Gemeenten krijgen ruimte voor maatwerk bij het ondersteunen van bijstandsgerechtigde statushouders bij financiële zaken. Dit schrijft minister Karien van Gennip in een brief aan de Tweede Kamer. Met de huidige regels kunnen gemeenten moeilijk uit de voeten. In haar brief schrijft ze verder dat de norm voor de uitslag van de leerbaarheidstoets wordt aangepast. Die geeft aan of een statushouder taalniveau B1 zou kunnen halen. 

Maatwerk bij financieel ontzorgen

Gemeenten zijn druk bezig met de uitvoering van het inburgeringsstelsel dat sinds 1 januari 2022 in werking is. Uit de praktijk blijkt dat onderdelen van de wet lastig uitvoerbaar zijn. Daarom zijn aanpassingen nodig. Zo zijn gemeenten verplicht inburgeringsplichtige statushouders financieel te ontzorgen in het eerste half jaar dat zij een bijstandsuitkering krijgen. Dat betekent dat ze vanuit de bijstandsuitkering van de statushouder de huur, zorgverzekering en gas, water en licht betalen. Daarnaast hebben gemeenten de taak inburgeraars te begeleiden naar financiële zelfredzaamheid.

Verschillende gemeenten hebben aangegeven dat het financieel ontzorgen soms moeilijk uitvoerbaar is. Voor een deel van de doelgroep werkt het juist averechts, omdat deze statushouders al financieel vaardig zijn. Zij ervaren juist meer onrust als de gemeente hun vaste lasten betaalt. Ook blijkt voor een deel van de statushouders begeleiding bij financiële zelfredzaamheid een beter middel te zijn. Uit gesprekken met gemeenten komt naar voren dat de huidige wetgeving te weinig ruimte biedt om maatwerk toe te passen.

Gemeenten krijgen meer ruimte voor de inrichting van financieel ontzorgen. Zij worden niet langer verplicht om de vaste lasten van bijstandsgerechtigde statushouders te betalen. Gemeenten kunnen de ondersteuning aanpassen aan de individuele situatie. Het verrichten van betalingen vanuit de uitkering is daarbij de standaard. Als bij de brede intake blijkt dat de statushouder al meer zelfredzaam is, zijn andere vormen van ondersteuning mogelijk, waarmee gecontroleerd kan worden of iemand aan de financiële verplichtingen kan voldoen. Wel blijft de wettelijke plicht om te voldoen aan het doel van financieel ontzorgen: voorkomen dat onzekerheid over de financiële positie afleidt van inburgeringsactiviteiten.

Deze aanpassingen lopen vooruit op een herziening van de wet. De minister hoopt in het najaar de Tweede Kamer hierover te informeren.

Leerbaarheidstoets

Iedere statushouder maakt, voorafgaand aan de inburgering, een leerbaarheidstoets. Deze geeft aan of iemand binnen de inburgeringstermijn van drie jaar taalniveau B1 zou kunnen halen. Voordat de toets verplicht werd, is deze schriftelijk getest. De toets wordt nu digitaal afgenomen. Uit een nieuwe digitale test blijkt dat digitale vaardigheden van mensen die de toets maken van invloed zijn op de uitkomst. Daarom moet de cesuur (de minimale score voor ‘haalbaar’ als uitkomst van de toets) drie punten worden verlaagd, van 31 van de 40 vragen goed, naar 28 van de 40 vragen goed. Dit gebeurt zo snel mogelijk voor alle alle nieuw af te nemen leerbaarheidstoetsen.

Ruim 1.300 inburgeraars die de toets al maakten, hebben ten onrechte de uitslag ‘niet haalbaar’ gekregen. De uitslag van de leerbaarheidstoets is echter één van de aspecten uit de brede intake die gemeenten meenemen in hun afweging om te bepalen in welke leerroute een inburgeringsplichtige geplaatst wordt. DUO en VNG onderzoeken de mogelijkheden om de situatie indien nodig recht te zetten. 

Werk, onderwijsroute

Andere onderwerpen waar de Kamerbrief over gaat zijn statushouders aan het werk, AGI ontheffing Wet inburgering 2013, verlagen van het aantal examenpogingen, instroom in de onderwijsroute in 2022, Maatschappelijke diensttijdtrajecten (MDT), inburgering van mensen van AOW-gerechtigde leeftijd, Europees Asiel, Migratie en Integratiefonds, Monitor Basisexamen Inburgering Buitenland 2021 en Marktmonitor.

Wat vindt Divosa?

In de twaalf Communities of Practice Inburgering van Divosa leert de uitvoeringspraktijk wat goed gaat en wat beter kan binnen de Wet inburgering 2021, een lerend stelsel. Dat leidt tot het verbeteren van samenwerking, werkprocessen en gegevensuitwisseling. Bijvoorbeeld rond de warme overdracht en de brede intake. En daar waar de uitvoeringspraktijk het niet zelf kan oplossen, geven we de signalen en aandachtspunten door aan de minister.  

Divosa is blij dat de minister de signalen vanuit de uitvoeringspraktijk over onder andere financieel ontzorgen en de leerbaarheidstoets serieus neemt en met maatregelen en aanpassingen komt. Meer maatwerkmogelijkheden voor de gemeenten en het aanpassen van de cesuur zijn goede voorbeelden hoe het lerend stelsel moet werken. 

Wel blijft Divosa aandacht vragen voor de participatie- en werkmogelijkheden van statushouders, ook al tijdens het verblijf in een opvanglocatie. Ketensamenwerking is hierin essentieel. Divosa gaat graag in gesprek met het ministerie, COA en de VNG om huidige initiatieven - zoals bijvoorbeeld de Meedoenbalies - te verbeteren en uit te bouwen.

Lees ook