De uitvoering van de Wet inburgering 2021 is op stoom. Gemeenten hebben grote stappen gemaakt sinds de invoering van de wet op 1 januari 2022. Toch zijn er nog punten waarop de inburgering nog niet helemaal gerealiseerd wordt. Struikelblokken zijn onder andere een aantal randvoorwaarden waar niet aan voldaan wordt, zoals kinderopvang, passende lestijden en reiskostenvergoeding. Een andere uitdaging is de ambitie om zo snel mogelijk te starten met inburgeringsactiviteiten - de vroege start. Die komt nog niet goed genoeg van de grond. Ook het combineren van participatie met taallessen lukt nog onvoldoende. Dit blijkt uit de jaarlijkse monitor Gemeentelijk beleid arbeidstoeleiding en inburgering statushouders en gezinsmigranten van KIS in samenwerking met Divosa. 

Statushouders die in de centrale opvang verblijven kunnen meestal geen ‘vroege start’ met de inburgering maken

De (regie)rol van gemeenten in de inburgering start op het moment dat statushouders aan de gemeente worden gekoppeld voor huisvesting. Omdat statushouders doorgaans nog enige, of lange tijd in het asielzoekerscentrum (azc) verblijven totdat hun woning beschikbaar komt, is het de bedoeling dat gemeenten al contact met ‘hun’ statushouders hebben en een begin maken met het inburgeringstraject. Gemeenten kunnen dit op hun eigen manier vormgeven. Dit wordt de ‘vroege start in het azc’ genoemd. Het is voor het merendeel van de gemeenten (68%) lastig om een vroege start te realiseren; 28% geeft aan dat het helemaal niet lukt en 40% dat het onvoldoende lukt.

Gemeenten hebben bij het realiseren van een vroege start te maken met een reeks van hardnekkige belemmeringen, die grotendeels buiten hun eigen invloedssfeer liggen. Verreweg de belangrijkste is dat de azc’s waarin aan de gemeente gekoppelde statushouders verblijven, (te) ver weg zijn van de gemeente. Dit najaar organiseert Divosa een ‘roadshow’ waarin gemeenten en het COA bespreken hoe zij beter kunnen samenwerken. Onder andere om de ‘vroege start’ vorm te geven. 

Het combineren van participatie met het leren van de taal komt (nog) onvoldoende van de grond

Een belangrijk uitgangspunt van de Wi2021 is de combinatie van inburgeren door het leren van de taal en door te participeren. Uit de monitor blijkt dat er op dit moment nog weinig sprake is van duale trajecten voor alle bijstandsgerechtigde statushouders. Zij kunnen gebruikmaken van reguliere instrumenten voor arbeidstoeleiding in het kader van de Participatiewet. In de praktijk blijken deze instrumenten nog niet altijd te worden ingezet, omdat uiteindelijk toch enige beheersing van het Nederlands wordt verwacht bij bijvoorbeeld deelname aan trainingen of bij vrijwilligerswerk. 

Uit het onderzoek blijkt verder dat financiële ontzorging maar ten dele mogelijk en wenselijk is en er specifieke uitdagingen zijn in de begeleiding van gezinsmigranten. 

Gesprekspartner

De uitkomsten van de KIS-monitor 2023 verrassen Divosa niet. In de twaalf Community’s of Practice die we faciliteren, leren uitvoerenden van gemeenten en ketenpartners samen. Als Divosa zitten we aan de juiste gesprekstafels. We denken mee over oplossingen voor knelpunten, financiering en betaalbaarheid van het stelsel en om de uitvoerbaarheid van de Wet inburgering 2021 door gemeenten te bewaken. Dit blijven we ook in aanloop naar een nieuw kabinet doen. We zetten ons onverminderd in om te zorgen dat nieuwkomers zo snel mogelijk mee kunnen doen in onze maatschappij. 

Meer informatie

Contactpersoon