwereld bij elkaar komen’.

Een persoon in de wijk in plaats van een digitaal loket, is een steengoede zet 

Dat is precies wat Erik Dannenberg, voorzitter van Divosa en lid van het Strategisch Beraad Sociaal Domein, meeneemt uit het werkbezoek. ‘Heel goed dat in de hoogbouwflats in Overvecht mensen fysiek terecht kunnen met vrijwel alle vragen waar ze in hun leven tegenaanlopen. Ze worden gehoord en gezien door mensen die hun taal spreken. Een persoon in de wijk in plaats van een digitaal loket, is een steengoede zet in Overvecht. De bevlogen mensen in de uitvoering maken zo op inwonersniveau echt het verschil.’

Het maakt volgens Dannenberg tegelijk pijnlijk duidelijk dat inwoners veel last hebben van de “schotten in de dienstverlening” die landelijk zijn aangebracht. ‘We hebben jeugdzorg, Wmo, werk en inkomen en gezondheidszorg allemaal ondergebracht bij aparte instanties, met alle privacyellende van dien. Instanties kunnen niet zomaar gegevens delen of weten niet goed onder welke voorwaarden ze wel gegevens mogen delen. Dat staat goede hulp vaak in de weg.’

Ilse Zijlstra in gesprek met consulenten Werk & Inkomen van de gemeente Utrecht.

Werkwinkel

Laagdrempelige hulp is ook de troef in de Werkwinkel, die even verderop gevestigd is in het gezondheidscentrum aan de Amazonedreef. Het UWV, buurtteam Sociaal, DOCK, U-centraal en de gemeente hebben er samen hun intrek genomen om mensen een fysieke plek te bieden waar ze terecht kunnen voor vragen over werk. Terwijl werkzoekenden nu vooral zelf digitaal hun weg naar werk moeten vinden. Het doet denken aan de tijden van het Arbeidsbureau waar mensen tot de jaren 90 terecht konden met hun vragen over werk.

In het gezondheidscentrum werken onder andere huisartsen, ergotherapeuten en fysiotherapeuten zoveel mogelijk samen om mensen op weg te helpen. Daarbij kijken ze verder dan hun eigen domein. ‘Mensen die te maken hebben met schulden en bij de huisarts komen voor slapeloosheid, worden bijvoorbeeld soms doorgestuurd naar de Werkwinkel’, vertelt een medewerker van de Werkwinkel.

Op stoom

De aanpak Samen voor Overvecht is nu enkele jaren op stoom en de resultaten beginnen langzaam zichtbaar te worden in de cijfers. ‘Het bewonersoordeel over de wijk stijgt stap voor stap van 4,9 in 2016 naar 5,7 einde 2021’, vertelt Marco van den Berg. ‘Het buurtoordeel is gestegen van 5,0 in 2019 naar 5,8 2021. Daarnaast is de overlast van jongeren licht gedaald, evenals de gevoelens van onveiligheid. Ook het aantal jongeren met een startkwalificatie stijgt weer na een eerdere teruggang.’

Wethouder Rachel Streefland is tevreden dat het tij zich nu langzaam lijkt te keren in Overvecht. Maar er is nog veel te doen, ziet ze ook. ‘We blijven de ontwikkelingen in Overvecht “actiegericht” volgen en bijsturen. Met data en monitoring kijken we steeds of we de goede kant op bewegen. Zo nodig sturen we bij op basis van de cijfers, verhalen en ervaringen.’

 
Het is goed om te zien dat veel Overvechters trots zijn op hun wijk

De wethouder is hoopvol gestemd: ‘Overvecht heeft veel veerkracht en er liggen volop kansen. Zo is de wijk gunstig gelegen dicht bij de snelwegen en het centrum en zijn de woningen betaalbaar. Ook is het er groen en zijn er veel betrokken bewoners, ondernemers en professionals. Veel inwoners zijn blij met hun grote en lichte flat in Overvecht en ze voelen zich er thuis. Het is goed om te zien dat veel Overvechters trots zijn op hun wijk of buurt.’

Dat alles biedt volgens de wethouder ook kansen om andere, minder kwetsbare bewoners aan te trekken. Zo doet Mitros een pilot met anders toewijzen. Mensen kunnen via Woningnet reageren op een woning, maar moeten ook motiveren waarom ze in Overvecht willen wonen en wat ze kunnen bijdragen aan de buurt. Alleen een hoger inkomen is niet genoeg. Woningcorporaties willen graag meer ruimte in wet- en regelgeving om beter te kunnen sturen op instroom in wijken als Overvecht.

Wethouder Streefland steunt dit: ‘Overvecht heeft alles in zich voor veilig en plezierig wonen in een kansrijke, gemengde wijk. Samen met onze partners in de wijk en het Rijk staan we hiervoor aan de lat.’

Video

Bekijk de video die Divosa eerder maakte over sociaal renoveren en de Thema-dreven.

width="854" height="480" frameborder="0" allowfullscreen="allowfullscreen" title="Video embed"

Het Strategisch Beraad Sociaal Domein

Het Strategisch Beraad Sociaal Domein (SBSD) komt voort uit het zogeheten doorbraakoverleg. Tijdens corona was er behoefte om als gemeenten en rijk snel te kunnen schakelen en sociale, meestal praktische doorbraken te realiseren. Die wens leefde ook bij de manifestgebieden, met hun pleidooi voor versterking van een gebiedsgerichte aanpak op leefbaarheid en veiligheid.

Samenstelling

Vanaf 1 januari 2022 is het doorbraakoverleg overgegaan in het Strategisch Beraad Sociaal Domein. Deelnemers zijn de secretaris-generaal (SG) of directoraat-generaal (DG) van de ministeries van BZK, J&V, OCW, SZW en VWS, een vertegenwoordiging van gemeenten (VNG, NDSD, G40, P10 en Divosa) en een vertegenwoordiging van de manifestgebieden.

Het SBSD is geen formeel besluitvormingsorgaan tussen gemeenten en Rijk. Daarvoor zijn de reguliere ambtelijke en bestuurlijke overleggen.